Schetsplan Veemarkthal zalf nu spoedig verschijnen DISCUSSIE OVER SLECHTE TOESTAND HOOIGRACHT Heren Regenten zien hun scholenplan werkelijkheid worden Van een goed bedoelende pastoor, een tactische bisschop en Zusiers, die de kaas niet van haar brood lieten eten Raadsagenda van Leiden WOENSDAG 21 NOVEMBER 1956 DE LEIDSE COURANT PAGINA 12 TIJDNOOD BIJ LEIDSE BEGROTINGSDEBATTEN? De begrotingsdebatten in de Leidse raad ontwikkelden zich gisteravond rond de Veemarktliallen, de Turfmarktsbrug, de demping van enige grach ten en verbetering van de Hooigracht. Over dit laatste werd een voorstel geproduceerd, dat door het college in preadvies werd genomen. De merkwaardigste discussie werd echter gevoerd over het vervolg van de begroting. De raad dreigt in tijdnood te geraken, men komt in één week niet klaar en nu werd de benauwde vraag gesteld of er ook nog don derdagmiddag en -avond aanstaande nog zittingen gehouden zullen worden. De meeste leden van de raad, bijv. Straat van allure, bezitters van eigen zaken, maakten 1 hier bezwaar tegen. „Er zijn er", zo Over de Breestraat zei hij o.m. dat hoorden wij voorts van de heer de gemeente er op moet toezien dat Meester, „die er ook nog bazen op 'het een straat van allure blijft. Uit hetgeen de heer Lardee (P.v. d.A.) besprak maken wij een keuze. Hij vond, dat er iets gedaan moet worden aan de manier, waarop de vele televisie-antennes („kerstbo men") op de daken verrijzen. Pachtgrond. De heer Huurman (Prot. Chr.) sprak o.m. over het verpachten van gronden, die voor uitbreiding zijn bestemd. De pachters dienen tijdig bericht te krijgen, wanneer zij de grond moeten verlaten. na houden' Men stelde voor, maandag a.s. na behandeling van de routine raadsvergadering met frisse moed met de begroting door te gaan. De stenografen mengden zich ech ter in de gedachtenwisseling een opvallend verschijnsel. Zij merkten op, dat zij na donderdag a.s. voorlo pig niet meer voor de Leidse raad beschikbaar waren. Ook de voorzit ter putte uit zijn lijf-agenda enige overwegende bezwaren. De discussie had op deze wijze een zeer informeel karakter. Besloten werd.... de begroting met de meeste spoed voort te zetten. Misschien komt men nog binnen drie zittingen klaar. Welkome gast. Het hoofdstuk, dat in behande ling was: openbare werken, werd overigens zonder hoofde lijke stemming aangenomen. De voorzitter schorste om half twaalf 's avonds de vergadering tot drie uur hedenmiddag. Eerst heeft de voorzitter van de Leid se raad vanmiddag aan een wel kome gast in Leiden, St. Nico- laas, een gemeentelijke verlang lijst voorgelegd. De heer Schüller (P.v.d.A.) vindt de toestand op en rond de Turf marktsbrug onhoudbaar, vooral op momenten, waarop de Blauwpoorts- brug geopend is. B. en w. hebben ten onrechte het veemarkt'halvraagstuk in verband met deze brug en met de aanleg van een weg over het Schut tersveld in verband gebracht. De veemarkthal zal immers in het noord westelijk deel van het Schuttersveld worden aangelegd. Door de vage ant woorden van b. en w. op vragen van zijn fractie betreffende de realise ring van de veemarkthal toonde hij zich verbolgen. Ook had hij de in druk dat hij op zijn vraag over ver betering van het wegdek van de Hooigracht met een kluitje in het riet werd gestuurd. En dat sinds 1953. Het is misschien wel beter van deze zaak een bindend voorstel te maken, aldus de heer Schüller. De demping van de Uiterstegracht valt, naar zijn inzicht, eveneens onder de zaken, die op de lange baan zijn ge schoven. Hii drong aan op de dem ping van het laatste stuk van het Le ven daal. Maarsmanssteeg. De heer Van Iterson (Prot. Chr.) drong nogmaals aan op verbetering van de Maarsmanssteeg, „een aardig Leids straatje, dat alle aandacht ver dient". Ook Stinksloot, veemarkthal cn demülng Langegracht vroegen zijn aandacht. De heer Drijber (V.V.D.) conclu deerde, dat de Noord-Zuid en Oost- West-verbinding de eerste vijf jaar nog wel niet aan de orde zal komen. Daarom zal men met noodoplossin gen moeten komen: bijv. eenrchting- verkeer: enerzijds van Kort Rapen burg, Turfmarktbrug, langs molen „de Valk" en de nieuwe weg naar het viaduct: anderzijds van de be kende kanalen: Stationsweg, Steen straat etc. Hii steunde het betoog van de heer Schüller over de Hooi gracht, „een belangrijke binnenweg, waaraan ook een ziekenhuis Is ge legen". Tenslotte vroeg hij om een vlotte afwerking van aanvragen om bouwvergunningen. i Demping Levendaal? De 'heer Portheine (V.V.D.) sorak over het adres van de vereniging „Oud Leiden", naar aanleiding van de plannen tot demping van het laatste stuk van het Levendaal. Zijn fractie heeft bewondering voor het werk van de vereniging. Het gaat in derdaad om een bij zonder mooi plek je in de stad met Lodewiikskerk, Van der Werffnark en Steenschuur. De belangen van verkeer en steden schoon togen elkaar afwegend kwam hij tot de conclusie, dat zijn fractie zich zeker voorlopig niet positief vóór demping zal verklaren. De heer De Hosson (K.V.P.) hesprak de trage gang van za ken bij het afkomen van bouw vergunningen. In het bijzonder loopt deze in het oog bij kleine verbouwingen. Hij vroeg zich af of voor deze beslissingen het ge hele ambtelijke apparaat in be weging moet worden gebracht. De ambtenarenstand komt hier in het gedrang, omdat het pu bliek een en a"der de ambtena ren gaat verwijten. Ook de aanvragen om reclamebor den e.d. kunnen z.i. sneller afgehan deld worden. Op het antwoord op zijn vraag in de memorie van ant woord over het bureau Deerns wens te hij een nadere toelichting. Geen illusies. Wethouder Jongeleen zei niet de illusie te hebben de raad te kunnen overtuigen over de noodzaak van be paalde voorzieningen, die vóór gaan, en de moeilijkheden die ontstaan door het tekort aan technisch per soneel. De bruggenbouw was o.m. gestag neerd door het verdwijnen van de ingenieur, die zich hiermede belast zag. Men heeft een nieuwe kracht de salarissen. Deze heeft nog tot moeilijkheden met het personeel van het gasbedrijf aanleiding gegeven. De heer Schüller diende tot slot schriftelijk een voorstel in, waar in het College wordt uitgenodigd binnen drie maanden met een plan te komen tot verbetering van het wegdek van de Hooi gracht, opdat men in 1957 tot uitvoering van dit plan kan overgaan. Het voorstel was mede ondertekend door de heren Questroo (Prot. Chr.), Hagens (V.V.D.) en Ten Broek (K.V.P.). De heer Drijber (V.V.D.) was on der de indruk geraakt van het be toog van de wethouder over schaar ste aan klinkers. Naar zijn mening kon de vernieuwing van het wegdek van het Rapenburg nog wel even wachten. In tweede instantie sprak de heer Kortmann (K.V.P.) over de gedachte van de verkeerscommissie om de Haarlemmerstraat tussen de Prinses- 2ka<fe en de Mare uitsluitend voor snrichtingsverkeer open te stellen. :ij kon zich hiermede ééns verklaren idien men tenminste op de Stille lijn de bomen zou verwijderen en Ie walkanten zou beschermen, zoals, iat op het Rapenburg het geval is. Woningbouw nummer één. De heer Van Dijk (K.V.P.) wilde van de wethouder weten in hoeverre werkzaamheden aan vernieuwing van het wegdek van de Hooigracht belemmerend zullen werken op de woningbouw. Het antwoord zal maat gevend zijn voor het standpunt, dat hij ten aanzien van het voorstel van de heer Schüller zal innemen. Hoe zeer hij ook van de noodzaak van verbetering van de Hooigracht over tuigd was, bepaalde voorzieningen moeten noodzakelijk ten achter blij ven bij de woningbouw. Prae-advies over Hooigracht. Hij stelde voor het voorstel- Schülier over de Hooigraelit in prae- advies te nemen. Het college ging hiermee accoord. De heer Schüller drong op spoed aan. De wethouder was voorts van me ning, dat verbetering van het wegdek van het Rapenburg in verband met de bebouwing noodzakelijk is. Het college heeft bezwaren tegen Verbreding van de Stille Rijn. Het gaat veel geld kosten, maar men kan later nog wel eens zien in hoeverre de voorziening nodig blijkt. Honderd jaar „Sint Cunera" in Leiden II. IN ons eerste artikel dat een alge- meen beeld gaf van de eerste ja ren van de Sint Cunera-Stichting te Leiden, vertelden wij, hoe de heren lil'Hif 53.„itïrfnrï Regenten de stichting van scholen aangetrokken, die zich uiteraard nm r,e- moet inwerken. Hij stelde zich op het standput, dat de bouw van een nieuwe Turf marktsbrug voor de stad zeer be langrijk is. Er zijn echter factoren die de beslissing beïnvloeden. Ook de kwestie van de vaarweg rond Leiden speelt een rol. Veel klinkers nodig. De wethouder gaf sprekend over de Hooigracht enkele cijfers over het verbruik van klinkers in de gemeente. In het afgelopen jaar wer den 3 l/a miljoen klinkers verwerkt. Het komend jaar zullen vier miljoen straatklinkers nodig zijn voor de uitbreidingsplannen. Is de bestrating van de Hooigracht nu zo noodzake lijk, dat andere plannen er schade onder zouden moeten lijden? Voor de Maarsmanssteeg ligt een schetsplan gereed. De trottoirs zul len verdwijnen en de waterafvoer zal in het midden worden aange bracht. Veemarkthal. De afwikkeling van het Veemarkt plan is afhankelijk van overeenstem ming met Gedeputeerde Staten. G. S. wilden de hal verplaatsen naar Groenoord omdat het wegenschema in hun ogen geen genade kon vin den. Het college heeft echter vastge houden aan het besluit van de raad. Binnenkort is een rapport van de directeur van gemeentewerken en het schetsplan van de architect te verwachten. Een en ander zal door b. en w. bestudeerd worden. Over de demping van het Levendaal is nog géén beslissing genomen. Een plan tot demping van de Uiterstegracht is in voorbereiding. Spr. heeft er vertrouwen in, dat het Spoorwegbouwbedrijf spoe dig met de aanleg van een via duct bij de Lammenschansweg zal beginnen. Omdat de gemeente niet de be schikking heeft over het Schutters veld zal de weg hierover een tijde lijk karakter moeten dragen. Ontsiering van de stad. Over het treuzelen met bouwver gunningen en reclame aanvragen zei de wethouder, dat alleen een besluit van de raad het college van een ge deelte van de procedure kan ontlas ten. Er zijn nu eenmaal bestaande besluiten. Belemmeringen zijn echter ook nuttig voor het voorkomen van ontsieringen in de stad. Hij verklaar de vervolgens, dat het College wel een voorstander is van demping van het laatste stukje Levendaal. Tenslotte zei hij ,dat in het plan- Zuid-west de antennes voor de televisie binnen worden aange bracht. Pachters blijven, nadat de pacht door de gemeente is opgezegd, op eigen risico op hun land. De raad kan echter het besluit nemen de ver pachting anders te regelen. De voorzitter besprak het plan voor eenrichtingsverkeer van de heer Drijber. Hij ontwikkelde enige be zwaren, o.m. de beperkte afmetingen van de Turfmarktsbrug. Herwaardering. Ingaand op het excuus dat wethou der Jongeleen aanvoerde: gebrek aan personeel, vroeg de heer Schüller tij dens de replieken, wat B. en W. van plan zijn tegen dit euvel te doen. In het electriciteitshHritf is bijv. s" als een oplossing zagen om het Ge sticht „De Voorzienigheid" een ge zonde financiële basis te geven. Uiteraard wilden de heren daarmede bet zakelijk en ideële doen samen gaan, omdat zij toch wel begrepen, dat katholiek onderwijs nog iets meer moet zijn dan een commerciële on derneming. Zij kwamen er trouwens spoedig achter, dat vooral het ideële karakter hen op de been moest hou den. De plannen bleken daarbij sneller gemaakt dan uitgevoerd, en zij on dervonden meer weerstanden dan zij verwacht hadden. Het begon letterlijk met een Bots ing, toen pastoor J. Bots van de Mon Père-kerk aan de Haarlemmerstraat van de plannen der Regenten hoorde. Nu was pastoor Bots er werkelijk de man niet naar om zich te verzetten tegen katholiek onderwijs. Van hem mag zelfs getuigd worden, dat hij la ter als Deken van Leiden de pro motor is geweest van het katholiek onderwijs in de Sleutelstad. Maar zijn verzet tegen de Voorzienigheids- piannen kwam voort uit de angst, dat zijn scholen, geleld door de Zusters van Liefde, schade zouden lijden, wanneer ook de Blauwe Zusters meisjesscholen zouden beginnen voor externen. Doch „na veel wikken en wegen, schrijven en wrijven" werd de kwes tie opgelost en kregen de Regenten van hogerhand vergunning met een meisjesschool te beginnen, die even eens door de Blauwe Zusters zou ge leid worden. De Liefde-Zusters zou geen con currentie aangedaan worden door haar Blauwe collega's, omdat de schoolgelden zowel in de Mon Père- als in de Sint Petrus-parochie even hoog (of zo ge wilt: even laag) zou den zijn. De tarieven waren als volgt: Burgerschool 30.per jaar (leer school) en ƒ12.per jaar (bewaar school); Tusschenschool 15 cent per week en Armenschool V/z cent per week. Naar de Hogewoerd "f/OOR het zover was, zaten de Re- genten met een ander probleem, dat nogal zorgen gaf. Het huis aan de Nieuwsteeg, waar toen (1870) vijftig kinderen onderdak hadden ge vonden, was veel te klein geworden. Daar kon onmogelijk met een school voor externen worden begonnen, te meer omdat de belend-ende percelen niet te koop waren. Besloten werd het huis te Verkopen en van de opbrengst (plus een be drag, dat geleend moest worden) een ander pand te kopen. De Regenten slaagden er in de hand te leggen op een pand aan de Hogewoerd, dat bo vendien een grote tuin had ert dat na enige verbouwing voor het beoog, de doel geschikt te maken zou zijn. De koop geschiedde in mei 1871 te gen een bedrag van 10.000.Een maand later verhuisden zusters en kinderen naar het nieuwe huis en zij zetten daar onder meer de naai winkel voort, die destijds annex de breizaak was opgericht. Kaas en brood breken om een andere draad op te nemen die nogal zwart gekleurd door de geschiedenis van die ja ren geweven is. Wij zouden haar niet opgenomen hebben, als daarbij niet zou blijken, hoe het ijveren van de Regenten en het wijs beleid van een bissehoo voorkom? BJauwe Zusters waarmee vermoedelijk een prachtig stuk katholiek werk voor Leiden verloren was gegaan. Het betrof hier een conflict over de geestelijke verzorging der zus ters, die zich uiteraard naar de re gels van haar Congregatie moesten richten. Dat hield onder meer in, dat de zusters haar „slot" konden hou den en dagelijks de H. Mis zouden bijwonen in een eigen kapel. Nu hadden de Zusters wel een ge ïmproviseerd kapelletje, maar slechts een enkele keer in do week, en dan nog onregelmatig, werd er een H. Mis gelezen, De zusters waren genood zaakt steeds met haar pupillen naar de Sint Petruskerk te trekken, waar zij haar plaatsen hadden op de tri bune, zodat zij „aan het gezicht des volks onttrokken waren". Dat zinde haar in het geheel niet en met de jaren gingen zij er steeds heftiger op aandringen, dat aan die toestand een einde kwam. De Regenten wilden wel, maar pastoor Van Wissen bleek een niet te onderschatten tegenspeler voor de zusters te zijn. Hij behield graag zijn pastorele rechten en de kwestie liep tenslotte zo hoog, dat de Regenten de toen inmiddels bisschop van Haarlem geworden mgr. G. P. Wil- mer er in mengden. De bisschop niet geheel juist van advies gediend besliste in het voordcel van de pastoor, maar de zusters lieten zich het (karige) kaas niet van het brood eten. De andere dag was de alge meen overste bij de bisschop, en oy de „meest bescheiden en onderdani ge" wijze moet zij monseigneur de ware toedracht zo duidelijk gemaakt hebben, dat de bisschop zijn beslis sing voorlopig introk. Tactische bisschop JWU was mgr. Wilmer een bijzonder tactisch man. Hij liet pastoor Van Wissen vrij om een andere Congre gatie van Zusters tè zoeken voor het werk in Leiden, op voorwaarde dat de pastoor, als hij niet zou slagen (en de bisschop was daar vrijwel zeker van), tegemoet zou komen aan de eisen van de zusters. De pastoor nam het aanbod gretig aan, maar slaagde niet. Er waren ner gens zusters te vinden, die onder die omstandigheden in Leiden wilden werken. De Regenten zaten, wat men pleegt te noemen, in zak en as. De zusters dreigden weg te gaan en zij speelden meesterlijk haar grote troef uit met de mededeling, dat zij in Amsterdam een school van 300 kin deren konden overnemen van de Zus ters van Liefde. Dat was de klap op de vuurpijl. Pastoor Van Wissen capituleerde, de Regenten haalden ruimer adem. Maar mgr. Wilmer had het prachtige laatste woord: hij benoemde in 1874 pastoor Van Wissen tot president van het Regentencollege in de plaats van de heer C. F. 3. Cuypers, die om ge zondheidsredenen ontslag nam en die sedert 1872 als opvolger van de heer Driessen het presidium bekleed had. De zusters deden nog wat water in de wijn, en zij moeten volgens haar eigen kroniek heel veel gebeden hebben voor hun pastoor, opdat hij „nog lang voor haar gespaard zou blijven". Onder diens opvolger tevens pre sident, pastoor J. C. H. Muré, smaak ten zij het genoegen, dat op 15 okto ber 1889 dank zij ook vele Leidse katholieken haar volwaardige ka pel ingezegend werd. Opnieuw ziekte kostenvoorziening De gemeenteraad van Leiden ver gadert op maandag a.s. om 2 uur n.m. Te behandelen onderwerpen zijn o.m. benoeming van een onderwijzer aan de openbare lagere school aan de Haverstraat. (Th. Maas). Voorstel tot het verlenen van eer vol ontslag aan de heer F. A. Schilt- huizen uit zijn betrekking van onder wijzer aan de openbare lagere school aan de Langebrug. Preadvies op het verzoek van het bestuur van de Inrichting van Lief dadigheid voor Rooms-Katholieken om medewerking voor de aanschaf fing van leermiddelen ten behoeve van de r.-k. meisjesschool voor u.l.o. aan de Haarleihmerstraat 34. (f769.) Preadvies op het verzoek van het bestuur van het Liefdewerk van de Heilige Cunera om medewerking te verlenen voor het aanschaffen van leermiddelen voor de eerste klasse en van leer- en hulpmiddelen voor het teken- en handwerkonderwijs, zulks ten behoeve van de r.-k. schbol voor uitgebreid lager onderwijs aan het Levendaal. (f 926.) Voorstel inzake het beschikbaar stellen van gelden voor de bouw en inrichting van een Gereformeerde school voor gewoon lager onderwijs in het zuidwestelijk stadsdeel. (Kos ten: f357.000.) Preadvies op het verzoek van het -estuur van de Vereniging tot Stich ting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel, te Leiden en Oegst- geest, om medewerking voor het aanschaffen van meubilair ten be hoeve van de school voor gewoon lager onderwijs aan de Adriaan Pauwstraat, (f 6.100.) Preadvies op het verzoek van het bestuur van de Geref. Schoolvereni ging om medewerking voor het doen aanbrengen van een dubbele goot steen in het handenarbeidlokaal van de school voor g.l.o. aan de Asser straat 20. (f685.) Voorstel inzake het beschikbaar stellen van gelden voor het aan schaffen van leermiddelen ten be hoeve van het onderwijs in lichame- Mke oefening, (f 9.400.) Voorstel inzake bepaling van het bedrag, dat per leerling voor de bij zondere scholen voor lichamelijk ge brekkige kinderen in het jaar 1956 beschikbaar wordt gesteld ter be strijding van de kosten, bedoeld in artikel 32, lid 1, van het Besluit Buitengewoon Lager Onderwijs 1949. Voorstel inzake het verlenen van een bijdrage ten behoeve 'van de restauratie van het pand Rapen burg 25. Voorstel inzake het beschikbaar stellen van gelden voor het bouwrijp maken van terreinen, begrepen in 't partiële uitbreidingsplan „Leiden- zuidwest" en voor de aanleg van een gedeelte van de Churchilllaan. Voorstel om te bepalen, dat een herziening van het partiële uitbrei dingsplan „Leiden-zuid-west" wordt voorbereid. Voorstel inzake beschikbaarstelling van een perceel grond in het uitbrei dingsplan „Leiden-zuidwest" aan de Stedelijke Fabrieken van Gas en Elektriciteit ten behoeve van de bouw' van een 10 kV-onderstation. Voorstel inzake het verkopen aan de „Pintsch Bamag Nederland n.v. in oprichting" van een perceel indu strieterrein, gelegen aan de Kanaal- weg en inzake het aankopen van een perceel industrieterrein, gelegen aan de Rooseveltstraat, van de „Junta Electric n.v.". Voorstel inzake het aankopen van het perceel Waardgracht 79. (In ver- oand met sanering.) Voorstel inzake het aankopen van het perceel Waardgracht 98. (Idem.) Voorstel inzake verlening van de termijn van ontruiming van een aan tal onbewoonbaar verklaarde wo ningen aan de Waardgracht, Wever straat, le Looierstraat en Ooster kerkstraat. Voorstel tot het wijzigen van de begroting der gemeente voor het dienstjaar 1956 en van de begroting van een aantal takken van dienst. Voorstel inzake het beschikbaar stellen van gelden ten behoeve van de aanschaffing van een hogedruk nevelspuit en een chassis voor de Brandweer. Voorstel naar aanleiding van de bij het rondschrijven van Ged. Staten van de provincie Zuid-Holland d.d. 16/19 okober 1956 toegezonden ont werpen van besluiten tot vaststelling met ingang van 1 juli 1955, van nieuwe wedderegelingen van de Secretarissen en Ontvangers van ge meenten in Zuid-Holland. Voorstel naar aanleiding van het bij het rondschrijven van Ged. Staten van de provincie Zuid-Holland d.d. 30 oktober/2 november 1956 toege zonden ontwerp-besluit tot toeken ning van een uitkering ineens aan de Secretarissen en Ontvangers van de gemeenten in Zuid-Holland. Voorstel inzake toetreding tot de gemeenschappelijke regeling ziekte kostenvoorziening ten behoeve van ambtenaren in dienst der gemeenten in Zuid-Holland. De stukken liggen voor de leden ter inzage in de Leeskamer. Bewaarschool Hogewoerd in gebruik genomen werft, hadden de Regenten de zeker heid. dat de volgende maand de bur- hebben. dat de ger-bewaarschool oeopend kon wor- cit-r-JHHHIiVPRL ut* c°n, voortc^j" r- c~"W?~braeht in geweest van een herwaar.VcriRo van Leiden vertrokken zoudtn zijn, de j meenten 2ich er tevens over verheugen, dat de naai school in dat jaar 1400.had op gebracht en dat de zusters zioh ondanks de lopende kwestie met de pastoor bereid hadden verklaard ook het onderwijs aan externen ter hand te nemen. De Regenten vergaderden en ver gaderden, en reeds in het begin van 1872 werd een bouwplan ontworpen voor de nieuwe scholen. Op 12 juni van dat jaar werd de eerste steen gelegd en 18 november 1872 arri veerden de eerste zusters, die met het onderwijs belast werden. In het Gesticht zelf was intussen een hartelijke en prettige sfeer ge groeid. Zoveel mogelijk werden de meisjes gecompenseerd voor het ge mis aan een eigen„thuis". Die aan hankelijkheid leidde echter tot een klein drama, dat overigens bijzonder de band tussen de zusters en haar pupillen illustreert In 1872 namelijk werd Moeder Magdalena, die vanaf het begin in het Gesticht werkzaam was, overgeplaatst Dat gaf onrust onder de kinderen^ die zo „de ge voelens van hun ontstemd gemoed de vrije loop lieten, dat er enkele uit het gesticht verwijderd moesten wor den". Geen tijd voor tranen ER was echter niet veel tijd voor tranen. Want 2 december 1872 t werden de nieuwe scholen geopend, i te weten de Armenschool met 17, de Tusschenschool met 36 en de Burger school met 47 leerlingen. Men staat misschien een beetje verbaasd over het feit, dat de kinde ren nogal opvallend gescheiden, in dit geval volgens hun stand, op school werden gedaan. Voor die da gen was dit niets bijzonders: de maatschappelijke structuur kende toen ieder zyn „stand" toe, waaraan hij of zij zich maar te houden had. Twee jaar later, in 1874, telden de scholen voor externen (de zgn. buitenscholen) 240 leerlingen, die aan schoolgeld 1250.— per jaar op brachten. De naaischool ging daar met 1400.— nog overheen, maar moest met de toename van het aan tal buitenleerlingen natuurlijk de mindere worden. Men mag zich echter geen al te rooskleurig beeld vormen van de financiën, waarover de Regenten voor het Gesticht konden beschik ken; nog maar pas was pastoor J. C. H. Muré (in 1875) als opvolger van pastoor Van Wissen president van het college geworden, of in 1876 wer den pogingen ondernomen om te ko men tot een vereniging ter onder steuning van het Gesticht. Verschei dene dames gingen met een collecte bus op stap en haalden een bedrag van ƒ200.— bijeen. Tegen het eind van de negentien de eeuw kregen de Regenten wat meer speling,, toen in 1892 de eerste stappen ondernomen werden om staatssubsidie te krijgen. In 1894 kwam de eerste rijkssubsidie voor het Gesticht ad f 800. - af. Niettemin was men er in geslaagd het scholencomplex in 1893 uit te breiden met een bewaarschool voor arme kinderen. Een jaar later ko<jh- ten de Regenten het huis ter linker zijde van het Gesticht, dat zij later zeker zoutten kunnen gebruiken. Activiteit WU gewaagden er in ons eerste artikel reeds van, dat de 'Regen ten in hun vertrouwen op de Voor zienigheid niet beschaamd zouden worden. Al moesten zij vaak puzzt len en rekenen, hun activiteit kende omtrent de eeuwwisseling bijna geen grens meer. En zij vonden daarbij in de Zusters voortreffelijke krachten, die zichzelf op alle mogelijke wijzen ontwikkelden en voor wie geen stu die te zwaar was om het onderwijs op een peil te brengen, dat gemakkelijk kon concurreren met de openbare school. De toename evenwel van het aan tal leerlingen maakte het noodza kelijk leken-onderwijzeressen aan de scholen te verbinden. De eerste „juf frouw" luisterde naar de schone naam Jeanette Charlotte van Hoger - linden, en zij werd door de Regen ten aangesteld per 1 april 1897 te gen een jaarsalaris van 550.Die toename van leerlingen vond na 1900 vooral haar oorzaak in de invoering van de leerplichtwet. Het ene project na het andere werd op stapel gezet. Wij momereren slechts de instelling van een naai cursus voor externen (kosten 10 cent per week) in 1902, de verbouwing van 1908, de bouw van een nieuwe burgerschool, die vanaf 14 december 1910 vervangen werd door een Mulo. Met dat laatste hadden Regenten en Zusters een goede greep gedaan naar een andere belangrijke tak van on derwijs. Het bestuur was zelfs ge dwongen een aparte Mulo-school te bouwen, die in november 1921 werd ingewijd. Dat was voorlopig voldoende, zou men zeggen. Maar het college van Hegenten, dat inmiddels pastoor J. Vernieuwe (18911910) en pastoor A. J. Hafkenscheid (1910—1922) tot president had gehad, hield het oog gericht op de toekomst, en met zijn nieuwe president, pactoor Th. M. Beukers, die in 1922 gekomen was, werden krachten verzameld om het onderwijs in het liefdewerk in het Gesticht uit te breiden. Daarover in een volgend artikel meer. WIM HELVERSTEIJN. Wilt U iets weten? Vraag J. v. d. H: Enige tijd gele den vernam ik dat tijdens de waters nood een aantal aannemers geza menlijk een opleiding in het leven heeft geroepen tot buldozer-chauf- feur en dragline-machinist. Gaarne zou ik vernemen waar deze opleidin gen gegeven worden en wat de toela tingseisen hiervoor zijn. Mijn inte resse gaat in het bizonder uit naar dragline-machinist. Antwoord: de voorbereidingen voor het oprichten van deze cursus sen verkeren nog in een beginsta dium; de juiste man op de juiste plaats voor het geven van die lessen is nog niet gevonden, welhalve de be trokken instantie vooralsnog geen na. dere inlichtingen wil geven. Het zou ongeveer 1958 worden voordat met de aanvang der lessen een begin kan worden gemaakt. In Ede is daartoe een terrein met gebouw, machines en modellen beschikbaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 14