Hoe gaat het met de schatting van gronden in ruilverkavelingen DE BRULLENDE BERG LENTE Z WATER Kernpunten van de procedure Strijd van Giessendam e*o. is naar Tweede Kamer verplaatst VRIJDAG 27 APRIL 1956 DE LEIDSE COURANT DERDE BLAD - PAGINA 2 De schatting; van de gronden in een Gelet op het vorenstaande zal in blok van ruilverkaveling is één van het algemeen met de volgende aftrek- de kernpunten van de ruilverkave- -®1---* - - lingsprocedure. De toedeling der ka- a. Factoren van zuiver bodem- kundige aard, zoals onegale lig ging en storende lagen in het pro fiel. Voor de in het kader van de ruilverkaveling uit te voeren ont ginningen en herontginningen zul len derhalve aftrekken moeten worden toegepast. b. Factoren met betrekking tot de waterbeheersing. Hierbij dieiit rekening te worden gehou den met de maatregelen, welke noodzakelijk kunnen zijn voor de waterbeheersing in hoofdzaak (het graven van hoofdwaterlossingen, het stichten van bemalingsinstalla ties enz.) en de maatregelen voor v/at betreft het in_orde maken van de watenhuishoudkundige toestand binnen de percelen (drainage, be- -greppeling en infiltratie). c. Factoren met betrekking tot de ontsluiting. De wijze, waarop de percelen bereikbaar zijn, zal door het al of niet toekennen van een evenredige aftrek worden ge waardeerd. In het kader van de ruilverkaveling zullen immers nieuwe wegen worden aangelegd en bestaande zand- of kleiwegen worden verhard veis geschiedt immers later op basis van ingebrachte optimale agrarische waarde en de als gevolg van de ruil verkaveling ontstane wijzigingen in de veranderlijke productie-omstan digheden zoals waterbeheersing, ont sluiting, verkaveling, herontginnings- behoefte en dergelijke, zijn bepalend voor de kostenverdeling. Onder optimale waarde wordt ver- staan de waarde, die wordt verkre gen onder optimale productie-om standigheden, zoals deze door de ruil verkaveling zal kunnen worden ver wezenlijkt. Voor de waardebepa ling van de gronden benoemt de met de uitvoering van de ruilverkaveling belaste plaatselijke commissie, een commissie van schatters, die samen gesteld wordt uit praktische land bouwers uit de streek. Eerste schatting. Nadat het besluit tot ruilverkave ling op de stemmingsvergadering is genomen, vindt zo spoedig mogelijk de eerste schatting plaats, waarvan de werkzaamheden kunnen worden onderscheiden in: 1. de zogenaamde proefschatting en 2. de eigenlijke schatting. 1. Proefschatting. Bij het schatten der gronden is het van belang een zekere eenheid na te streven; daarom wordt onder rechtstreekse leiding van de Centrale Cultuurtechnische Commissie een stelsel van classificatie ontworpen en vastgesteld, waarin voor elke klasse de optimale agrarische waar de per hectare wordt bepaald. Hiertoe wordt ter plaatse van de ruilverkaveling onder leiding van een vertegenwoordiger van de Centrale Commissie een bijeenkomst gehou den, waarbij aanwezig zijn alle leden der plaatselijke commissie, de schat ters, de landmeter, het hoofd van de provinciale directie van de Cultuur technische Dienst en eventueel de andere deskundigen. Nadat de vorzitter het doel en de aard der schatting heeft uiteengezet, wordt een rondgang over het terrein gemaakt en wordt de grond onder zocht door het maken van proefgaten (gewoonlijk 0.501.00 m. diep). De proefgaten worden zodanig gemaakt, dat, de bovengroep op de eneen de ondergrond op de andere kant van de proefkuil wordt geworpen. In het blok woren eerst de beste en vervol gens de slechtse gronden beoordeeld en voor beide de optimale waarde, .uitgedrukt in geld per hectare vast gesteld. Daarna wordt het aantal overgangsklassen bepaald, tussen de beste en de slechtste grond en voor iedere vergangsklasse de optimale waarde per h.a. De. klassen hebben veelal een waardeverschil van 100 tot 200. Van deze verrichtingen wordt een proces-verbaal opgemaakt dat door alle aanwezigen wordt on dertekend. Bij het vaststellen van het aantal klassen wordt gelet op de grondsoort (klei, zand, veen, leem, enz.), de sa menstelling van de bovengrond (meer of minder humus, loodzand, structuur), de samenstelling van de ondergrond (grof- of fijnkorrelig, bankvorming, doorlatendheid). In het algemeen worden de gronden van verschillende gebruiksbestem- ming gescheiden gehouden; naar de bestemming worden b.v. aangetroffen bouwland, grasland, tuingrond, er ven, boomgaarden, houtopstanden, kunstwerken en gebouwen, kaden, wegens, water, enz. In het procesverbaal worden voor de verschillende variabele en veran derlijke factoren, voorzover deze niet optimaal zijn, aftrekken opge nomen, waarmede de optimale waarde maximaal kan worden ver minderd. Opgemerkt zij, dat alle fac toren die het produktie-vermogen van de grond beperken en die dooi de ruilverkaveling worden verbe terd bij de schatting dienen te wor den betrokken. Uiteraard zal daarbij volstaan moeten worden met die fac toren, die kunnen worden gewaar deerd in een veelvoud van 100 desnoods van 50 per h.a. d. Andere factoren, .waartoe on der andere wordt gerekend scha duw- en wortelschade-effecten van bomen, cultuurtoestand en het voorkomen van schadelijke onkrui den, dienen eveneens voor aftrek in aanmerking te komen. Het is vanzelfsprekend, dat even eens aan factoren- als de perceels- vorm en -grootte, de versnippering en de afstand der percelen tot de be drijfsgebouwen tijdens de ruilverka velingsprocedure kunnen door di verse oorzaken zoals verkoop, verer ving enz. ten aanzien van laatstge noemde factoren herhaadelijk veran deringen optreden In verband hier mede is het niet wenselijk, dat deze aftrek-factoren reeds in de eerste schatting worden betrokken. Aange zien deze productie-omstandighe den ongetwijfeld roede bepalend zijn voor de kostenverdeling, zullen deze factoren in de hierna te behandelen tweede schatting worden gewaar deerd. Zowel bij de vaststelling der opti male waarde als bij de bepaling van het bedrag, waarmede deze moet worden verminderd, dient steeds de juiste verhouding tussen de hieruit resulterende waarden in het oog te worden gehouden. 2. Eigenlijke schatting. De eigenlijke schatting heeft on der leiding van de plaatselijke com missie plaats in samenwerking met het hoofd van de provinciale directie van de Cultuurtechnische Dienst en de betrokken landmeter. Hierbij de len de groepen schatters van een on even aantal personen (3). aan de hand van gegraven profielkuilen en hun plaatselijke kennis de gronden van het gehele blok in de door de Centrale Commissie vastgestelde prijsklassen in en bepalen net be drag, waarmee ingevolge de cultuur toestand de optimale waarde van een perceel moet worden verminderd. Volledigheidshalve zij medegedeeld, dat het meermalen zal voorkomen, dat een kadastraal perceel in ver schillende klassen valt. De opper vlakte van e^k dier delen, vermenig vuldigd met de toegekende optimale waarde voor de klasse, waarin zij vallen, geeft de optimale waarde van het perceel aan De klasse-grenzen worden op het terrein door de schat ters opgezocht; waar zij óp het oog niet nauwKeurig genoeg zijn te be palen, moeten zij door het graven van gaten en het boren in de grond wor den opgespoord. De door de schat ters te vormen klasse-grenzen wor den door de landmeter in kaart ge bracht. Het bepalen van de bedragen, waarmede de optimale waarde van het perceel moet worden vermin derd, als gevolg van het niet opti maal zijn der variabele factoren, is i eveneens opgedragen aan de schat ters. Het benoort tot de taak van de land meter om de diverse berekeningen en metingen te verrichten, hetgeen tenslotte resulteert in het register van de schattingsuitkomsten. Indien andere dan agrarische fac toren de waarde van de grond mede bepalen, moeten deze afzonderlijk worden geschat. Deze factoren im mers beïnvloeden niet het produce rend vermogen van de grona en be horen dus niet in de schattings waarde te worden verdisconteerd. Wel echter behoren zij aanleiding te geven tot geldelijke verrekeningen. Als voorbeeld kan worden genoemd de factor bouwterreinwaarde, welke wordt geschat met het oog op de gel delijke verrekeningen voor het niet agrarische doel der waarde. Tweede schatting. De Ruilverkavelingswet voorziet in een tweede schatting van de gron den naar de toestand en produktie- omstandigheden, waarin deze door de uitgevoerde ruilverkaveling zijp komen te verkeren. Op overeen komstige wijze als bij de eerste, schatting worden na de verkaveling aftrekken toegepast door meerge noemde variabele produktie-facto- ren voorzover déze door de ruilverka velingswerkzaamheden niet geheel zijn opgeheven. Het schatten van deze waardeveranderingen, waartoe de plaatselijke commissie na de verkave ling aan dezelfde taxateurs als voor de eerste schatting opdraoht geeft, heeft dernalve betrekking op gehele of gedeeltelijke opheffing van de bij de eerste schatting toegepaste aftrekken. De schatters voeren bedoelde werk zaamheden uit met in achtneming van de door de Centrale Cultuur technische Commissie verstrekte aanwijzingen, welke ,in een proces verbaal worden vastgelegd. Kostenomslag. Op bovenstaande wijze wordt de mogelijkheid geschapen het verschil te berekenen in de agrarische waar de van de door een eigenaar inge brachte en de aan hem toegedeelde kavels. Door deze methode kan het totale voordeel van het gehele blok worden verrekend. Aldus wordt een maatstaf verkre gen voor de verdeling der kosten op basis van het genoten voordeel. Hei principe is derhalve bijdrage naar verbetering. Uitdrukkelijk zij er op ge wezen, dat de aftrekken verhoudings getallen zijn. Bij de financiële afsluit ting van de ruilverklaveling zou kun nen blijken, dat het totaal van de nièt^ door subsidie gedekte uitvoerings kosten afwijkt van het verschil tus sen de totale sommen der toegepaste aftrekken bij de eerste en bij de" tweede schatting. In dat geval zal dit verschil door vermenigvuldiging met een factor herleid moeten worden tot de definitieve kostenomslag. Het is daarom van belang, dat bij de vast stelling van de aftrekfactoren wordt uitgegaan van het in stemming ge brachte plan, de bijbehorende kosten- begroting en de aan de hand van de geschatte waarde-vermeerdering be rekende subsidie. Onderscheidings toelagen per 1 jan. '55 verdubbeld De toelagen, welke jaarlijks aan de ridders der miltaire Willemsorde en de broeders verbonden aan de Orde van de Nederlandse Leeuw uitbetaald worden en die resp. voor het laatst vastgesteld werden in 1940 en 1815, zijn met ingang van 1 januari 1955 verdubbeld, aldus heeft gisteren de Tweede Kamer zonder hoofdelijke stemming besloten. De toelagen zullen nu bedragen: voor onderluitenant, adjudant en daarmede gelijk te stellen rangen 650.per jaar; voor sergeant-ma joors en daarmede gelijk te stellen rangen 540.voor overigen 400. Voor de tweede onderscheiding be draagt de toelage /40O.waarvan in geval van overlijden de helft voor de weduwe behouden blijft. Aan het slot der vergadering van de Tweede Kamer heeft de voorzit ter gistermiddag medegedeeld, dat de vaste commissie voor binnenland se zaken hem heeft doen weten, dat zij nog niet gereed is gekomen met haar verslag nopens de nota naar aanleiding van de publikaties in ver schillende bladen betreffende de bur gemeester van 's-Gravenhage. Op haar verzoek wordt de termijn voor het uitbrengen van dit verslag verlengd tot 1 juni a.s. Gedurende de maand februari 1956 hebben tengevolge van branden vijf I personen het leven verloren. Gewond werden 74 personen, waarvan 28 le ien van het brandweerpersoneel. De directe schade als gevolg van brand wordt geraamd op /7.61-5.198 (in januari 1956 2.631.130 en in fe bruari 1955 2.327.820). In de maand februari 1956 hebben zich 65 grote branden voorgedaan, waarby de schade ƒ20.000 of meer bedroeg. Hieronder waren 27 bran den in boerderijen of gebouwen van landbouw- of veeteeltbedrijven. De directe schade hiervan wordt ge raamd op 1.284.000 (in januari 1956 waren het 11 boerderijen met een totale directe schade van 597.500 eri in februari 1955 waren het 10 boerde rijen met een schade van 365.630. Woensdagmiddag vijf uur is op een onbewaakte overweg tussen Ge- leen-Lutterade èn Beek-Elloo een trein in aanrijding gekomen met een zandauto. Er deden zich geen per soonlijke ongevallen voor. De auto werd zwaar beschadigd. Ook de trein werd enigszins beschadigd. En kele volgende treinen kregen enige vertraging. In de donderdag te Utrecht gehou den jaarvergadering van de r.k. Ne derlandse boekhandelaren en "uitge versvereniging „St. Jan" is de Brand- Van Gent-prijs 1956 uitgereikt aan prof. dr F. van der Meer te Nijme gen voor diens in 1950 verschenen boek „Keerpunt der Middeleeuwen". VELE BEZWAREN Gistermiddag heeft de Tweede Ka mer in behandeling genomen het wetsontwerp tot herziening van de grenzen der gemeenten Giessendam, Gissen-Nieuwkerk, Hardinxveld, Peursum, Schelluinen en Sliedrecht. Het wetsontwerp beoogt vereniging van gedeelten van de gemeenten Giessendam en Hardinxveld tot een nieuwe gemeente Hardinxveld-Gies- sendam; toevoeging van een gedeelte van de gemeente Giessendam aan de gemeente Sliedrecht; toevoeging van een gedeelte van de gemeente Har dinxveld aan de gemeente Schellui nen; vereniging van de gemeente Giessen-Nieuwkerk, de gemeente Peursum en de overblijvende gedeel ten van de gemeenten Giesendam en Hardinxveld tot een nieuwe gemeen te Giessenburg. De veranderingen worden voorge steld per 1 januari 1957. De heer BEERNINK (C.H.) ver klaarde te kunnen instemmen met de vorming van de gemeente Herdinx- veld-Giessendam. De nieuwe gemeen te Giessenburg zou hij slechts willen doen bestaan uit Ie gemeenten Gies sen-Nieuwkerk, de gemeente Peur sum en de overblijvende gedeelten van de gemeente Hardinxveld, Gies- sen-Oudekerk moet z.i. geen deel gaan uitmaken van Giessenburg, maar van de nieuw te vormen ge meente Hardinxveld-Giessendam. De heer RITMEESTER (V.V.D.) wees op de -zeer afwijkende houding van de bevolking van Giessen-Oude- kerk tegenover afscheiding van Gies. sendam. De heer VERKERK (A.R.) ontwik, kelde eveneens bezwaren tegen af scheiding van Giessen-Oudekerk van Giessendam. De heer SCHEPS (Arb.) gaf zijn instemming aan het ontwerp; de ac ties, die men tegen de grenswijziging heeft gevoerd, hadden hem niet over tuigd. De heer VAN DIS (S.G.) had zeer grote bezwaren omdat het plan in gaat tegen het verlangen der bevol king. In Giessen-Oudekerk heeft men ernstig bezwaar tegen afscheiding van Giessendam. Wat de samenvoeging van Giessen dam en Hardinxveld aangaat, herin nerde hij er aan, dat de raad van Giessendam zich met 1 tegen 4 stem- STREMMING IN TREINVERKEER. Op zaterdag 28 april zal het trein verkeer tussen Den Haag H.S. en Leidschendam/Voorburg van 21 uur tot aan het ëinde van de reizigers- dienst zijn gestremd in verband met werkzaamheden aan een viaduct bij Leidschendam/Voorburg. De treinen worden vervangen door autobussen. men tegen samenvoeging heeft uit gesproken; ook in Hardinxveld is de tegenstand groter geworden. De heer VAN KOEVERDEN (K.V. P.) was van oordeel, dat ópheffing van Giessendam niet is te voorkomen. De vorming van een nieuwe gemeen te Giessenburg beschouwde hij als een .winstpunt. De heer GORTZAK (C.P.N.) be twijfelde of het ontwerp de gewens te oplossing zal brengen. Hij deelde mede niet voor te zullen stemmen. Vandaag zal minister BEEL de Ka mer van antwoord diehon. RUZIE OP KATENDRECHT Surinamer schopte dronken Fin dood 2 Jaar geëist „De negers hebben de laatste tijd een slechte reputatie op Katendrecht; ze treden nogal agressief op. Met mijn eis houd ik ook rekening met de algemene preventie". Aldus gister middag de officier van justitie bij de rechtbank te Rotterdam in een zaak tegen een 26-jarige Surinaamse zee man, wegens mishandeling de dood tengevolge hebbend eiste de officier tegen hem twee jaar gevangenisstraf met aftrek. De man zou op 28 februari j.ï. te Katendrecht tijdens een vechtpartij de op de grond liggende 19-jarige Finse zeeman M. Kanervikko tegen bet hoofd geschopt hebben, waardoor deze zou zijn overleden aan een sche delbreuk en hersenbloeding. Getuigen hadden gezien, dat de Su rinamer de Fin tegen het hoofd ge schopt had, maar volgens hem had de Fin met nog een landgenoot de vechtpartij uitgelokt; de Finnen wa ren behoorlijk dronken, en de Suri namer niet. De Surinamer zou door de Finnen in 'n café zijn aangevallen en naderhand trof hij de Finnen bui ten de deur aan. Ze zouden hem weer zijn aangevallen, tijdens welke ruzie het slachtoffer gevallen is en de Surinamer de noodlottigen schop pen gaf. „Ik wilde hem alleen maar buiten gevecht stellen", zei hij gisteren. De officier zag het geval ook als een impulseive handeling, zonder dat deze de bedoeling had de Fin te do den. Maar men schopt iemand niet die op de grond ligt, zei hij. „Deze uiterst onaangename vechtpartij zal z'n gevolgen op Katendrecht nog wel hebben". De raadsman deed een beroep op noodweer; ook meende hij, dat het rassenverschil hier wel een rol ge speeld heeft. De Surinamer zou vol gens hem bekend staan als een rusti ge figuur; de verdediger vroeg ont slag van rechtsvervolging. Uitspraak over veertien dagen. door JEANNE BOUWMAN 34) Op aandringen van Tecla ging Anne op de laagste rij zitplaatsen zitten, waar de stoom waaraan zij nog niet gewend was nog niet zó dicht was dat zij het niet zou kunnen uit houden. Tecla kon onmogelijk weten, dat zij zich voelde alsof haar de adem was afgeknepen. Sharlie in de wagen van Rob Crocker, in de arm van Rob Crocker. Wat had dat te beduiden? Het water siste op de gloeiende stenen. De stoom dampte in wolken omhoog. De anderen zongen een Fins lied en Lissa sloeg de maat met een bundel cedertwijgen, waarvan zich de scherpe geur door het vertrek ver spreidde. Rob Crocker had Anne liefgehad. Nu had hij Sharlie Farnsworth lief. Anne ging rechtop zitten. Het was maar het beste de waarheid onder de ogen te zien. Crocker had in wer kelijkheid noch Anne noch Sharlie lief; hij hield alleen maar van de macht, die voorvloeide uit een huwe lijk met haar. Nu Lee aan het hoofd stond van de Farnsworth's visconser- venfabriek, zocht hij een prestige, dat op hem afstraalde door diens dochter Sharlie. „Het is tijd voor de douche", kon digde Tecla aan. Anne huiverde, toen van omhoog ijskoude druppels op haar neerhagel- den. Ze kon de anderen in hun cel len horen lachen en elkaar in het Fins <£er de lage schotjes heen toeroepen, maar het leek allemaal zo onwezen lijk. Tecla verscheen voor de deur van haar douche met een laken. „De handdoek is voor je haar", verklaarde zij. „wikkel je hier in". „Maar ik ben nat!' „Je huid zal als fluweel zijn als ze vanzelf gedroogd is", beloofde Tecla. En ze ging Anne die, in haar laken gedrapeerd, zich voelde als een Ro meinse senator, voor naar een kleine kamer, waar houten kooien langs de wanden stonden. Ze ging op een ervan liggen. De spieren die pijn gedaan hadden, voel de zij niet meer. De knagende pijn, die het zien van Crocker haar ver oorzaakt had. verdween. Anne legde haar hoofd lekker in een kussen. Een gevoel van grote voldoening kwam over haar, dat de anderen er ten minste niet van bewust geweest wa ren, dat zij Rob en Sharlie zag; dat zij hêhzelf niet meer behoefde te zien in de veilige vluchthaven, waarin zij zich nu bevond. „Lekker gedut?" Anne deed de ogen open. De an deren stonden reeds geheel gekleed voor haar kooi te lachen. Lissa's haar- knoedel, rechtop en glanzend van het flinke borstelen, scheen deel aan de vreugde te hebben. „Heb ik geslapen?", vroeg ze ver baasd. Ze lachten nog toen ze het bad huis uitgingen en om zich heen hoor de Anne aan alle kanten gedempt lachen met Finse woorden doorspekt Als een troep schoolmeisjes trokr ken zij naar een café, dat over het water heen gebouwd was. Ze zaten daar op hoge stoelen voor een toon bank, dronken er koppen kokend hete koffie en aten er gesuikerde koek. Daar troffen de jongens hen. Met een stel vrienden stapten zij daar triomfantelijk binnen. „We hebben haar", kondigde Orva. „Ze wordt ingeschreven als de C. F. 54, maar we noemen haar Nikki". „En maandag gaan wij met haar naar buiten voor 'een proeftocht", verzekerde George. „Ze bedoelen de boot", lichtte John Neumann toe, die bij het zien van Anne's verbijstering op haar afkwam. „Denk je dat het een goede boot is?", vroeg Tecla ernstig. „Een prachtsohuit", verklaarde voldoening, waarom Anne moest Neumann en Tecla knikte met een lachen; er bleek zulk een volstrekt vertrouwen in John's woord uit. De volgende morgen werd het huis in orde gemaakt, hoewel het Anne voorkwam, dat het meer op een af breken leek. Op verzoek der anderen nam John de leiding en toen Anne hjj gadesloeg, begreep ze waarom. Hij was een geboren leider. Op zijn bevel splitsten de werkers zich in ploegen. De ene ploeg brak de wand tu&sen de beide kamers aan de voor zijde weg; een andere verving ze tegelijkertijd door boogvormige steu nen. De afbraak werd opgeruimd, gaten met pleister gedicht en in de achterkamers het bejiang van de wanden gescheurd. Gaten en scheu ren werden gedicht, betimmeringen geschraapt. In de tuin werkte weer een ander ploegje, dat het onkruid opruimde, paden weer te voorschijn bracht, de lange trap repareerde, posten en paaltjes in de afrastering herstelde. Inmiddels bereidden de vrouwen in de keuken der Sorki's grote pannen met vispudding, groenten, vierkante bessenvlaaien en ketels kofie Zij zei den, dat het een Juhla, een feest was. Anne kreeg er schik in en hoewel ze maar weinig verstond van wat er gezegd werd, werkte het lachen aan stekelijk op haar en nam zij deel aan de pret. John, die een vragende blik op haar gezicht. zag, kwam bij haar en ver klaarde haar hun grappen en ook de liederen, die zij zongen. „Ik zal je een paar boeken bren gen", beloofde hij, „een woorden boek en vertalingen. Ik zal een Finse van je maken". Bij het ontwaken de volgende mor gen dacht Anne aan deze opmerking en aan John. Hij zou hen op de proef tocht vergezellen, maar ze was er zeker van, dat dit niets te maken had met de moeite, welke zij. zich gaf om in haar koffer eén donkerrode trui en èen idem alpino te vinden, die zo goed pasten bij haar matrozen - broek. Want deed ze niet evenveel moeite om de verrukte Miina een blauwe uitrusting te bezorgen? Het was een frisse dag en er stond een stijve bries, die witte koppen op de golven maakte en de schapen wolken aan de horizon tot een don zige witte massa samenjoeg. Bij de werf gekomen zag Anne daar een groep mannen samengeschoold, die druk gesticuleerden. Toornige stemmen klonken, door de wind ge dragen, tot haar door. John sprong op een hoop balken en dwong hen tot luisteren door hen met nadi'uk, met vuur en overredend toe te spre ken. „Orva, wat is er aan de hand?", vroeg ze. „Tja", zei hij ontwijkend, „de lui hebben het land in. Ze willen vech ten ik bedoel wel, ze, willen vechten ergens om en John probeert ze in te tomen en ze een be roep op de wet te laten doen". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 10