Wie puzzelt mee DE BRULLENDE BERG ZATERDAG 21 APRIL 1956 DE LEIDSE COURANT VIERDE BLAD - PAGINA 2 Horizontaal: l. zesde teken in de dierenriem, 5. joods godsdienstleraar, 10. vogel, 11. sus loco (afk.), 13. ver ouderd; woord voor heuvel, 15. speel- ri, 17. begaafdheid, 20. familielid, oude rekening (afk.), 23. bootje, 24. bijwoord, 25. landtong, 27. vaar tuig, 29. metaal, 30. voorzetsel, 32. Katholieke Encyclopedie (afk.), 33. leeftijd (Fr.), 35. water in België, 37. vertegenwoordiger, 39. ondanks, 40. kennis, wetenschap, 42. seen, 43. ad vocem (ak.), 45. ontkenning (spreek- tal), 47. lied, 49. barmhartigheid, 32. deel van het skelet, 54. afkorting van lutetium, 55. hoofdwerk der oudnoorse letteren, 56. water in Friesland, 57. opschik, 59. zonder ling, 61. gem. in Gelderland, 62. jon gensnaam, 64. railroad (afk.), 65. kippenloop, 67. spoed, 68 gezondheid Verticaal: 2. bekend dier, 3. slede, 4. opening, 6. zangstem, 7. afkorting van berylium, 8. Javaanse huisvogel, 9. dierlijk zeegewas, 11. rijzig, 12. deel van de rug, 14. zijtak Seine, 16. vreemde munt, 18. courantenjongen, 19. bijb. figuur, 21. maand van het jaar, 26. krachtige, 27. begerig, 28. strandmeertje, 29. steenkolenwagen achter de locomotief, 31. drietenige struis, 34. gindse, 35. district (afk., 36. munt in Portugal en Brazilië, (afk.)., 37. algemeen kiesrecht (afk,), 38. voorzetsel, 41. gem. in Drente, 43. niet dezelfde, 44. familielid, 46. etter gezwel, 48. tweetal, 50. achtig, 51. waterkering, 53. boom, 58. groente, 59. viervoetig dier, 60. spoedig, 61. boomloot, 63. bekend© afkorting, 66. voegwoord. Oplossingen tot en met donderdag aan het bureau van ons blad. Een sigarettenkoker, sieraad en boek zijn beschikbaar. OPLOSSING VORIGE WEEK. Horizontaal: 1. Loenen, 5. handig, 10. iet, 12. ree, 13. Mies, 15. beu, 17. kort, 18. node, 20. welp, 22. e.a,, 23. la, 25. te, 26. in, 27. hortensia, 31. zo, 32. lij, 34. patronaat, 41. en, 42, re, 43. Dr, 44. no, 45. leng, 47. iets, 49. iris, 51. ees, 53. soda, 55. ree, 58. era, 59. indien, 60 kompas. Verticaal; 1. limoen, 2. oej, 3. eten, 4. en, 6. An, 7. drop, 8. Ier, 9. getand, 11. te, 14. solo, 15. Be, 16. uw, 17. klei, 19. dar, 21. ets, 24. ne, 27. hop, 28. tor, 29. non, 30. alt, 33. Kediri, 35. Ares, 36. ten, 37. on, 38. adé, 39. arts, 40. topaas, 45. lied, 46. Se, 47. is, 48. soep, 50. ren, 52. eg, 54. dra, 56. i.e. 57. do. De taart is voor mevr. N. Buizen, Stieltjesstraat 44, Leiden; het sie raad: N. J. Oomen, Nieuwstraat 10, Roelof arendsveen, en het boek C. v. Teylingen, Watertje 47, Zoeterwoude Aetherklanken TELEVISIEPROGRAMMA'S NTS. 16.0017.00 Eurovisie: Sport- repotage uit Parijs. IKOR: 17.0018.00 Herv. kerk dienst. HILVERSUM I. 402 M. 8.00 KRO. 9.30 NORV. 12.15 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. KRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.25 Hoogmis. NCRV: 9.30 Nws. en wa terstanden. 9.45 Mannenkwart. 10.00 Geref. Kerkdienst. 11.30 Gram. 11.43 Discantgamba, tenorgamba en orgel. KRO: 12.15 Gram. 12.20 Apologie. 12.40 Lichte muz. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nws. en kath. nws. 13.10 KRO Dansclub. 13.40 Boekbesp. 13.55 Gram 14.00 Voor de jeugd. 14.30 Zang en Sport. 16.30 Vespers. IKOR: 17.00 Jeugddienst. 18.00 De Kerk aan het werk, rep. 18.20 Overpeinzingen van een dorpsdominee. 18.30 Film rubriek. 18.45 Kerklied. 18.50 Even napraten op da studeerkamer van Ds. P. J. de Geeter. NCRV: 19.00 Boekbespr. 19.10 Samenzang. 19.30 Het evangelie in een draaikolk: de brieven aan de Corinthiers, caus. KRO: 19.45 Nws. 20.00 De gewone man. 20.05 De springplank. 20.25 Act, 20.35 U bent toch ook van de Partij? caus. 20.45 Pianospel en gram, 21.10 Mist, hoorspel. 22.00 Promenade ork. en sol. 22.45 Avondgebed en liturg, kal. 23.00 Nws. 23.15 Symf. ork. en soliste. 23.5024.00 Gram. HILVERSUM n 298 M. 8.00 VARA. 12.00 VARA. 17.00 VARA 18.3J VPRO. 19.00 IKOR. 20.00—24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nws. en postduiven- bericht. 8.18 Voor het platteland. 8.30 Gevar. progr. 9.45 Geesteijlk le ven, toespr. 10.00 Componistenpor tret. 10.40 Met en zonder omslag. 11.10 Lichte muz. AVRO: 12.00 Ne derlandse muz. 12.30 Sportspiegel. 12.35 Even afrekenen, Heren! 12.45 Orgelspel. 13.00 Nws. 13.05 Meded. of gram. 13.10 Gevar. progr. v. d. miL 14.00 Boekbespr. 14.20 Kamer orkest en blaastrio. 15.20 Ontmoe ting der levensovertuigingen, discus sie. 15.45 Koorzang. 16.00 Dansmuz. 16.30 Sportrev. VARA: 17.00 Strijk- ensemble. 17.25 Voor de jeugd. 17.50 Nws. en sportuitsl. 18.05 Sportjour naal. VPRO: 18.30 Korte Ned. Herv. kerkdienst. IKOR: 19.00 Voor dé kinderen. 19.30 De anderen en wij, gesprek. AVRO: 20.00 Nws. 20.05 Ge- var.muz. 20.50 Voordr. 21.00 Gram. 21.40 Herseneym. 22.00 Lichte muz. 22.20 Act. 22.30 G»*am. 23.00 Nws. 23.15 Act. of gram. 23.25—24.00 Lich te muziek. MAANDAG. HILVERSUM I. 402 M. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10 Gewijde muz. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nws. en weerber. 8.15 Sportuitslagen. 8.25 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.25 Voor de vrouw. 9.35 Waterstanden. 9.40 gendienst. 11.00 Gram. 11.20 Gevar. Mastklimmen. 10.25 Gram. 10.30 Mor- programma. 12.25 Voor boer en tuin der. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12,33 Negro-spirituals. 12.53 Gram. en act. 13.00 Nws. 13.15 Salonork. 13.45 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.30 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Amus.muz. 15.40 Gram. 16.00 Bijbel lezing. 16.30 Kamermuziek. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Voor de jeugd 17.30 Schaken. 17.35 Gram. 17.40 Koersen. 17.45 Regeringsuitz.: Rijks delen Overzee: J. Gemmink: Bevol kingsonderzoek in Suriname. 18.00 Vrouwenkoor. 18.20 Sport. 18.30 Gram. 18.40 Engelse les. 19.00 Nws. en weerber. 19.10 Orgelconcert. 19.30 Volk en Staat, caus. 19.45 Kamermu ziek. 20.00 Radiokrant. 20.20 Ork. conc. 20,45 Dat zij mij niet verrassen, hoorspel. 21.45 Cello en piano. 22.25 Oude muz. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.40—24.00 Evangelisatie-uitzending. Bezoeker en bezoeking. Bezoe ker: „Wie schreeuwt daar zo?" Directeur: „Dat is m'n stille ven noot". Nieuws. Vrouw: „Nog nieuws in de courant vandaag?" Man: „Ja, de datum". Dankbaar. Boekhouder: „Kan ik vandaag een middag vrij krijgen?" Directeur: j.Onmogelijk.'t is veel te druk". Boekhouder: „Dank u, mijnheer". Directeur: „Dank u?" Boekhouder-: „Ja, mijn vrouw wil de dat ik meeging naar de uitver koop". Stom. „Kerel wat zie je er be roerd uit. Wat is er gebeurd?" „Ze hebben m'n appendix wegge nomen". „Stommeling, had hem dan op naam van je vrouw laten zetten". Belangstelling. „Interesseert u zich voor het werk van uw man?" „Heel erg!" „Wat doet hij?" „Modetekenaar". HILVERSUM II. 298 M. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20—24.00 VARA. VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. 8.18 Sportberichten en muz, 8.30 Strijkorkest. 9.00 Gym. voor de vrouw. 9.10 Gram. VPRO: 10.00 Voor de oude dag, caus. 10.05 Morgenwij ding. VARA: 10.20 Gevar. muz. 11.00 Gram. 12.00 Dansmuz. 12.30 Land en tuinb.meded. 12.33 Voor het plat teland. 12.38 Dansmuz. 13.00 Nws. 13.15 Voor de Middenstand. 13.20 Lichte muz. 13.45 Voor de vrouw. 14.00 Goedenmorgen, Juffrouw Duif, hoorsp. 15.30 Zestig minuten voor boven de zestig. 16.30 Gram. 17.00 Instr. trio. 17.25 Lichte muz. 17.50 Mil. comm. 18.00 Nws. en comm. 18.20 Act. 18.25 Orgelspel. 18.40 Pari. verz. 18.55 Voor de jeugd. 19.05 Jeugdconcert. 19.45 Regeringsuitz.: Landb.rubriek: 1. met een kunst- mestblazer het bos in. 2. Het weide- plan 1956. 20.00 Nws. 20.05 De fami lie Doorsnee, hoorspel. 20.35 Het hangt aan de muur en het tikt. 21.00 Dansmuz. 21.35 Het volle pond, caus. 21.50 Concertgebouworkest. 22.45 23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram. Niet attractief. Zij: „Ik geef 'n kwartje voor je gedachte!". Hij: „Aan 'n kwartje heb ik niks. Wat ik denk kost twee kwartjes per glas". Schaakmat. „Toen je dat meis je schaakte, is haar moeder je toen niet achterna gekomen?" „Nou en of, ze woont nog bij ons in". Vader en dochter. „Heb je va der al om mijn hand gevraagd?" „Ja zeker, telefonisch!" „En wat zei hij?" „Ik kan niet verstaan met welke sufferd ik spreek, maar 't is in orde". Begrijpelijk. Mijnheer Pieterse, die een borreltje op had, zat met een blauw oog op de stoep van z\jn wo ning. „Ach kerel", zei een medelijdende buurman, „wat zie je eruit. Waarom ga je niet naar binnen met dat blau we oog". „Omdat ik binnen ben geweest, heb ik juist een blauw oog", ant woordde Pieterse. Kindermond. Jantje: „Moeder, waarom bent u met vader ge trouwd?" Moeder: „Lieve hemel kind, begin jij daar nou ook al over te zanik- kenl" Weinig verschil. Hoofdcommis saris: „U had dienst bij dat bal! Waarom greep u niet in, toen die man zijn vrouw mishandelde?" Agent: „Ik dacht, dat 't bij die dans hoorde!" „Dit is 'n zeer bijzondere postzegel uit 1295". „Maar toen was er toch nog geen post!" „Dat is juist het bijzondere!" IN EN OM HET HEIDEHUIS De leraar gaf Eric een plaats en de les ging zijn gewone gang. En toch was het eigenlijk weer niet zo gewoon.. De jongens waren er met hun aandacht niet helemaal bij. Ze moesten maar steeds naar „die nieuwe" kijken. Ze waren ook nieuwsgierig of hij knap zou zijn. Voor al de jongens die gewend waren om steeds tot de besten van de klas te be horen, vonden het helemaal niet pret tig om een plaatsje teruggedrongen te worden. Ze waren juist bezig met het oplossen van een ingewikkeld reken kundig vraagstuk. Verschillende jon gens hadden al geprobeerd een goed antwoord te geven maar de leraar was nog steeds niet tevreden. „Wie weet ér een andere, beter op lossing?" vroeg de leraar nu en wa rempel, daar stak Eric zijn vinger op. „Nou jongen, kom jij je krachten eens beproeven", en meneer hield hem al bet krijtje voor. Eric stapte moeilijk uit: de vreemde bank. „Rang" schampte de beugel tegen het ijzeren hekwerk op zy van de bank. „Jakkes", bromde hij in zichzelf. Een paar jongens lach ten eens tegen elkaar; zo iets van: „Zo'n opschepper toch". Eric hinkte zo'n beetje naar hef bord en voelde zich rood worden tot achter zijn oren, maar toen meneer hem eens bemoedigend toelachte, greep hij het stukje krijt en begon op zijn manier de som uit te leggen. „Maar dat is prachtig kerel!" prees de leraar hem. Verlegen ging hij weer naar zijn plaats en toch deed die aan- moeding hem goed. Diezelfde dag maakte hij nog meer goede beurten en dat was niet té ver wonderen als we bedenken dat Eric gedurende ziin ziek zijn met extra les sen steeds flink gestudeerd had. Met het toelatingsexamen hoorde hij ook tot de besten. Onder het speelkwartier dromden de jongens van dg klas samen en vooral de „knapperen" bespraken hun kansen nu ze hun ..eervolle vermelding" door deze nieuweling bedreigd zagen. Som ber zagen ze zich nu een plaats achter uit gesteld. Gelukkig was er nog een jongen die zich met Eric bemoeide, an ders had hij helemaal alleen gestaan. Bit het uitgaan van de school stond Sjaak hem al on te wachten. Sam°n zochten ze zijn fiets uit het overvolle rek en probeerden tussen de stoeiende en duwende jongens een uitweg te vin den, wat Eric niet zo gemakkelijk af ging. Vandaag had hij ook juist zo'n last met z'n been. Bij het hek ontstond een opstopping en Eric wilde naar de kant gaan om de andere jongens voor te laten gaan. „Hé, manke, opzij met die kar!" klonk het plots naast hem en hij keek in het schamper lachende gezicht van één van de jongens van zijn klas. Eric klemde z'n lipoen op elkaar en zei niets maar Sjaak liet de fiets los, draaide zich om en stond met twee gebalde vuisten onder de kin van de schelden de jongen. „Wat manke! Wie manke?" schreeuw de hij buiten zich zelf. De ion gen k*»ek geschrokken in bet wn1"4"V c!"ht vóór h*m. Fric Sia^k »~ee te trekken maar dat lukte niet. Een paar grotere jongens hielden Sjaak te gen anders was het vast tot een vecht partij gekomen. De directeur had alles vanuit de deur gezien en riep de twee jongens bij zich. Sjaak huilde van drift en kon slechts hakkelend vertelle.n, wat er was voorgevallen. De schuldige jongen moest mee naar de direkteurskamer en kreeg daar een verdiende straf. Samen fietsten ze nu naar huis en Eric voelde dat hi j in Si aak een echte vriend gevonden had. Onderweg spra ken ze af er thuis niets van te vertel len. 't Zou oom en tante maar verdriet doen. De dagen 'vlogen voorbij. Op gere gelde tijden kreeg Eric bericht van zijn ouders dat ze het in Italië uitstekend maakten en Eric kon op zijn beurt iedere week schrijven dat hij in het Heidehuis al helemaal gewend was en dat hij het op school goed maakte. Eigenlijk had hij kunnen schrijven dat hij tot de be§ten van de klas behoorde maar zo opschepperig was hij niet en bovendien wilde hij z'n vader en moe der verrassen met een mooi rapport. Ook schreef hij hen niet dat er enige klasgenoten bepaald vijandig tegen hem waren, nooit met hem spraken en hem steeds spottend bekeken en dat alleen maar omdat ze bang waren een plaats achteruitgezet te worden. Eric had daar verdriet van en daarom juist schreef hij er niets van aan zijn ouders. Gelukkig I echter waren er ook beste jongens in de klas, die zich veel met hem be moeiden vooral als hij op de speel plaats zo'n beetje alleen stónd en niet met wilde spelletjes mee kon doen. Vooral zijn buurjongen Kees was een aardige vriend. De proefwerken voor het laatste rap port voor de overgang waren voorbij en in het speelkwartier stonden de jon gens met de teruggekregen blaadjes hun cijfers te vergelijken en de kansen té bespreken van het overgaan. Kees en Eric liepen wat heen en weer en had den het ook druk over hun werk. Op gewekt keek Eric om zich heen, Z^n cijfers waren schitterend. Kees keek niet zo vrolijk dat zou voor hem wel op een her-examen uitlopen en Eric bood aan hem te helpen in de vacantie. Enfin afwachten maar, „Die manke zal wel met de eerste prijs gaan strijken", zei één van de jon gens jaloers omdat hij tot nu toe altijd de beste van de klas geweest was. „Nou, dan ben jij deze keer maar eens nummer twee. Dat zal je geen kwaad doen", spotte een ander, maar de jaloerse Hans zon op èen middel om te voorkomen dat hij niet nummer één werd en 's avonds in bed bedacht hij heel iets lelijks. Als de jongens naar de gymnastiek'es gingen mocht Eric in het lokaal blijven studeren, dat had de Dlrekteur goed gevonden. Horloges, vulpennen, zak messen enz. werden dan in de lessenaars geborgen en op die bewuste morgen bleef Hans nog wat teuten en terwijl hij langs Eric liep, die al over zijn studie boek gebogen zat, liet hit stiekum zijn horloge in Eric's tas glijden. Daarop I haastte hij zich om de andere jongens ift te halen, die al op weg naar het gymnastieklokaal waren. „Waarom b'eef jij aohter?" wilde Kees wet°n to~n H*ns b'^^nd van het haasten naast hem lopen. (Wordt vervolgd). Correspondentie Gerard Kradoïfer, Leiden. Van Ge rard kreeg ik nog een Paasverhaaltje. PINKELTJE LAAT HET GOUDEN EI VALLEN. Het was twee weken voor Pasen en de kippen legden volop eieren. Kabou ter Pinkel was druk bezig mét eieren rapen om ze dan naar opa te brengen. Ook de andere kabouters waren druk in de weer, de een verfde, de ander legde de eieren in de choeolade en weer een ander haaide ze er uit om er een mooi gekleurd papiertje op te plakken. Zo had ieder zijn eigen werk. Pinkeltje raapte maar en bracht ze voorzichtig naar opa. Opeens liet hij drie gouden eieren vallen, die de gou den kip had gelegd. Wat schrok hij daarvan. Wat moest hij doen? Wacht, hij zou rraar de goede fee gaap, die zou hem zeker wel willen helpen. Hij be dacht zich niet lang en liep er op een draf naar toe. De fee woonde helemaal aan de andere kant van het Paaseier- land en om daar te komen moest hij door een groot bos. Toen Pinkeltje een half uur gelopen had. werd bij moe en keek waar hij kon zitten. Hij rustte even uit en ging weer vtyyder. De tocht was wel lang maar emdèïijk was hij er toch. Vóór hem lag het paleis van de fee. Het lag te schitteren in de zon en de torens kwamen boven de bomen uit. Het laatste stukje ging hü hollen en toen was hij er zo. Toen hij bet paleis binnen ging, zag hij <je fee een mooie troon zitten en hij vertelde wat er gebeurd was. „Hier is mijn toverstokje", zei de fee, „strijk daarmee over de gebroken eieren en ze worden weer heel Als je klaar bent. moet je het stokje weer terug brengen". Pinkeltje bedankte en ging gauw naar huis. Hij deed wat de fee hem had gezegd en de eieren werden weer heel. De andere kabouters zongen: „Lang leve onze Pinkel", en de drie gouden eieren lagen te schitterend in de zon. Hennle Sistermans, Noordwijk. Fijn dat je voortaan met ons mee wilt doen. Je moet me maar dikwijls zo'n gezellig briefje schrijven. Vandaag komt ook je kleine verhaaltje in de krant. DE TWEE LAMMETJES. Moeder schaap had tvyee lammetjes gekregen, wat was ze blij. Het waren twee vrolijke lammetjes. Ze huppelden en sprongen in de wei. Op een dag kwam de boer het schaap halen. Ze wilden ook mee, maar ze mochten niet van de boer. Hij zei: „Vort" en deed het hek dicht. Ze waren er helemaal verdrietig door geworden en hupnel- den en sprongen niet meer. 's Middags kwam de boer met moeder schaap te rug. Toen waren ze weer vrolijk en hüppelden en dartelden weer in de v/ei. Tiencke Veen, Leiden. Boe is 't met al de zieken Tieneke? Zeker al lang weer beter. Oom Toon is ook ziek ge- weest,, maar is nu weer jp gezond als een kippetje. Je verhaaltje komt hier achter. IN DE ARENA. „Jan, Jaaaan!", dat roept moeder vanuit de keukendeur. „Joe, ik kom!", roept Jan terug. Hij staat al klaar met zijn eigen kof fertje en zijn nieuwe pak ©n jas aan. Jan gaat naar binnen, wast zijn handen en dan gaan ze op weg, vader, moeder en Jan, naar het station. Ze gaan een week logeren bij tante Els in Velsen. Jan heeft er zich al dagen op ver heugd en nu staan ze dan eindelijk op het perron. Vader, heeft kaartjes ge kocht en het wachten is op de trein. „Tuut, tuuuuut!" gilt de stoomfluit en de trein rolt dreunend en daverend het station binnen. Het is ineens een drukte van belang, merfsen stappen In en uit en ako's schreeuwen. Vader heeft intussen een mooi plaatsje bemachtigd in een lege coupé. Jan zit bij het raam. Daar zet de trein zich puffend en bla zend in beweging. Jan kijkt uit het raam. Hij ziet spelende kinderen, wei landen met koeien en schapen en grote huizen en fabrieken. Ook verschillende grote kerken. Nu zijn ze bij het station Velsen, waar tante Els lachend op het perron staat. Vader, moeder en Jan stappen uit en begroeten tante Els. Ze gaan nu naar tantes huis, een heerlijke week tegemoet. Ina Salman, NoordwUk. Leuk hè, om zo'n klein broertje te hebben. Denk er om, niet meer vechten zaterdags om de krant, dan maar liever ieder op de beurt. De oplossing was prima in orde. Dag meiske. Beppie v. d. Poel, Katwijk. Natuur lijk vinden we het goed dat je met ons mee doet. Ik ben reuze benieuwd naar je verhaaltje. Stuur het maar vlug. Nellie v. d. Berg, Noordw.hout. Weer een nieuwe vriendinnetje, dat hartelijk welkom is in onze grote kring. Wat fijn hè, dat je misschien toch overgaat on danks je ziek-zijn. Je hebt natuurlijk al veel ingehaald. Je versje komt niet in de krant. Jammer hè. Je had er zelf een moeten maken en dat is voor een meisje van negen jaar wel moeilijk. Probeer het eens met een verhaaltje, dat zal wel gaan. Emmie Hliders, Zevenhoven. Keurig heb je het raadsel opgelost. Was het 1 niet voor de eerste keer dat je mee deed? GEDICHTJE. Een beertje uit het bos, Zat op een stukje mos. Hij sliep vast en gromde luid, Een haasje kwam zijn holletje uit. En o schrik, wat zag hij daar? Daar zat zijn vriendje Bromtuimelaar. EEN STOUT KABOUTERTJE. Kaboutertje, kaboutertje, Je bent me toch een stoutertje, Omdat je nog niet slapen gaat, Het is al nacht, het is al laat. De sterren staan al aan de lucht, En nergens hoor je meer gerucht, Kaboutertje, kaboutertje, Je bent me toch een stoutertje. Dinl Wortman, Noord wijk. Ik houd heel veel van de zee en 's zomers zo'n fijne strandwandeling maken, doe ik graag. Misschien kom ik je dan wel eens tegen in Noordwijk. Dag Dini. Joop v. d. Meer, Leiden. De kinderen vinden het altijd leuk als ze een ant woordje in de krant terugkrijgen. Je moet me maar dikwijls schrijven, dan zie je ook steeds je naam weer in de krant De groeten ook,aan Ludie. Jopie van Veen, Zevenhoven komt ons vertellen over: UIT ROEIEN. De school was uit en Jan en Piet gin gen samen naar huis. „Ga je mee vanmiddag varen?" vroeg Jan. „Dat moet ik eerst aan vader vragen". Vader zei tegen Piet, dat hij dan uiterst voorzichtig moest zijn. „Ja, dat zal ik wel doen", zei Piet tegen vader. Om één uur stond Jan al bij Piet op de stoep. Dadelijk kwam deze al met z'n hengels aanhollen. Jan had een em mer bij zich en een paar rolletjes zuur tjes. Ze liepen nu eerst naar de boten- man om een boot te huren en ze moes ten voor die middag een gulden beta len. Jan en Piet namen ieder een roei spaan, maar inplaats van gelijk op te roeien sloegen ze wild om zich heen en de spatten vlogen in het rond. Piet maakte zo'n wilde beweging dat hij pardoes over de rand van de boot sloeg en midden in het water lag. En hij had nog al beloofd, zo uiterst voorzichtig te zijn. Jan hing over de boot om Piet te pakken, maar dat lukte niet. Jan roei de en paar slagen verder en.... ja hoor, hij kon hem net grijpen. Piet klom met veel moeite in de boot. Kletsnat kwam hij thuis. Vader was zó boos, dat hij zonder eten naar bed moest. Jan v. d. Ploeg, Leiderdorp. Jammer hè Jan, dat de lente zo lang op zich laat wachten. Groeit kleine Keesje al goed? Leonie v. Went, Noordwijk komt ons vertellen hoe ze de Paasvacantie heeft doorgebracht. PAASVACANTIE. Lekker vrij! Ik ga nu fijn spelen: hinkelen, rolschaatsen en mijn moeder helpen en als Ik klaar ben ga ik naar het bos om sneeuwklokjes te zoeken. Ik zoek zo lang, tot ik er een klein bosje van heb en dan ga ik naar huis en zet ze in een klein vaasje bij Maria. Dan ga lk buiten spelen en als ik daar geen zin meer in heb dan ga ik tekenen en daarna kleuren. Om twaalf uur gaan we eten en daarna ga ik weer verder met kleuren. Om zes uur gaan we weer eten en als we klaar zijn is het nog tijd om een paar potjes te kaarten. Om kwart over zeven gaan we uitkleden en wassen en dannaar bed. Binnen een kwartier slapen we en de volgende morgen begint er weer een fijne dag, want het is vakantie. Mathilde v. d. Moer, Rijnsburg. De oplosing van het raadsel was prima. Vond je het zo moeilijk? Doe je nu geregeld mee? Leny Kriek, Lelden. Geen tijd gehad voor een briefje Lenie? Anneke Uljec, Lelden. De prijzen voor de raadsels zijn altijd verschil lende boeken en we houden ook reke ning met jongens- en meisjesboeken. Maar dikwijls meedoen Anneke, dan win je vast wel eens iets. Jan van Santen. Woubruggc. Een pluim voor de keurige manier waarop je de oplossing geschreven hebt. De volgende week gaan we weer verder. TANTE JO en OOM TOON. ,Whebik merwtertxUonfajqmetm hxh'j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 11