Van de zware klei leiöen uit öe Lucht qeQRepen in 1587 naast 't potóeleineu öui&etpMje Bietencampagne is weer in volle gang ZATERDAG 1 DECEMBER 1956 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 Wanneer u met de trein of op an dere wijze door het tussen Haarlem en Amsterdam gelegen Halfweg rijdt kan het zijn, dat u deze dagen een grote drukte opvalt nabij de brug, waaronder door het uit de Haarlem- mermeerse Ringvaart gemalen water verder de Rijnlandse boezem in wordt gejaagd. Deze drukte is er elk jaar omstreeks deze tijd. Zij begint zo halverwege oktober om met Kerst mis te eindigen. Daarna is het 't ver dere deel van het jaar stil op die plek en geen verkeerspolitie behoeft het oog meer in het zeil te houden. Dat is nü anders, want vanaf de vroege morgen tot de late avond rij den de vrachtauto's af en aan om de kostbare pulp, het voedzame afval van de suikerfabrikage, in ontvangst te nemen en naar de veehouders te brengen. Op hun hoeven zal men dan na niet te lange tijd een min of meer penetrante geur kunnen waarnemen, welke deze pulp op den duur veroor zaakt, zij het minder erg dan die, welke het kuilgras voortbrengt. Maar niet alleen die pulp-afhalers veroorzaken een drukte op die plaats, ook de bietenaanvoerders doen dit in minstens dezelfde omvang, al wordt er ook nog wel een bepaalde hoe veelheid per schip in de Ringvaart aan gene zijde der fabriek gelost. Tot zover vertellen wij u wel niet veel nieuws. Het is maar al te goed bekend wat het zeggen wil, dat de „bietencampagne" is aangebroken. Trouwens, vroeger had ook de niet- boer ten plattelande direct met die campagne te maken, dagen en we ken lang, want de wegen werden veelal bijkans onbegaanbaar van de vettige klei-modder, welke door de boerenwagens uit het dikwijls natte bouwland werd meegenomen. Politie, bepalingen, dat de wielen geschrapt moesten worden, alvorens men met de wagens op de weg mocht konïen, konden dit euvel wel iets verminde ren ,doch geenszins voorkomen. Het gebruik /an vrachtauto's, welke de bieten zó uit het land naar de fabriek brengen, heeft deze narigheid vrijwel geheel doen verdwijnen. Dat men dus met de in gang zijn de bietencompagne niet geheel onbe kend is, mag wel als vaststaand wor den aangenomen. Een zaak, welké lang niet algemeen bekend is, willen we u echter verhalen. Dit betreft de plaats, waar de bieten tot suiker worden verwerkt. Want de Half- v/egse suikerfabriek is niet zó maar een suikerfabriek, doch een fabriek van aristocratische kom-af, een fa briek zo gezegd met een verleden. Bijzondere aanblik. Wanneer ge bij de fabriek eens een ogenblik halt zou houden, dan zou het u ongetwijfeld opvallen, dat zij een gevel heeft aan de drukke straat, weg, welke voor een fabrieksgebouw wel zéér ongewoon is. Bij nadere be schouwing is dit een fraaie gevel, een gevel van een buiten of een kas teel of iets dergelijks, versierd zelfs met wapenschilden. Maar het is ze ker geen gewone fabrieksgevel. Naast die gevel bevindt zich een inrijpoort, welke bij elke fabriek van enige importantie niet gemist kan worden, maar zulk een deftige poort had men eerder aan de Vecht of aan de Herenweg te Heemstede ver wacht dan hier. Inderdaad er is hier iets aan de hand met die stukken bouwwerk der suikerfabriek. We hebben hier te doen met een industrie, welke opge trokken werd achter een gevel, wel ke oorspronkelijk een behuizing met een ander doel heeft gedekt. Hier heeft gestaan het Gemeenlandshuis van het Hoogheemraadschap Rijn land, ook wel genaamd „Het Huis Swanenburg". Deze laatste naam herinnert u onmiddellijk aan het in deze eeuw ontstane dorp Zwanen burg in de Haarlemmermeer, welk dorp op initiatief van wijlen burge meester mr. Slob de aloude naam voor altijd moest vastleggen. Befaamde bouwmeester. Het voorname huis werd volgens „Monumentenzorg" in 1652'54 ge bouwd door niemand minder dah de befaamde bouwmeester Pieter Post, die ook de waaggebouwen in Leiden en Gouda ontwierp. Volgens andere bronnen was het gebouw reeds in 1648 gereed bij welke gelegenheid de Prinses van Oranje er werd ont vangen. Tevoren had op deze plaats een bescheidener huis gestaan als opzichtersworuing en vergaderplaats voor de bestuurderen van het Hoge Heemraadschap van Rijnland. Voor het eerst was dit huis gesticht bij de bouw van Rijnlands eerste sluizen te Halfweg in 1492. Natuurlijk werd het in de loop der jaren vernieuwd O.ê. na het beleg van Haarlem. Uit de tijd van Floris V is er een akte, waaruit blijkt, dat de heer van Persijn, heer van Waterland, een kas. teel Swanenburgh bezat. Waar dit echter gestaan heeft weet men niet; er valt zo is de mening van de se cretaris van „Rijnland", mr. Focke- ma Andreae alleen naar te gis sen. Bij de stichting van het nieuwe gebouw in 1644 heeft men gemeend de naam Swanenburg daaraan te mogen geven. Op een kaart van 1615 vindt men de naam ,,'t Huys ter Hart", doch dit was de naam van een herberg te Halfweg en het is mogelijk, dat het latere Huys Swa- nenburch tijdelijk nog de naam „Huys ter Hart" heeft gedragen. Uit gezocht is dit tot nu toe echter niet. Waartoe diende nu dat grootse gebouw, dat het Hoogheem raadschap van Rijnland liet zetten? Ge moet dan weten, dat het Hoog heemraadschap „Rijnland", kortweg „Rijnland" genoemd, wel het voor naamste en oudste groot-waterschap is, dat onze lage landen kennen. Graaf Willem II van Holland heeft het in 1255 gesticht en dit belang rijke gebeuren heeft men 700 jaar later op waardige wijze vastgelegd door op de Katwijker uitwaterings sluizen zijn standbeeld te plaatsen. De zetel van dit hoge college be vond en bevindt zich nog te Leiden. Maar in vroeger jaren was het niet zo eenvoudig om de kostbare water keringen en de waardevolle water lopen ten Noorden van Haarlem te inspecteren. En dat moest tóch ge beuren. Vandaar, dat men een ge legenheid moest hebben, waar de heren Dijkgraaf en Hoogheemraden konden overnachten, maaltijden kon den gebruiken en konden vergade ren. Hiertoe had men lange jaren de beschikking over het gemeenlands huis te Spaarndam, alwaar ook de belangrijkste sluizen zich bevonden. Toen de trekvaart van Amsterdam naar Haarlem werd aangelegd ont stond een nieuwe verkeersweg, wel ke een korte en voor die tijd vlugge verbinding vormde vanuit Haarlem met Halfweg en met Am sterdam. Weliswaar kunnen we ons niet goed voorstellen, wat de Heren van „Rijnland" zakelijk althans in Amsterdam te maken hadden, tóch kunnen we erin kamén, dat zij het prettig vonden dichterbij de toenma lige wereldstad aan de Amstel te re sideren. Niet alleen de trekschuit bracht hen er, maar en dit was voor deze regenten belangrijker er liep langs de trekvaart en rechte en dus korte weg (jaagpad aanvan kelijk, later weg) naar Amsterdam, zodat zij met hun koetsen in een uur- Het hierboven gereproduceerde is een gedeelte van een der oudste plattegronden met de gebouwen in opstand, getekend. De tekenaar was Hans Liefrinck. Wie was deze Hans Liefrinck? Hij moet tussen 1520 en 1525 in Antwerpen geboren zijn; in 1561 woonde hij nog in deze stad. Tussen de jaren 1562 en 1565 heeft hij zich met zijn broeders, Claes en Karei, beiden schilders, zijnde kinderen van wijlen Cornelis Liefrinck en Margriet Symonsdr. te Leiden geves tigd. In 1565 vinden we Hans als eigenaar van het pand „De Dooren- kroon" aan de Middelweg gevestigd. Dit perceel was belast met een ren te van een gouden' kroon ten bate van het kapittel Ten Hoogelande Hooglandse kerk). Hij v/oonde hier met zijn vrouw Truy.tje Japsdr. en I vijf kinderen. In 1589 ocbt hij een belendend huis aan, dat na 1680 eigendom werd van de Remonstrantse Gemeente en met andere aan elkaar grenzende percelen tot Remon strantse kerk werd verbouwd. Op 25 januari 1599 werd Hans Lief rinck in de Hooglandse kerk begra ven. Reeds in 1573 werd hem opdracht gegeven een plattegrond van Leiden te vervaardigen met de huizen in opstand.. Het werk was in 1578 voltooid. Als beloning ontving Liefrinok 61 pond in contanten en de kwijtschelding van de rente, waarmede zijn eigendom was belast. Op bovenstaande reproductie ziet men de raadhuisgevel met toren. Het is het oude stadhuis, vóór de grote verbouwing van 1597—98 toen een trap voor de gevel werd gebouwd. In 1573 brandde het bovenstuk van de toren af. Verondersteld wordt, dat Liefrinck de oude toren ln tékening heeft gebracht. Want een latere af beelding, n.l. uit het kaartboek van Van Dulmenhorst (1588'98) ver toont een 8-kante galerij en een 8- kante spits en dat zal de toren zijn, die in 1576 werd gebouwd. Speciale aandacht wordt gevraagd voor het kleine huisje, dat tegen de gevel is aangebouwd. Waarschijn lijk is dit het ,Onze Vrouwenhuisje", een kapelletje met het beeld van de Heilige Maagd, waarvoor iedere avond op stadskosten een kaars werd gebrand. Rechts van dit kapelletje aan de gevel de kaak. Geheel links (niet zo duidelijk) de roepstoel de plaats waarvan de publikaties werden af gekondigd. Duidelijk is te zien, dat het stad huis een paar maal is vergroot. In het gebouw was de vleeshal „die LEIDEN IN STUKJES. De bedoeling is, in deze win termaanden heel Leiden uit de lucht te fotograferen, zoals het er in 1578 uitzag. Dit is een zeer bizondere bezigheid, waarbij op vernuftige wijze de relativiteits- leer van Einstein in toepassing wordt gebracht. Het verleden wordt zichtbaar! De heer II. Klei- brink, die als cineast en fotograaf in de tegenwoordige stede van Leiden een goede naam geniet, zette zijn wonder-camera op het verleden. De gemeente-archiva ris, mej. mr. A. Versprille, ver zorgde de tekst van het scenerio. halle" gevestigd. Op de eerste verdik- pinr <-'e pers of „paertse", waar de la- av'Uü werden gekeurd. tje de genoegens van de koopmans stad konden meemaken.... Toen twee eeuwen later langs die zelfde vaart de eerste Nederlands® spoorweg werd aangelegd, verander de de toestand opnieuw. Temeer om dat er natuurlijk inmiddels ook een heel net van verharde wegen was ontstaan, waarover men met rijtui gen, bespannen met vlotte paarden, vlug van de ene plaats naar de an dere kon reizen, afgezien nog van de vele diligence-diensten. Zetel in Leiden. Zo werd het Gemeenlandshuis te Halfweg min of meer overbodig; men kon althans r..et de zetel te Leiden in de Breestraat volstaan. Ook de opzichters woning (nog te zien naast de poort) was niet meer nodig, omdat „Rijnland" de woningen, wel ke de commissie tot droogmaking van het Haarlemmermeer had laten bouwen bij het nieuwe stoomgemaal te Halfweg, had overgenomen. En zo gebeurde het dan, dat de glorieuze behuizing in 1862 werd verhuurd en een jaar later werd verkocht aan de heer Larc, toen eigenaar van de sui kerfabriek. Vanaf dit jaar dateert de arbeid van de suikerfabriek, thans bekend als de „Holland". Aanvan kelijk werkte men met66 man personeel en een stoommachine ter opwekking van de nodige kracht van totaal 64 pk.!! Voor de polders had de oprichting tot gevolg een uitbreiding van de suikerbietencultuur. (In 1863 nog maar enkele hectaren; 1 jaar later 299 ha.). Reeds spoedig echter kon men een belangrijke teruggang in de ze cultuur waarnemen, een achteruit, gang, welke men in geheel Noordhol land kon waarnemen, zodat irn 1870 in totaal niet meer dan 20 ha. bieten in deze provincie werden geteeld, wel ke nog aan Meer-boeren toebehoor den. Daarna volgde een opwaartse lijn in de verbouw en werd tegen het eeuweinde al het merendeel der Hollandse bieten in de Meer ver bouwd. Niettegenstaande alle moei lijkheden, welke zich bij de verbouw van dit product voor doen (het is nl. een zeer arbeids-intensief gewas en het is zeer moeilijk arbeidskrachten te krijgen tegenwoordig) neemt de bietencultuur nog steeds in de Haar lemmermeer een belangrijke plaats in het bouwplan van elk jaar in. Wat de mens niet meer aan kan, doet de moderne machine wel, zodat men mag aannemen, dat achter de trotse gevel te Halfweg nog menig pondje suiker zal worden gefabriceerd. Wilt U iets weten? Vraag: Per week verdien ik 100. Daarvan betaal ik 1.15 loonbelas ting en 4.13 aan sociale lasten. Ik heb vijf kinderen en ontvang daar voor kinderbijslag. Voor de beoorde ling van de inkomstenbelasting telt de kinderbijslag dan mee? Hoe hoog is de grens waarbij men een aanslag in de inkomstenbelasting krijgt? Antwoord: Wanneer u een aan de loonbelasting onderworpen inkomen geniet van meer dan ƒ6000.— per jaar wordt u aangeslagen in de in komstenbelasting. Tot dit loon wordt ook gerekend de kinderbijslag en het deel der ziekenpremie, dat de werk gever voor U betaalt. Zoals uit mijn onderstaande berekening blijkt, valt u juist over de grens van 6900. Ontvangen brutoloon 52 X 100.— is 5200.— Kinderbijslag voor vijf kin deren n 958. Door de werkgever betaald aandeel in de zieken fondspremie 104. Totaal 6262.— Af: op het loon ingehou den premie Ziektewet 1% 52.— premie werkloosh.wet 30% 156.— 208.— Saldo loon aan loonbelas ting onderworpen 6054. Uw aanslag in de inkomstenbelas ting zal worden berekend over een inkomen van 6054, verminderd met 100 verwervingskosten, is 5954. Volgens het tarief 1955 is hiervan in uw geval verschuldigd 88. Hierop wordt de ingehouden loon belasting ad 60.in mindering ge bracht, zodat te betalen overblijft 28.—. Voor het jaar 1956 kan het tarief verschillen, terwijl ook het percen tage premie werkloosheidswet an ders kan zijn. U hebt nu echter een inzicht in de wijze waarop het inkomen wordt be rekend. F. D.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 7