DE BILT was LEIDEN gunstig gezind
Verspreide regenbuien vielen
niet op 3 OCTOBER HOOGTEPUNTEN
Verzorgde optocht getuigde
van fantasie van de maker
Dit jaar een verzorgde en
f a n t a s i e-r ij k e optocht
Leidse jeugd bracht een grotere,
lichtere en verzorgdere taptoe
In een vliegmachientje op 't Schuttersveld
werd prestige van meneer stukgevlogen!
DONDERDAG 4 OKTOBER 1956
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
Over één ding kan geheel Leiden het eens zijn: de weergoden hebben de
Sleutelstad op 3 oktober niet in de steek gelaten. De aangekondigde ver
spreide buien hebben clementie voor onze stad getoond. De druppeltjes
die zo nu en dan zijn gevallen, vielen tussen de evenementen, zij konden
de pret niet drukken. Alleen het vuurwerk is gedeeltelijk in het water
gevallen.
Al met al is het weer een recht gezellige en ouderwetse drie oktober
geworden. Een feestdag, die meer en meer nationaal in het centrum van
de belangstelling geplaatst wordt. De drommen reizigers, die 's morgens
uit het station zich in zwermen oplosten in het feestrumoer, legden hiervan
getuigenis af. Ook is het ons opgevallen, dat vele oud-Leidenaars op
3 oktober een pelgrimage maken naar hun geliefde stad. De stationshal
weergalmde vroeg in de morgen van de klapzoenen en de hartelijke be
groetingen.
De Leidenaars waren als altijd
weer vroeg op de been.
De reveille wekte de burgers op
om zo gauw mogelijk de benen bui
ten bed te zwaaien en elke seconde
van dit feest te genieten. Het duurde
niet lang of men kon in de Steen
straat en Stationsweg alweer „over
de hoofden lopen".
Het straatrumoer vertoonde
mede dank zij de vele muzikanten
het bonte gewemel als van een mid
deleeuwse carnaval. De palihgverko-
pers, die „het weer voor niks gaven",
hurkten allerwege met hun glibberige
waar langs de straten. De favoriete
feestkleding voor de teenagers was
weer de spijkerbroek met de stro
hoed.
Voor wij het vergeten: weer een
complimentje voor het keurig op
treden van de Leidse politie, die dit
jaar werd geassisteerd door 40 as
piranten van de politie-school te
Wassenaar, de reserve-politie en
een eenheid van de rijkspolitie.
De gemeente-reiniging heeft een
reputatie te verliezen op het gebied
van het snel verwijderen van de
sliblaag, die de feestvreugde op de
straten achterlaat. Een blik op de
straten vanmogen overtuigde ons,
dat de dienst weer uitstekend werk
heeft gedaan.
KORAALMUZIEK
Nauwelijks was de achtste slag van
het klokkenspel van de stadhuistoren
weggestorven, of in het Van der Werf-
park werd, onder leiding van dirigent
Herman Stenz, de koraalmuziek inge
zet. De honderden zangers en zange
ressen, die zich onder het standbeeld
hadden opgesteld, werden begeleid
door twee en twintig koperblazers
van de Christelijke muziekvereniging
„Concordia".
Plechtig klonken de gezangen door
het park, dat overstroomd werd door
het nevelige licht van de vroegere
herfstmorgen. Duizende belangstel
lenden die langs het Steenschuur
een plaatsje hadden gezocht zongen
de liederen mee.
Bij de plechtgheidwaren o.m. aan
wezig brigade-generaal G. Dijkstra,
territoriaal bevelhebber West en
diens echtgenote. Voorts merkten wij
op de garnizoenscommandant, overste
Gerth van Wijk en burgemeester Van
Kinschot.
Na „Hymne" het zevende van de
acht gezangen, legde de laatste aan
de voet van het standbeeld van zijn
heldhaftige voorganger, een krans
van rode en witte bloemen, welke
krans door een lijn tot boven op de
sokkel werd gehesen.
De koraal-muzielc werd besloten
met twee strophen van het Wilhel
mus, gedirigeerd door de scheidende
dirigent Leo Mens. Toen hij het diri
geerstokje neerlegde zei hij tegen de
musici: „Dat was de laatste keer!"
De burgemeester onderhield zich eni
ge ogenblikken met de heer Mens,
waarna de genodigden zich opmaak
ten om ten stadhuize parade en dé
filé te gaan bijwonen.
HARING EN WITTEBROOD
Een half uurtje, nadat op het bor
des van het stadhuis reveille gebla
zen was, gingen de poorten van het
gerestaureerde Waaggebouw open,
om 7640 Leidenaars gelegenheid te
geven met beschubde handen te me
diteren over de hongerige voorvade
ren, die destjjds met een gemoed vol
Feest-neusen-hóedjes en mombakkes-
sen behoren tot de attributen die 3
oktober onvergetelijk kunnen maken.
dankbaarheid en een lege maag aan
vielen op het witte brood en de ha
ring.
Er heerste weer een gezellige
sfeer in het Waaggebouw. Moedige
vrouwen graaiden gedurende twee
volle uren in het koude pekelwater
naar zeebanket, terwijl hooggehoede
heren hun hoge aandacht wijdden
aan een vlot verloop van zaken.
Onder die duizenden bevond zich
één man, die we wel eens even aan
de vergetelheid mogen onttrekken.
Het was de heer D. v. Tilburg, die 71
ja'ar geleden in een Leids wiegje lag
te kraaien en 26 jaar later de wijde
wereld introk, waar hij op 3 oktober
nog dikwijls aan de Sleutelstad te
rugdacht. Ruim 45 jaar is hij niet in
zijn geboorteplaats geweest, maar nu
was hij op vacantie in de Zonneveld
straat te Leiden en hij had het zo
uitgekiend, dat hij het feest van het
ontzet kon meevieren.
Lachend nam hij zijn haring en
wittebrood in ontvangst en verzeker
de de gulle geefster: „Ze zullen me
best smaken, maar ik ben er ook he
lemaal voor uit Johannesburg in Zuid
Afrika gekomen!"
Mevrouw L. Wijling, die reeds
35 jaar lang het toezicht uitoefent
op de uitdeling van haring, had een
verrassing voor burgemeester F. H.
van Kinschot, die ook zijn jaarlijkse
portie wittebrood en zeebanket
kwam halen. In een aardige toespraak
dankte zij namens „de haring-afde
ling" de burgemeester, dat hij ieder
jaar trouw in de Waag verscheen
en zij liet het niet bij woorden,
maar bood ook een hutspot met rode
en witte dahlia's aan.
De burgemeester toonde zich dank
baar voor deze attentie en gaf de
aanvoerster van het haringleger
die, hoe kan 't zo, zelfs in de 3 Okto-
berstraat woont 'n„magistrale' kus
Intussen groeide de rij van wach
tenden nog steeds aan. Twee peuters
van ongeveer vier jaar, die nog lang
niet boven de harington uitkwamen,'
arriveerden zonder geleide, maar
stopten met een routine-gebaar de
haringen en broden in een mandje.
Een oud moedertje, dat zich wegens
ziekte niet bijtijds had kunnen op
geven en het traditionele uitstapje
naar De Waag al in rook had zien op
gaan, kreeg ook zonder deelnemers
kaart haar portie en keerde tevreden
huiswaarts.
De Bond van Leidse Harmonie- en
Fanfare verenigingen kortte de tijd
van de wachtenden met een populair
concert, dat op het Waaghoofd werd
gegeven.
Kinderwagens
C.H. LENS Co
NIEUWE RIJN 39-40
PARADE
Een duizendkoppige menigte
stroomde samen langs de route, die
de jaarlijks weerkerende militaire
parade zou nemen.
Met name in de Breestraat was de
drukte verbijsterend.
Iets voor negenen weerklonk uit de
verte het tromgeroffel van de drum
band van de Nationale Reserve uit
het district 's-Gravenhage, die ge
volgd door twee pelotons van de
studentenweerbaarheidsvereniging
„Pro Patria" de colonne voorafging.
In veertien detachementen van ma
rine, land- en luchtmacht trokken
vervolgens ongeveer twaalfhonderd
man voorbij, onder het commando
van de reserve-majoor der inten
dance Th. E. Evers, die paradecom
mandant was. Nadat deze zich ge
meld had bij de brigade-generaal G.
Dijkstra, die de parade afnam, voeg
de hij zich bij het gezelschap, dat
onder aan de stadhuistrappen had
plaatsgenomen. Onderhand stelde
zich de kapel van de luchtmachtstaf,
tegenover het stadhuis op.
De kapel gaf voortreffelijke mars
muziek ten beste, maar waarschijn
lijk doordat het rhythme van de mu
ziek niet overeenkwam met de veel
kortere cadans van de marcherende
troepen, raakten verschillende deta
chementen, die nog niet eerder sa
men geëxerceerd hadden, zichtbaar in
verwarring.
De regelmatig grommende voertui
gen van twee batterijen lichte lucht
doelartillerie die zich, keurig voor
gereden, niet aan de muziek behoef
den. te storen, sloten de stoet.
Nadat generaal Dijkstra door een
auto was afgehaald en ook het college
van burgemeester en wethouders en
de genodigden, zich naar huis had
den begeven, werd de rijweg weer
vrijgegeven, waarop een enorme
mensenstroom losbrak.
Springende fontein.
Talrijke feestvierende Sleutelstad
bewoners, die langs de fontein op de
Vismabkt trokken, voelden zich
als ieder jaar een weinig teleurge
steld, dat het fraaie monument nog
steeds van geen springen heeft wil
len weten en het weer bij een pover
spuiten liet.
BEHENDIGHEIDSWEDSTRIJD
Tegen half negen startte de eerste
van de 60 auto's voor de behendig-
heidsrit voor automobilisten, die op
het Levendaal gehouden werd. Reeds
kort nadat de eerste chauffeurs hun
kunnen getoond hadden, was het dui
delijk, dat niet de duurste wagen de
beste bestuurders hebben. De eerste
hindernis, een wip, vergde'veel van
de durf, reactievermogen en beheer
sing van de automobilist en verried
de ingewijden meteen in welke mate
de bestuurder zijn wagen 'kende en
ook in bedwang had. Er waren
chauffeurs, die voortreffelijk in even
wicht kwamen doch door een onver
wacht schokje vooroverdompten of...
terugschoten.
Er waren er ook die de motor van
Babycommodes
C.H LENS Co
NIEUWE RIJN 39-40
(Advertentie)
hun wagen ver over zijn toeren joe
gen bij het beklimmen van de wip;
de bestuurder van een dure MG pres
teerde het zelfs om de olie stinkend
en rokend uit zijn motor te laten
spuiten. Langgerekte kreten van ver
wondering of van misprijzen getuig
den hoezeer het publiek op het trot
toir met de chauffeurs medeleefde.
De tweede hindernis, waarbij de
auot's met hun rechterwiel over een
brede plank gereden moesten wor
den, leverde voor de meeste deelne
mers niet veel moeilijkheden, maar
de remproef, waarbij de wagens met
hun wielen tegen een lat moesten
worden gestopt was verraderlijk, om
dat doorgaans bij remmen rekening
wordt gehouden met de afstand tot
de bumper. Oogenschijnlijk was ook
het rijden tussen op de straat staande
kegels niet zo bezwaarlijk, maar het
vereiste toch veel zorgvuldigheid van
de chauffeurs om de hindernissen
zonder strafpunten door te komen.
Tenslotte was er een finish van twee
lijnen, even bedrieglijk als een dub
bele bodem, die de zondagsrijders
aan de kaak stelde en menig straf-
puntje is hier dan ook gevallen. De
strafpunten werden omgerekend in
strafsekonden, waardoor de jury een
totaaltijd kon berekenen, die de eind
stand bepaalde.
Voor winnaars zie men elders in dit
blad.
Bedelaars oefenen zich in het trek
ken van meelijwekkende gezichten.
REMBRANDT WAS HIER
EN CAAR ZOEK
Het publiek is het er over eens dit
jaar: het was een verzorgde optocht.
Rembrandt kwam goed uit de verf.
De kleding was kleurig, de paarden
liepen er pittig bij. Alleen hebben
wij nog wel eens de vraag gehoord:
„Waar was Rembrandt nu eigenlijk?"
Daaruit blijkt, dat de zin van het ge
heel sommige kijkers is ontgaan. Zij
hebben natuurlijk wel de opschrif-
KATWIJK 00K ONTZET
OP 3 OKTOBER?
Met een ongekend grote „troepen
macht" heeft de Leidse jeugd dins
dagavond de Spanjaard uit zijn veste
verdreven en toen na de taptoe de le
gerplaatsen rond Leiden geïnspec
teerd werden, was er geen Spanjaard
meer te bekennen.
Maar wellicht is de belegeraar,
aangetrokken door de daverende mu
ziek en het vele licht, stilletjes de
veste binnengeslopen om daar het
feest mee te vieren, dat aan zijn ne
derlaag verbonden is, want de Leid
se jeugd heeft er zo'n hartveroveren-
de optocht van gemaakt, dat zelfs de
meest norse krijgsman liever zijn
Een van de moedige mannen van
„de steile wand" op het kermis
terrein.
roem zou opgeven, dan dit jeugd-
festijn zou bederven.
De Leidse jongeren beginnen de
laatste jaren een beter begrip te krij
gen voor het wezen van de taptoe en
alhoewel er natuurlijk nog hele groe
pen waren, die zonder enige licht
schijn of versiering menen, dat zij uit
zichzelf al feestelijk genoeg zijn, de
meeste begrepen, dat de avond van 2
oktober meer fleur vereist, dan de
overigens zeer fleurige uniformen,
die het lidmaatschap van een vereni
ging meebrengt.
Sprookjes.
De Leidse middelbare scholen, die
in het verleden nog al eens van me
ning waren, dat de Leidse straten tij
dens de taptoe tot een grote „hos-
flonder" verbouwd waren, kwamen
dit jaar met zeer geslaagde groepen
voor den dag en oogstten terecht veel
succes.
Ook de afdelingen van de vereni
ging „Oosteikwartier" hadden zich
veel inspanning getroost en hun ope
rette- en balletgroepjes waren prach
tige sprookjes.
Een bepaald opzienbarende ontdek
king was het feit, dat ook Katwijk
op 3 oktober ontzet schijnt te zijn,
iets ,wat historici met verbazing zal
vervullen: de sportverenigingen uit
Katwijk trokken eensgezind met de
Leidse jeugd door de Leidse straten,
v/aar men met holle magen de schui
ten vol haring en wittebrood ver
beidde.
Geslaagd startschot.
Hoe het zij, de taptoe was uitge
breider, lichter en beter verzorgd
dan andere jaren.
Dit geslaagde startschot bracht Lei
den weer in de juiste stemming en
nog voordat de laatste fakkels ge
doofd waren, werden de eerste
kaartjes op ,,'t Land" al druk ver
kocht.
JARIGEN ONDER ELKAAR.
Na afloop van de taptoe vond bij
monument aan de Geeregracht, waar
het 3-October-bestuur de taptoe gade
geslagen had, een kleine plechtigheid
plaats, toen de 70-jarige Leidse
Zwemklub aan het 70-jarige bestuur
het gedenkboek „Wilhelmus' aanbood
om haar verbondenheid niet alleen
in jaren tot uitdrukking te bren
gen.
ten gelezen, die aan de groepen voor
af gingen, maar de verschillende
Rembrandt-figuren gingen dikwijls in
het geheel ten onder.
De uitvoering van de ontwerpen
echter getuigde van fantasie en ge
voel voor harmonie. Genoten hebben
wij bijvoorbeeld van de eerste groep:
het molenbedrijf van Harmen van
Rijn. Grappig waren de boerenwa
gens, die het molenspul begeleidden
en waarop de kippen en hanen voor
een landelijk geluid zorg droegen.
De korenschoven kleurden helder
geel in het vrolijke zonnetje, dat het
tafereel bescheen. De ezeltjesman van L0„.
Scheveningen met zijn pakezels met „Warmonds' Fanfare".
MISPLAATST
Tussen de levensgrote paarden
en zwevende schuitjes van een
draaimolen op het Schuttersveld,
stond heel uitdagend een natuur
getrouwe nabootsing van een
tank efi gistermiddag kreeg een
vader ernstig meningsverschil
met zijn zoontje, omdat de va
der het knaapje tien ritjes op
het paard voorstelde, terwijl
zoonlief deze veelvuldigheid wil
de ruilen voor één ritje in de
tank.
Nu kan men die vader en in
ene moeite ons dan ook maar
sentimenteel noemen, maar ook
wij vinden, dat in een kin
derdraaimolen alleen maar
autootjes, paarden en zwevende
schuitjes behoren te staan.
Die tank komt later wel, zon
der draaimolen, en dan is het al
erg genoeg.
begeleiders bracht iets van de oude
tijd in deze stoet. De ezeltjes behoef
den alleen maar zichzelf te zijn om
hun rol in deze stoet uitstekend te
vervullen. In de smaak viel ook de
praalwagen „De schooltijd van Rem
brandt". De meester, die ijverig zijn
ganzepen sleep en de woelige leer
lingen vormden een aantrekkelijk
geheel.
Veel rumoer begeleidde het tafereel
„Rembrandt student aan de Leidse
academie". De collega-studenten, die
de jonge Rembrandt begeleidden, be
wogen zich op studentikoze en niet
geheel geruisloze wijze over straat.
Zij gedroegen zich alsof de dorst
naar kennis niet hun enige dorst was.
Exotisch was de stoet: „Ontvangst ten
huize van Van Swanenburgh". De
Italiaanse vrienden van de Leidse
schilder, die een Italiaanse vrouw
had getrouwd, verplaatsten zich met
alle waardigheid, pracht en praal, die
met het tijdsbeeld in overeenstem
ming is.
„Rembrandts atelier" sprak het dui
delijkst tot het publiek. Hier kon
men de jonge schilder zien in zijn
vertrouwde omgeving, met palet en
kwast, temidden van zijn kunstbroe
ders.
De Romijnse soldaten en de Romijn-
se burgerij waren het succes van de
groep „Keizer Titus" die de verbeel
ding gaf van een jeugdwerk van
Rembrandt. Vermelden wij tenslotte
nog het bezoek van Constantijn Huy-
gens en Buchelius aan Rembrandt,
vergezeld van een stoet aanzienlijken
te paard. De laatste wagen: „Hulde
aan Rembrandt" was ongetwijfeld de
mooiste van de gehele optocht.
De wagen was prachtig opgesierd
met veel kleuren bloemen. Op de wa
gen zaten een harpspeelster, een oos
terling en oosterlinge. De betekenis
van deze figuren hebben we niet ge
heel kunnen vatten. Maar men hoeft
niet altijd te begrijpen om mooi te
vinden.
Goede discipline.
De discipline in de stoet was voor
beeldig. Er hebben zich ook geen in
cidenten voorgedaan. De paarden
voor een van de praalwagens werden
op de Hoge Rijndijk wat schichtig
van het rumoer en de mensenmassa.
Op een gegeven moment plaatsten
zij zich dwars over de weg en wei
gerden nog één stap te verzetten. Het
gelukte de koetsier echter de dieren
weer in de juiste richting te dirige
ren.
Muziekkorpsen waren „Concordia",
„Kon. Ned. Kabelfabriek", „Wenk-
mans Wilskracht", „T. en D.", de
R.K. Leidse Harmoniekapel, „Kunst
en Genoegen", „Nieuw Leven" en
Toen de regen meehosfe, was pret verdwenen
Regen besproeide
de stroom vuurwerk
Met het verveelde gezicht van
iemand, die geestelijk feitelijk te hoog
gestegen is, zat de meneer in het
vliegmachientje, en mat zwaaide hij
naaj de belangstellenden buiten, toen
er beweging in het geval kwam.
Zijn vrouw had echter het roer in
handen genomen en na enkele se
conden kwam de meneer tot de ont
dekking, dat het vliegtuigje niet al
leen vooruit, maar ook omhoog ging,
hetgeen vliegtuigjes meestal plegen
te doen.
Op weg naar omhoog, constateerde
de meneer, dat hij in die sferen on
mogelijk ook nog zijn prestige op kon
houden en dies greep hij zich met
beide handen krampachtig aan de
zijkanten van het schuitje vast, ter
wijl hij vol afgrijzen naar de hande
lingen van zijn vrouw staarde, die
een ervaring van 1000 vlieguren de
monstreerde.
Toen hij terug op de begane grond
was, vond hij daar zijn prestige weer,
en geduldig legde hij aan zijn nog
half zwevende vrouw uit, dat hij er
niks-aan vond, helemaal niks, zonde
van 't geld!
In de trekautootjes rolde zijn vrouw
er bijna uit en bij de scooters zag hij
speels zijn hoed onder een ander
wagentje verdwijnen, zodat hij even
later hoofdelijk kon ervaren, dat het
buiten regende.
Toen ging hij mistroostig een ver
zameling ballen naar blikjes gooien
en won 'n grote doos, waar een snip
pertje noga verborgen zat, zodat hij
zichtbaar opgeknapt de avond besloot
met een rijksdaalder dubbeltjes door
kippengaas te gooien.
En al deze bedrijvigheden gingen
voor de niet zeer scherpzinnige waar
nemer geheel verloren in het grote
hosfeest, dat één dag per jaar het
Schuttersveld tot Leids meest ge
zochte plekje maakt.
Gematigde drukte.
Het was gisteravond niet zo druk
als anidere jaren, maar toch werd
er nog dapper voor ieder plaatsje
in de rupsbaan of aan de roulette ge
streden en als de regen niet tussen
beide was gekomen, zou het veld tot
na het vuurwerk gevuld zijn geble
ven met glunderende spulbazen, die
steeds maar meer dubbeltjes door hun
kippengaas zagen rollen en hun
mysterie-uitvoeringen aan de lopen
de band voor een „uitverkocht huis"
vertoonden.
Na-pret.
Nu begonnen echter om elf uur de
eerste tenten hun pyama aan te trek
ken en „De Boer molk zijn koe" (De
boer gebruikt de staart als een soort
zwengel en bij elke beweging perst
er melk uit de uier: nieuwigheid
Firma Kat) tijdens een mals regen
buitje.
De gok- en eettentjes hielden het
t langst uit, maar na het vuurwerk
doofde een fikse stortbui de laatste
feestvonken bij de meest verwoede
hossers op het Schuttersveld.
Zo niet in de stad; daar bleef men
tot over twaalf uur geduldig op een
plaatsje in de café's wachten en voor
vele doorzettertjes kwam het politio
nele sluitingsuur veel te vroeg, zodat
zij op straat de vreugde onverdroten
voortzetten.
Zoals die twee heertjes op de Bree
straat, die vandaag ongetwijfeld iets
afkeurends zullen mompelen over
„volksvermaak", maar die vannacht
om twee uur in volle overgave, ge
koesterd door de filosofische blikken
van de stratenvegers, dapper swin
gend luidkeels verklaarden, dat „men
hun naar Amsterdam moest geven",
hetgeen ons een beetje ondankbaar
voorkwam ten opzichte van Leiden,
dat hen nu pas zo'n sprankelend feest
gegeven had.