DE NIEUWE LIJNEN f.20.000.- Ir. Boogerd gaat afscheid nemen als directeur Gemeentewerken te Leiden 3lu%q&>vzaat ui Maemetitaai DONDERDAG 2 AUGUSTUS 1956 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 ^Sficcf-At en iaintetUi3taiifAento.dej en de NIEUWE STOFFENCOLLECTIES „Rustiek" en velours- type overwegen Twee stromingen domineren in de Franse collecties van nieuwe wollen stoffen voor de komende winter. Ten eerste zijn er de „rustieke" stoffen die er wat hard en soms ruig uitzien; hieronder vindt men effen weefsels waarin streepeffecten het monotone opppervlak onderbreken. Ten tweede de zachter aanvoelende stoffen, waar onder alle velours en wollen stoffen met fluwelig oppervlak. In de eerste categorie brengt Mo- reau variaties en mengsels van drie kleuren en produceert stoffen in twee dikten, geschikt voor ensembles van japon en mantel of mantelpak en mantel. Gérondeau geeft de voorkeur aan schaduw-streep of kleine kleur effecten in een materiaal dat veel van hopsack weg heeft. Raimon toont deze landelijke stoffen los geweven als tweed, in grijs en zwart, of dicht ge weven in twee kleuren, of in zwart. In de Leleu collectie komen zij voor met een duidelijk reliëf in het weef sel, hazelnootkleurig met zwart, ter wijl dezelfde stof in een lichtere uit voering voor mantelpakken wordt ge maakt. De stoffen van Lamarre, ge weven uit blauwe en groene Schotse garens, zien er ruig uit. „Droge" finish. Ducharne brengt zijn rustieke stof fen met een „droge" finish meestal donkere ondergronden in groen, blauw of bruin en steeds gecombi neerd met zwart of in andere ge vallen doen zij aan jersey denken in de kleuren groen en rood, grijs en zwart. Deze zelfde gelijkenis met jersey valt op bij de stoffen van Ro- dier, Dormeuil Frères en van Pétil- lault, hier in grijs en zwart, bruin en grijs. Een landelijke stof voor mantels wordt getoond door Léonard in grote ruiten of brede strepen; een andere stof heeft een klein kiezeldessin, waarbij het gewicht van de stof deze bij uitstek geschikt maakt voor japon nen, in zwart of donkere kleuren. Besson toont deze rustieke stof, vrij dik met blokruiten in zwart en bruin en zwart en grijs, of ook wel effen of met tartan effect. Een gele draad loopt door het blauw en zwart van de stof van Chatillon, Mouly, Roussel, terwijl in deze collectie .ook een zeer dunne stof in Chinees brons opvalt. Getwiste garens. Bij deze grote stoffenfamilie moe ten ook genoemd worden de twee kleurige, effen geweven stoffen, de stoffen met een opgeruwde ruit aan de achterzijde, en de crêpe soorten voor japonnen alle drie worden getoond door Lesur evenals de reliëf effecten, bereikt door het ge bruik van sterk getwiste garens, en een dikke, veelkleurige stof in groen, .geel, roodbruin en zwart. Dichtbij deze rustieke en de effen stoffen liggen de gerstekorrel weef sels. Verscheidene variaties vindt men bij Gérondeau. Dumas Maury toont een dergelijke stof met een geruwde achterkant, en een zachte jersey ge lijkende stof, waarvan het grond- weefsel geschoren is. Bij Laffolay is er een stof met een zwaar honing raat-effect, met zwarte „cellen". De Prince of Wales ruiten blij ven en vogue en verschijnen in zeer donkere kleuren, zoals rood bruin bij Leleu en de collectie blauw en zwart op een zware diagonale ondergrond bij Chatil lon, Mouly, Roussel. Een nieuwe rode kleur, „wortelrood" gelan ceerd door Lesur, dat in werke lijkheid een licht tomatensap- rood is, is ^eneens zeer aantrek kelijk voor Prince of Wales rui ten of visgraatdessins met een zware inslag. Zeer dikwijls vindt men de kleuren van een Prince of Wales ruit later ook in vis graat dessin uitgevoerd. Talloze combinaties zijn mogelijk voor mantels en mantelpakken, zoals hanepoot dessins en diagonalen in bijpassende kleuren. Bij Raimon is de regelmatigheid van een visgraat- dessin onderbroken door kleine bird- Madame Manguin heeft, In tegenstel- seye motiefjes. Het meest ongewone ,a?LdeJ;!.,i?re"' thaar °"twfIrp<;n visgraat dessin kwam van Rodier, waar een stof getoond werd met een enkele grote visgraat over de gehele breedte van de stof. Nieuwe kleuren. Talrijke nieuwe kleuren bijvoor beeld brons, pruim en aubergine ver rijken de toch al grote, serie cheviots van Labbey, in verschillende dikten voor mantels, mantelpakken of japon nen. Moreau voegt aan stoffen met een diagonaal weefsel de versiering van een brede streep toe; b.v. rood op een mengsel van bruin en groen. Léonard brengt kleine ruiten aan op een man telstof in bruin en zwart of zwart en wit. Tweeds blijven populair. Prach tige kleuren als van gebrand schilderd glas bij Gérondeau, veelkleurige slubs bij Morcau, donkere tweeds met koordeffect bij Dumas Maury, en nieuwe wor- telkleurige tweeds Lesur. Voor ensembles van mantel en mantel pak worden ook tweeds getoond, verschillend van dessin maar in dezelfde kleur. Racine's jersey-achtige stoffen ko men thans ook uit in nieuwe kleuren, effen of gemarmerd, zoals een be paald korstmos-groen, waarover veel gesproken wordt. Het dunnere „trein- blauwe" materiaal is bestemd voor japonnen en heeft een jersey-achtige steek. Dan zijn er de honingraat effecten in twee verschillende dikten. Beiden houden hun vorm even goed, dank zij het dubbelweven, zoals dat ook bij reversible stoffen gedaan wordt. Zachte greep. Het wollen fluweel is zo aantrek kelijk, dank zij de zachte greep en de subtiele kleuren, dat men getracht heeft dit effect in andere wollen stof fen te imiteren. Een geruwde velours soort in de collectie van Moreau valt op door zijn Caugin kleuren. De fluweelachtige opervlakken zijn bestemd voor wintermantels. Wollen velours, effen zowel als gedessineerd, zijn te zien bij Leleu en bij Chatillon, Mouly, Roussel. In de collectie van Dumas Maury wordt een op mol ge lijkende bontstof gecombineerd met een tamelijk i-uige stof, voor mantel pakken, ter-wijl een teddy beer stof, met zeer soepele, dichte pool, in tal rijke kleuren, waaronder drie ver schillende soorten groen, „eendenei blauw" en beveTkleur, voorkomt, voor mantels. De op mol gelijkende bontstof komt ook reversibel voor; bij Chatillon, Mouly, Roussel met een wit/zwarte onmiddellijk nadat zij haar collectie te Parfjs had gepresenteerd, voor publica tie vrij gegeven. Deze mantelpakjes, be stemd voor de komende herfst en win ter, zijn geïnspireerd op de schermdegen. Links ziet men een klassiek mantelpakje waar overheen een wollen geruite jas zonder mouwen en met opgestikte zak ken wordt gedragen. Opvallend aan het middelste pakje is de dicht op elkaar gezette rij knopen. De kleur van de sjan- toengstof is „storm violet". Het pakje ge heel rechts wordt gekenmerkt door de eenvoud. Opvallend is ook weer de zet ting van de knopen maar ook de zeer brede kraag van het jasje. ruit aan de achterkant, en bij Moreau een achterkant van Schotse ruit ap een witte achtergrond, of een fijne streep. De „oortjes". De „kattenoor" en „berenoor" bont- stoffen, welke Ducharne toont, zijn de moeite waard om hun nieuwe kleuren, corinthe, 'paars; mauve en bronsgroen. 'N WOONHUIS VAN VOOR é&fC GULDEN! VRAAG UW WINKELIER (loten in drie kleuren) ofgireer:6465t.n.ANJERACTIE R'dam (geen geldzendingen per brief en geen postzegels) 5 woonhuizen van f20.000.— B auto s, waardevolle voorwerpen. totaal f200.000.- B belastingvrij B trekking en bekendmaking per radio op 21 Augustus '56 v.h. bestaansdoel van Prins Bernhard Fonds (Advertentie). Lesur toont fluwelige Cheviots en ook een velours met de naam „Cygne- laine" (zwanendons). Bij Dormeuil komen ook de fluweelachtige stoffen in sterke, heldere kleuren en worden gecombineerd met een grote verschei denheid van kleine blokruiten. Voor mantelpakken zijn er Prince of Wales ruiten en strepen. Een idee van wat wol aan te bie den heeft voor winterjaponnen krijgt men door de dunne wollen stoffen van August Dormeuil, een kamgaren flannel bij Prudhomme, een zachte effen crêpe van Dumas Maury, een buitengewoon fijn wollen mousse, geweven van crêpe, van Porter Ben net Gacuherand, een wollen crepon of een dunne wollen stof bij Rodier en een bijzonder gecrinkelde crêpe bij Lesur. Pensioengerechtigde leeftijd bereikt r d Leiding in een moeilijke periode Ir. D. Boogerd heeft de pensioen gerechtigde leeftijd bereikt en in verband daarmede gaat hij op 6 aug., maandag a.s. afscheid nemen als di recteur van Gemeentewerken te Leiden, welke belangrijke post hij ruim elf jaar heeft bekleed. Op 5 mei 1945 werd ir. Boogerd tot direc teur benoemd. In de na-oor log se ja ren heeft hij leiding gegeven aan een van de belangrijkste afdelingen in het stadhuis en daarbij heeft hij een zeer groot aandeel gehad in de vele veranderingen en flinke uitbreidin gen, welke de Sleutelstad sinds het einde van de tweede wereldoorlog heeft ondergaan. Op 15 december kwam ir. Boogerd naar Leiden in de functie van ad junct-directeur van' gemeentewer ken, nadat hij 5 jaar ingenieur bij de gemeentewerken van Utrecht was geweest, waar hij betrokken was bij de aanleg van een nieuwe veemarkt, de bouw van een groenteveiling en enkele bruggen en de voorbereiding van een centraal-rioleringsplan. In Leiden werkte hij aan de uit bouw van de stad, de uitbreiding van de centrale riolering, de bouw van een rioolwaterzuiveringsinstallatie en Een achttal schetsen voor halslijnen geïnspireerd op de schermdegen door Madame Manguin. In de Burgerzaal van het Leids stadhuis wordt, als ouverture op het bloemencorso van zaterdag, hedenavond een tentoonstelling van bloem- sierkunst geopend. Tijdens stoeipartij meisjes zwaar gewond Fatale vergissing Bij de Velser melkinrichting aan de Koningstraat in Beverwijk zijn twee meisjes van 21 en 22 jaar vrij ernstig gewond door aanraking met natron loog. De jongedames, die behulpzaam wa ren bij het opstapelen van kratten, raakten in een stoeipart'j verwiktce>& met een der mannelijke employ es. Deze pakte op een gegeven moment een fles, naar bij daoht gevuld met water, en goot de inhoud' over de meisjes leeg. Zij begonnen hevig te gillen, want de fles bleek natronloog te bevatten. Het gevolg was, dat het tweetal met ernstige brandwonden aan gelaat en handen in het ziekenhuis kwaim. Na daar behandeld te zijn konden de meisjes naar huis gaan; het is nog niet te 'bezien of de brandwonden blij vende littekens zullen achterlaten. Een diulbbel proces-verbaal werd opgemaakt, omdat de meisjes niet in dienst waren van de melkinrichting, zodat het een overtreding werd van de arbeidswet en omdat op de fles met het gevaarlijke loog geen etiket geplaatst was, dat de inhoud vermeld de. de voorbereidingen van de spoorweg plannen. iNa de bevrijding volgde ir. Boogerd de heer A. M. Blauw op als directeur van gemeentewerken. Op het moment van die benoeming verkeerde het land in grote moeilijk heden en ook in Leiden stond men voor grote problemen. Allereerst was daar de noodzaak van aankoop en onteigening van gronden, de spoorwegplannen, de uitbreidings plannen en de woningbouw. Daar naast vroegen nog vele andere zaken de aandacht. Dan waren tenslotte de vele instanties, die alle plannen bekeken, waarbij vaak vertraging optrad. Vooral het aanwijzen van industrie-terrein en de wegensche ma's zijn daardoor dikwijls in het gedrang gekomen. Vruchtbare periode. Wie de moeilijkheden van de na oorlogse jaren Teeft gekend, zal tot de conclusie komen, dat ir. Boogerd veel en vruchtbaar werk heeft ver richt. Van mei 1945 tot j uli 1956 wer den er ruim 3360 woningen gebouwd en op het moment zijn er ruim 900 woningen in uitvoering. De variatie in deze woningen is zeer groot. Er werden eengezinswoningen gebouiwd voor grote en kleine gezinnen, wo ningen voor ouden van dagen en du plex-, étage- en flatwoningen. Spe ciale aandacht verdient in dit ver band de bouw van bijna 500 wonin gen in het uitbreidingsplan zuid west, dat een zuiver experimenteel karakter draagt. Vele scholen. Ook de scholenbouw behoorde tot de grote vraagstukken. In de Roden- bungierpolder werd na de oorlog 'be gonnen met de bouiw van vier Finse scholen voor het lageir onderwijs, drie voor het bijzonder en één voor het openbaar onderwijs. Twee scho len voor bijzonder lager onderwijs volgden aan de Dam laan en die Asser straat, terwijl de bijzondere scholen aan de Hoge Morsweg en de Potgie- terslaian werden uitgebreid met res pectievelijk vijf en vier leslokalen. In systeembouw werden uitgevoerd: een ulo aan de Aintonie Diuijcklaan, 4 auLascholen en twee gymnastiekloka len. Momenteel is nog in aanbouw een r.k. lagere school aan de Timor- straiat, een vierklassige uitbreiding van de sdhool aan de Stadhouders- laan en een gymnastieklokaal aan de Antonie Duijcklaan. Andere werken. Tot de andere werken behoren: voorzieningen, voor Endegeest, de stadhulpwerf, het slachthuis, de rei- ningingsdienst, demping Mare, bouw van bruggen en sportgelegenheden. Sinds 1945 is „het groentotaal" van Leiden toegenomen van 22 tot 45 ha. De sportterreinen namen toe van 11.5 tot ruim 23 ha. en er is een Volks tuinpark van 20 ha. In aanleg zijn nog de sportvelden in zuid-west en de Kikkerpolder. De opvolger van de heer Boogerd zal direct geconfronteerd worden met de verbetering van de zweminrichting De Zijl, de nieuwe veemarkt, de schouwburg, de Turfmarkt, d'e dem ping van de Lange, en Uiterstegracht, de uitbreiding van de rioolwaterzui- verinstallatie, de bouw van een der gelijke installatie in Zuid-West en tenslotte nog een uitbreiding van de centrale riolering. De woningbouw dat is duidelijk zal ook in de ko mende periode zeer zware eisen blij ven stellen. Ook op andere terreinen. Ook op andere terreinen heeft ir. Boogerd zich verdienstelijk gemaakt. Hij is bestuurslid geweest van de 3 October-vereniging, bestuurslid van het Kon. Genootschap M.S.G. Mo menteel is hij nog regent van het hofje Joost Fransen van der Lindens- poortje aan de Grevenstraat. Zeven jaar was ir. Boogerd secretaris-pen ningmeester van de Vereniging van Directeuren van Gemeentewerken. Voorts was hij lid van de Raad van Toezicht van het Bouwcentrum te Rotterdam en lid van de kerkeraad van de Leidse remonstrantse ge meente. Op maandag a.s. bestaat er gelegen heid van de scheidende directeur af scheid te nemen, 's Morgéns is er in foyer van de Stadsgehoorzaal een bij eenkomst voor het gemeente-perso neel. Aanvang half elf. Deze bijeen komst duurt tot ongeveer een uur. 's Middags is er een receptie in de Burgerzaal van het stadhuis. Het eerste doel van deze bijeenkomst heeft een besloten karakter.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 5