Leo Pagano, de sportreporter
met de microfoon
Misschien ook contact
met Mars en Venus
Een aanrollende vloedgolf
van woorden
Ook hier: vleesetende planten!
Met de handen in het haar
WOFNSHAG 11 JANUARI 1956
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA 4
MENSEN VAN DE K.R.O.
In 1938 dwaalde een jon ge scheidsrechter over de voetbalvelden als een
dartel veulen in de wei. Negen jaar later stond diezelfde scheidsrechter
iets minder jong, maar even dartel voor de microfoon en zond een
lawine van woorden de aether in. De luisteraars, geïnteresseerd in de ver
richtingen van onze voetballers in hun strijd tegen Zwitserland, stelden
met enige verbijstering de snelheid van de aanrollende woorden-vloedgolf
vast, maar dan werden ze door die golf opgenomen, ondergedompeld en
meegevoerd naar het zegevierende einde. Die dag werden er twee over
winningen geboekt. Het Nederlands elftal overwon Zwitserland en Leo
Pagano, de scheidsrechter-.reporter, overwon het critische radiopubliek.
Men kan de sport beminnen en men kan de sport verfoeien, maar men
kan niet ontkennen dat Leo Pagano sinds zijn na-oorlogs radiodebuut
furore heeft gemaakt.
De eerste reportage van een inter
nationale voetbalwedstrijd is gevolgd
door een reeks van andere reportages,
die opvielden door hun kwaliteit en
die Leo Pagano de gelegenheid boden
zich een plaats te veroveren tussen
de bekendste en populairste sportver
slaggevers van de radio.
Als er één achteraf een beetje ver
baasd is over die nogal snelle opgang
in de radio-sportjournalistiek, dan is
het Leo Pagano zelf. „Vóór 1945, be
kent hij openhartig, „had ik nooit
aan de radio gedacht". Ik had wel
nu en dan met bewondering naar de
onvergetelijke Han Hollander geluis
terd, maar als iemand me toen had
voorspeld dat ik óók nog eens voor
de microfoon zou komen te staan,
zou ik hem waarschijnlijk als een
kwalijke grappenmaker hebben be
schouwd en nunu zou ik me
erg eenzaam voelen zonder microfoon.
Leo Pagano is ook niet voortgeko
men uit de krantenmilieu. Hij werkte
op het kantoor van een scheepvaart
maatschappij tot 1939. Toen riep het
benarde vaderland hem, om ons en
onze vrijheid te verdedigen tegen mo
gelijke indringer. Hij werd ingedeeld
bij het vierde regiment infanterie in
de Morspoort-kazerne in Leiden. Des
ondanks kwaim hij in Kampen terecht.
En toen de oorlog uitbrak lag Leo
Pagano in Deurne, 'hetgeen overigens
niet van invloed is geweest op het
verloop van de strijd. De krijgsver
richtingen van Leo Pagano bepaal
den zich tot het volgens plan terug
trekken op Lage-Zwaluwe. Tyd en
gelegenheid tot promotie ontbraken.
De soldaat Pagano zag dus af van de
maarschalkstaf, demobiliseerde en
aanvaardde als vreedzame burger een
betrekking, eerst bij de Rijksverzeke
ringsbank en daarna bij Philips te
Eindhoven.
Wellicht zal men menen dat hier
het eerste contact met de radio werd
gelegd. Maar zelfs in die dagen dacht
Leo Pagano nog niet aan een moge
lijk optreden in betere tijden. Zijn be
langstelling ging slechts uit naar de
toestellen en apparaten, tussen welke
hij tot in 1944 zijn dagen sleet. Toen
het was in September dreef zijn
kinderliefde hem naar Amsterdam,
waar hij de verjaardag van zijn moe
der wilde vieren. Het gevolg was, dat
hy de hongerwinter in het Westen
moest meemaken, daar de terugkeer
naar Eindhoven onmogelijk was ge
worden. Het was Januari 1945 toen
zijn onmiddellijke chef hem van zijn
„dagje naar Amsterdam" terug zag
komen.
Als nieuwslezer
In Eindhoven was in die dagen
„Herrijzend Nederland" gevestigd,
met deze radio-omroep, die op het
punt stond naar Hilversum te verhui
zen, kwam Leo Pagano in contact.
Hij probeerde er emplooi te vinden.
Men kon er alleen een nieuwslezer
gebruiken. „En waarom niet?", zei
Leo Pagano. Hij legde een proef af en
een half uur later was hij nieuwsle
zer en op weg naar Hilversum om zijn
intrek te nemen in het gebouw aan
de Melkweg. En zo stond dan de man,
die nooit aan radio had gedacht, min
of meer plotseling voor de microfoon.
Waarschijnlijk zag Leo Pagano er
zelfs toen nog geen toekomst in, want
hij aanvaardde er nog een andere
functie bij. Hij werd controlerend
ambtenaar bij het Ministerie van
Economische Zaken. Bovendien maak
te hij het wekelijkse sportoverzicht
voor de Wereldomroep. Blijkbaar tot
volle tevredenheid, want de Wereld
omroep overwoog na verloop van tijd
zijn aansteling. Maar toen leidde een
ontmoeting met Paul de Waart tot
contact met de K.R.O. en het resul
taat daarvan was. dat Leo Pagano in
Juni 1946 zich voor de eerste maal
achter de K.R.O.-microfoon opstelde
en een reportage gaf van de kam
pioenswedstrijd Limburgia-NAC. Dat
was dan Pagano's prille debuut als
radio-sportverslagever. En dat debuut
was zó bevredigend, dat er een we
kelijkse sportreportage uit volgde. In
September 1946 begon hij daarmee.
In diezelfde maand legde scheids
rechter Pagano zijn fluit neer. Hij
had tal van wedstrijden in de D.H.
V.B. en de I.V.C.B. en na de fusie
in de K.N.V.B. geleid. Hij was be
gonnen in de lagere klassen. Hij be
sloot te Tilburg zijn loopbaan met een
afscheidswedstrijd in de eerste klas
se, namelijk NoadEindhoven. Het
lijkt ons nuttig dit te vermelden
voor de luisteraars, die nogal eens
graag het hoofd schudden en misprij
zend verklaren, dat „die reporters
niet eens de voornaamste regels van
het voetbalspel kennen". Zij weten
dan dat zij Leo Pagano dit verwijt
niet kunnen maken, omdat deze sport
journalist onderlegd is in de voetbal-
leer en derhalve in staat de spelsitua
ties zuiver en deskundig te beoorde
len.
Voor vast aan de K.R.O.
Een jaar lang werkte Leo Pagano
mee aan de KRO. Toen het was na
zijn eerste interland-reportage van
NederlandZwitserland werd Pa
gano gedwongen een keuze te doen
uit de verschillende heren, die hij
diende. Hij koos de KRO en de KRO
koos hem. De 1ste Januari 1948 trad
hij in vaste dienst bij onze katholie
ke omroep en nadien heeft men zijn
stem bij alle mogelijke belangrijke
sportgebeurtenissen door de aether
horen klinken. Hij heeft reportages
gegeven over voetbal, hockey, athle-
tiek, zwemmen, wielrennen, biljar
ten en tennis. Hij heeft de Tour de
France verslagen, de Engelse Cup-
final en de wieler-wereldkampioen-
schappen. Hij was op de Olympische
Spelen in Londen en Helsinki en bij
de Europese athletiekkampioensohap-
pen in Brussel en in Zwitserland. Hij
volgde ettelijke ralleys en betrouw-
baarheidsritten en bewees daarbij
zijn eigen lichamelijke betrouwbaar
heid door zonder kwade gevolgen
een auto-ongeval te overleven.
Wij zijn er van overtuigd, dat tal
van mensen bij deze opsomming lik
kebaarden. Zóveel prachtige reizen,
zóveel evenementen, zóveel internatio
nale wedstrijden. De weg van zo'n ra
dioman moet wel over rozen gaanl
Leo Pagano ziet die rozen wel, al lij
ken ze hem minder rijkelijk gestrooid
dan aan het begin van zijn loopbaan,
maar hij voelt ook op gezette tijden
de prik van de dorens.
Al die Zondags wedstrijden beteke
nen geen louter genoegen en de huis
vader-reporter betrapt er zich Zon
dagsmorgens wel eens op dat hij met
veel plezier naar de troosteloze he
mel kijkt en denkt: „Mooi zo, dat gaat
vandaag niet door". Want ook een re
porter kan het huiselijk leven wel
eens meer waarderen dan een span
nende wedstrijd of een buitenlands
verblijf. En dan al die interland-wed
strijden? Leo Pagano verslaat ze met
genoegen. Maar laat men niet denken
dat het een sinecure is.
Vóór alles eerlijk.
Hij heeft zo zijn eigen opvatting
over de reportage. Hij voelt het als
zijn plicht weer te geven wat hij ziet
en ondergaat, en dus zowel het goede
als het verkeerde vast te stellen. Hij
wil boven alles eerlijk zijn en niet in
mooi-praterij vervallen omwille van
de spelenden of van het publiek. Een
juist standpunt, zou men zeggen.
Maar dan moet men de reacties lezen.
Brieven vol verwijten, zelfs vol be
dreigingen, omdat de verslaggever
niet mooi noemde wat lelijk was en I
zelfs het goede van de tegenpartij
durfde waarderen. En dat zijn dan
brieven van luisteraars, die de wed
strijd in de huiskamer hebben ge
volgd! „De radio-reporter is vogel
vrij", verzucht Pagano. „Hy mag niet
hetzelfde zeggen als zyn collega's van
de krant. Die schreven bijvoorbeeld
dat de voetbalwedstrijd Nederland
Noorwegen slaapverwekkend was,
maar mij verweet men dat mijn re
portage te lauw was. Men beseft niet
hoe moeilijk het is anderhalf uur te
praten als er niets opwindends ge
beurt. Vooral als men de dingen
zwart op wit wil zien en niet grijs
of kleurloos."
Overigens worden de briefschrij
vers blijkbaar wat gemakzuchtiger.
Na zijn interland-debuut ontving Leo
Pagano 483 brieven, vriendelijke,
enthousiaste en waarderende, maar
ook raad- en adviesgevende en zelfs
enkele boze. Nu het nieuwe er af is,
vinden de bewonderaars het niet
meer nodig elke keer opnieuw te
schrijven. Alleen de mopperaars be-
\yijzen hun trouw. Maar het opvallen
de is dat elke mopperaar zijn brief
begint met de aanhef: „Ik schrijf na
mens duizenden luisteraars." Of hier
sprake is van een geheime organisatie
is niet duidelijk, maar in elk geval
maakt die toevoeging de spaarzaam
ste correspondentie nog omvangrijk.
Leo Pagano is geen man, die van
stilzitten houdt. Hij bewees dat in
1949, toen hij een tournée voor de i
troepen door Indonesië maakte en in
75 dagen 119 lezingen hield over de
algemene aspecten van de sportbe
oefening in Nederland. Hij bewees
het ook door het schrijven van acht
sportboeken en door zijn medewer
king aan encyclopedieën. Hij hoopt
het verder in 1956 te bewijzen als
Olympisch verslaggever in Mel
bourne.
Of al die sport hem voldoening
schenkt? Leo Pagano ontkent het op
recht. Het leven heeft vele aspecten
en de sport is er maar één van en
waarlijk niet het voornaamste. Daar
om is Leo Pagano blij ook deel uit
te maken van de gewone reportage-
ploeg van Herman Fikkert. Het ver
hindert hem de wereld te gaan zien
als een'stadion en de hemel als en
sportpaleis. Want dat wenst Leo Pa
gano beslist niet!
J. V.
Een levendige handel
Haar maakt een groter bestand
deel uit van het dagelijksleven, dan
men zou denken. Vooral in het huis
houden speelt het haar een rol van
zeer voorname betekenis. Borstels,
kwasten, penselen, dassen en matras-
se zijn allemaal voorwerpen, waarin
op de een of andere manier wel haar
verwerkt zit.
In diverse steden van ons land
verspreid, worden op gezette tijden
markten gehouden, waar de boeren
uit de omliggende plaatsen het haar
van hun koeien en paarden aan de
man trdchten te brengen. En altijd
is wel een opkoper aanwezig, die het
haar met grote partijen inkoopt, na
dat hy het uiteraard gekeurd heeft.
Deze binnelandse productie, waarbij
vooral het paardenhaar van de staart
en de manen een zeer geliefd artikel
is, wordt uitgevoerd naar het buiten
land en sinds jaar en dag is Duits
land een van de grootste afnemers
van dit haar.
Voorziet men met deze productie
ook in eigen behoefte? Neen, en dit
is juist het vreemde van het geval,
het haar," dat men hier gebruikt,
wordt uit verschillende landen ge
ïmporteerd. Daar varkenshaar ver
kozen wordt boven paarden- en
koeienhaar worden er grote partijen
van dit haar in China gekocht. Er
zyn vele soorten Chinees varkens
haar, waarvan wij o.a. noemen het
Chungkinghaar, Tientsinhaar, Han
kow-, Sjanghai- en Tsingtaohaar.
Haar voor haar.
Er bestaat geen twijfel over, dat
het verkrijgen van dit haar voor de
Chinezen een heidens karwei moet
zyn. Het varkenshaar wordt nl. haar
voor haar uitgetrokken" en een var
ken mag dan misschien niet zoveel
haar hebben als een normaal mens
(voor welke bewering wij niet in
staan), het lijkt ons in elk geval een
zenuwslopend werk. Na deze „trek-
kerij" wordt het haar tweemaal ge
kookt, vooraleer het in balen ver
pakt wordt en verzonden.
Terwijl dus' China de eerste leve
rancier is op het gebied van varkens
haar, geeft Zuid-Amerika de toon
aan bij de productie van paarden
haar, India en Australië bij die van
koeienhaar, zodat ook met deze lan
den een drukke handel 'wordt ge
dreven.
Het onderscheid tussen de verschil
lende soorten kenmerkt zich ook in
de gekochte partijen. Hoe langer het
haar is, hoe hoger de prijs. Koopt
men een partij van 199 balen, dan
ontvangt men zowel kort, het zoge
naamde Riflinhaar, als lang haar. Het
is nu de taak van de importeur om
voor iedere haarlengte afzonderlijk
een aparte prijs vast te stellen.
Ook mensenhaar.
Het varkenshaar is het goedkoop
ste, maar kost nog altijd 290 gulden
per kilogram. Indien er dus fouten
worden gemaakt bij het vaststellen
van de prijs naar lengte, dan wordt
er direct een flinke schade geleden.
Het is derhalve duidelijk, dat men
over vakmensen moet beschikken,
die door een jarenlange ervaring in
dit werk de juiste prijs kunnen be
palen.
De situatie voor doorverkoop is
momenteel door het verbod van de
Amerikaanse regering om handel te
drijven met rood-China uitermate
gunstig voor de Europese landen,
die het haar, dat zij zelf inkopen,
kunnen doorverkopen naar de Ver
enigde Statenwaar het dan
als Europees haar wordt toegelaten.
Gelukkig is de tijd voorbij, dat
kappers in den lande verplicht wa
ren het door hen vergaarde haar van
hun cliënten in te leveren. Welis
waar bestaat er toch nog altijd vraag
naar mensenhaar o.a. ten behoeve
van toneelpruiken, welke vroeger
'veelal geleverd werden door de Chi
nezen met hun befaamde „paarden
staarten", maar de handel in dit
haar is van zeer geringe betekenis.
Onregelmatigheden.
Het sorteren van de diverse haar
dossen maakt op de leek altijd de in
druk van een „vieze" bezigheid. Na
tuurlijk is het nu niet direct een van
de meest hygiënische werkjes en het
is niet verwonderlijk, dat er veel zeep
en handdoeken bij te pas komen. Of
Zich echter op dit gebied onregel
matigheden voordoen is iets waar
over men zich liever niet uitlaat,
maar dat zich op het gebied van de
verzending uit het buitenland onre
gelmatigheden voordoen staat bui
ten kijf.
Verschillende opkopers zien er bv.
niet tegen op om het te verkopen
haar zwaarder van gewicht te ma
ken, door het nat te spuiten of bij
het wegen op de bascule de koper
even af te leiden en de voet op de
Bladeren sluiten zich om hun
prooi en slijm en zuur
verteren het dier
VELEN zullen het niet geloven,
maar ook in óns land leven planten
die „vlees eten", of liever gezegd
vlees verteren. Zij doen denken aan
roofdieren, maar dan in plantenge-
daante. Door een vernuftige inrich
ting zyn zij in staat om dieren, die
op de een of andere wijze op hui;
bladen of bloem zijn gekomen, te
vangen en vast te houden, waarna
deze worden verteerd en hun stoffen
de plant tot voedsel dienen.
Tot deze groep behoren ongeveer
vijfhonderd planten, waarvan we er
verschillende in onze naaste omge
ving aantreffen.
De manier waarop deze planten
„vlees eten" is niet gelijk. Er zijn
verschillende systemen volgens wel
ke ze hun prooi verslinden. Derge
lijke planten komen ook buiten onze
grenzen voor, al is dat soms in een
andere vorm dan hier.
Het blaasjeskruid.
ALS EERSTE noemen wij een
plant die in het water voorkomt en
die de naam draagt van „blaasjes-
kruid". De plant zweeft los in het
water en wortelt niet. Wanneer zij
aan de oppervlakte drijft, steken soms
de gele bloempjes boven het water,
uit.
De naam van deze plant vertelt al
wat voor bijzonderheid wij aantref
fen. De plant vormt blaasjes en dit
zijn kleine ingenieuze bolletjes, die
kleine waterdiertjes zoals water
vlooien, kleine wormen en larven
vangen. Zo'n bolletje heeft een klei
ne ingang, afgeschermd door borstel
haren en afgesloten door een veer
krachtige lip, die de indringer wel
naar binnen, maar er niet ireer uit
laat.
He diertje, dat op die manier bin
nenkomt, is onherroepelijk ten dode
opgeschreven. Het leeft nog een
poosje om dan te sterven en tot ont
leding over te gaan. De producten
die dan ontstaan, worden door de
plant opgenomen.
Het vetblad.
OP MOERASSIGE veengrond en
in de duinen vinden we het vetblad
met viooltjes-blauwe bloemen, die
tweelippig zijn en een spoor dragen.
Elke bloem staat op een slnke steel,
die ontspring midden in een op de
grond liggende rozet van bladeren.
wijl de firma, die het bedrog pas btf
aankomst ontdekte, geen schadever
goeding kan vragen, omdat deze ver
kopers snel van naam veranderen en
niet meer te vinden zijn.
Waar gebruikt men het voor?
Het aantal toepassingen van het
haar is onnoemelijk groot. Wij noem
den reeds borstels en kwasten, waar
voor het stijve varkenshaar wordt
gebruikt. Maar men heeft daarnaast
nog het haar van de oren van een
rund, dat voor de fijne schilders-
penselen wordt gebruikt.
Dé strijkstokken worden voorzien
van zeer fijn paardenstaarthaar. De
korte haren van de paardenstaart ge
bruikt men voor de matrasen, hoe
wel hierin niet veel handel te drij
ven valt omdat de Nederlander veel
al op matrassen, gevuld met kapok,
zijn nachtrust geniet. Het exclu
sieve dassenhaar komt uit Italië,
weegschaal te plaatsen of door snel terwijl China naast het varkenhaar
een aantal bossen haar van de weeg- ook het geitenhaar levert.
schaal weer bij de nog te wegen par
tij te werpen.
De buitenlandse verkopers ver
kopen een partij bij vooruitbetaling,
leveren belangrijk minder gewicht af
dan er op papier werd gekocht, ter-
Denken wij tenslotte aan tanden
borstels, bekleding van de meubels,
de tapijten en kleden. Of aan ons
colbertje of winterjas, waar uit ue
revers soms ook een paardenhaar
komt steken
dekt. Komt er b.v. een insect op dit
blad terecht, dan wordt het door het
slym vastgehouden. Dadelijk scheidt
de plant nu meer slijm af alsmede
en zure stof, die in staat is de levende
cellen op te lossen.
Het blad krult langzaam op, zodat
de prooi ingesloten wordt en geheel
in slijm en zuur terecht komt, waar
het slachtoffer wordt aangetast en
verteerd. De stoffen worden door de
plant gebruikt. Is het proces ten ein
de, dan ontrolt het blad zich weer,
totdat er een nieuwe prooi komt,
waarna de handeling zich herhaalt.
De zonnedauw.
BEKEND als vleesetende plant is
in ons land onder andere de zonne
dauw, het plantje, dat men vindt op
de heide en bij onze vennen.
Opvallend is bij deze ulant, dat op
de bovenzijde en aan de rr .d van het
blad zich een soort wimpers bevin
den, het lijken wel honderden haar
tjes, die aan het boveneinde een
knopje hebben, waaruit een kleve
rige vloeistof drupt, waarvan de
druppeltjes schitteren in de zon en
die de plant de naam hebben gege-
j ven, die zij draagt.
Komt er nu een diertje op die
j blaadjes, dan wordt het door het
slijm vastgehouden. Het spartelt,
maar verstrikt zich steeds meer in
de kleverige draden, totdat het de
strijd opgeeft. De wimpers krommen
nu naar het midden van het blad en
na enkele uren is de prooi geheel in
gesloten.
Na enkele dagen is doorgaans de
prooi verteerd. Dan herneemt het
blad met de wimpers weer de oude
stand en de resten van het verorber
de diertjes hangen verdroogd aan de
„haren" en worden later door de
wind er af geblazen. Komen er twee
diertjes tegelijk op het blad, dan ver
delen de wimpers de taak en in twee
groepen pakken ze ieder een prooi.
Is de prooi groot, dan vormt het
blad een ondiepe kom, waarin de
prooi wegzinkt en de verterende stof
fen haar snel oplossen.
Andere vleeseters.
WE ZEEN dat de planten haar
prooi op verschillende manieren be
machtigen, doch het principe is gelijk,
namelijk vasthouden en verteren
door zuren.
In Amerika vinden we byvoorbeeld
een plant, die bladeren heeft die tot
waarin wij slijm en veterend vocht
aantreffen. Het diertje dat in zo'n
pijp kruipt, is ook onherroepelijk ten
dode opgeschreven.
Het gaat om de stikstof.
MEN ZAL zich afvragen of voor
dergelijke planten het vangen van
dieren beslist noodzakelijk is. Het
antwoord moet luiden: „Neen!" Het
hangt namelijk geheel van de om
standigheden af waaronder de plant
leeft. Het vangen van de dieren heeft
tot doel de plant van stifstof te voor
zien. Bevindt de plant zich dus op
een plaats waar zij voldoende stikstof
kan opnemen, dan is het vangen van
dieren beslist geen levenskwestie. De
natuur heeft echter deze planten niet
voor niets zo ingericht, want wy vin
den ze meestal op plaatsen waar zij
weinig of geen stikstof kunnen be
machtigen en dan behelpen ze zich op
de manier als beschreven.
De vleesetende plant is een won
derlijk stukje natuur, waarvoor wij
alleen maar bewondering kunnen
hebben, omdat de/e plant zo geheel
van de gebruikelijke flora afwijkt.
We zien trouwens, dat de vangsten
zich beperken tot kleine dieren, als
insecten en dergelijke. Verhalen over
planten, die in moordende omstren
geling grote zoogdieren of zelfs men
sen trachten tot hun prooi te maken,
berusten derhalve op pure fantasie.
De zijranden van dit bladeren krul- j een soort pijpen zijn opgerold en
len iets omhoog, zodit er een soort
goot ontstaat, Deze is van binnen
met een kleurloos, kleverig slym be-
DE MAAN WORDT
ALS SPIEGEL
GEBRUIKT
Als men U zou vragen om scheids
rechter te zijn bij een voetbalwed
strijd die in Rotterdam werd ge
speeld en U zou deze wedstrijd vanaf
de Westertoren in Amsterdam moe
ten gadeslaan en leiden dan haalt
ieder weldenkend mens de schouders
op over zoiets onzinnigs. Maar toch
isvdit voorbeeld zo ongeveer datgene
wat de wetenschap te wachten staat
bij de „bewaking" van de „kunst
maan" die men in 1957 of 1958 het
heelal in gaat schieten in een baan
rond de aarde. Overigens is het niet
één satelliet maar zullen het er
meerdere zijn. Deze „kunstmaan" is
nauwelijks zo groot als een voetbal
en zal op ca. 450 km. hoogte rond de
aarde suizen. Het is dus op deze
enorme hoogte dat men de „voetbal"
moet kunnen controleren. Op dit
moment beschikt men nog niet over
een apparaat dat hiertoe de moge
lijkheden bezit. Het wordt echter
gebouwd en draagt de naam van
„Diana", de maan- en jachtgodin.
Een toepasselijke naam dus.
„Diana" is het grootste en sterkste
type radarapparaat da ooit werd ge
bouwd. Het zal een dusdanige lange
„vinger" verkrijgen dat het de maan
onaer een voortdurende observatie
kan houden terwijl men de moge
lijkheid om contact te maken met
der planeten Venus en Mars niet als
„onzin" afwijst. Hoewel een groot
deel van „Diana" reeds is gebouwd
zullen de andere werkzaamheden
nog de nodige tijd vragen. Dat een
dergelijke enorme installatie heel
wat energie vraagt is duidelijk. Met
haar 59.099 watt verbruikt zij vol
doende electriciteit om een stad te
kunnen verlichten.
Overigens is „Diana" niet gebouwd
om uitsluitend de „kunstmaan" te
controleren. Dit is slechts een bij
komstige taak. „Diana" is een „zoek
licht" op de maan, en mogelijk ook
op de planeten. Met behulp van
„Diana" zullen de geleerden de in
vloed van de ruimte en de atmosfeer
op de radiogolven bestuderen. Daar
bij gaan zij dus de maan gebruiken
als voorlopig „eindpunt van hun
zoeklicht". De maan wordt dus ge
bruikt als een grote spiegel in het
heelal die onzichtbare golven terug
kaatst naar de aarde waardoor deze
golven een reis van vele honderd
duizenden' kilometers maken. Als
men de planeten gaat gebruiken zul
len deze kilometers in de vele mil
joenen gaan lopen.
Om haar taak in het heelal goed
te kunnen uitvoeren krijgt „Diana"
electrische hersens waardoor zij
automatisch rekening kan houden
met de bewegingen in het heelal. Het
is dus wel een mooie en goed ge
bouwde „vinger" waarryee wij het
heelal gaan inprikken. De geleerden
van het Evans Signal Laboratory
zien dan ook verlangend uit naar een
tijdstip in 1956 als men in Amerika
„Diana" in gebruik hoopt te nemen.
»m%T^
Tevens zal meri hiermede de "kunsfmaan"confroleren.