Wie puzzelt mee
DE BRULLENDE BERG
ZATERDAG 21 APRIL 1956
DE LEIDSE COURANT
VIERDE BLAD - PAGINA 2
Horizontaal: l. zesde teken in de
dierenriem, 5. joods godsdienstleraar,
10. vogel, 11. sus loco (afk.), 13. ver
ouderd; woord voor heuvel, 15. speel-
ri, 17. begaafdheid, 20. familielid,
oude rekening (afk.), 23. bootje,
24. bijwoord, 25. landtong, 27. vaar
tuig, 29. metaal, 30. voorzetsel, 32.
Katholieke Encyclopedie (afk.), 33.
leeftijd (Fr.), 35. water in België, 37.
vertegenwoordiger, 39. ondanks, 40.
kennis, wetenschap, 42. seen, 43. ad
vocem (ak.), 45. ontkenning (spreek-
tal), 47. lied, 49. barmhartigheid,
32. deel van het skelet, 54. afkorting
van lutetium, 55. hoofdwerk der
oudnoorse letteren, 56. water in
Friesland, 57. opschik, 59. zonder
ling, 61. gem. in Gelderland, 62. jon
gensnaam, 64. railroad (afk.), 65.
kippenloop, 67. spoed, 68 gezondheid
Verticaal: 2. bekend dier, 3. slede,
4. opening, 6. zangstem, 7. afkorting
van berylium, 8. Javaanse huisvogel,
9. dierlijk zeegewas, 11. rijzig, 12.
deel van de rug, 14. zijtak Seine, 16.
vreemde munt, 18. courantenjongen,
19. bijb. figuur, 21. maand van het
jaar, 26. krachtige, 27. begerig, 28.
strandmeertje, 29. steenkolenwagen
achter de locomotief, 31. drietenige
struis, 34. gindse, 35. district (afk.,
36. munt in Portugal en Brazilië,
(afk.)., 37. algemeen kiesrecht (afk,),
38. voorzetsel, 41. gem. in Drente, 43.
niet dezelfde, 44. familielid, 46. etter
gezwel, 48. tweetal, 50. achtig, 51.
waterkering, 53. boom, 58. groente,
59. viervoetig dier, 60. spoedig, 61.
boomloot, 63. bekend© afkorting, 66.
voegwoord.
Oplossingen tot en met donderdag
aan het bureau van ons blad.
Een sigarettenkoker, sieraad en
boek zijn beschikbaar.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Horizontaal: 1. Loenen, 5. handig,
10. iet, 12. ree, 13. Mies, 15. beu, 17.
kort, 18. node, 20. welp, 22. e.a,, 23.
la, 25. te, 26. in, 27. hortensia, 31. zo,
32. lij, 34. patronaat, 41. en, 42, re,
43. Dr, 44. no, 45. leng, 47. iets, 49.
iris, 51. ees, 53. soda, 55. ree, 58. era,
59. indien, 60 kompas.
Verticaal; 1. limoen, 2. oej, 3. eten,
4. en, 6. An, 7. drop, 8. Ier, 9. getand,
11. te, 14. solo, 15. Be, 16. uw, 17.
klei, 19. dar, 21. ets, 24. ne, 27. hop,
28. tor, 29. non, 30. alt, 33. Kediri, 35.
Ares, 36. ten, 37. on, 38. adé, 39. arts,
40. topaas, 45. lied, 46. Se, 47. is, 48.
soep, 50. ren, 52. eg, 54. dra, 56. i.e.
57. do.
De taart is voor mevr. N. Buizen,
Stieltjesstraat 44, Leiden; het sie
raad: N. J. Oomen, Nieuwstraat 10,
Roelof arendsveen, en het boek C. v.
Teylingen, Watertje 47, Zoeterwoude
Aetherklanken
TELEVISIEPROGRAMMA'S
NTS. 16.0017.00 Eurovisie: Sport-
repotage uit Parijs.
IKOR: 17.0018.00 Herv. kerk
dienst.
HILVERSUM I. 402 M.
8.00 KRO. 9.30 NORV. 12.15 KRO.
17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00
KRO.
KRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.25
Hoogmis. NCRV: 9.30 Nws. en wa
terstanden. 9.45 Mannenkwart. 10.00
Geref. Kerkdienst. 11.30 Gram. 11.43
Discantgamba, tenorgamba en orgel.
KRO: 12.15 Gram. 12.20 Apologie.
12.40 Lichte muz. 12.55 Zonnewijzer.
13.00 Nws. en kath. nws. 13.10 KRO
Dansclub. 13.40 Boekbesp. 13.55 Gram
14.00 Voor de jeugd. 14.30 Zang en
Sport. 16.30 Vespers. IKOR: 17.00
Jeugddienst. 18.00 De Kerk aan het
werk, rep. 18.20 Overpeinzingen
van een dorpsdominee. 18.30 Film
rubriek. 18.45 Kerklied. 18.50
Even napraten op da studeerkamer
van Ds. P. J. de Geeter. NCRV: 19.00
Boekbespr. 19.10 Samenzang. 19.30
Het evangelie in een draaikolk: de
brieven aan de Corinthiers, caus.
KRO: 19.45 Nws. 20.00 De gewone
man. 20.05 De springplank. 20.25 Act,
20.35 U bent toch ook van de Partij?
caus. 20.45 Pianospel en gram, 21.10
Mist, hoorspel. 22.00 Promenade ork.
en sol. 22.45 Avondgebed en liturg,
kal. 23.00 Nws. 23.15 Symf. ork. en
soliste. 23.5024.00 Gram.
HILVERSUM n 298 M.
8.00 VARA. 12.00 VARA. 17.00 VARA
18.3J VPRO. 19.00 IKOR. 20.00—24.00
AVRO.
VARA: 8.00 Nws. en postduiven-
bericht. 8.18 Voor het platteland.
8.30 Gevar. progr. 9.45 Geesteijlk le
ven, toespr. 10.00 Componistenpor
tret. 10.40 Met en zonder omslag.
11.10 Lichte muz. AVRO: 12.00 Ne
derlandse muz. 12.30 Sportspiegel.
12.35 Even afrekenen, Heren! 12.45
Orgelspel. 13.00 Nws. 13.05 Meded.
of gram. 13.10 Gevar. progr. v. d.
miL 14.00 Boekbespr. 14.20 Kamer
orkest en blaastrio. 15.20 Ontmoe
ting der levensovertuigingen, discus
sie. 15.45 Koorzang. 16.00 Dansmuz.
16.30 Sportrev. VARA: 17.00 Strijk-
ensemble. 17.25 Voor de jeugd. 17.50
Nws. en sportuitsl. 18.05 Sportjour
naal. VPRO: 18.30 Korte Ned. Herv.
kerkdienst. IKOR: 19.00 Voor dé
kinderen. 19.30 De anderen en wij,
gesprek. AVRO: 20.00 Nws. 20.05 Ge-
var.muz. 20.50 Voordr. 21.00 Gram.
21.40 Herseneym. 22.00 Lichte muz.
22.20 Act. 22.30 G»*am. 23.00 Nws.
23.15 Act. of gram. 23.25—24.00 Lich
te muziek.
MAANDAG.
HILVERSUM I. 402 M.
7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nws. en SOS-ber.
7.10 Gewijde muz. 7.30 Gram. 7.45
Een woord voor de dag. 8.00 Nws.
en weerber. 8.15 Sportuitslagen. 8.25
Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.25 Voor
de vrouw. 9.35 Waterstanden. 9.40
gendienst. 11.00 Gram. 11.20 Gevar.
Mastklimmen. 10.25 Gram. 10.30 Mor-
programma. 12.25 Voor boer en tuin
der. 12.30 Land- en tuinb. meded.
12,33 Negro-spirituals. 12.53 Gram.
en act. 13.00 Nws. 13.15 Salonork.
13.45 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.30
Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15
Amus.muz. 15.40 Gram. 16.00 Bijbel
lezing. 16.30 Kamermuziek. 17.00
Voor de kleuters. 17.15 Voor de jeugd
17.30 Schaken. 17.35 Gram. 17.40
Koersen. 17.45 Regeringsuitz.: Rijks
delen Overzee: J. Gemmink: Bevol
kingsonderzoek in Suriname. 18.00
Vrouwenkoor. 18.20 Sport. 18.30
Gram. 18.40 Engelse les. 19.00 Nws.
en weerber. 19.10 Orgelconcert. 19.30
Volk en Staat, caus. 19.45 Kamermu
ziek. 20.00 Radiokrant. 20.20 Ork.
conc. 20,45 Dat zij mij niet verrassen,
hoorspel. 21.45 Cello en piano. 22.25
Oude muz. 22.45 Avondoverdenking.
23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.40—24.00
Evangelisatie-uitzending.
Bezoeker en bezoeking. Bezoe
ker: „Wie schreeuwt daar zo?"
Directeur: „Dat is m'n stille ven
noot".
Nieuws. Vrouw: „Nog nieuws in
de courant vandaag?"
Man: „Ja, de datum".
Dankbaar. Boekhouder: „Kan ik
vandaag een middag vrij krijgen?"
Directeur: j.Onmogelijk.'t is veel
te druk".
Boekhouder: „Dank u, mijnheer".
Directeur: „Dank u?"
Boekhouder-: „Ja, mijn vrouw wil
de dat ik meeging naar de uitver
koop".
Stom. „Kerel wat zie je er be
roerd uit. Wat is er gebeurd?"
„Ze hebben m'n appendix wegge
nomen".
„Stommeling, had hem dan op
naam van je vrouw laten zetten".
Belangstelling. „Interesseert u
zich voor het werk van uw man?"
„Heel erg!"
„Wat doet hij?"
„Modetekenaar".
HILVERSUM II. 298 M.
7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20—24.00
VARA.
VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20
Gram. 8.18 Sportberichten en muz,
8.30 Strijkorkest. 9.00 Gym. voor de
vrouw. 9.10 Gram. VPRO: 10.00 Voor
de oude dag, caus. 10.05 Morgenwij
ding. VARA: 10.20 Gevar. muz. 11.00
Gram. 12.00 Dansmuz. 12.30 Land
en tuinb.meded. 12.33 Voor het plat
teland. 12.38 Dansmuz. 13.00 Nws.
13.15 Voor de Middenstand. 13.20
Lichte muz. 13.45 Voor de vrouw.
14.00 Goedenmorgen, Juffrouw Duif,
hoorsp. 15.30 Zestig minuten voor
boven de zestig. 16.30 Gram. 17.00
Instr. trio. 17.25 Lichte muz. 17.50
Mil. comm. 18.00 Nws. en comm.
18.20 Act. 18.25 Orgelspel. 18.40
Pari. verz. 18.55 Voor de jeugd. 19.05
Jeugdconcert. 19.45 Regeringsuitz.:
Landb.rubriek: 1. met een kunst-
mestblazer het bos in. 2. Het weide-
plan 1956. 20.00 Nws. 20.05 De fami
lie Doorsnee, hoorspel. 20.35 Het
hangt aan de muur en het tikt. 21.00
Dansmuz. 21.35 Het volle pond, caus.
21.50 Concertgebouworkest. 22.45
23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram.
Niet attractief. Zij: „Ik geef 'n
kwartje voor je gedachte!".
Hij: „Aan 'n kwartje heb ik niks.
Wat ik denk kost twee kwartjes per
glas".
Schaakmat. „Toen je dat meis
je schaakte, is haar moeder je toen
niet achterna gekomen?"
„Nou en of, ze woont nog bij ons
in".
Vader en dochter. „Heb je va
der al om mijn hand gevraagd?"
„Ja zeker, telefonisch!"
„En wat zei hij?"
„Ik kan niet verstaan met welke
sufferd ik spreek, maar 't is in orde".
Begrijpelijk. Mijnheer Pieterse,
die een borreltje op had, zat met een
blauw oog op de stoep van z\jn wo
ning.
„Ach kerel", zei een medelijdende
buurman, „wat zie je eruit. Waarom
ga je niet naar binnen met dat blau
we oog".
„Omdat ik binnen ben geweest,
heb ik juist een blauw oog", ant
woordde Pieterse.
Kindermond. Jantje: „Moeder,
waarom bent u met vader ge
trouwd?"
Moeder: „Lieve hemel kind, begin
jij daar nou ook al over te zanik-
kenl"
Weinig verschil. Hoofdcommis
saris: „U had dienst bij dat bal!
Waarom greep u niet in, toen die
man zijn vrouw mishandelde?"
Agent: „Ik dacht, dat 't bij die
dans hoorde!"
„Dit is 'n zeer bijzondere postzegel
uit 1295".
„Maar toen was er toch nog geen
post!"
„Dat is juist het bijzondere!"
IN EN OM HET
HEIDEHUIS
De leraar gaf Eric een plaats en de
les ging zijn gewone gang. En toch was
het eigenlijk weer niet zo gewoon.. De
jongens waren er met hun aandacht niet
helemaal bij. Ze moesten maar steeds
naar „die nieuwe" kijken. Ze waren ook
nieuwsgierig of hij knap zou zijn. Voor
al de jongens die gewend waren om
steeds tot de besten van de klas te be
horen, vonden het helemaal niet pret
tig om een plaatsje teruggedrongen te
worden. Ze waren juist bezig met het
oplossen van een ingewikkeld reken
kundig vraagstuk. Verschillende jon
gens hadden al geprobeerd een goed
antwoord te geven maar de leraar was
nog steeds niet tevreden.
„Wie weet ér een andere, beter op
lossing?" vroeg de leraar nu en wa
rempel, daar stak Eric zijn vinger op.
„Nou jongen, kom jij je krachten
eens beproeven", en meneer hield hem
al bet krijtje voor. Eric stapte moeilijk
uit: de vreemde bank. „Rang" schampte
de beugel tegen het ijzeren hekwerk
op zy van de bank. „Jakkes", bromde
hij in zichzelf. Een paar jongens lach
ten eens tegen elkaar; zo iets van:
„Zo'n opschepper toch".
Eric hinkte zo'n beetje naar hef bord
en voelde zich rood worden tot achter
zijn oren, maar toen meneer hem eens
bemoedigend toelachte, greep hij het
stukje krijt en begon op zijn manier de
som uit te leggen.
„Maar dat is prachtig kerel!" prees
de leraar hem. Verlegen ging hij weer
naar zijn plaats en toch deed die aan-
moeding hem goed.
Diezelfde dag maakte hij nog meer
goede beurten en dat was niet té ver
wonderen als we bedenken dat Eric
gedurende ziin ziek zijn met extra les
sen steeds flink gestudeerd had. Met
het toelatingsexamen hoorde hij ook tot
de besten.
Onder het speelkwartier dromden de
jongens van dg klas samen en vooral
de „knapperen" bespraken hun kansen
nu ze hun ..eervolle vermelding" door
deze nieuweling bedreigd zagen. Som
ber zagen ze zich nu een plaats achter
uit gesteld. Gelukkig was er nog een
jongen die zich met Eric bemoeide, an
ders had hij helemaal alleen gestaan.
Bit het uitgaan van de school stond
Sjaak hem al on te wachten. Sam°n
zochten ze zijn fiets uit het overvolle
rek en probeerden tussen de stoeiende
en duwende jongens een uitweg te vin
den, wat Eric niet zo gemakkelijk af
ging. Vandaag had hij ook juist zo'n
last met z'n been. Bij het hek ontstond
een opstopping en Eric wilde naar de
kant gaan om de andere jongens voor
te laten gaan.
„Hé, manke, opzij met die kar!"
klonk het plots naast hem en hij keek
in het schamper lachende gezicht van
één van de jongens van zijn klas. Eric
klemde z'n lipoen op elkaar en zei niets
maar Sjaak liet de fiets los, draaide
zich om en stond met twee gebalde
vuisten onder de kin van de schelden
de jongen.
„Wat manke! Wie manke?" schreeuw
de hij buiten zich zelf. De ion gen k*»ek
geschrokken in bet wn1"4"V c!"ht
vóór h*m. Fric Sia^k »~ee
te trekken maar dat lukte niet. Een
paar grotere jongens hielden Sjaak te
gen anders was het vast tot een vecht
partij gekomen.
De directeur had alles vanuit de
deur gezien en riep de twee jongens bij
zich. Sjaak huilde van drift en kon
slechts hakkelend vertelle.n, wat er
was voorgevallen. De schuldige jongen
moest mee naar de direkteurskamer en
kreeg daar een verdiende straf.
Samen fietsten ze nu naar huis en
Eric voelde dat hi j in Si aak een echte
vriend gevonden had. Onderweg spra
ken ze af er thuis niets van te vertel
len. 't Zou oom en tante maar verdriet
doen.
De dagen 'vlogen voorbij. Op gere
gelde tijden kreeg Eric bericht van zijn
ouders dat ze het in Italië uitstekend
maakten en Eric kon op zijn beurt
iedere week schrijven dat hij in het
Heidehuis al helemaal gewend was en
dat hij het op school goed maakte.
Eigenlijk had hij kunnen schrijven dat
hij tot de be§ten van de klas behoorde
maar zo opschepperig was hij niet en
bovendien wilde hij z'n vader en moe
der verrassen met een mooi rapport.
Ook schreef hij hen niet dat er enige
klasgenoten bepaald vijandig tegen hem
waren, nooit met hem spraken en hem
steeds spottend bekeken en dat alleen
maar omdat ze bang waren een plaats
achteruitgezet te worden. Eric had daar
verdriet van en daarom juist schreef hij
er niets van aan zijn ouders. Gelukkig
I echter waren er ook beste jongens in
de klas, die zich veel met hem be
moeiden vooral als hij op de speel
plaats zo'n beetje alleen stónd en niet
met wilde spelletjes mee kon doen.
Vooral zijn buurjongen Kees was een
aardige vriend.
De proefwerken voor het laatste rap
port voor de overgang waren voorbij
en in het speelkwartier stonden de jon
gens met de teruggekregen blaadjes hun
cijfers te vergelijken en de kansen té
bespreken van het overgaan. Kees en
Eric liepen wat heen en weer en had
den het ook druk over hun werk. Op
gewekt keek Eric om zich heen, Z^n
cijfers waren schitterend. Kees keek
niet zo vrolijk dat zou voor hem wel
op een her-examen uitlopen en Eric
bood aan hem te helpen in de vacantie.
Enfin afwachten maar,
„Die manke zal wel met de eerste
prijs gaan strijken", zei één van de jon
gens jaloers omdat hij tot nu toe altijd
de beste van de klas geweest was.
„Nou, dan ben jij deze keer maar
eens nummer twee. Dat zal je geen
kwaad doen", spotte een ander, maar
de jaloerse Hans zon op èen middel
om te voorkomen dat hij niet nummer
één werd en 's avonds in bed bedacht
hij heel iets lelijks.
Als de jongens naar de gymnastiek'es
gingen mocht Eric in het lokaal blijven
studeren, dat had de Dlrekteur goed
gevonden. Horloges, vulpennen, zak
messen enz. werden dan in de lessenaars
geborgen en op die bewuste morgen
bleef Hans nog wat teuten en terwijl hij
langs Eric liep, die al over zijn studie
boek gebogen zat, liet hit stiekum zijn
horloge in Eric's tas glijden. Daarop
I haastte hij zich om de andere jongens
ift te halen, die al op weg naar het
gymnastieklokaal waren.
„Waarom b'eef jij aohter?" wilde
Kees wet°n to~n H*ns b'^^nd van het
haasten naast hem lopen.
(Wordt vervolgd).
Correspondentie
Gerard Kradoïfer, Leiden. Van Ge
rard kreeg ik nog een Paasverhaaltje.
PINKELTJE LAAT HET GOUDEN EI
VALLEN.
Het was twee weken voor Pasen en
de kippen legden volop eieren. Kabou
ter Pinkel was druk bezig mét eieren
rapen om ze dan naar opa te brengen.
Ook de andere kabouters waren druk
in de weer, de een verfde, de ander
legde de eieren in de choeolade en
weer een ander haaide ze er uit om er
een mooi gekleurd papiertje op te
plakken. Zo had ieder zijn eigen werk.
Pinkeltje raapte maar en bracht ze
voorzichtig naar opa. Opeens liet hij
drie gouden eieren vallen, die de gou
den kip had gelegd. Wat schrok hij
daarvan. Wat moest hij doen? Wacht,
hij zou rraar de goede fee gaap, die zou
hem zeker wel willen helpen. Hij be
dacht zich niet lang en liep er op een
draf naar toe. De fee woonde helemaal
aan de andere kant van het Paaseier-
land en om daar te komen moest hij
door een groot bos. Toen Pinkeltje een
half uur gelopen had. werd bij moe en
keek waar hij kon zitten. Hij rustte
even uit en ging weer vtyyder. De tocht
was wel lang maar emdèïijk was hij er
toch. Vóór hem lag het paleis van de
fee. Het lag te schitteren in de zon en
de torens kwamen boven de bomen uit.
Het laatste stukje ging hü hollen en
toen was hij er zo. Toen hij bet paleis
binnen ging, zag hij <je fee een
mooie troon zitten en hij vertelde wat
er gebeurd was.
„Hier is mijn toverstokje", zei de fee,
„strijk daarmee over de gebroken eieren
en ze worden weer heel Als je klaar
bent. moet je het stokje weer terug
brengen".
Pinkeltje bedankte en ging gauw
naar huis. Hij deed wat de fee hem had
gezegd en de eieren werden weer heel.
De andere kabouters zongen: „Lang
leve onze Pinkel", en de drie gouden
eieren lagen te schitterend in de zon.
Hennle Sistermans, Noordwijk. Fijn
dat je voortaan met ons mee wilt doen.
Je moet me maar dikwijls zo'n gezellig
briefje schrijven. Vandaag komt ook je
kleine verhaaltje in de krant.
DE TWEE LAMMETJES.
Moeder schaap had tvyee lammetjes
gekregen, wat was ze blij. Het waren
twee vrolijke lammetjes. Ze huppelden
en sprongen in de wei. Op een dag
kwam de boer het schaap halen. Ze
wilden ook mee, maar ze mochten niet
van de boer. Hij zei: „Vort" en deed
het hek dicht. Ze waren er helemaal
verdrietig door geworden en hupnel-
den en sprongen niet meer. 's Middags
kwam de boer met moeder schaap te
rug. Toen waren ze weer vrolijk en
hüppelden en dartelden weer in de v/ei.
Tiencke Veen, Leiden. Boe is 't met
al de zieken Tieneke? Zeker al lang
weer beter. Oom Toon is ook ziek ge-
weest,, maar is nu weer jp gezond als
een kippetje. Je verhaaltje komt hier
achter.
IN DE ARENA.
„Jan, Jaaaan!", dat roept moeder
vanuit de keukendeur.
„Joe, ik kom!", roept Jan terug.
Hij staat al klaar met zijn eigen kof
fertje en zijn nieuwe pak ©n jas aan.
Jan gaat naar binnen, wast zijn handen
en dan gaan ze op weg, vader, moeder
en Jan, naar het station. Ze gaan een
week logeren bij tante Els in Velsen.
Jan heeft er zich al dagen op ver
heugd en nu staan ze dan eindelijk op
het perron. Vader, heeft kaartjes ge
kocht en het wachten is op de trein.
„Tuut, tuuuuut!" gilt de stoomfluit
en de trein rolt dreunend en daverend
het station binnen. Het is ineens een
drukte van belang, merfsen stappen In
en uit en ako's schreeuwen. Vader heeft
intussen een mooi plaatsje bemachtigd
in een lege coupé. Jan zit bij het raam.
Daar zet de trein zich puffend en bla
zend in beweging. Jan kijkt uit het
raam. Hij ziet spelende kinderen, wei
landen met koeien en schapen en grote
huizen en fabrieken. Ook verschillende
grote kerken.
Nu zijn ze bij het station Velsen,
waar tante Els lachend op het perron
staat. Vader, moeder en Jan stappen
uit en begroeten tante Els. Ze gaan nu
naar tantes huis, een heerlijke week
tegemoet.
Ina Salman, NoordwUk. Leuk hè, om
zo'n klein broertje te hebben. Denk er
om, niet meer vechten zaterdags om de
krant, dan maar liever ieder op de
beurt. De oplossing was prima in orde.
Dag meiske.
Beppie v. d. Poel, Katwijk. Natuur
lijk vinden we het goed dat je met ons
mee doet. Ik ben reuze benieuwd naar
je verhaaltje. Stuur het maar vlug.
Nellie v. d. Berg, Noordw.hout. Weer
een nieuwe vriendinnetje, dat hartelijk
welkom is in onze grote kring. Wat fijn
hè, dat je misschien toch overgaat on
danks je ziek-zijn. Je hebt natuurlijk
al veel ingehaald. Je versje komt niet
in de krant. Jammer hè. Je had er zelf
een moeten maken en dat is voor een
meisje van negen jaar wel moeilijk.
Probeer het eens met een verhaaltje,
dat zal wel gaan.
Emmie Hliders, Zevenhoven. Keurig
heb je het raadsel opgelost. Was het 1
niet voor de eerste keer dat je mee
deed?
GEDICHTJE.
Een beertje uit het bos,
Zat op een stukje mos.
Hij sliep vast en gromde luid,
Een haasje kwam zijn holletje uit.
En o schrik, wat zag hij daar?
Daar zat zijn vriendje
Bromtuimelaar.
EEN STOUT KABOUTERTJE.
Kaboutertje, kaboutertje,
Je bent me toch een stoutertje,
Omdat je nog niet slapen gaat,
Het is al nacht, het is al laat.
De sterren staan al aan de lucht,
En nergens hoor je meer gerucht,
Kaboutertje, kaboutertje,
Je bent me toch een stoutertje.
Dinl Wortman, Noord wijk. Ik houd
heel veel van de zee en 's zomers zo'n
fijne strandwandeling maken, doe ik
graag. Misschien kom ik je dan wel
eens tegen in Noordwijk. Dag Dini.
Joop v. d. Meer, Leiden. De kinderen
vinden het altijd leuk als ze een ant
woordje in de krant terugkrijgen. Je
moet me maar dikwijls schrijven, dan
zie je ook steeds je naam weer in de
krant De groeten ook,aan Ludie.
Jopie van Veen, Zevenhoven komt
ons vertellen over:
UIT ROEIEN.
De school was uit en Jan en Piet gin
gen samen naar huis.
„Ga je mee vanmiddag varen?" vroeg
Jan.
„Dat moet ik eerst aan vader vragen".
Vader zei tegen Piet, dat hij dan
uiterst voorzichtig moest zijn.
„Ja, dat zal ik wel doen", zei Piet
tegen vader.
Om één uur stond Jan al bij Piet op
de stoep. Dadelijk kwam deze al met
z'n hengels aanhollen. Jan had een em
mer bij zich en een paar rolletjes zuur
tjes. Ze liepen nu eerst naar de boten-
man om een boot te huren en ze moes
ten voor die middag een gulden beta
len. Jan en Piet namen ieder een roei
spaan, maar inplaats van gelijk op te
roeien sloegen ze wild om zich heen en
de spatten vlogen in het rond. Piet
maakte zo'n wilde beweging dat hij
pardoes over de rand van de boot sloeg
en midden in het water lag. En hij had
nog al beloofd, zo uiterst voorzichtig te
zijn.
Jan hing over de boot om Piet te
pakken, maar dat lukte niet. Jan roei
de en paar slagen verder en.... ja
hoor, hij kon hem net grijpen. Piet
klom met veel moeite in de boot.
Kletsnat kwam hij thuis. Vader was
zó boos, dat hij zonder eten naar bed
moest.
Jan v. d. Ploeg, Leiderdorp. Jammer
hè Jan, dat de lente zo lang op zich
laat wachten. Groeit kleine Keesje al
goed?
Leonie v. Went, Noordwijk komt ons
vertellen hoe ze de Paasvacantie heeft
doorgebracht.
PAASVACANTIE.
Lekker vrij! Ik ga nu fijn spelen:
hinkelen, rolschaatsen en mijn moeder
helpen en als Ik klaar ben ga ik naar
het bos om sneeuwklokjes te zoeken. Ik
zoek zo lang, tot ik er een klein bosje
van heb en dan ga ik naar huis en zet
ze in een klein vaasje bij Maria. Dan
ga lk buiten spelen en als ik daar geen
zin meer in heb dan ga ik tekenen en
daarna kleuren. Om twaalf uur gaan
we eten en daarna ga ik weer verder
met kleuren. Om zes uur gaan we weer
eten en als we klaar zijn is het nog tijd
om een paar potjes te kaarten. Om
kwart over zeven gaan we uitkleden en
wassen en dannaar bed. Binnen een
kwartier slapen we en de volgende
morgen begint er weer een fijne dag,
want het is vakantie.
Mathilde v. d. Moer, Rijnsburg. De
oplosing van het raadsel was prima.
Vond je het zo moeilijk? Doe je nu
geregeld mee?
Leny Kriek, Lelden. Geen tijd gehad
voor een briefje Lenie?
Anneke Uljec, Lelden. De prijzen
voor de raadsels zijn altijd verschil
lende boeken en we houden ook reke
ning met jongens- en meisjesboeken.
Maar dikwijls meedoen Anneke, dan
win je vast wel eens iets.
Jan van Santen. Woubruggc. Een
pluim voor de keurige manier waarop
je de oplossing geschreven hebt.
De volgende week gaan we weer
verder.
TANTE JO en OOM TOON.
,Whebik
merwtertxUonfajqmetm hxh'j