Schetsplan Veemarkthal zalf
nu spoedig verschijnen
DISCUSSIE OVER SLECHTE
TOESTAND HOOIGRACHT
Heren Regenten zien hun
scholenplan werkelijkheid worden
Van een goed bedoelende pastoor, een tactische bisschop
en Zusiers, die de kaas niet van haar brood lieten eten
Raadsagenda van Leiden
WOENSDAG 21 NOVEMBER 1956
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 12
TIJDNOOD BIJ LEIDSE BEGROTINGSDEBATTEN?
De begrotingsdebatten in de Leidse raad ontwikkelden zich gisteravond
rond de Veemarktliallen, de Turfmarktsbrug, de demping van enige grach
ten en verbetering van de Hooigracht. Over dit laatste werd een voorstel
geproduceerd, dat door het college in preadvies werd genomen.
De merkwaardigste discussie werd echter gevoerd over het vervolg
van de begroting. De raad dreigt in tijdnood te geraken, men komt in één
week niet klaar en nu werd de benauwde vraag gesteld of er ook nog don
derdagmiddag en -avond aanstaande nog zittingen gehouden zullen worden.
De meeste leden van de raad, bijv. Straat van allure,
bezitters van eigen zaken, maakten 1
hier bezwaar tegen. „Er zijn er", zo Over de Breestraat zei hij o.m. dat
hoorden wij voorts van de heer de gemeente er op moet toezien dat
Meester, „die er ook nog bazen op 'het een straat van allure blijft.
Uit hetgeen de heer Lardee (P.v.
d.A.) besprak maken wij een keuze.
Hij vond, dat er iets gedaan moet
worden aan de manier, waarop de
vele televisie-antennes („kerstbo
men") op de daken verrijzen.
Pachtgrond.
De heer Huurman (Prot. Chr.)
sprak o.m. over het verpachten van
gronden, die voor uitbreiding zijn
bestemd. De pachters dienen tijdig
bericht te krijgen, wanneer zij de
grond moeten verlaten.
na houden'
Men stelde voor, maandag a.s.
na behandeling van de routine
raadsvergadering met frisse moed
met de begroting door te gaan.
De stenografen mengden zich ech
ter in de gedachtenwisseling een
opvallend verschijnsel. Zij merkten
op, dat zij na donderdag a.s. voorlo
pig niet meer voor de Leidse raad
beschikbaar waren. Ook de voorzit
ter putte uit zijn lijf-agenda enige
overwegende bezwaren. De discussie
had op deze wijze een zeer informeel
karakter.
Besloten werd.... de begroting
met de meeste spoed voort te zetten.
Misschien komt men nog binnen drie
zittingen klaar.
Welkome gast.
Het hoofdstuk, dat in behande
ling was: openbare werken,
werd overigens zonder hoofde
lijke stemming aangenomen. De
voorzitter schorste om half
twaalf 's avonds de vergadering
tot drie uur hedenmiddag. Eerst
heeft de voorzitter van de Leid
se raad vanmiddag aan een wel
kome gast in Leiden, St. Nico-
laas, een gemeentelijke verlang
lijst voorgelegd.
De heer Schüller (P.v.d.A.) vindt
de toestand op en rond de Turf
marktsbrug onhoudbaar, vooral op
momenten, waarop de Blauwpoorts-
brug geopend is. B. en w. hebben ten
onrechte het veemarkt'halvraagstuk
in verband met deze brug en met de
aanleg van een weg over het Schut
tersveld in verband gebracht. De
veemarkthal zal immers in het noord
westelijk deel van het Schuttersveld
worden aangelegd. Door de vage ant
woorden van b. en w. op vragen van
zijn fractie betreffende de realise
ring van de veemarkthal toonde hij
zich verbolgen. Ook had hij de in
druk dat hij op zijn vraag over ver
betering van het wegdek van de
Hooigracht met een kluitje in het
riet werd gestuurd. En dat sinds
1953. Het is misschien wel beter van
deze zaak een bindend voorstel te
maken, aldus de heer Schüller. De
demping van de Uiterstegracht valt,
naar zijn inzicht, eveneens onder de
zaken, die op de lange baan zijn ge
schoven. Hii drong aan op de dem
ping van het laatste stuk van het Le
ven daal.
Maarsmanssteeg.
De heer Van Iterson (Prot. Chr.)
drong nogmaals aan op verbetering
van de Maarsmanssteeg, „een aardig
Leids straatje, dat alle aandacht ver
dient". Ook Stinksloot, veemarkthal
cn demülng Langegracht vroegen
zijn aandacht.
De heer Drijber (V.V.D.) conclu
deerde, dat de Noord-Zuid en Oost-
West-verbinding de eerste vijf jaar
nog wel niet aan de orde zal komen.
Daarom zal men met noodoplossin
gen moeten komen: bijv. eenrchting-
verkeer: enerzijds van Kort Rapen
burg, Turfmarktbrug, langs molen
„de Valk" en de nieuwe weg naar
het viaduct: anderzijds van de be
kende kanalen: Stationsweg, Steen
straat etc. Hii steunde het betoog
van de heer Schüller over de Hooi
gracht, „een belangrijke binnenweg,
waaraan ook een ziekenhuis Is ge
legen". Tenslotte vroeg hij om een
vlotte afwerking van aanvragen om
bouwvergunningen. i
Demping Levendaal?
De 'heer Portheine (V.V.D.) sorak
over het adres van de vereniging
„Oud Leiden", naar aanleiding van
de plannen tot demping van het
laatste stuk van het Levendaal. Zijn
fractie heeft bewondering voor het
werk van de vereniging. Het gaat in
derdaad om een bij zonder mooi plek
je in de stad met Lodewiikskerk,
Van der Werffnark en Steenschuur.
De belangen van verkeer en steden
schoon togen elkaar afwegend kwam
hij tot de conclusie, dat zijn fractie
zich zeker voorlopig niet positief
vóór demping zal verklaren.
De heer De Hosson (K.V.P.)
hesprak de trage gang van za
ken bij het afkomen van bouw
vergunningen. In het bijzonder
loopt deze in het oog bij kleine
verbouwingen. Hij vroeg zich af
of voor deze beslissingen het ge
hele ambtelijke apparaat in be
weging moet worden gebracht.
De ambtenarenstand komt hier
in het gedrang, omdat het pu
bliek een en a"der de ambtena
ren gaat verwijten.
Ook de aanvragen om reclamebor
den e.d. kunnen z.i. sneller afgehan
deld worden. Op het antwoord op
zijn vraag in de memorie van ant
woord over het bureau Deerns wens
te hij een nadere toelichting.
Geen illusies.
Wethouder Jongeleen zei niet de
illusie te hebben de raad te kunnen
overtuigen over de noodzaak van be
paalde voorzieningen, die vóór gaan,
en de moeilijkheden die ontstaan
door het tekort aan technisch per
soneel.
De bruggenbouw was o.m. gestag
neerd door het verdwijnen van de
ingenieur, die zich hiermede belast
zag. Men heeft een nieuwe kracht
de salarissen. Deze heeft nog tot
moeilijkheden met het personeel van
het gasbedrijf aanleiding gegeven.
De heer Schüller diende tot slot
schriftelijk een voorstel in, waar
in het College wordt uitgenodigd
binnen drie maanden met een
plan te komen tot verbetering
van het wegdek van de Hooi
gracht, opdat men in 1957 tot
uitvoering van dit plan kan
overgaan. Het voorstel was mede
ondertekend door de heren
Questroo (Prot. Chr.), Hagens
(V.V.D.) en Ten Broek (K.V.P.).
De heer Drijber (V.V.D.) was on
der de indruk geraakt van het be
toog van de wethouder over schaar
ste aan klinkers. Naar zijn mening
kon de vernieuwing van het wegdek
van het Rapenburg nog wel even
wachten.
In tweede instantie sprak de heer
Kortmann (K.V.P.) over de gedachte
van de verkeerscommissie om de
Haarlemmerstraat tussen de Prinses-
2ka<fe en de Mare uitsluitend voor
snrichtingsverkeer open te stellen.
:ij kon zich hiermede ééns verklaren
idien men tenminste op de Stille
lijn de bomen zou verwijderen en
Ie walkanten zou beschermen, zoals,
iat op het Rapenburg het geval is.
Woningbouw nummer één.
De heer Van Dijk (K.V.P.) wilde
van de wethouder weten in hoeverre
werkzaamheden aan vernieuwing
van het wegdek van de Hooigracht
belemmerend zullen werken op de
woningbouw. Het antwoord zal maat
gevend zijn voor het standpunt, dat
hij ten aanzien van het voorstel van
de heer Schüller zal innemen. Hoe
zeer hij ook van de noodzaak van
verbetering van de Hooigracht over
tuigd was, bepaalde voorzieningen
moeten noodzakelijk ten achter blij
ven bij de woningbouw.
Prae-advies over Hooigracht.
Hij stelde voor het voorstel-
Schülier over de Hooigraelit in prae-
advies te nemen. Het college ging
hiermee accoord. De heer Schüller
drong op spoed aan.
De wethouder was voorts van me
ning, dat verbetering van het wegdek
van het Rapenburg in verband met
de bebouwing noodzakelijk is.
Het college heeft bezwaren tegen
Verbreding van de Stille Rijn. Het
gaat veel geld kosten, maar men kan
later nog wel eens zien in hoeverre
de voorziening nodig blijkt.
Honderd jaar „Sint Cunera" in Leiden
II.
IN ons eerste artikel dat een alge-
meen beeld gaf van de eerste ja
ren van de Sint Cunera-Stichting te
Leiden, vertelden wij, hoe de heren
lil'Hif 53.„itïrfnrï Regenten de stichting van scholen
aangetrokken, die zich uiteraard nm r,e-
moet inwerken.
Hij stelde zich op het standput,
dat de bouw van een nieuwe Turf
marktsbrug voor de stad zeer be
langrijk is. Er zijn echter factoren
die de beslissing beïnvloeden. Ook
de kwestie van de vaarweg rond
Leiden speelt een rol.
Veel klinkers nodig.
De wethouder gaf sprekend
over de Hooigracht enkele cijfers
over het verbruik van klinkers in de
gemeente. In het afgelopen jaar wer
den 3 l/a miljoen klinkers verwerkt.
Het komend jaar zullen vier miljoen
straatklinkers nodig zijn voor de
uitbreidingsplannen. Is de bestrating
van de Hooigracht nu zo noodzake
lijk, dat andere plannen er schade
onder zouden moeten lijden?
Voor de Maarsmanssteeg ligt een
schetsplan gereed. De trottoirs zul
len verdwijnen en de waterafvoer
zal in het midden worden aange
bracht.
Veemarkthal.
De afwikkeling van het Veemarkt
plan is afhankelijk van overeenstem
ming met Gedeputeerde Staten. G.
S. wilden de hal verplaatsen naar
Groenoord omdat het wegenschema
in hun ogen geen genade kon vin
den. Het college heeft echter vastge
houden aan het besluit van de raad.
Binnenkort is een rapport van de
directeur van gemeentewerken en
het schetsplan van de architect te
verwachten. Een en ander zal door
b. en w. bestudeerd worden. Over
de demping van het Levendaal is nog
géén beslissing genomen. Een plan
tot demping van de Uiterstegracht is
in voorbereiding.
Spr. heeft er vertrouwen in, dat
het Spoorwegbouwbedrijf spoe
dig met de aanleg van een via
duct bij de Lammenschansweg
zal beginnen.
Omdat de gemeente niet de be
schikking heeft over het Schutters
veld zal de weg hierover een tijde
lijk karakter moeten dragen.
Ontsiering van de stad.
Over het treuzelen met bouwver
gunningen en reclame aanvragen zei
de wethouder, dat alleen een besluit
van de raad het college van een ge
deelte van de procedure kan ontlas
ten. Er zijn nu eenmaal bestaande
besluiten. Belemmeringen zijn echter
ook nuttig voor het voorkomen van
ontsieringen in de stad. Hij verklaar
de vervolgens, dat het College wel
een voorstander is van demping van
het laatste stukje Levendaal.
Tenslotte zei hij ,dat in het plan-
Zuid-west de antennes voor de
televisie binnen worden aange
bracht.
Pachters blijven, nadat de pacht
door de gemeente is opgezegd, op
eigen risico op hun land. De raad
kan echter het besluit nemen de ver
pachting anders te regelen.
De voorzitter besprak het plan
voor eenrichtingsverkeer van de heer
Drijber. Hij ontwikkelde enige be
zwaren, o.m. de beperkte afmetingen
van de Turfmarktsbrug.
Herwaardering.
Ingaand op het excuus dat wethou
der Jongeleen aanvoerde: gebrek aan
personeel, vroeg de heer Schüller tij
dens de replieken, wat B. en W. van
plan zijn tegen dit euvel te doen. In
het electriciteitshHritf is bijv. s"
als een oplossing zagen om het Ge
sticht „De Voorzienigheid" een ge
zonde financiële basis te geven.
Uiteraard wilden de heren daarmede
bet zakelijk en ideële doen samen
gaan, omdat zij toch wel begrepen,
dat katholiek onderwijs nog iets meer
moet zijn dan een commerciële on
derneming. Zij kwamen er trouwens
spoedig achter, dat vooral het ideële
karakter hen op de been moest hou
den.
De plannen bleken daarbij sneller
gemaakt dan uitgevoerd, en zij on
dervonden meer weerstanden dan zij
verwacht hadden.
Het begon letterlijk met een Bots
ing, toen pastoor J. Bots van de Mon
Père-kerk aan de Haarlemmerstraat
van de plannen der Regenten hoorde.
Nu was pastoor Bots er werkelijk de
man niet naar om zich te verzetten
tegen katholiek onderwijs. Van hem
mag zelfs getuigd worden, dat hij la
ter als Deken van Leiden de pro
motor is geweest van het katholiek
onderwijs in de Sleutelstad. Maar
zijn verzet tegen de Voorzienigheids-
piannen kwam voort uit de angst, dat
zijn scholen, geleld door de Zusters
van Liefde, schade zouden lijden,
wanneer ook de Blauwe Zusters
meisjesscholen zouden beginnen voor
externen.
Doch „na veel wikken en wegen,
schrijven en wrijven" werd de kwes
tie opgelost en kregen de Regenten
van hogerhand vergunning met een
meisjesschool te beginnen, die even
eens door de Blauwe Zusters zou ge
leid worden.
De Liefde-Zusters zou geen con
currentie aangedaan worden door
haar Blauwe collega's, omdat de
schoolgelden zowel in de Mon Père-
als in de Sint Petrus-parochie even
hoog (of zo ge wilt: even laag) zou
den zijn. De tarieven waren als volgt:
Burgerschool 30.per jaar (leer
school) en ƒ12.per jaar (bewaar
school); Tusschenschool 15 cent per
week en Armenschool V/z cent per
week.
Naar de Hogewoerd
"f/OOR het zover was, zaten de Re-
genten met een ander probleem,
dat nogal zorgen gaf. Het huis aan
de Nieuwsteeg, waar toen (1870)
vijftig kinderen onderdak hadden ge
vonden, was veel te klein geworden.
Daar kon onmogelijk met een school
voor externen worden begonnen, te
meer omdat de belend-ende percelen
niet te koop waren.
Besloten werd het huis te Verkopen
en van de opbrengst (plus een be
drag, dat geleend moest worden) een
ander pand te kopen. De Regenten
slaagden er in de hand te leggen op
een pand aan de Hogewoerd, dat bo
vendien een grote tuin had ert dat
na enige verbouwing voor het beoog,
de doel geschikt te maken zou zijn.
De koop geschiedde in mei 1871 te
gen een bedrag van 10.000.Een
maand later verhuisden zusters en
kinderen naar het nieuwe huis en
zij zetten daar onder meer de naai
winkel voort, die destijds annex de
breizaak was opgericht.
Kaas en brood
breken om een andere draad op
te nemen die nogal zwart gekleurd
door de geschiedenis van die ja
ren geweven is. Wij zouden haar niet
opgenomen hebben, als daarbij niet
zou blijken, hoe het ijveren van de
Regenten en het wijs beleid van een
bissehoo voorkom?
BJauwe Zusters
waarmee vermoedelijk een prachtig
stuk katholiek werk voor Leiden
verloren was gegaan.
Het betrof hier een conflict over
de geestelijke verzorging der zus
ters, die zich uiteraard naar de re
gels van haar Congregatie moesten
richten. Dat hield onder meer in, dat
de zusters haar „slot" konden hou
den en dagelijks de H. Mis zouden
bijwonen in een eigen kapel.
Nu hadden de Zusters wel een ge
ïmproviseerd kapelletje, maar slechts
een enkele keer in do week, en dan
nog onregelmatig, werd er een H. Mis
gelezen, De zusters waren genood
zaakt steeds met haar pupillen naar
de Sint Petruskerk te trekken, waar
zij haar plaatsen hadden op de tri
bune, zodat zij „aan het gezicht des
volks onttrokken waren".
Dat zinde haar in het geheel niet
en met de jaren gingen zij er steeds
heftiger op aandringen, dat aan die
toestand een einde kwam.
De Regenten wilden wel, maar
pastoor Van Wissen bleek een niet
te onderschatten tegenspeler voor de
zusters te zijn. Hij behield graag zijn
pastorele rechten en de kwestie liep
tenslotte zo hoog, dat de Regenten
de toen inmiddels bisschop van
Haarlem geworden mgr. G. P. Wil-
mer er in mengden. De bisschop
niet geheel juist van advies gediend
besliste in het voordcel van de
pastoor, maar de zusters lieten zich
het (karige) kaas niet van het brood
eten. De andere dag was de alge
meen overste bij de bisschop, en oy
de „meest bescheiden en onderdani
ge" wijze moet zij monseigneur de
ware toedracht zo duidelijk gemaakt
hebben, dat de bisschop zijn beslis
sing voorlopig introk.
Tactische bisschop
JWU was mgr. Wilmer een bijzonder
tactisch man. Hij liet pastoor Van
Wissen vrij om een andere Congre
gatie van Zusters tè zoeken voor het
werk in Leiden, op voorwaarde dat
de pastoor, als hij niet zou slagen
(en de bisschop was daar vrijwel
zeker van), tegemoet zou komen aan
de eisen van de zusters.
De pastoor nam het aanbod gretig
aan, maar slaagde niet. Er waren ner
gens zusters te vinden, die onder die
omstandigheden in Leiden wilden
werken. De Regenten zaten, wat men
pleegt te noemen, in zak en as. De
zusters dreigden weg te gaan en zij
speelden meesterlijk haar grote troef
uit met de mededeling, dat zij in
Amsterdam een school van 300 kin
deren konden overnemen van de Zus
ters van Liefde.
Dat was de klap op de vuurpijl.
Pastoor Van Wissen capituleerde,
de Regenten haalden ruimer adem.
Maar mgr. Wilmer had het prachtige
laatste woord: hij benoemde in 1874
pastoor Van Wissen tot president van
het Regentencollege in de plaats van
de heer C. F. 3. Cuypers, die om ge
zondheidsredenen ontslag nam en die
sedert 1872 als opvolger van de heer
Driessen het presidium bekleed had.
De zusters deden nog wat water in
de wijn, en zij moeten volgens haar
eigen kroniek heel veel gebeden
hebben voor hun pastoor, opdat hij
„nog lang voor haar gespaard zou
blijven".
Onder diens opvolger tevens pre
sident, pastoor J. C. H. Muré, smaak
ten zij het genoegen, dat op 15 okto
ber 1889 dank zij ook vele Leidse
katholieken haar volwaardige ka
pel ingezegend werd.
Opnieuw ziekte
kostenvoorziening
De gemeenteraad van Leiden ver
gadert op maandag a.s. om 2 uur n.m.
Te behandelen onderwerpen zijn o.m.
benoeming van een onderwijzer aan
de openbare lagere school aan de
Haverstraat. (Th. Maas).
Voorstel tot het verlenen van eer
vol ontslag aan de heer F. A. Schilt-
huizen uit zijn betrekking van onder
wijzer aan de openbare lagere school
aan de Langebrug.
Preadvies op het verzoek van het
bestuur van de Inrichting van Lief
dadigheid voor Rooms-Katholieken
om medewerking voor de aanschaf
fing van leermiddelen ten behoeve
van de r.-k. meisjesschool voor u.l.o.
aan de Haarleihmerstraat 34. (f769.)
Preadvies op het verzoek van het
bestuur van het Liefdewerk van de
Heilige Cunera om medewerking te
verlenen voor het aanschaffen van
leermiddelen voor de eerste klasse
en van leer- en hulpmiddelen voor
het teken- en handwerkonderwijs,
zulks ten behoeve van de r.-k. schbol
voor uitgebreid lager onderwijs aan
het Levendaal. (f 926.)
Voorstel inzake het beschikbaar
stellen van gelden voor de bouw en
inrichting van een Gereformeerde
school voor gewoon lager onderwijs
in het zuidwestelijk stadsdeel. (Kos
ten: f357.000.)
Preadvies op het verzoek van het
-estuur van de Vereniging tot Stich
ting en Instandhouding van Scholen
met de Bijbel, te Leiden en Oegst-
geest, om medewerking voor het
aanschaffen van meubilair ten be
hoeve van de school voor gewoon
lager onderwijs aan de Adriaan
Pauwstraat, (f 6.100.)
Preadvies op het verzoek van het
bestuur van de Geref. Schoolvereni
ging om medewerking voor het doen
aanbrengen van een dubbele goot
steen in het handenarbeidlokaal van
de school voor g.l.o. aan de Asser
straat 20. (f685.)
Voorstel inzake het beschikbaar
stellen van gelden voor het aan
schaffen van leermiddelen ten be
hoeve van het onderwijs in lichame-
Mke oefening, (f 9.400.)
Voorstel inzake bepaling van het
bedrag, dat per leerling voor de bij
zondere scholen voor lichamelijk ge
brekkige kinderen in het jaar 1956
beschikbaar wordt gesteld ter be
strijding van de kosten, bedoeld in
artikel 32, lid 1, van het Besluit
Buitengewoon Lager Onderwijs 1949.
Voorstel inzake het verlenen van
een bijdrage ten behoeve 'van de
restauratie van het pand Rapen
burg 25.
Voorstel inzake het beschikbaar
stellen van gelden voor het bouwrijp
maken van terreinen, begrepen in
't partiële uitbreidingsplan „Leiden-
zuidwest" en voor de aanleg van een
gedeelte van de Churchilllaan.
Voorstel om te bepalen, dat een
herziening van het partiële uitbrei
dingsplan „Leiden-zuid-west" wordt
voorbereid.
Voorstel inzake beschikbaarstelling
van een perceel grond in het uitbrei
dingsplan „Leiden-zuidwest" aan de
Stedelijke Fabrieken van Gas en
Elektriciteit ten behoeve van de
bouw' van een 10 kV-onderstation.
Voorstel inzake het verkopen aan
de „Pintsch Bamag Nederland n.v. in
oprichting" van een perceel indu
strieterrein, gelegen aan de Kanaal-
weg en inzake het aankopen van een
perceel industrieterrein, gelegen aan
de Rooseveltstraat, van de „Junta
Electric n.v.".
Voorstel inzake het aankopen van
het perceel Waardgracht 79. (In ver-
oand met sanering.)
Voorstel inzake het aankopen van
het perceel Waardgracht 98. (Idem.)
Voorstel inzake verlening van de
termijn van ontruiming van een aan
tal onbewoonbaar verklaarde wo
ningen aan de Waardgracht, Wever
straat, le Looierstraat en Ooster
kerkstraat.
Voorstel tot het wijzigen van de
begroting der gemeente voor het
dienstjaar 1956 en van de begroting
van een aantal takken van dienst.
Voorstel inzake het beschikbaar
stellen van gelden ten behoeve van
de aanschaffing van een hogedruk
nevelspuit en een chassis voor de
Brandweer.
Voorstel naar aanleiding van de bij
het rondschrijven van Ged. Staten
van de provincie Zuid-Holland d.d.
16/19 okober 1956 toegezonden ont
werpen van besluiten tot vaststelling
met ingang van 1 juli 1955, van
nieuwe wedderegelingen van de
Secretarissen en Ontvangers van ge
meenten in Zuid-Holland.
Voorstel naar aanleiding van het
bij het rondschrijven van Ged. Staten
van de provincie Zuid-Holland d.d.
30 oktober/2 november 1956 toege
zonden ontwerp-besluit tot toeken
ning van een uitkering ineens aan de
Secretarissen en Ontvangers van de
gemeenten in Zuid-Holland.
Voorstel inzake toetreding tot de
gemeenschappelijke regeling ziekte
kostenvoorziening ten behoeve van
ambtenaren in dienst der gemeenten
in Zuid-Holland.
De stukken liggen voor de leden
ter inzage in de Leeskamer.
Bewaarschool
Hogewoerd in gebruik genomen
werft, hadden de Regenten de zeker
heid. dat de volgende maand de bur-
hebben. dat de ger-bewaarschool oeopend kon wor-
cit-r-JHHHIiVPRL ut* c°n, voortc^j" r- c~"W?~braeht in
geweest van een herwaar.VcriRo van Leiden vertrokken zoudtn zijn, de j meenten 2ich er
tevens over verheugen, dat de naai
school in dat jaar 1400.had op
gebracht en dat de zusters zioh
ondanks de lopende kwestie met de
pastoor bereid hadden verklaard
ook het onderwijs aan externen ter
hand te nemen.
De Regenten vergaderden en ver
gaderden, en reeds in het begin van
1872 werd een bouwplan ontworpen
voor de nieuwe scholen. Op 12 juni
van dat jaar werd de eerste steen
gelegd en 18 november 1872 arri
veerden de eerste zusters, die met
het onderwijs belast werden.
In het Gesticht zelf was intussen
een hartelijke en prettige sfeer ge
groeid. Zoveel mogelijk werden de
meisjes gecompenseerd voor het ge
mis aan een eigen„thuis". Die aan
hankelijkheid leidde echter tot een
klein drama, dat overigens bijzonder
de band tussen de zusters en haar
pupillen illustreert In 1872 namelijk
werd Moeder Magdalena, die vanaf
het begin in het Gesticht werkzaam
was, overgeplaatst Dat gaf onrust
onder de kinderen^ die zo „de ge
voelens van hun ontstemd gemoed de
vrije loop lieten, dat er enkele uit
het gesticht verwijderd moesten wor
den".
Geen tijd voor tranen
ER was echter niet veel tijd voor
tranen. Want 2 december 1872
t werden de nieuwe scholen geopend,
i te weten de Armenschool met 17, de
Tusschenschool met 36 en de Burger
school met 47 leerlingen.
Men staat misschien een beetje
verbaasd over het feit, dat de kinde
ren nogal opvallend gescheiden, in
dit geval volgens hun stand, op
school werden gedaan. Voor die da
gen was dit niets bijzonders: de
maatschappelijke structuur kende
toen ieder zyn „stand" toe, waaraan
hij of zij zich maar te houden had.
Twee jaar later, in 1874, telden
de scholen voor externen (de zgn.
buitenscholen) 240 leerlingen, die
aan schoolgeld 1250.— per jaar op
brachten. De naaischool ging daar
met 1400.— nog overheen, maar
moest met de toename van het aan
tal buitenleerlingen natuurlijk de
mindere worden.
Men mag zich echter geen al te
rooskleurig beeld vormen van de
financiën, waarover de Regenten
voor het Gesticht konden beschik
ken; nog maar pas was pastoor J. C.
H. Muré (in 1875) als opvolger van
pastoor Van Wissen president van
het college geworden, of in 1876 wer
den pogingen ondernomen om te ko
men tot een vereniging ter onder
steuning van het Gesticht. Verschei
dene dames gingen met een collecte
bus op stap en haalden een bedrag
van ƒ200.— bijeen.
Tegen het eind van de negentien
de eeuw kregen de Regenten wat
meer speling,, toen in 1892 de eerste
stappen ondernomen werden om
staatssubsidie te krijgen. In 1894
kwam de eerste rijkssubsidie voor
het Gesticht ad f 800. - af.
Niettemin was men er in geslaagd
het scholencomplex in 1893 uit te
breiden met een bewaarschool voor
arme kinderen. Een jaar later ko<jh-
ten de Regenten het huis ter linker
zijde van het Gesticht, dat zij later
zeker zoutten kunnen gebruiken.
Activiteit
WU gewaagden er in ons eerste
artikel reeds van, dat de 'Regen
ten in hun vertrouwen op de Voor
zienigheid niet beschaamd zouden
worden. Al moesten zij vaak puzzt
len en rekenen, hun activiteit kende
omtrent de eeuwwisseling bijna geen
grens meer. En zij vonden daarbij in
de Zusters voortreffelijke krachten,
die zichzelf op alle mogelijke wijzen
ontwikkelden en voor wie geen stu
die te zwaar was om het onderwijs op
een peil te brengen, dat gemakkelijk
kon concurreren met de openbare
school.
De toename evenwel van het aan
tal leerlingen maakte het noodza
kelijk leken-onderwijzeressen aan de
scholen te verbinden. De eerste „juf
frouw" luisterde naar de schone
naam Jeanette Charlotte van Hoger -
linden, en zij werd door de Regen
ten aangesteld per 1 april 1897 te
gen een jaarsalaris van 550.Die
toename van leerlingen vond na 1900
vooral haar oorzaak in de invoering
van de leerplichtwet.
Het ene project na het andere werd
op stapel gezet. Wij momereren
slechts de instelling van een naai
cursus voor externen (kosten 10 cent
per week) in 1902, de verbouwing
van 1908, de bouw van een nieuwe
burgerschool, die vanaf 14 december
1910 vervangen werd door een Mulo.
Met dat laatste hadden Regenten en
Zusters een goede greep gedaan naar
een andere belangrijke tak van on
derwijs. Het bestuur was zelfs ge
dwongen een aparte Mulo-school te
bouwen, die in november 1921 werd
ingewijd.
Dat was voorlopig voldoende, zou
men zeggen. Maar het college van
Hegenten, dat inmiddels pastoor J.
Vernieuwe (18911910) en pastoor
A. J. Hafkenscheid (1910—1922) tot
president had gehad, hield het oog
gericht op de toekomst, en met zijn
nieuwe president, pactoor Th. M.
Beukers, die in 1922 gekomen was,
werden krachten verzameld om het
onderwijs in het liefdewerk in het
Gesticht uit te breiden.
Daarover in een volgend artikel
meer. WIM HELVERSTEIJN.
Wilt U iets weten?
Vraag J. v. d. H: Enige tijd gele
den vernam ik dat tijdens de waters
nood een aantal aannemers geza
menlijk een opleiding in het leven
heeft geroepen tot buldozer-chauf-
feur en dragline-machinist. Gaarne
zou ik vernemen waar deze opleidin
gen gegeven worden en wat de toela
tingseisen hiervoor zijn. Mijn inte
resse gaat in het bizonder uit naar
dragline-machinist.
Antwoord: de voorbereidingen
voor het oprichten van deze cursus
sen verkeren nog in een beginsta
dium; de juiste man op de juiste
plaats voor het geven van die lessen
is nog niet gevonden, welhalve de be
trokken instantie vooralsnog geen na.
dere inlichtingen wil geven. Het zou
ongeveer 1958 worden voordat met
de aanvang der lessen een begin kan
worden gemaakt. In Ede is daartoe
een terrein met gebouw, machines
en modellen beschikbaar.