OVEIRVOIEREN
Documentatie van de haat -
'n pleidooi voor de
't Is weer „reumatiekweer
„HET bÉRDËRIJKÉN IDËJOPËN"
U MOET OPPASSEN:
ZATERDAG 17 NOVEMBER 1056
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 7
Onder de titel „Het Derde Rijk en de Joden" is bij de N.V. Scheltema
Holkema te Amsterdam een boek verschenen, dat om verschillende rede
nen aandacht verdient» Het bevat een keuze uit „Das Dritte Reich und die
Juden", een werk van Léon Poliakow en Josef Wulf, dat momenteel ln
Duitsland zijn derde druk beleeft. De auteurs hebben het boek niet geschre
ven; zij hebben het samengesteld. De Nederlandse editie bestaat uit een
aantal documenten: officiële brieven en staatsstukken; speciaal van SS-in-
stanties, uit de archieven van het Derde Rijk, beëdigde verklaringen- van
ooggetuigen en foto's, aangevuld met stukken, die betrekking hebben op
de Jodenvervolging in Nederland tijdens de Duitse bezetting. Zonder com
mentaar, maar daarom des te welsprekender, is hier de haat geboekstaafd,
welke zich verschool achter het simpel klinkende zinnetje „Oplossing van
het Jodenvraagstuk" en die in onze taal een afschuwelijke betekenis toe
voegde aan het woord liquidatie, namelijk het op grote schaal uitmoorden
van mensen. In het onderhavige geval 6 miljoen Joden.
gadering, waarin de kopstukken van
het Nazi-bewind de maatregelen be
spreken, welke tegen de Joden ge
troffen moeten worden, kan slechts
gruwen als hy de cynisch-speelse op
merking van Göring onder ogen
krijgt: „Ik moet u zeggen, heren, dat
ik onder de huidige omstandigheden
niet graag een Jood zou zijn in Duits
land".
Bladerend in de documenten kan
men de Joden volgen op hun lijdens
weg van het moment af, dat econo
mische maatregelen» hun het brood uit
de mond stootten tot in de gaskamers
LIJDENSWEG VAN
6 MILJOEN JODEN
WIE dit boek in handen krijgt, zal
zich vermoedelijk op de eerste
plaats afvragen: „Waarom?". Welke
zin heeft het, om de gruwelijke ellen
de te gaan étaleren, welke het Jood
se volk onder het Nazi-bewind heeft
ondergaan? Misschien zal men zich
ook de vraag stellen, of met een der
gelijk werk de vlam van anti-Duitse
gezindheid moet worden aangewak
kerd en of het gevaar niet bestaat,
dat met dit boek in vele gevallen een
zucht naar ongezonde sensatie zal
worden gevoed.
Daarenboven hebben we de nei
ging, om in deze tijd met zijn opeen
stapeling van zorgen al te gauw de
handen bezwerend op te heffen. We
roeren niet graag in het verleden.
Dat zeker niet.
WE mogen dan op de eerste plaats
vaststellen, dat „Het Derde Rijk
en de Joden" zeker geen gevoelens
van rancune opwekt. Dit werk reikt
verder. Het feit, dat het verschijnen
van dit boek in Duitsland "heel wat al
weer sinds jaar en dag als keurige
mensen bekendstaande liede'n het
schaamrood naar de kaken heeft ge
jaagd en in enkele gevallen het zelfs
nodig maakte om een belangrijke post
neer te leggen, geeft meer aanleiding
tot meditatie dan tot leedvermaak.
In dit verband zou men deze
documentatie van de haat kun
nen zien als een pleidooi voor de
liefde. Zij bevat een waarschu
wing, omdat zwart op wit wordt
aangetoond, waartoe mensen
kunnen komen.
Want onrecht en onmenselijk
heid van anderen, kan men niet
aanwenden ter compensatie van
eigen schuldgevoel. Het geweld
paradeert nog steeds op 'deze we
reld tussen de weerlozen. Soms
schiet het met machinegeweren;
soms gooit het met stenen.
In Oost-Duitsland bestaan de con
centratiekampen van Hitier nog en
het enige, wat daar veranderd is, is
de vlag bij de ingang. En in „God's
own country", zoals de Amerikaan
zijn land graag noemt, moet het'le
ger eraan te pas komen, als een ne
germeisje de universiteit binnengaat.
Bergen Belsen mag verdwenen
zijn; de mentaliteit, waaruit het
voortkwam is dat helaas niet.
Uit deze gezichtshoek bezien,
kan men de betekenis -van dit boek
moeilijk ontkennen.
Óver de grenzen.
HET gevaar, dat een boek in ver
keerde handen komt, is uiter
aard altijd aanwezig en wij zijn er
van overtuigd, dat ook „Het Derde
Rijk en de Joden" een zeker voorbe
houd vraagt. Mensen met een zieke
lijke sensatiezucht zullen het echter
spoedig terzijde leggen. Dergelijke
lieden zullen zich niet door de koele
taal van de vele documenten kun
nen werken en daarbij komt nog, dat
zelfs ongezonde sensatiezucht bepaal
de grenzen kent. Deze grenzen zijn in
dit boek niet te bekennen.
Men kan alleen maar walgen van
de SS-man, die tussen twee trekken
van zijn sigaret door, vijftig op een
hoop gedreven weerloze mensen met
zijn machinegeweer de dood in jaagt.
En wie de notulen leest van een ver
en de ghetto's, waar honger en be
smettelijke ziekten de onbezoldigde
helpers van de dood waren.
't Volk van de bijbel.
IJET heeft weinig zin om uit dit
omvangrijke werk te gaan cite
ren of over bepaalde onderdelen uit
te weiden. Men kan zich wel voor
stellen, welk complex van ellende
„Het Derde Rijk en de Joden" om
vat. Wij willen echter een uitzonde
ring maken voor een passage uit een
verklaring van iemand, die een mas
sa-executie van nabij meemaakte:
„Ik heb een kwartier "bij de
kuil gestaan en geen klacht en
geen smeekbede om genade ge
hoord. Ik zag een geziiji van acht
personen, man en vrouw, beiden
ongeveer vijftig jaar oud, met
hun kinderen van ongeveer één,
acht en tien jaar en twee vol
wassen dochters. Een oude
vrouw met spierwit haar had het
kind van één jaar op de arm,
zong het een liedje voor en kie
telde het. Het kind kraaide van
plezier. Het echtpaar keek ernaar
met tranen in de ogen. De vader
hiëld de jongen van tien bij de
hand en praatte zachtjes met
hem. De jongen vocht met zijn
tranen. De vader wees met zijn
vinger naar de hemel en scheen
hem iets uit te leggen".
Als men dit tafereel ziet, voelt
men, hoe de keel wordt dicht ge:
tenoerd door angst en mededogen.
Angst om de haat, waartoe mensen
zich kunnen laten verleiden; mede
dogen met de kinderen van Israël,
die in de grauwe vlakten van Polen
de dood vonden bij de climax van
de verschrikkingen, welke sinds
eeuwen over hen kwamen in de dias
pora, waarin zij leefden.
Als 'n noot in de kraker.
A LS men in gedachten die zes mil-
joen door de dood getekende Jo
den uit alle hoeken van Europa naar
de kampen en crematoria ziet ja
gen, dan moet men denken aan de
woorden van de Psalmist:
Aan Babels stromen waren wij
gezeten,
en schreiden als wij aan Sion
dachten.
IVAT heimwee uit dé Babylonische
gevangenschap moet ook in de
zielen van die vertrapten geknaagd
hebben. Als er iemand is geweest,
die de Joden tot nationale bewust-,
Toegangspoort tot het concentratiekamp Auschwitz. Velen zijn door deze
poort naar binnen gegaan; weinigen keerden er door terug tot de vrije
wereld.
wording heeft gedwongen, dan is het
Hitier geweest!
Daarom zal men bij het lezen van
dit boek over een schrikbewind, dat
elf jaar geleden een einde nam, de
positie zien van het kleine Israël;
een nootje, dat gevat is in de kraker
van een vijandige Arabische wereld.
Bij de onthulling van de gedenk
naald te Bergen Belsen sprak Nachum
Goldman over de lijdensweg van het
Joodse volk en over zijn kracht, die
alle historische catostrophen trot
seert.
In het Midden-Oosten ligt het klei
ne Israël zijn lot af te wachten,
't Volk, dat de slagen van de Nazi-
terreur nog niet te boven is, voelt de
schaduw van nieuwe dreigingen over
zich komen. Maar het is een uitver
koren volk. Krachtig en zelfbewust.
Krachtig genoeg, om eventueel een
nieuwe catastrophe te trotseren.
99
WE MOGEN DAN NIET ZÓ'N ERG
beste zomer achter de rug heb
ben, het jaargetijde van koude, wind
en regen staat nu eigenlijk pas voor
de deur, met alle narigheden van
dien.
Wat de reumatiek betreft: gelukkig
begint het door te dringen dat dit
een echte volksziekte is, die levens
geluk en arbeidskracht vernielt, die
schatten verslindt aan uitkeringen
wegens invaliditeit en aan productie
verlies.
IN DE STRIJD tegen reiyhatjek
.blijft het niet bij theoretische be
schouwingen, er wordt ook al kracht
dadig aangepakt. In tal Van steden
zijn reeds consultatiebureaus geves
tigd, waar reumapatiënten zich kun-
rién laten onderzoeken en waar ad-
viezeh worden gegeven over de beste
wijze van behandeling.
Voor een aantal lijders is opneming
in een speciaal reumaziekenhuis
noodzakelijk. Helaas beschikken wij
in ons land nog steeds niet over eep
voldoende aantal reuma-bedden.
In het Nederlandsch Tijdschrift
voor Geneeskunde troffen wij een ar
tikel aan van dr. J. H. P. Schut over
de behandeling van reuma-laders iij
het révalidatie-centrum „De Hoog
straat" te Leersum. Daaraan ontlenen
wij de navolgende praktische wen
ken, die ons belangrijk genoeg voor
komen om ze onverkort voor onze le
zers over te nemen:
TIEN LEEFREGELS VOOR REUMA
LIJDERS.
1. Vocht, tocht en koude vermijden:
U moet niet met de handen in koud
water werken (b.v. groenten spoelen,
ruiten zemen). Niet met natte voeten
blijven lopen. Niet op een koude on
dergrond (b.v. linoleum, steen, gras)
zitten. De woning moet droog en zon
nig zijn, moet goed kunnen worden
gelucht en mag niet tochten.
2. Lichamelijke en geestelijke over-
inspanning vermijden: U .moet wer
ken zonder u te haasten. Het werk
mag u niet vermoeien. Neemt vol
doende rustperioden. Regelmaat is
belangrijk: u moet niet teveel doen
wanneer u zich goed voelt en ook niet
te weinig wanneer u pijn heeft. Ge
zelligheid en afleiding zijn gewenst.
3. Nachtrust: Voldoende nachtrust
is nodig. Uw matras dient vlak en
stevig te zijn, zodat u niet in een kuil
ligt; zonodig onder de gehele matras
een plaat triplex leggen. Niet meer
dan één hoofdkussen nemen. Met een
kussentje of voetenplank achter de
voeten of met een dekenboogje kunt
u vermijden dat het gewicht van de
dekeps op de tenen rust. Legt niet
een kussen of iets dergelijks onder
Zo werden ze opgejaagd6 miljoen mensen
de knieën. Flanellen lakens en piama
zijn gunstiger dan katoenen. Het bed
zonodig voorverwarmen met hete
kruiken. Het bed mag niet tegen een
buitenmuur of onder een j-aam staan.
Wol en flanel.
Kleding: In de winter moet u
wollen of flanellen ondergoed en wol-,
len sokken dragén. U moet in huis
echter niet zo dik gekleed zijn, dat u
gaat transpireren en daardoor kans
loopt, kou te vatten. Met een dikke
overjas en wollen handschoenen is
een goede aanpassing aan koud weer
te bereiken. Jassen en zolen van rub
ber geven kans op transpiratie en zijn
dus ongeschikt. Rubber hakken zijn
niet schadelijk. Goed passende stevi
ge schoenen met bréde neus en lage
hak zijn het beste. Met pantoffels
mag u slechts even staan of lopen.
5. Dieet: Een speciaal dieet behoeft
u niet te houden. Gebruikt elke dag
rijkelijk groenten en fruit, wat vlees,
kaas of een ei, volkorenbrood en als
u niet te zwaar bent, twee glazen
melk. Het lichaamsgewicht dient nor
maal te worden.
6. Oefeningen: Men kan bewegings
beperking voorkomen door erikele
malen per uur de gewrichten in alle
richtingen tot de" uiterste stand té be
wegen of' ze door een huisgenoot te
laten bewegen. Maakt reeds 's'oth-
tend in bed alle gewrichten los.. Legt
o.a. zo nu - en dan de handen 'in ide
nek en beweegt dan de ellebogen
naar achteren. Doet op zijn mi(P»ptirlO
diepe ademhalingen per uur. óm
krachtvermindering te voorkomen,
dienen óok <Ie spieren geregeld t^
worden geoefend. Door dikwijls een
knot wol te kneden of door -ito- fiet
pekel water in een gummi-balletje
(middellijn 5 cm) te knijpen, neemt
de kracht van de handen tqe^yaak'
herhaalde, kortdurende oefeningen
baten meer dan een enkele maal
langdurige oefeningen. De oefeningen
mogen geen sterke transpiratie en ab
normale vermoeidheid geven. Wan
neer meer dan twee uur na het oefe
nen de pijn nog versterkt is en ook
wanneer dezelfde oefeningen de vol
gende dag de pijn doen toenemen,
moet het oefenen worden beperkt
(en niet gestopt) totdat deze pijn is
verdwenen. Alle oefeningen moeten
v§le_ jaren, volgens een vast schema
en op vaste tijden, rustig worden uit
gevoerd, met volledige ontspanning
tussen elk der oefeningen.
Wel oefenen, niet vermoeien.
7. Ontstoken gewrihcten mogen niet
worden belast: Men mag dus niet lo
pen of staan wanneer de knieën of
voeten pijnlijk, gezwollen of warm
zijn. Dan moeten deze gewrichten
echter liggend of zittend worden ge
oefend en wel door ze drie keer per
uür volledig tot de pijngrens te laten
bewegen. Door dan overdag dé been-
en bilspieren 20 maal per uur aan te
spannen, voorkomt u krachtsvermin
dering van de benen; daardoor zal, na
het herstel van de gewrichten, het lo
pen minder vermoeidheid geven.
Ook een ontstoken poljs of elleboog
mag niet worden belast (dus niet
matten kloppen, spitten, hameren,
zware voorwerpen dragen enz.).
8. Warmtebehandeling: De toepas
sing van warmte is een van de krach
tigste middelen om pijn en stijfheid
te verminderen. Vooral 's ochtends
terstond tna het opstaan en opk vóór
de oefeningen werkt warmte gunstig.
Met gewone lampen (b.v. een bureau
lamp) of een electrisch kacheltje een
half uur bestralen; de afstand van de
warmtebron moet zo zyn, dat de
warmte aangenaam is. Warme kuip
baden, warme hand- en voetbaden en
priessnitz-verbanden bevallen goed.
9. Lichaamshouding: Niet langer
dan één uur in dezelfde houding staan
of zitten. Vooral lang (over een werk
bank, strijkplank, gootsteen, tafel)
gebogen staan of zitten is slecht. Een
stoel met rechte leuning is gunstiger
dan een „gemakkelijke stoel waarin
men wegzakt.
10. Arts waarschuwen: O.a. bij
koorts, bij hevige pijn, bij slechte
nachtrust, bij ongeregelde stoelgang.
Het zal vele reumatiekpatiënten
genoegen doen deze voorschriften zo
overzichtelijk en zo duidelijk bijeen
gebracht te zien. Zullen zij echter
niet vergeten, dat niet zijzelf, maai'
een dokter over hun ziektegeval moet
gaan? De dokter is er voor de behan
deling, voor de controle en voor het
opstellen van de leefregels bij een
bepaalde patiënt.
dr. ALFR. BRIEDE.
Boekbespreking
„Jokoenda". Door Arnold
Krieger. Uitg. Mij. „Kos
mos", AmsterdamAnt
werpen.
In een boeiende roman, met ver
taling van C. J. Kelk, heeft de auteur
Arnold Krieger, die behalve schrij
ver ook een bekwaam etnograaf en
folklorist is, de levensgang beschre
ven van een jonge negerin in het
donker Afrika. Als jong meisje ge
roofd wordt ze een der vele vrou
wen van een rijke Arabier, maar zij
vlucht en dit wordt het begin van
een lange, dramatische vlucht. Ner
gens vindt zij rust en de lezer volgt
haar op het inderdaad moeilijke le
venspad onder haar rasgenoten, over
haar aanraking met blanken en haar
tragisch einde. De schrijver vertelt
daarbij zeer veel wetenswaardigs
over Afrika, haar zeden en gewoon
ten en dat alles in een vlotte, leven
dige verhaaltrant. De prijs van het
boek bedraagt 9.75.
„De barre vlucht". -— Door
Slavomir Rawicz. Uitg.
Het Spectrum, Utrecht—
Antwerpen.
Zo er ooit gesproken kan worden
van een actueel boek, dan is dit Wel
„De barre vlucht", een verhaal van
een eigen bevrijding uit het onher
bergzame Siberië.
De schrijver Slavomir Rawicz ver
haalt hoe hij op een stormachtige
sneeuwjacht in april 1941 met zes
lotgenoten over de prikkeldraadver
sperring van Kamp 303 in Arctisch
Siberië begon aan de, zoals hij het
terecht noemt, barre vlucht van 6000
kilometer, dwars door het Aziatisch
Continent. Bijna een jaar duurt de
lange tocht uit het hartje van Sibe
rië naar het met de vrijheid lokken
de India.
We behoeven niets te vertellen
over de tocht, welke nodig was om
van de eerst genoten vrijheid in het
Russische kamp te belanden, op wel
ke tocht talrijke gevangenen de dood
door uitputting stierven. Maar even
zwaar was de tocht naar de lokken
de vrijheid, die tenslotte slechts door
vier vluchtelingen werd bereikt.
Het is een boeiend verhaal gewor
den, dat een kijk geeft op het ver
schrikkelijk lot, dat gevangenen in
Siberië moeten ondergaan en dat
daarom in deze verschrikkelijke tijd
zo bijzonder actueel is.
Kinderboeken van Caster
man.
Drie aardige kinderverhalen ont
vingen we, waarvan Casterman het
copyright heeft. Het zijn „Zonnige
Sprookjes" van Marcelle Visité, ge-
illustreerd door Elisabeth Wanovsky
met Nederlandse tekst van M. Cla-
renbeek-van Klaveren, „Piko", het
eendje van Madeleine Raillon, met
tekeningen van Simonne Baudoin, en
„Dodino", het ezeltje van Gys Haag
met tekeningen van Robert Marsia.
Deze laatste twee boekjes zijn uit de
Rinkelbel-reeks.
Kinderboekjes, die uitstekend ver
zorgd zijn en met tal van tekenin
gen verlucht. Zij zullen een dank
baar onthaal vinden!
i
I
Met vaste hand kunnen toehoorders geen geeste-
mensen de hond. de kat en lijk letsel, want als 't niet
't' vinkie voeren, maar zo- toevallig in besloten kring
dra ze 't woord moeten was geweest, was 't voor
voeren, krijgen ze een bib- alle leeftijden gekeurd,
berhand en zwaaien zó
met hun velletjes tekst,
dat de zaalhouder gauw de
ventilator afzet, om lekker
stroom te besparen.
In zulke sprekers zit de
verdienste.
Dat het voeren van het
woord een eigenaardige
zaak is, hebben we cjeze
week weer ervaren in dit
goede Leiden.
We maakten deel uit van
een kringetje, waarin een
mijnheer opgesloten zat.
die vijftig jaar trouw, ijve
rig en accuraat was ge
weest en nu even mocht
uitblazen.
Af en toe rees er een ge
stalte op, om het woord te
voeren en ergens op te
wijzen. Sprekers doen dat
graag. Wijzen!
Als wij vroeger naar een
juffrouw met een rare
hoed wezen, zei vader al
tijd: „Niet wijzen, anders
valt ie vinger eraf!", maar
dat is niet
SPECIAAL
VAN
En daar staan we dan
voor het raadsel.
Die heer had het warm
en keek schichtig rond als
iemand, die er echt niets
U
Benauwenissen
ff
op laag niveau
w
't Was echt niet zó, dat je
zei: „Ónder die schedel-
tjes van de sprekers zit me
wat". Helemaal niet! Je be
gon je er eigenlijk meer
zorg over te maken, óf er
wel wat zat.
We durven dat gerust te
schrijven, want er zat toch
gqen abonné bij- Wel een
aar. Die spre- heer, van wie we weten,
kers liepen tenminste geen
lichamelijk letsel op en de
aan doen kan en bang is,
dat ze 't ruiken.
't Systeem van 't oprij
zen en zitten gaan van ge
stalten was zo simpel, dat
we de SDreekbeurt van de
heer konden zien paderen.
En zie. waartoe een mens
in paniek zijn toevlucht
kan nemen.
Plotseling sprong hij als
een tijger naar de tafel en
graaide naar zijn glas
Vermoedelijk was het zijn
bedoeling om te zeggen:
„Mijne heren, ik breng een
dronk uit op onze geachte
jubilaris...." en dat voor
een speech tè laten door
gaan.
Dat is niet helemaal net
jes! De consumpties wer
den door de directie be
taald en nu willen we he
lemaal niet met het kapi
taal heulen, maar als je
betaalt, mag je toch zelf
wel uitmaken, op wiens
heil het vocht vergoten zal
wórden.
Maar die heer met her
sens kwam zover niet
eens. Hij had zijn glas om-
gebibberd en als kegels
voor de bal gingen er nog
een stuk of vijf.
Voor de ober was 't een
klein incident. Hij veegde
de plas weg en bracht
nieuwe, volle glaasjes.
Toen zei de directeur:
„Noueh nog één spre
ker geloof ikhè?"
Wie een beetje gevoel
heeft voor de tragedies de
zer wereld begriipt 't wel.
't Zal nog maanden duren,
eer hij er overheen is.