De Leidse Luchtvaartclub is al ruim 20 jaar „in de lucht" Gepluimde Sarco-globine ZATERDAG 24 NOVEMBER 1956 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 VOGELS VAN BALSAHOUT ....OP DE U/EQ - LANGS DE WEG - ACHTER DE KACHEL.... Ia, vorige week zondagmorgen wa- ren wij ergens in de Leidse Hout getuige van de start van een paar modelvliegtuigjes. Eén van de jon gens van de Leidse Luchtvaartclub hield als een echte Gulliver er een hij de romp vast, en draaide net zo lang aan de „prop", dat het inge bouwde dieselmotortje een venijnig lawaai begon te maken. En toen het toerental hoog genoeg was gewor den, liet hij zijn „kist" op eigen ge legenheid over een voetpad rijden om op te stijgen; even later vloog het ding met een snelheid van 80 km per uur in het rond. Aan het vliegtuigje waren n.l.^ge vlochten staaldraad-lijnen bevesfigd, die in verbinding staan met de roe ren; hiermede kan men het vliegtuig besturen. „Kan", schreven wy, want een enkele keer zijn de Lilliputters in rouwstemming, omdat één van hun piloten is neergestortMaar dat is gelukkig een uitzondering. Wij zagen bijvoorbeeld die ochtend een knaap, die met zijn „Stunter" zeer duidelijk de „wig-over"-tecihniek de monstreerde. Deze manier van laten vliegen is te vergelijken met een steilwandrijder, die van onder in de houten ton met grote snelheid af stormt op de boven in het rond staande toeschouwers. Hij blijft dan langs de tientallen mensenhoofden rondsnorren en duikt dan weer de diepte in.... en dat gebeurde ook met ons vliegtuigje, tot enkele cen timeters boven de grond. Maar dan ver van de bezorgde toeschouwers verwijderd. De naam „modelvliegtuig" is eigenlijk misleidend. Een correct schaalmodel van een goed vlie gend. werkelijk bestaand vlieg tuig vertoont nl. andere, meestal averechtse eigenschappen, ja, is in vele gevallen niet tot vliegen in staat. Een modelvliegtuig heeft dus een beslist eigen vorm, die meer op een echte „kist" begint te lijken, naarmate de afmetingen groter worden. Doorzettingsvermogen. De Leidse Luchtvaartclub komt elke week bij elkaar in een versleten interieur-timmerwinkel in de He- rensteeg, vlak bij de Pieterskerk. Het ziet er allemaal sober uit- Wel han gen er enkele fraaie modellen tegen de wanden, maar het „meubilair" is kaal en ongeverfd. Dat is ook niet nodig, want het vliegen is voor de jongens hoofdzaak. Een klein diesel, motortje kost al gauw vijftig gulden, en omdat ook hout weinig goedkoop is, heeft men het systeem van ma teriaalbonnen moeten invoeren. Deze hobby vraagt een grote dosis door zettingsvermogen, vooral als een min Morgen kunt U hrommeu Metershoge machinerieën in de gon zende en oorverdovende montagehal van het vliegveld. Links op de ach tergrond stijgen en dalen veelsoor tige toestellen op weg naar of terug kerend van alle windstreken in de fantasie van deze jongens althans. Enkele oud-klubleden hebben die al tot werkelijkheid gemaakt. Rechts op de foto de leider van de klub, de heer Robert. Motorische Miniaturen Een paar jaar geleden hoorde men regelmatig 't liedje „Speelt papa met zijn spoortje" uit de luidsprekers klinken, een amu sant liedje, dat volledig in strijd was met de gemoedsgesteldheid van talloze tragische knaapjes, die naderhand pas door hebben ge kregen, dat St. Nicolaas niet hün een speelgoedtreintje heeft gege ven, maar bun vader. Fen bewijs temeer, dat vele ouderen, die hun prille jeugdiaren ontgroeid zijn, iets overgehouden hebben van hun kinderlijke liefde voor de techniek, soeciaal voor de techniek-in-het-klein. Fen soortgelijke gesteldheid treft men aan bij modelbouwers, in dit geval van vliegtuigen. On der hen ziri vele ouderen, die allemaal gegrepen zijn door deze éne hartstocht: modelvliegtuigjes. Een paadje ergens in de Leidse Hout doet dienst als siartbaap. Gulliver biedt de helpende hand. Slechte eetlust by kinderen... v 7 belemmert hun normale ontwik- keling. Sarco-globine herstelt snel de eetluat, geeft gezonde kleur en bevordert aterk normale groeL _Y$or kmdaraa spaciflie tamenitalling (Advertentie) oef meer geslaagd werkstuk, dat aar dig wat geld maar nog veel meer moeite heeft gekost, tegen de grond vliegt, of minder goede resultaten geeft dan je verwachtte. Zo mochten wij eens kijken in alleen al maar de vleugel van een bijna voltooid modelzweefvliegtuig: een systema tisch opgebouwd geheel van dunne reepjes balsahout (dat is het licht stel, met lijm zorgvuldig aaneenge voegd, en naderhand met een spe ciaal soort zijdepapier, met cellulose oplossing bestreken, bedekt. Juist toen wij in de werkplaats mochten rondkijken waren enkele jongens bezig een klein motor vliegtuigje op gang te brengen. Het brandstof tank je ervan is wat inhoud betreft niet gro ter dan een lucifersdoosje, en bevat een mengsel van aeter, wonderolie en petroleum. Merkwaardig is, dat de eerste mo delvliegtuigen, bedoeld als „proef- vliegtuigen", dus echte schaalmodel len, niet de betrekkelijk eenvoudige zweefvliegtuigen waren. De eerste werden n.l. aangedreven dor een minuscule stoommachine of vlogen met behulp van een rubbermotor, een opgewonden streng van platte rubberen banden. In de Luchtvaart clubs kent men behalve het bestuur de modelvliegtuig ook de „freeflight" modellen, die in de lucht hun eigen gang mogen gaan. Bovendien be staat het radiographisch-, dus op af stand bestuurde vlietuig, waarvan er in de twintig-jarige Mstor'e van de club al enkele gemaakt zijn. Historie, De Luchtvaartclub in onze stad is inderdaad opgericht omstreeks twin tig jaar geleden, om precies te zijn: op 12 mei 1936. De modelvliegtuigbouw is echter al van veel oudere datum. Na het uitbreken van die eerste Wereldoor log werd deze sport lamgelegd door een tekort aan materialen. Onmid dellijk nadat de oorlog was afgelopen begon een korte bloeiperiode, maar enige jaren later kwijnde de sport volledig weg. De hergeboorte was in 1933, en van toen af aan verrezen steeds meer luchtvaartclubs als pad destoelen uit de grond. Daaruit ont stond het jaar er op de Centrale Jeugdcomm;-sie van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Lucht- ALS JE TEGEN MENSEN ZEGT, dat er 21 miljoen sterren aan de hemel staan, zal er niet de minste twijfel rijzen, maar wanneer je „Pas Geverfd" op de deur zet, gaan ze even voelen, of het wel waar is. Laten we er maar rond vooruit ko men; zó zijn we. 'n Beetje erg beperkt om het niet al te rauw te formu leren. 't Wapengekletter in een ander we relddeel dringt altijd minder luid tot ons door dan de radio van de buur- vaart. Ons land telt op het ogenblik geveer negentig luchtvaartclubs, de luchtverkennersgroepen niet mee gerekend. Organisatie. Van groot belang is, dat de z.g. Technische Commissie de clubs voor licht en experimenteert met nieuwe modellen. Verder moet elke club be schikken over een gediplomeerd bouwleider. In Leiden is dat de heer Robert, die nog aan de oprichting heeft meegewerkt. Hij vertelde ons nog, dat enkele oud-clubleden zoveel genoegen kregen in hun hobby, dat zij niet alleen hun mooie lief hebberij, maar ook hun beroep in de luchtvaart vonden. Telkenjare ne men enige leden deel aan een zo ge noemd luchtvaartkamp, elk jaar ge houden in Ermelo. On verwarring met vliegtuigjes van uitsteedse ma kelij te voorkomen, die dus afkom stig zijn van een andere club, is vol gens voorschrift van de K.N.V.v.L. boven op de vleugel een kenteken angebracht, voor onze stad is dat LEI. Daarachter staat een getal, want ieder vliegtuigje krijgt zodra het klaar is een nummer. Hoe hoger een raumimer, des te roemrijker is da his torie van de betreffende club. Het wedstrijdseizoen begint meest al al op Hemelvaartsdag, en eindigt diep in de herfst. U zult ze nog wel eens zien in de Leidse Hout. (Advertentie) man, die de „Bonte Dinsdagavond- trein" weer zo hard heeft aan staan. We wachten meestal tot we er met de haren worden bijgesleept. Een idealistische onderwijzer, die zijn vrije tijd besteedt aan het zoeken naar lichtpunten, is door het dolle heen met de politiemacht van de Ver enigde Naties. „Dat hebben de Engel sen toch maar bereikt!", vindt hij. Van de week greep hij de geschie denisles aan, om ruchtbaarheid te ge ven aan deze vooruitgang. Toen hij 'n minuut of vijf aan het graven was aan de oevers van het Suezkanaal, riep hij plotseling op een paedago- gische manier naar 'n climax drij vend uit: „En wat hebben de En gelsen bereikt?" „Dat m'n vader zon dag niet met z'n auto kan rijden!", viel een der leerlingen in de rede. Bejaarde kerkgangers en zeer belangrijke personen kunnen naar de pomp lopen, de BENZINEPOMP! Daar zitten we nou met ons Rijverbod op zondagen. Vroeger zou een dergelijke maatregel alleen het kapitaal hebben getroffen, maar in 1956 is het een klap, die de halve natie treft. Want 't zijn niet alleen de sleeën van 1 op 5, waarvan je voor twintig duizend gulden eigenaar kan worden, maar ook de 1 op 20-jes van een paar honderd gulden, die daar even van de weg geveegd worden. Er zijn men sen, die iedere vrije avond besteden, om de uitlaat en andere onderdelen, welke tijdens de zondagsrit zijn los- gerammeld, weer keurig met een ijzerdraadje vast te maken en er zijn er ook, die na ieder ritje onder de wa gen kruipen met een opschrijfboekje, om even te noteren, wat er allemaal weer afgevallen is. In de loop van de week kopen ze dat dan bij in de slo perijen. ^an het Leidse „Pro Pa- tria" zijm in de loop van een negentig jarig bestaan prachtige volzinnen gewijd. Het was „O Pallas" Zo nen" en „edele strijders" vóór en na. De jaren, die inmiddels voorbij gegaan zijn, hebben die mens, en ook de student, zoveel nuchter besef geschonken, dat hij al deze loffelijke aanduidingen nog niet eens met een korreltje zout wil savoueren. Er is nu eenmaal een tijd geweest, dat de muizenberg werd leeggeroofd om een lofgedicht aan zijn trekken te helpen; waarin de pa- ruicken werden gelicht als de edele naam van de be- zongene werd geroemd, en „blixem en donder" het strijdige woel beschreven. Als we terugzien op de geschiedenis van het Leidse studentenweerbaar- heidskorps kunnen we het er wel over eens zajn, dat de roemruchte daden van da Patriïsten voor het me rendeel-uit welgevulde bo kalen geboren werden. Er is slechts één herinnering aan een wapenfeit van de Leidse jagers, die 125 jaar geleden goedgemutst en schoonbepluiimd tegen de Zuiiderlijke Nederlanden optrokken in de tiendaagse veldtocht Voor het moedig optreden van de studenten waarvan er één niet te rugkeerde is in die jaren een legerorder uitgegeven: vertelde een erepoort, die Dij de geboorte van „Pro ..Aan moed baleid en trouw vóór sociëteit Minerva was D patria" in 1966 zien wij de dochters van de Aan moed beleid en trouw vóór sociëteit Minerva was Zij hiulde en eer gebracht", aangebracht Leidse hoogleraren zorgvolle vroedvrouwen aan de wieg staan. De Leid se joffers hadden een vaan del „inet de naald beschil derd" en aan het korps ge schonken. Strubbelingen bleven niet uit, toen de Patriïsten het er over eens werden, dat zij iets terug moesten doen. Er waren n.L be pluimde lieden, die er tot in hun beurs gewortelde bezwaren tegen hadden de dochters der hooggeleerden een bal aan te bieden, dat ieder lid ruim tien gulden moest kosten, terwijl het enig genot dat zy er uit meenden te mogen puren, bestond in het „gretig sta ren, hoe de geïnviteerde dochters met hare ouders zich genoeg zitten te doen aan de geurige door de leden betaalde spijzen". I>ro Patria heeft in de 90- jarige geschiedenis van haar bestaan, die in de aan staande week gevierd zal worden hoogte- en diepte punten gekend. Een hoog tepunt zal zeker volgende week weer bereikt worden, op het moment dat de prins der Nederlanden persoon lijk het de»filé van de be- pluimde patriotten komt afnemen. Strategisch" gezien heeft het Leidse korps geen en kele betekenis, maar dat neemt niet weg, dat Leiden lit spectaculaire korps niet zou wiLen missen. Het hoort er bij. De pa rade van 3 oktober zou géén pluim meer verdie nen. Daarmee is de draagwijdte van deze maatregel geschetst. Het zon- dagsrijden heeft zijn luxe karakter verloren, 't Is zoiets als snoeken of naar 't voetballen gaan. 'n Stukje so ciale recreatie. ,Geef ze benzine en ze zijn zon- gs nooit meer in de olie", zou je kunnen zeggen. Alleen van de bromfietsers is de minister afgebleven, zodat die het rijk alleen hebben. Ze kunnen net zoveel benzine verknorren als ze willen, ..onder een bekeuring op te lopen. Slechts het genot om op auto loze zondagen op de grote rijbanen te komen blijft hun ontzegd. Nu denkt u misschien: Dit wordt een bromzondag! Wij staan op het standpunt: Ten dele. Als u onder een bromzondag verstaat, dat de bloem van auto-rij dend Nederland bij de kachel onaan gename dingen zegt over „de betref fende minister", dan kunnen we daarmee accoord gaan. In dit opzicht zal deze zondag on getwijfeld in het teken van brommen staan. Wanneer u echter meent, dat er een triomf-dag voor bromfietsend Ne derland voor de deur staat, dan zeg gen we: Nee! Dit is ons gisteravond duidelyk ge worden in een établissement, waar een heer de stelling verkondigde, dat de brommers zondags minstens even veel benzine verstookten als de auto mobilisten. „En nou zou ik net zondag naar fa milie in Groningen gaan", jammerde die heer ook nog. Met zo'n gevoelselement in de staart, voelt u wel, dat die stelling ook geen hafde stoten kan hebben. Er wordt minder verbromd, dat is ze ker, maar l et doet overigens niet ter zake in deze omstandigheden. Er was namelijk ook een brommei aanwezig, die vol hartelijkheid opmerkte: „Als je nou per sé naar Groningen wil, mag je mijn. bromfiets wel lenen. Maar dan kan je net zo goed in je badpak op de Noordpool gaan zitten". Waaruit we afleiden, dat de minis ter niet beïnvloed is door een bijzon dere sympathie voor bromfietsers. NU IS ER EEN GAATJE OPEN gelaten! Je kunt ontheffing krij gen onder bepaalde omstandigheden. Nu zijn die bepaalde omstandighe den maar in bepaalde gevallen aan wezig. Onderschat op dit punt uw volk echter niet. We hebben niet de naam van mensen met fantasie te zijn, maar zodra het om ontheffingen gaat, staan we ons mannetje. Een ambtenaar, die belast is met het verlenen van ontheffingen, ver trouwde ons toe: „De pastoor en de dominees zullen zondag grote ogen opzetten. Ze mogen wel extra-dien sten inlassen!" Deze opmerking houdt verband .met het feit, dat er ontheffing wordt ver leend voor automobilisten, die zon dags bejaarde mensen naar de kerk ryden. „Je staat ervan te kijken, zoveel oude mensen als er in Nederland zijn", zei die ambtenaar. DN DAN DE BELANGRIJKE men- sen! In 't gewone doen wordt dat allemaal erg onderschat, maar er zijn in ons vaderland heel wat belangrijke mensen, die absoluut niet zonder auto kunnen. Vraag het maar aan die amb tenaar. Wat dat betreft veranderen alleen de étiquetjes in deze wereld. Na de oorlog hadden we 't verschijnsel „dienstauto". Daarin zaten mensen, die gewichtige dingen moesten doen en derhalve niet buiten een wagen konden. Hun bezigheden waren moei lijk te definiëren; wij hebben slechts op één zondag kunnen costateren, dat ze hoofdzakelijk bestonden uit het eten van kersen in de Betuwe. Economisch gezien kan dat ook een landsbelang zijn. We moeten 't daarom nog allemaal zien. De vorst zal misschien meer benzine besparen op de bromfietsen dan „Rijverbod op zondag" op de auto's. Dit zou men dan kunnen zien als een bevestiging van 't spreek woord: „De natuur is sterker dan de leer". Maar buiten dat zal er ook op en langs de weg gebromd worden. De slachtoffers moeten zich maar troos ten met de gedachte, dat het winter is en tegen de jongens van de tweede- handsmarkt kunnen we zeggen: „Kijk eens goed uit bij de sloperij. Mis schien ligt er nog wel een houtgene- ratortje van de Wehrraacht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 7