300 Jaar geleden: boekje met klassieke drukfout Zilveren afslager van de HBG te Lisse gehuldigd DE MICROSCOOP VERRUIMDE HET GEZICHTSVELD DER GELEERDEN W „Piet-van-De Knip", Voorschoten, 25 )aar aan de lijn van de pont WOENSDAG 22 AUGUSTUS 1956 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 Boekje van mej. dr. Rooseboom wordt aan O.K. en W. overhandigd Van Seneca tot Zernike in museum te Leiden \7ANDAAjG 300 jaar geleden publi- ceerde Pierre Borel, lijfarts van koning Lodewijk XIV een opmerke lijk boekje, dat met een klassieke drukfout op de titelpagina te Middel burg verschenen is. Het boekje heet „Microcospioarum" en moest natuur lijk zijn „Microscopicarum", het eer ste boek, waarin microscopische waarnemingen worden gepubliceerd. Men ziet, dat zelfs het bestaan van dc microscoop in die daigen de druk ker niet voor een „koei van een fout" kon besparen. Oorrectors van kranten pagina's kunnen er troost uit put ten. Het boekje heeft echter wel on danks de drukfout een tijdperk ingeluid, waarin het gezichtsveld van de mens aanzienlijk werd ver ruimd. „Het is mijn plan" zo sprak Borel in dit boekje als de inleiding tot honderd waarnemingen, die zowel over „zwarte vlekjes op de knie" (de boodschappers van de dood), als over kleine groene diertjes" en „speldenpunten gaan", hier over de (microscoop te handelen, waardoor atomen als het ware zichtbaar wor den en nietige wezentjes in een ko lossaal gevaarte worden veranderd.... zozeer, dat de majesteit Gods meer in het licht treedt door deze kleine liohamen". Borel was wel genood zaakt met deze volzin zijn waarne mingen te beginnen omdat men in zijn dagen van mening was, dat het geen pas gaf met instrumenten in de wonderen van Gods hand te gaan wroeten. Men stelde zich op het standpunt, dat slechts het inwendig schouwend oog in staat was de essen tie der dingen te begrijpen. Swam m er dam bijvoorbeeld ging hieronder gebukt, ondanks het feit, In het midden van de 18e eeuw on derging de microscoop een grote bloei in de huizen der aanzienlijken tot le ring en vermaak. In het museum te Leiden bevinden zich kostbare liefhebbers instrumenten met wulp se tierelantijnen en kunstig beschil derd, die werden geleverd met bij behorende standaard preparaten. Met gebrekkige instrumenten ont dekte Van Leeuwenhoek infusoriën, bacteriën en spermatozoën. dat hij de wetenschap ook door de microscopie met vele waarnemin gen verrijkte. Boerhaave mooht daarom zijn .Bijbel van de natuur" eerst na zijn dood publiceren. IVE „uitvinding" van de microscoop U bracht een revolutie in de ge- dadhtenwereld van de 17e eeuwer. De normen van groot en klein, van bewonderenswaardig en verachtelijk moesten worden herzien. De sporen van deze moeizame herwaardering zo zegt het mej. dr. Maria Roose boom, directrice van het Rijksmu seum voor de geschiedenis der na tuurwetenschappen te Leiden, van wie binnenkort een publicatie over dit onderwerp gaat verschijnen, vindt men ook in de letterkunde te rug. Men denke slechts aan het ver haal van Gulliver's reizen, dat geen OOK ELFJES EN GEESTEN ZICHTBAAR DOOR DE LENS? twijfel laat over Swifts belangstel ling voor deze problemen. Mien moet ook niet vergeten, dat vóór de waarnemingen met de mi croscoop de mijt als „het levend atoom" werd beschouwd, ondeel baar door zijn kleinheid. Een nieu we wereld ging voor de waarnemer open, toen hij ontdekte, dat de mijt begiftigd was met pootjes en zelfs dr.nk zij hoofd, zenuwen en wat al meer, een eigenzinnig bestaan kon leiden. ANTON! VAIN LEEUWENHOEK was de man, die het kijken door het minuscule enkelvoudige glaasje het langste volhield, hoewel hij geen wetenschapsman van professie was.. De eerzame textielhandelaar zou men het best kunnen omschrijven als een beminnelijk soort maniak, die zijn klerenluizen in een oude sok kweek te en altijd met zijn zakken vol pre paraten rondliep. Van zijn veertig ste tot zijn negentigste jaar bleef hij vasthoudend door het glaasje turen. Een exemplaar van zijn vernuft be hoort tot de inventaris van het mu seum te Leiden, maar de geduldigste bezoeker houdt het kijken door dit apparaat niet langer dan enige minu ten vol. Zijn waarnemingen echter alle gepubliceerd in brieven de den de wereld van die dagen op haar grondvesten trillen. Ook de goede relaties bleven echter niet uit. Vroeg de Engelsman Henry Power zich niet in 1661 af of men met dit kunstmatig oog straks niet in staat zxnx zijn geesten en elfjes te zien? De afdeling microscopen van het museum aan de Steenstraat wemelt van deze romantische kanttekenin gen, die het inzicht en de humor van de directrice mej. dr. Rooseboom verraden. Wandelend door dit intieme zaaltje leerden wij bijvoorbeeld dat Seneca al vaststelde dat „letters, hoe nietig en onduidelijk ook, door een glazen bol vol water groter en duidelijker worden". En dr. Maria Rooseboom gebruikt een bloemrijk citaat uit de dertiende eeuw om aan te tonen, dat toen al vergrootglazen werden gebruikt - een verliefde dichter verzucht: „Jouw hart is als een kijkglas: het. vergroot de deugden die in mij zijn". Men volgt hier de ontwikkeling NA de ontdekkingen van Corn. Drebbel, Vein Leuwenhoek, Swammerdam, Chr. Huygens, volgde een tijd van bezinning. Eerst in 1830 begint een periode van grote bloei voor de microscoop. Ook nu echter moesten de „kijkers in het nietige" tegen een stroom van scepsis oproeien. Men vond dat de anatoom geen microscoop nodig had zolang er met het blote oog nog veel nieuws te ontdekken valt. Het zijn „de achterhoedegevechten" van een steeds kleiner wordend aantal con servatieve geesten. Definitieve er kenning als onmisbaar hulpmiddel (bij de geneeskunde verwierf de mi croscoop zich na 1800, als Pasteur, Kooh, Laveran en vele anderen hun ontdekkingen doen. Maar is scepsis een ding, dat zich niet microscopisch laat ontleden, evenmin als geesten en elfjes niet even onuitroeibaar als optimisme? Toen professor Zernike in 1932 voor stelde de fase-contrastmicroscoop op fabriekmatige schaal te maken, vond hij evenmin een willig oor. Toch ontving hij de Nobelprijs en hiermede werden ook zijn landgeno ten-voorgangers geëerd. Nederland speelde in de ontwikkeling van de microscoop ongetwijfeld de groot ste rol. Maria Rooseboom op 13 september a.s. in de Lakenhal te Leiden aan de minister van O., K. en W. zal wor den overhandigd. Het kleurrijke boekwerkje, dat prachtig verzorgd is, zal n.l. ook als een soort relatiege schenk van O., K. en W. in het bui tenland gaan dienen. Het zal een plaats krijgen in bibliotheken en uni versiteiten over de grenzen. Merkwaardig is, dat deze publica tie mogelijk werd door de steun van een industriële onderneming op het gebied van antibiotica en hormonen. Het is waarschijnlijk de eerste maal, dat een geschrift van een rijksmu seum op deze wijze door de indus trie „gesponsored" wordt. Een voor beeld, dat navolging verdient. Mr. Cals in Leiden. 'IJ vernamen nog, dat de publica tie „Microscopium" van mej. dr. De microscoop, die Leeuwenhoek vijftig jaar van zijn leven gebruikte. HAZERSWOUDE Zuster Hilaria gaat naar Indonesië Zuster Hilaria in de wereld Ge- rarda Johanna Kraan geboren te Hazerswoude 1 maart 1927, die be noemd is als missiezuster voor Medan, gaat 6 september scheep met de „Wil lem Ruys" naar Indonesië. Zij trad in het klooster bij de zusters Francis canessen, Menno van Coehoornstr. 1, Breda, op 15 oktober 1946, deed haar Heilige I^ofessie op 30 april 1949 en werd verplaatst naar Leiden op 4 mei 1946. Zuster Hilaria genoot haar oplei ding als ziekenverpleegster in het St. Elisabeth Ziekenhuis te Leiden. Zij behaalde daar haar diploma's voor Godsdienst, diploma A, kraamver pleegster en operatiezuster. Het laatste jaar studeerde zij in het St. Elisabeth Ziekenhuis te Arnhem, om zich verder te bekwamen in het toedienen van narcoses. Zij was toen verbonden aan het St. Elisabethge- sticht te Doesburg. 26 Augustus vindt de uitreiking van de missiekruizen plaats in het Moe derhuis te Breda, daarna gaat Zr. Hilaria afscheid nemen bij haar fami lie. 30 Augustus wordt er gelegenheid gegeven voor allen die haar kennen om afscheid van haar te nemen. Haar adres is dan: Hazerswoude, Groenen- dykse Molen 2. N00RDWIJKERH0UT Jhr. GEVERS VAN KEHHEG EN SPALAND. t Gisteren is te zijnen huize „Klein Leeuwenhorst" plotseling overleden jonkheer Jan Hugo Gevers van Ke- thel en Spaland. Jonkheer Gevers is op 16 maart 1891 te Noordwijkerhout geboren, waar zijn vader van 1883 tot 189C burgemeester was. De ontslapene was o.m. bescherm heer van de Christelijke Muziekver- I eniging „De Harpe Davids". A.s. zaterdag herdenkt de heer P. v. d. Zijde het feit dat hij 25 jaar in dienst is bij de heer Van Velsen. Deze mededeling zal weinigen iets zeggen; er zullen niet veel mensen zijn die echter weten dat de familie naam van „Piet-van-de-Knip" Van der Zijde is. Al die jaren heeft Piet oor spronkelijk afkomstig uit Stomp- wijk mensen, dieren en voertui gen bij „De Knip" over de Vliet ge zet (een héél enkele keer wel eens niet helemaal naar de overkant, maar dat was dan eigen schuld). En dat overzetten gebeurde en gebeurt nóg zij het geen hele dagen meer, in een onverstoorbaar kalm tempo (ander had hij 't wellicht niet zo lang volgehouden). Een veel-prater is Piet niet en als hij praat (het lijkt meer op brom men) pleegt hij dat te doen in nog al gepeperde termen. Overigens heeft hij vele goede eigenschappen. Daar getuigt de fa milie Van Velsen, waar de vrijgezel van 73 jaar „kind in huis" is, spon taan van. Want behalve dat hij de overzet-pont altijd onberispelijk heeft bediend, heeft hij onmiskenbare ca paciteiten als huisknecht en verricht talloze karweitjes zoals koperpoet- sen, schoenenpoetsen; jaar en dag wekt hij elke morgen de gehele fa milie. Met een borrel doe je Piet hele maal geen plezier, maar voor koffie en een goede sigaar heeft hij een uit gesproken zwak. Aan uitgaan heeft hij geen behoef te. Alleen het jaarlijkse uitstapje met de ouden van dagen zal hij nooit overslaan. Zoals iedereep heeft ook Piet wel eens verschil van mening met z'n baas gehad. Zo zei hij vorig jaar nog (hij had toen dus 24 dienstjaren) te gen zijn baas: „Je hebt nog nooit een knecht kunnen houden"! Hij heeft ook wel eens zijn spulletjes bijelkaar gepakt in een rode zakdoek met de mededeling dat hij wegging. Vóór dat hij echter bij de schuur wa6, kwam hij echter altijd weer op zijn voornemen terug. Dat de verhouding inderdaad niet zo kwaad is, getuigt wel het feit dat hij elke week zorgt dat de familie een „bloemetje" op tafel heeft. Zaterdagmiddag van half 5 tot 6 uur is er in „de Knip" gelegenheid om Piet te complimenteren, van welke gelegenheid ongetwijfeld ve len r- en niet alleen uit Voorscho ten gebruik zullen maken. Bij de foto: Piet wou niet op de foto zonder de hond van het erf Peter. 11.000 manden met bollen had de H.B.G. gistermiddag te veilen. En hoewel men aan de bollenveilingen zo langzamerhand gewend is mét astronomische getallen te rekenen, knipperde men gisteren toch wel een beetje met de ogen. Maar drukte of géén drukte, de zilveren afslager, de heer Piet v. d. Voort, werd ge huldigd. 's Morgens werd hij door de direc tie ontvangen en door de heer D. v. Egmond toegesproken. Deze ging nog even de loopbaan van de heer v. d. Voort na, waarover we in ons num mer van maandag reeds uitvoerig hebben geschreven. Spr. bood hem als tastbaar bewijs van waardering een enveloppe met inhoud aan. Na mens de collega's sprak de heer J. Oostdam, die de heer v. d. Voort een prettig collega noemde. Hij liet zijn gelukwensen vergezeld gaan van een vulpen en vulpotlood. In de mijnzaal werd de heer v. d. Voort 's middags voor de aanvang der veiling nogmaals door de heer Van Egmond gecomplimenteerd en de inkopers en exporteurs lieten zich daar niet onbetuigd. Namens de RI VIB, de organisatie van in- en ver kopers in het bollenvak, bood de heer G. v. Nieuwkoop een kistje si garen aan, terwijl narhens de expor teurs het woord werd gevoerd door de heer Th. de Vroomen. Deze noem de heer v. d. Voort een der beste af slagers uit de streek en overhandig de jubilai'is een enveloppe met in houd. Piet zelf sprak aan het slot van de huldiging een héél kort dank woord en eindigde met de woorden: „We gaan nu maar gauw over tot de orde van de dag". Toen begon de veilingklok weer in het rond te tol len en kon de jubilaris zijn rad-ra telende spraakwaterval in werking stellen De foto is genomen tijdens de toe spraak van de heer Th. de Vroomen. naast hem de heer D. van Egmond. I KATWIJK AAN DEN RIJN TRAM BOTSTE TEGEN VRACHTAUTO Een ongeval, dat nog goed afliep, deed zich voor aan de Sandtlaan. Een tuinder reed met zijn vrachtauto, ge laden met kratten bloemkool, naar de groenteveiling. Daarvoor moet men, vóór het veilingterrein de tramrails oversteken. Tegelijk met dit overste ken naderde een tram van richting Rijnsburg. Voor de chauffeur van de vrachtauto waren er enkele seconden te kort om zonder botsing de rails over te steken. De motorwagen van de electrische tram nam nog juist het achterste gedeelte van de vrachtauto waarop behalve kratten kool ook nog 2 jongens zaten, die in hun vacantie- tijd voor plezier meereden. De jon gens kwamen over de straat te rol len, de een kwam er goed af, de ander liep zodanige verwondingen op, dat overbrenging naar het Academisch Ziekenhuis noodzakelijk was.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 5