Goudzoekers vonden in Californie niet veel meer dan teleurstelling HET DRAMA VAN 1848 Eén vrouw ontketende een massale hebzucht Er is toch nog wel nieuws onder de zon Een miljoenenstad dreigt te verstikken VRIJDAG 5 OKTOBER 1956 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 Eén vrouw was er de oorzaak van, dat Californië werd overstroomd met goudzoekers. Omdat zij geen geheim kon bewaren haastte zich een stroom van gelukzoekers, deels over zee, deels over land naar de ravijnen en canyons, waar goudklompen voor het oprapen lagen. De bergen werden gevuld met rumoerige kampen, met wonderlijke lieden als uit een middel eeuwse carnaval; San Francisco werd plotseling een kleine wereldstad vol boosheid, weelde en kracht, en Californië was onverwachts van een sla perige, romantische samenleving van Spaans-Amerikaanse boeren in een dichtbevolkte Angelsaksische wereld veranderd. De geschiedenis leert ons niet hoe de naam van deze vrouw was, maar zij heeft 't geheim van het blinkende, het koortsopwekkende goud, door verteld, zodat op een kwade dag iemand door de straten van San Francisco rende met de kreet: Goud!, goud langs de Amerikaanse rivier! Wat moet de avonturier Sutter, een Zwitser van geiboorté, gedacht hebben, toen hij zijn zorgvuldig bewaard geheim zo gauw over de gehele aardbodem verspreid zag. In 1839 was hij, met een aantal kornui ten, met twee schoeners de Sacra- mento-rivier opgezeild. Californië was nog niet veel meer dan een onherbergzame wildernis. San Francisco was een onogelijke nederzetting. Een handjevol kolonis ten bewerkte het land en er waren een paar Spaanse missieposten. Sutter meende dat hij hier zijn omzwervingen over de wereld wel kon beëindigen. Hij vestigde zich op de plaats, die nu Sacramento heet. En hier in de buurt werd door zijn handlanger Marshall de vondst ge daan, die het begin werd van een bont drama, dat het aanschijn van dit gebied veranderde. Aan de oever van de Amerikaan se rivier sloot Sutter een contract met Marshall, die het timmervak verstond, om een houtzaagmolen te bouwen. Op 24 januari 1848 vond Marshall bij het aanleggen van een dam, die het water voor de water molen moest pstuwen, een stukje metaal, dat tot grote opwinding van alle aanwezigen niet minder dan het edele metaal goud .bleek te zijn. Sutter moet zijn mannen ernstig aangekeken hebben. Hij verzamelde alle mensen van zijn nederzetting en beloofde hen een hemel op aarde, indien zij hun mond konden houden. „En de man, die zijn mönd voorbij praat, zal ik de echte hemel laten zien". Maar er was een vrouwelijke kok op de molen, die het een onmense lijke eis vond haar mond te moeten houden, als er zo'n kostelijk nieuw tje op brandde. Het was er uit voor zij er erg in had en sneller dan de telegraaf het nieuws kon verspreiden wist de wereld, dat er in Californië iets te halen was. Het ontketende de dwaze wed loop, die te wijten was aan het ge- Dit is een afdruk van een kaart, die door de goudzoekers naar huis werd gestuurd. U ziet alle naties in de meest vreemdsoortige vaartuigen verenigd. brek waar de mens onder gebukt gaat: de hebzucht. De eerste pioniers, die in de Sierra Nevada aankwamen vonden dikwijls eën fabelachtig fortuin. Het verhaal van hun succes deed nóg meer avon turiers hun have en goed verkopen om de overtocht naar Californië te kunnen betalen. De rederijen wer den bestormd door reizigers met als bestemming het beloofde land. „Stel je voor", zo schreeuwde men elkaar opgewonden aan boord van de schepen toe, „Char les Weber, een Duits-Amerikaan- se pionier, trok naar Stanislaus en Mokeïumme en wat denk je dat hij vond". De pioniers ken den het antwoord, maar zij wil den het zo graag nog eens ho ren. „Veertig miljoen dollars aan goud". Hij hoeft zijn leven lang niet meer te werken. Waar om vaart dat schip toch niet harder? Straks is er niets meer ais wij komenEn in afwach ting van hun toekomstige for tuin dronken zij whiskey als water. Wedloop De bewoners van San Francisco waren er het eerste bij; zij werden op de voet gevolgd door de sprink hanenzwermen uit Hawaï, Oregon, Peru, Chili en Mexico. In afwachting van de duizenden Chinese jonken lag de aanvoer van nieuwe troepen uitgehongerde goud wolven enige weken stil, maar toen kwamen de Mongolen. New Yorkers en bewoners van de westelijke sta ten volgden en eindelijk arriveerden ook de gelukzoekers uit Europa. De bezetting van het grootste dra ma aller eeuwen was compleet. Een drama was het, want de ge lukzoekers vonden ellende en ont bering, en heel weinig goud. Zij hadden om te beginnen een reis doorgemaakt, die een bovenmenselijke inspanning eis te. Over land moesten de avon turiers uit het westen door de hel van de Great Plains en de zoutlanden van Utah en Nevada, belaagd door zandstormen en wraakgierige Indianen. Een rei ziger berichtte, dat de weg be zaaid lag met beenderen: de mieren en de gieren beleefden een gouden tijd. In Californië moest de goudzoeker over de woeste Siërra Nevada, geen wonder dat slechts de allersterksten het goud-paradijs konden betreden. Voor de tocht over zee werden fan tastische prijzen gevraagd, want de onafscheidelijke metgezellen van avonturiers zijn bedriegers, parasie ten en afzetters. Eén rederij heeft in een paar jaar tij ds fabelachtige sommen kunnen verdienen door de pioniers op een stuk land te plaatsen, dat duizenden kilometers van het einddoel verwij derd was. Het Panamakanaal was nog niet gegraven. Reizigers van het westen waren dus genoodzaakt drie of vier dagen door de nog niet doorgesto ken landengte van Panama te trek ken. Menig gelukzoeker betaalde zijn y'dele dromen met een roemloze dood ergens in het binnenland van Panama, waar wolken muskieten, dichte tropische regens, modder, ziekte en koorts de doortocht belem merden. Nog meer teleurstelling. De gelukkigen, die het gehaald hadden, wachtte in Californië nog een groter teleurstelling. De goud sprinkhanen hadden de oogst al op gevreten. Alleen de eerste gelukki gen waren snel aan een fortuintje geholpen. Want de natuur was de avonturier al voor geweest. Terwijl het goud zich oorspronkelijk alleen in aders bevond, waren in de loop der eeuwen door erosie de stukken goud losgeraakt en vermengd met zand en grind door de rivier stroom afwaarts gevoerd, waar ze tenslotte in de beddingen waren bezonken. Het goud werd maand na maand moeilijker bereikbaar. Van 's mor gens vroeg tot 's avonds laat stonden de ongelukkigen in de grond te hak ken. Daarna begon men met het zui veren van het mengsel; door de pri mitieve methodes en de werktuigen zo'n gruwelijk lange bezigheid, dat men het zout in de pap niet ver diende. En 's avonds viel de arme goudzoeker als een blok op zijn krib om de andere dag opnieuw zijn il lusies in rook te zien omgaan. Toen de goudzoekers met hun hart vol hoop naar Californië vertrokken zongen zij een lied, dat ieder nu nog wel kent: O Suzanna, o huil toch niet om mij want ik ga naar Californië met de goud-wasschaal opzij. O Suzanna, in het land waar wij naar gaan, daar wordt het goud zo opgeschept hoef je niet gebukt te staan. Maar zij moesten wèl gebukt staan en zij verdienden een kariger loon, dan zij thuis op het land of in de timmerwinkel verdienden. Al spoedig klonk de droeve klacht: Vier jaar geleden kwam ik in dit land op zoek naar goud, tussen de rot sen in het zand, en nog ben ik arm, het is niet gelogen o land van goud, je hebt me be drogen. Misdaad was aan de orde van de HUIL TOCH NIET SUZANNA dag. Bloed en gemorste rum door drenkte de grond van Californië. Openbare festijnen in dit land van ruwaards waren honden- en stieren gevechten en executie van misdadi gers. Maar de meeste misdadigers werden illegaal van kant gemaakt. In 1855 werden er 74 misdadigers ge lyncht. In 1860 was het drama ten einde. Het doek werd neergelaten door een stel kapitaalkrachtige ondernemin gen, die de ontginning ter hand na men. Het avontuur, dat honderddui zenden het leven had gekost en dui zenden oud voor hun tijd, slechts spijt en wroeging had overgelaten, was ten einde. De decorstukken bleven jaren staan; jarenlang lagen er aan de rivieren dorpen en kampementen spookachtig en stil. De kreet „goud" werd niet meer gehoord, en iedereen was de kweb belzieke vrouw vergeten, die het zinloze avontuur had ontketend. „Margriet" bet frisse blad van déze tijd, telt reeds jarenlang bet grootste aantal lezeressen. Géén wonderieder jaar voegen de jongeren zich erbij wantMargrietis véél gezelliger! (Advertentie) Twee nieuwe planeten erbij Ook vlak bij huis doet de sterren kunde tegenwoordig nog ontdekkin gen. Reeds dringen de sterkste tele scopen ter wereld (die van Mount Palomar in Californië) door tot plaatsen, die 300 millioen lichtjaren van ons verwijderd zijn en nog steeds worden in ons eigen zonnestelsel astronomisch gesproken naast de deur dus nieuwe ontdekkingen gedaan. Daar is bijvoorbeeld de waarneming, door dr. Nicholson van de Mount Wilson-sterrenwacht, even eens in Californië, van Jupiter's twaalfde maan. Kortgeleden is deze satelliet, die het dozijn volmaakt, voor het eerst gezien. Sensationeler echter nog is de ont dekking van een Italiaanse sterren kundige. Prof. R. Bendani, van het observatorium te Faenza, heeft kort geleden ons zonnestelsel uitgebreid met vier tot voorheen onbekende planeten. Men kent de namen der r.egen bekende (van de zon af:) Mer- curius, Venüs, aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus en Plu- Het goud heeft mij bedrogen! Zo werkten de goudzoekers van de vroe ge moren tot de late avond voor een karig loon. De harde grond van Californië gaf zijn schatten moeilijk Prijs. (Tekening: Agnes Eenhuizen). to. De laatstgenoemde bevindt zich ongeveer zes milliard kilometer van de zon, veertig keer zo ver dus als de aarde. De „vier planeten van Bendani" echter beschrijven banen die nog buiten die van Pluto liggen en de buitenste van deze vier zou dus plus minus 90 milliard kilometer van de zon verwijderd zijn. Dat betekent, dat het zonlicht meer dan een etmaal onderweg is voordat het deze planeet bereikt terwijl licht zich voortplant met een snel heid van 300.000 kilometer per se conde. Overigens zou men op deze planeet de zon slechts als een klein lichtpuntje zien: de middellijn er van lijkt ginds 200 maal zo klein als wij haar van de aarde af zien en warmte geeft; de zon op die afstand al evenmin. Een lang jaar! Ons voorstellingsvermogen schiet tekort om ons rekenschap te geven van een dergelijke afstand en even min kunnen wij ons indenken, wat het zou betekenen te leven als daar leven mogelijk was op een planeet die 2865 jaar nodig heeft voor één omloop om de zon. Dat be tekent dus, dat zij pas nu is terug gekeerd op de plaats die zij ook in nam ongeveer anderhalve eeuw voor de stichting van Rome (nu even aangenomen dat de zon zelf niet zou bewegen) De omlooptijden van de drie andere planeten van Bendani bedragen 385, 782 en 1357 jaar en zij bevinden zich op resp. zeven, twaalf en achttien milliard kilometer van onze dag-ster Maar het verbluffendste van de hele ontdekking is wellicht, dat zij niet is geschied aan de kijker in Faenza mist men daartoe voldoende sterke telescopen doch in de stu deerkamer! Bendani heeft namelijk het bestaan van deze planeten uit gerekend. Men doet zoiets aan de hand van waargenomen storingen in de banen van andere planeten. Wanneer een hemellichaam een baan beschrijft, die bijvoorbeeld niet zuiver elliptisch is, dan is het mogelijk, langs wiskundi ge weg de oorzaak der storing op te sporen. En het rekenwerk kan wor den beloond met een optische waar neming die de juistheid er van be vestigt. Voor wie zulks ongeloofwaardig voorkomt, zij herinnerd aan de pres tatie van de Fransman Leverrier. in het midden van de vorige eeuw. Zoe kend naar de oorzaak van storende invloeden op de baan van Uranus, berekende hij in 1846 de baan van een nog niet ontdekte planeet, die volgens hem de veroorzaker van deze storingen moest zijn. Inderdaad is korte tijd later te Berlijn een pla neet ontdekt in dat deel van de he mel waar zij volgens Leverrier's be rekeningen moest staan en haar baan bleek te kloppen met hetgeen de Fransman had voorspeld. Het was de planeet Neptunus. S. TELL A RING VAN RANDSTEDEN Nederland heeft zijn grote pro bleem in het gebied van de Rand stad Holland dat overbevolkt is. Ook in het buitenland kent men echter de problemen van de steeds maar groeiende steden binnen een klein gebied. Met name Engeland heeft met deze problemen ernstig te kam pen. Wonen er in Nederland binnen het gebied Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht ca. 4 miljoen mensen, binnen het gebied van groot-Londen wonen er ca. 8,5 mil joen. En het gebied van Londen is nog kleiner dan van de Randstad Holland. Zie kaart. De bevolking van Londen neemt nog steeds toe en men moet voor deze steeds maar toenemende bevol king ruimte en werkgelegenheid vinden. Steeds meer bedrijven en in dustrieën vestigen zich in Londen en het gevolg is dat het toenemende aantal winkels, bedrijven en kanto ren steeds meer ruimte in gaat ne men en de bevolking uit de stad wordt „verdreven". Iedere dag kent Londen dan ook een kleine volks verhuizing van ca. een miljoen men sen die naar hun werk reizen. Dit geeft een zware belasting op het toch al drukke verkeer in de city. Om voldoende „lucht" te krijgen en niet te verstikken zou Londen zich eigenlijk uit moeten kunnen brei den als een olievlek. Dit is onmoge lijk daar Londen reeds nu een mon- sterstad is en een blijvende uitbrei ding van de stad economisch zeer on gewenst is. Men zocht dan ook naar andere wegen om de stad „lucht" te geven en gelijktijdig de groei van Londen te remmen. Deze plannen vonden hun uitein delijk beslag in de New Towns-wet en voorzien, naast plannen voor ande re steden, in de stichting van acht nieuwe plaatsen rondom Londen in een kring van max. 30 km. Deze af stand is voldoende om een duidelijke afscheiding met Londen te bewaren, terwijl de afstand toch ook weer niet te groot is voor de economische be drijvigheid. Bij de bouw van deze nieuwe ste den wordt gebruik gemaakt van reeds bestaande dorpen. Rond de kern van de oude plaats is men nu nieuwe ste den aan het bouwen waardoor de oorspronkelijke dorpen met hun ca. 10.000 inwoners zullen groeien tot ste den van ca. 60.000 inv/oners. Een van de nieuwe steden is Crawley dat een buurtindeling van ca. 5000 inwoners verkrijgt voorzien van winkelcentra. Iedere nieuwe stad bezit zijn eigen comité dat voor de uitvoering van de bouwplannen zorg draagt. De beno digde gelden worden door de rege ring verstrekt tegen een terugbetaling in zestig jaar. 1965 gereed zullen zijn zal een deel van de Londense bedrijven en indus- rieën worden gevestigd. Een deel van Londen gaat dus verhuizen. De be drijven die er in de nieuwe steden komen zullen zeer solide moeten zijn daar de huren van de woningen in de steden hoog zullen zijn. Deson danks blijkt de belangstelling voor de vestiging groot. 8 NIEUWE STEDEN RONDOM LONDEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 9