Levensloop van nieuwe ministers Scheep Er huizen heel wat slangen in WOENSDAG 10 OKTOBER DE LEIDSE COURANT PAGINA 2 MEJ. DR. M. A. M. KLOMPé. (K.V.P.) DE SAMENSTELLING van het nieu we kabinet heeft wel heel veel tijd gevergd, maar voor de vrouwenbe weging in Nederland betekent het een mijlpaal, want voor de eerste maal in de geschiedenis van ons va derland zal een vrouw als minister optreden. Mej. dr. M. A. M. Klompé, die de portefeuille van Maatschappelijk Werk gaat beheren, is bekend als lid van de Tweede Kamer en geniet sinds haar benoeming tot Nederlands gedelegeerde in de Raadgevende Raad van Europa in 1950 ook een inter nationale reputatie. Mej. Klompé, die 44 jaar is, werd te Arnhem geboren en studeerde wis- en natuurkunde aan de universiteit te Utrecht Zij promoveerde in 1941 en werd lerares aan het lyceum „Ma ter Dei" te Nijmegen, waar zij na tuur. en scheikunde doceerde. In haar woonplaats Arnhem stelde zij haar gaven in dienst van het ver zet en trad na de oorlog op de voor grond als oprichtster en presidente van de U.V.V. te Arnhem. Haar orga nisatorische gaven kwamen ten goe de aan diverse vrouwenorganisaties. In 1948 werd mej. Klompé gekozen als lid van de Tweede Kamer voor de K.V.P. Haar intrede in de politiek Droog weer In die afgelopen 24 uur is de lucht druk overal in onze omgeving belang rijk gestegen, met het gevolg, dat ons land zich vandaag midden in een ge bied van hoge luchtdruk 'bevond. De hoogste barometerstanden werden aangetroffen in Midden-Engeland en in Oost-Duitsland. In het hogedruk- gdbied kwam op de meeste plaatsen weinig bewolking voor. De mini mumtemperaturen waren daarom laag. Zelfs in Frankrijk werd plaat selijk 1 of 2 graden vorst gemeten. In een groot deel van ons bleef van nacht nog veel bewolking hangen. Al leen in het oosten klaarde het op, maar daar ontstond in de loop van de nacht mist. De laagste temperatuur, die op onze waarnemingsstations werd gemeten, was 4 graden. Ten noorden van het hogedrukgebied tref fen we over IJsland en Noord-Scan dinavië een krachtige westelijke luchtstroming aan, waarin depressie naar die Noordelijke LJszee bewegen. De fronten van deze storingen reiken tot het noorden van de Noordzee, maar zullen het weer in ons land niet beïnvloeden. We kunnen daaroon ook morgen rustig en droog weer ver- i wachten. In de komende nacht kan tijdens langdurige opklaringen plaat- ii selijk lichte nachtvorst voorkomen. Het weer in Europa STOCKHOLM geheel bew. 8 C OSLO nevel 11 KOPENHAGEN mist 12 ABERDEEN mist 15 LONDEN mist 14 AMSTERDAM zwaar bew. 14 LUXEMBURG zwaar bew. 12 PARIJS ojnbew. 14 BORDEAUX onbew. 16 GRENOBLE nevel 13 NICE lichit bew. 19 BERLIJN nevel 11 FRANKFORT nevel 9 MüNQHEN nevel 9 ZüRICH mist 9 GENèVE nevel 10 LOCARNO onbew. 15 WENEN zwaar bew. 12 INNSBRUCK nevel 11 ROME zwaar bew. 18 AJACCK) onbew. 19 MALLORCA zwaar bew. 19 POTLOOD en GEEST No. 511. Horizontaal: 1. metalen hoofddeksel, 4. kasteel, 7. vaartuig, 8. republiek in Z.-Amerika, 9. dam langs een water, 11. boogvormig ver siersel boven deuren, ramen en kas ten, 14. dorpje onder de Drentse gem. Vries, 15. bekend Frans bacte rioloog, 19. oorlogsgod, 20. wang, 21. slaapt men op, 22. vaste bodem, 23. sluw. Verticaal: 1. gem. in N.Brab., 2. rups, made, 3. jongensnaam, 5. te genstelling van vroeg, 6. twijg, 9. knokkel, 10. woedend, 12. lied, 13. rivier in Zwitserland, 15. langwer pig blok hout, 16. teken, 17. ontgon nen land, 18. welgevormd. Oplossing morgenavond. Oplossing no. 510. Horizontaal: 1. lork, 4. dn, 6. Nero, 7. voor, 9. en, 10. ego, 12. o.e., 13. waardoor 16. km, 17. Rr, 19. noodzaak, 22. Ao, 23. neo, 24. de, 25. hond, 27. Roer, 29. To, 30. Eger. Verticaal: 1. Lena, 2. o.r., 3. Roer mond, 4. do, 5. Noor, 6. Newa, 7. voorzorg, 8. re, 11. Gd, 14. ako, 15. ora, 18. aker, 19. noot, 20. de, 21. ader, 22. ah, 26. no, 28. o.e. had zij reeds eerder gedaan, want voor zij lid van de Tweede Kamer werd vertegenwoordigde zij ons land al bij die Verenigde Naties. Haar werkzaamheid bij dat orgaan lag hoofdzakelijk op sociaal terrein. In de vele redevoeringen, welke mej. Klompé hield, heeft zij zich doen kennen als een voorvechtster van de Europese samenwerking. Als enig vrouwelijk lid van de Nederlandse delegatie in Straatsburg heeft zij in ternationale reputatie gekregen. Zij staat 'bekend als een innemende, gees tige vrouw, die hard werkt. In Ne derland heeft zij door haar vele spreekbeurten voor vrouwenorganisa ties ook 'bij de vrouwenbeweging het begrip voor de Europese samenwer king doen groeien. H. J. HDFSTRA (P.v.d.A.). BIJ DE NIEUWELINGEN achter de regeringstafel bevindt zich ook de heer H. J. Hofstra, die financiën gaat beheren. De heer Hofstra, die 52 jaar is, deed in 1922 te Den Haag eind examen H.B.S. en een jaar later het eerste deel van het notarieel examen en het examen voor surnumeriar bij de belastingdienst. In 1926 deed hij het vakexamen van de belasting dienst. In 1928 werd hij adjunct-nn- specteur en in 1931 inspecteur bij de belastingen. Van 1939 tot 1946 was de heer Hofstra beiastingconsiu'lentt te Rotterdam. Momenteel is hij directeur van de Centrale Arbeidsverzekerings- bank N.V. en de N.V. Centrale Al gemene Verzekeringsimij. In 1945 deed de heer Hofstra zijn intrede als lid van de Tweede Kamer voor de P.v.d-A. MR. A. A. M. STRUYCKEN (K.V.P.). DE DERDE NIEUWE MINISTER is mr. Antonius A. M. Struycken van de K.V.P., die vice-premier en minis ter van binnenlandse zaken wordt. Mr. Struycken, een goede vijftiger, werd in Breda geboren. Hij is de zoon van dr. A. Struycken, arts te Breda en ere-doctor van de Leidse univer siteit. De nieuwe minister begon zijn loop baan als advocaat en procureur in Breda. In Breda was hij enige tijd wethouder voor de 'bedrijven. In 1941 kreeg de heer Struycken de leiding van de sociale dienst van de Holland se Kunstzijde Unie. Na de bevrijding van Breda had hij de leiding van de evacuatie-dienst en was tevens wethouder van financiën. Vam juli 1950 tot maart 1951 was mr. Struycken reeds minister (justi tie). Daarna werd hij gouverneur van de Nederlandse Antillen. In het voor. jaar 1956 kwaim hij naar Nederland in verband met een conflict met de minister-president van de Antillen, maar dit conflict werd bijgelegd, zo dat de geruchten ovèr zijn aftreden te vroeg waren gekomen. Minister Beel bemiddelde in dit conflict. De 'heer Struycken is enige tijd lid van Provinciale Staten van Noord- Brabant geweest en was gedurende de Duitse bezetting twee jaar gijze laar in het kamp van St. Michiels gestel. PROF. DR. I. SAMKALDEN (P. v. d. A.) HET VIERDE NIEUWE GEZICHT in het nieuwe kabinet is prof. dr. I. Samkalden, die 48 jaar oud is en te Leiden Indologie studeerde. Hij pro moveerde in de rechtsgeleerdheid op een Indisch staatsrechtelijk onder werp. Van 1938 af tot 1946 was hij verbonden aan het binnenlands be stuur in Indië. Na zijn repatriëring was de nieuwe minister van justitie enige tijd gede tacheerd op het ministerie van Over zeese Gebiedsdelen. In 1947 werd hij assistent in het staatsrecht te Leiden en een jaar later werd hij benoemd tot hoofd van de afdeling juridische zaken van het departement van land bouw. Sinds 1952 was hij hoogleraar te Wageningen (rechts- en staatswe tenschappen). MR. J. M. J. TH. CALS (K.V.P.) O. K. EN W. ZAL OOK in de ko mende periode beheerd worden door minister J. M. J. Th. Cals, die in 1952 deze portefeuille overnam van minis ter Rutten. Hij was sinds '52 reeds staatssecrataris van het departement van O. K. en W. Mr. Cals, die 42 jaar is, werd in Roermond geboren en studeerde rechten in Nijmegen. Hij was te Nij megen advocaat en procureur. In 1948 deed hij zijn intrede in de Twee de Kamer. IR. H. B. J. WITTE (K.V.P.) IR. H. B. J. WITTE keert terug op het ministerie van Volkshuisvesting en Wederopbouw. Deze minister, die thans 47 jaar is, werd geboren te Harlingen en studeerde aan de Tech nische Hogeschool te Delft. Vóór zijn ministersbenoeming was hij burge meester van Bergen op Zoom. MR. J. M. A. H. LUNS. (K.V.P.) MR. J. M. A. H LUNS, die als mi nister zonder portefeuille het departe ment van buitenlandse zaken deelde met mr. Be ijen, keert op dit depar tement terug als enige bewindsman. De heer Luns, die lid is van de K.V.P. is 45 jaar en studeerde rech- deed doctoraal examen in Amster- ten aan de Leidse Universiteit. Hij deed doctoraal examen in Amster dam, waar hij ook zijn gymnasiale opleiding had gekregen aan het Sint. Ignatiuscollege. Hij volgde cursus sen in diverse Europese hoofdsteden en was gezantschaps-attaché in Bern en Lissabon. Tot zijn eerste ministers benoeming in 1952 was hij verbon den aan de Nederlandse vertegen woordiging bij de Verenigde Naties. DR. W. DREES (P. v. d. A.) TWEE MINISTERS IN HET NIEU WE KABINET hebben sinds de be vrijding een ministerspost bekleed. Dr. W. Drees is voor de vierde maal minister-president. Dr. Drees begon zijn politieke loopbaan in de Haagse gemeenteraad en in de Provinciale Staten van Zuid Holland. Hij was vele jaren wethou der in Den Haag en kwam in 1933 voor het eerst in de Tweede Kamer. Na de oorlog, tijdens welke hij ge ïnterneerd was te Buchenwald en St. Michielsgestel, werd hij minister van Sociale Zaken. Van de Economische Hogeschool in Den Haag ontving hij het ere-doctoraat. De minister-presi dent is 70 jaar. J. G. SUURHOF (P. v. d. A.) MINISTER J. G. SUURHOFF, die te rugkeert op het ministerie van So ciale Zaken, is 51 jaar. Hij legde in 1952 zijn functie van tweede-voorzit ter van het N.V.V. neer, om minister Joekes op te volgen. Minister Suur- hoff, die te Amsterdam werd gebo ren, kwam na een administratieve loopbaan in de vakbeweging en werd van daaruit gekozen tot kamerlid (1939). IR. S. L. MANSHOLT (P. v. d. A.) DE TWEEDE MINISTER, die sinds de bevrijding in alle kabinetten ver tegenwoordigd was, is de heer S. L. Mansholt, die 48 jaar is. Minister Mansholt beheerde steeds de porte feuille van landbouw. Hij studeerde aan de Middelbare Koloniale Land bouwschool te Deventer en werkte twee jaar in Indonesië. Daarna ves tigde hij zich op een boerderij in dfe Wieringermeer. Minister Mansholt was candidaat voor die post van secretaris-generaal van de Wereldvoedselorganisatie van de V.N., maar behaalde niet voldoen de stemmen voor een benoeming. MR. J. ALGERA (AJt.) MR. J. ALGERA, 54 JAAR OUD, die Verkeer en Waterstaat gaat beheren, studeerde te Leeuwarden aan de H.B.S. en in Groningen aan de uni versiteit. Hij was ambtenaar bij de prov. griffie in Leeuwarden, lid van de gemeenteraad van Leeuwarden, na de bevrijding waarnemend burge meester van de Friese hoofdstad, lid van Ged. Staten en van 1937 af lid van de Tweede Kamer. In 1952 werd hij minister. PROF. DR. J. ZIJLSTRA (AJL). PROF. DR. J. ZIJLSTRA IS DE DERDE FRIES in het nieuwe kabinet Hij werd geboren in Oosterbierum en studeerde aan de Econ. Hogeschool te R'dam. Na zijn studie was hy enige tyd hoogleraar aan de vrije Univer siteit te Amsterdam. In 1952 werd hij voor de eerste maal minister van Eco nomische Zaken. Hij was toen 33 jaar en de jongste minister welke laatste titel in het nieuwe kabinet eveneens geprolongeerd wordt. IR. C. STAF (C.H.) IR. C. STAF, DIE IN 1951 de porte feuille van Oorlog en Marine aan vaardde, keert terug op zijn oude zetel. Hij is 51 jaar en wordt voor de derde maal minister. Ir. Staf studeerde aan de Land bouw Hogeschool te Wageningen en vertoefde na zijn studie enige jaren in het buitenland. Later was hij ver bonden aan de Ned. Heide Mij., waar hij tenslotte de functie bekleedde van president-directeur. Voor ir. Staf naar „oorlog" ging, was hij directeur-gene raal van de landbouw. Wilt U iets weten? Vraag P. W.: Ten behoeve van een derde stel ik u de volgende vraag. X. heeft al 25 jaar een stuk tuinland in huur, doch zonder huurcontract. Nu heeft de eigenaar dat land verkocht aan een ander. Hoelang heeft X nog recht op het genot van dat land. Antwoord: het gaat hier over huur van land, dus over pacht. En aange zien pachtcontracten onderhevig zijn aan de Grondkamer-controle, deze voorts zorgen voor goede pachtver- houdingen, zodat niet naar willekeur pachtcontracten in het nadeel van de pachter worden geformuleerd, advi seren wij u de aangelegenheid voor te leggen aan deze Grondkamer. Deze zal, kennis genomen hebbende van de feitelijke verhoudingen, het beste over de situatie kunnen oordelen. De vraag hoe lang X nog het genot van Jllccol>l_ „r„.1.-jr ).,T1V de pacht zal hebben, zal dus op grond (jan wei ios_ Vervolgens goed naspoe- van het oordeel der Grondkamer en evt. van de Pachtkamer worden be slist. Vraag G. J. W.: Hoe moet men maiskolven behandelen. Antwoord: allereerst moet de mais rijp geoogst worden, d.w.z. plukrijp, zodat de korrels niet uitvallen, maar ook niet inschrompelen als ze te on rijp geoogst worden. Dit moet ge schieden zoals de boer met zijn voe- dermais doet. Ook de bewaring moet geschieden als de landbouwer dit toe past. n.l. goed winddroog. Voor U wordt dit wat moeilijker, omdat u de schutbladen en de stengel er aan moet laten zitten, wat het drogen bemoeilijkt. Wij raden u aan, de schutbladen direct na de oogst al te rug te slaan, zoals ze later ook als droogboeket dienst doen. Dit zal het drogen bespoedigen. Laat ze vooral goed winddroog worden, want anders gaan ze onherroepelijk schimmelen, bv. onder een afdak goed in de wind. Pas als ze goed winddroog zijn, zodat de vliezen dan ook werkelijk vlies achtig aanvoelen en rammelen, mo gen de kolven in huis gebracht wor den. Vraag Ph. J. L. Hoe oud wordt de bruine en zwarte rat? Is die bruine rat afkomstig uit Amerika en hoeveel jongen werpt zij per jaar? Antwoord. De bruine rat of ri- oolrat heeft jaarlijks 27 worpen van 520 jongen, die na een draag tijd van 4 weken worden geboren. Levensduur 3 tot 4 jaar. De zwarte rat of huisrat heeft jaarlijks 23 worpen van 420 jongen. Deze wordt 6—8 jaar. Oorspronkelijk uit Azië afkomstig is ze via het scheep vaartverkeer naar Europa gekomen. Het is niet bekend of de bruine rat van Amerikaanse afkomst is. Vraag M. Th. v. V. Is er een boek in de handel, waarin de taak van een secretaresse uitvoerig wordt beschreven en behandeld? Zo ja, hoe luidt de titel en wie is de samen steller? Antwoord. Ja, „De Secretares se", door Haitsma. Vraag C. E. J1) Bestaat er een officieël diploma als machineschrij ver? Antwoord. Neen, v.z.v. aas be kend bestaat dit diploma (nog) niet. 2) Ketelsteen verwijdert men door de ketel te vullen met azijn, waar aan een handvol zout is toegevoegd en dit aan de kook te brengen. In de meeste gevallen laat het ketelsteen len met kokend water, liefst borste len. Vraag: Afdanken oliekachel, waar voor geen pit meer is te verkrijgen? Antwoord: U kunt het beste de fa briek van de door u gekochte olie kachel aanschrijven. Uw leverancier zal u graag het adres van deze fa briek geven. NIET BEZORGING Bij eventuele NIET BEZORGING van De Leidse Courant gelieve U te lefonisch te reclameren alleen num mer 20935 tot 19.00 uur (7 uur). Zaterdag 17 uur (5 uur). Wij kunnen dan alsnog trachten U een exemplaar te doen toekomen. DE ADMINISTRATIE. SPORT GEERTJE WIELEMA WENDDE ZICH TOT HET NOC. Naar bekend is Geertje Wielema van de Hilversumse zwemclub op genomen in de olympische ploeg voor Melbourne, waarbij zij inge schreven staat voor de 100 m. vrije slag. Geertje Wielema heeft enkele weken geleden tijdens de nationale kampioenschappen ook een poging gedaan om voor de 100 meter rug slag in aanmerking te komen, maar werd daarbij verslagen door Jopie van Alphen, Joke de Korte en Lenie de Nijs. Later bleek, dat Lenie de Nijs toentertijd nog niet de voorge schreven inentingen had gehad. Geertje Wielema evenwel had zich daar aan onderworpen en zij stond op het standpunt, dat de selectie voor de 100 meter rugslag daardoor niet een stryd was geweest met ge lijke kansen. Zij heeft zich toen tot de sportcommissie en het bestuur van de KNZB gewend met het ver zoek een nieuwe kans te krijgen om op de 100 meter rugslag uit te ko men. De KNZB voelt hier niets voor en thans heeft de Hilversumse zwemster zich tot het Nederlandsch Olympisch Comité gewend met een zelfde verzoek. Naar wij van de zijde van het NOC vernemen zal het bestuur zich nader over dit verzoek van Geertje Wiele ma beraden. VERBOND VOOR VEILIG VERKEER Kruising voorr&ngs- weg met een weg welke geen voorrang GEVAAR LIJKT ERGER DAN HET IS Er bestaat onder de immigranten ||||||||||||||I|||||||||||| een onwetendheid omtrent het slan- gegevaar in Australië, welke hun enerzijds angsten bezorgt doch ander zijds de gevaren niet of onvoldoende doet onderkennen. Want, gevaren zijn er beslist, al j zijn die dan ook minder groot dan sommigen in overdreven angst wel menen. Het is mij al vaker overkomen, dat pas gearriveerde immigranten ver klaarden bang te zijn om des avonds te gaan slapen, vanwege de vergif tige spinnen en slangen, welke in hun verblijfplaats zouden rondwaren. En inderdaad, men kan soms ver bazend grote spinnen, welke de nieu welingen angsten bezorgen en de vrouwen gillend op de vlucht doen slaan, tegen de muren zien opklim men. Slangen kruipen weliswaar minder vaak rond, althans niet in de wonin gen al is zulks ook weer geen zeld1- zaamheid en behoeft men daarvoor heus niet in het achterland van Aus tralië te wonen. Het komt wel voor dat in dicht bewoonde gedeelten rond de grote steden, uiterst gevaarlijke slangen worden gevangen, in sommige ge vallen nadat zij eerst haar dodelijk werk hebben gedaan. Slangen voor genoegen. Daar zijn mensen, die uit louter genoegen slangen houden. Natuur lijk: ongevaarlijke, hoewel er ook lieden zijn, die een sportief genoe gen zien in 't behandelen van uiterst vergiftige exemplaren. Vlakbij Mel bourne bijvoorbeeld woont een man, die uit pure liefhebberij zich met slangen bezig houdt. Hij ving vlak bij een postkantoor 'n uiterst gevaarlijke „tijgerslang". „Daar zijn er hier genoeg in de buurt", zo verklaarde hij. De praktijk leert dat hij gelijk heeft. Niet ver bij mijn woning vandaan glipte onlangs een giftige slang on der de kap van een naaimachine, toen de huismoeder die oppakte. Het duurde twee dagen alvorens de slang onder het huis was gevangen. In het achterland van Australië heb ik al vaak boeren met een ge weer jacht zien maken op een slang. De kat op slangenjacht. Ook de slang heeft haar natuur lijke belagers; daar zijn zelfs katten die op haar loeren. Mr. Dods in Glen Innes is op zijn boerderij in het bezit van een kat, die in „jonger dagen" begon met de strijd aan te binden tegen slangen van tien tot achttien centimeter leng te, doch bij het ouder worden niet terug deinsde voor een exemplaar „Ik heb je" lacht de kookaburra, n die zo'n hapje niet versmaadt. lilliil!llllllllllllllllll!lllllllllllll!!ll!lll!llllllllllllll!l!ll!ll!lllllllilllllll|]|j|||||||||i|||||||||||||||j||l!||||||||||||||||l!|||||||||||||||||||]|||j|||||||||||||||||||||!ll|||||||||||||{y( van ruim een meter. Maar het pakte op zekere dag slecht voor haar uit; een slang beet haar waardoor zij blind werd. In Mackay (Queensland) houdt Ram Chandra zich bezig met het „melken" van slangen en hij leverde in een jaar tijds twee gram ver droogd vergif aan het regeringslabo ratorium. De Australische jeugd onderkent in het algemeen wel de gevaren van slangen en weet daarmee om te gaan; op een sdhooltentoonstelling zag ik dezer dagen een knaapje met een le vende slang om z'n schouders. Na tuurlijk een ongevaarlijke. Dit zijn dan wat algemeenheden over de slangen in Australië, doch er is reden om meer in het bijzonder jegens de immigranten en het slan gengevaar iets te zeggen. Uit de hiervoor vermelde voorbeel den moge alvast blijken, dat men die reptielen soms dicht bij huis kan aan treffen en het dus allerminst een pri vilege van „the bush" kan worden ge noemd! Dit brengt met zich mede, dat waar men ook moge wonen altijd nodige voorzichtigheid moet wor den betracht, hetgeen uiteraard in de verre buitenwijken harder nodig dan in het hartje van Sydney of Melbourne. Er moge evenwel meteen bij wor den opgemerkt, dat men zich geen ?T te grote angsten moet maken over dat slangengevaar in Australië; eers tens maken de meeste slangen wel dat ze weg komen indien ze iemand horen en verder is een slang in of bij een huis nu geen alledaagse gebeur tenis. Alleen de tijgerslangen vallen aan, indien ge wat dicht in haar nabij heid komt. De zorgelozen. Anderzijds kan men soms stom ver baasd staan, hoe onverantwoordelijk juist gearriveerde immigranten wan delingen ondernemen door hoog gras; langs kreken en beken of be groeide rotsen beklimmen. Zeker niet in een warmer tijd van het jaar, wanneer de slangen dus uit haar winterslaap zijn ontwaakt, zal een Australiër zich op dergel like plaatsen begeven, behoudens can met grote voorzichtigheid, omdat uit het verborgene een slang tevoorschijn kan schieten en minder prettige ver- rassingen bereiden. Meestal onbewust vnn de grote ge varen, wandelen kinderen, doch ook wel volwassen immigranten in die plaatsen, waar de landsbewoners zich niet zullen begeven. Vandaar dat een ernstige waar schuwing aan het adres van de „nieu welingen" voor dit land, noodzake lijk is. Degenen die in de winter hier arri veren, hebben nog even tijd om wat „gevaar-wijsheid" op te doen, doch andieren stappen daar middenin! "Want al is Australië nu niet dirict overstroomd van slangen en giftige spinnen, daar zijn er toch genoeg om het onderkennen van die gevaren noodzakelijk te maken. Van de ruim 2000 verschillende soorten slangen welke over de aard bodem rondkruipen, bevinden er zich ongeveer 150 in Australië. Ze zijn weliswaar niet allen giftig, doch dat kan men niet zo gauw vragen of haar aanzien als de kans bestaat te worden gebeten. En gebeurt zulks, dan is het enige redmiddel: de wond flink open»snij den; het liohaamdsdeel afbinden en zien bij een dokter te komen, hetgeen in het achterland nog niet zon' een voudige opgave is. Men kan soms en 'bijzonder op de weekeinden een auto in pijlsnelle vaart over een weg zien stuiven, vaak een door een giftig dier gebeten kind naar dokter of ziekenhuis vervoerend. Doch bij een beet van de „dodelijke adder", die 50 procent vergif inspuit, kan de dood wel in één minuut volgen. Een tijgerslang heeft 38 procent vergif, daarna volgt de bruine slang met 18 procent. Bedreiging onder water. Er zijn weinig emigranten die we ten, of althans onderkennen, het ge vaar dat door de slangen in het water schuilt. Daar zijn 19 soorten zeeslangen, allen vergiftig, zodat 'bij het zwem men voorzichtigheid is geboden, al komen die slangen gewoonlijk niets zo dicht onder de kust. Doch wel heb ik in kristalheldere bergbeekjes heel dikwijls slangen zien kruisen, welke men beter uit de weg kan blijven. Zodat bij het maken van uitstapjes door bossen of bergen, niet al te spoedig kousen en schoenen uitgetrokken moeten wor den om „pootje te baden". In het noordelijk deel van Austra lië bevinden zich bergslangen, een soort van de gevaarlijke pythons, welke soms een lengte van drie me ter hebben. Na dit alles moge het duidelijk zijn, dat geen overdreven verhalen verteld behoeven te worden omtrent de „slangen in Australië", doch te vens, dat de Nederlandse emigrant zich wel Op de hoogte mag stellen van hetgeen in z'n nieuwe vaderland alzo aanwezig is. Dan zal hij even eens ontdekken, dat de meeste van die enorme spinnen minder gevaar lijk zijn dan bijvoorbeeld de heel kleine spinnetjes met een rode stip op de rug; de z.g. „red backs". Doch voordat hij zover is, dat hij alle ge varen weet te onderscheiden, zal enze emigrant verstandig doen om grote voorzichtigheid in acht te ne men en zich realiseren dat hij in een Hollands korenveld of „hooiland" niet zulke risico's loopt, als in het hoge gras in het achtertuintje van zijn woning in Australië. En ook een gewaarschuwd emi grant telt voor twee.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 2