rai iraiÓDrkiitó tótiWf oudé# KERSTNUMMER DE LEIDSE COURANT ZATERDAG 24 DECEMBER 1955 fyub4 OP EEN VERWAARLOOSD ARMENKERKHOF in Wenen staat een klein monument op een van de massagraven waarin de naamlozen liggen, die slechts bestemd waren om de geschiedenis te ondergaan. Het staat er als een posthume onderscheiding van de mens heid aan een van de grootste componisten, die ooit geleefd heeft: Wolfgang Amadeus Mozart. Het was slecht weer op de dag dat Mozart van de armen begraven werd. Daarom was er bijna niemand bij de routineplechtigheid aanwezig en waren de enke len die hem ter aarde bestelden zo gehaast bij het voltooien van hun werk dat zij naderhand niet konden zeggen waar de componist zijn rustplaats gevonden had. De beeldhouwer, die het monument vervaardigde was bij het plaatsen dus niet aan een historische plek gebonden en kon zelf een aardig plekje uitkiezen. Dat zijn werk desondanks schamel en misplaatst aandoet, komt misschien omdat men bij de rehabilitatie van de werkelijk groten slechts stamelen kan. Op 27 Januari 1956 is het tweehonderd jaar geleden dat Mozart te Salzburg geboren werd. Twee eeuwen zijn voldoende om de waarde van eèn genie met men selijke maten te kunnen meten en daarom zal Oosten rijk Mozart vieren als grondlegger van de Weense school, Duitsland als een Germaans genie en in Rus sische ogen verschijnt hij ongetwijfeld als de eerste marxist. Het enige, waaraan men gelukkig niet veel veranderen kan is zijn muziek en het is tenslotte zijn muziek waarbij het liedje van verlangen van elk volk in het niet zinkt. IN DE OORLOG WERD IN NEDERLAND een Mozart, film vertoond, die zelfs de grootste moffenhater er toebracht de propaganda in het voorprogramma te trotseren. In Amsterdam draaide het product ruim een half jaar en moest eerst voor de hongerwinter wijken. Het geval heette „Wien de Goden liefhebben" en het gaf een Mozart te zien zoals elk kostschoolmeisje hem gedroomd had: een zelfbewuste knappe jongeman die zich in de Rococotijd uitstekend thuis voelde en slechts door de verspilzucht van zijn vrouw en de dood over wonnen kon worden. Het vertekende beeld van de componist werd gedocumenteerd door flarden van zijn muziek, die soms op de vreemdste ogenblikken aan verdekt opgestelde orkestjes ontglipten. De film had echter het voordeel, dat zij gemaakt was om een door bombardementen opgeschrikte bevolking wat rustiger klanken te brengen en als zodanig betekende zij een verademing in een' overigens volkomen ongenietbare Duitse filmproductie. DE PORTRETTEN DIE tijdens zijn leven gemaakt zijn geven een geheel andere Mozart te zien. In- plaats van de knappe lange gestalte een bijzonder klein mannetje met een veel te groot hoofd en ongeordende lokken op de plaats waar geschiedvervalsers en kost schoolmeisjes een geparfumeerde pruik vermoeden. De haren verborgen bovendien twee oren die ongelijk gevouwen waren en eerst na zijn dood een kenmerk werden van uitgesproken muzikaal gehoor. Vele trotse ouders hebben immers in de smalle oorrand van hun spruiten het wonderkindschap menen te bespeuren, c'at gelukkig later door de alledaagse werkelijkheid achterhaald werd. Mozart was een wonderkind en tot aan de jaren waarin zijn genie volwassen werd, heeft hij er de grotendeels wrange vruchten van moeten plukken. Het wonderkind is immers altijd reeds een vogelvrije witte raaf geweest dat zijn. jeugd moest offeren aan zijn te vroeg rijpe geest èn aan de handels geest van zijn voogd. Talrijk .zijn bovendien de voor beelden waarbij het wonderkind letterlijk en figuur lijk klein gehouden werd om zolang mogelijk rendabel te blijven. HET WONDERKIND had het geluk een vader te bezitten die naast een ruim gezicht voor eigen voordeel, het vermogen bezat het genie van zijn zoon vroegtijdig te ontdekken en in goede banen te leiden. Leopold Mozart was een verdienstelijk violist in de kapel van de bisschop van Salzburg. Zijn vrouw had hem, voordat Wolfgang geboren werd, reeds zes kin deren geschonken, waarvan er echter vijf kort na de geboorte gestorven waren. De jonge Mozart kreeg bij zijn geboorte de namen Johannes Theophilus en Wolf gang, waaraan de gelukkige vader eerst naderhand het zoetvloeiende Amadeus toevoegde. Het zes jaar oudere zusje Nanneri dat reeds zeer behoorlijk piano speelde, werd als een voorbode van Wolfgangs muzikaliteit beschouwd en daarom onder nam vader Loepold al spoedig enkele proeven om de kiem van zoonliefs genialiteit aan te tonen. Zo werd het luierknaapje met behulp van stemvorken getest op zijn muzikaliteit. De uitslag beviel de vader zo, dat hij het kind zo uit de wieg op de pianokruk pootte. Hoewel de jonge Mozart zich in het begin be perkte tot het met zijn volle vuistjes bewerken van de toetsen, wist zijn vader hem zover te krijgen, dat hij nog voor zijn vierde jaar met de toonladders jong leerde. Leopold Mozart zag echter in dat, als hij het knaapje alleen de pianokruk liet beklimmen, hij een kruk in het leren zou blijven. Wolfgang had echter slechts een krijtje nodig om binnen een jaar .tijd de tafels van vermenigvuldiging op alle muren te schrij ven en zijn moeder en de buren tot wanhoop te brengen. r\E 5-JARIGE MOZART schreef een pianoconcert dat weliswaar niet te spelen was, maar zijn vader in een dermate verrukking bracht, dat hij het knaapje rijp achtte om aan de wereld te tonen. Hij stippelde een tournee uit en weldra verliet het gezin Mozart Salz burg. Het muziekleven beperkte zich in de dagen van Mozart hoofdzakelijk tot de salons van de adel. De kasteelheer die een musicus voor een avondje uit- de ziekte, die beide kinderen maandenlang in zijn greep hield. Na zijn terugkomst in Wenen componeerde Wolf gang zijn eerste opera Bastien en Bastienne, een be minnelijk zangspel, dat nog steeds op de programma's staat. Leopold Mozart troonde zijn zoon het volgende jaar mee naar Italië waar hij hem in aanraking bracht met Piccini, een componist, die in eigen tijd en land geëerd werd en nu terecht bijna geheel vergeten is. Tijdens zijn verblijf in Rome hoorde Mozart een Gezongen Mis in de Sixtijnse Kapel. Hij was zo onder de indrul? van de muziek dat hij een gedeelte ervan noteerde en later als trophée aan zijn vader liet zien. Het ventje was diep ontsteld, toen hij hoorde dót diefstal van bezit van de Paus, dus ook van kerke- Het geboortehuis van Mozart in Salzburg. nodigde, verzamelde de gehele adelstand van zijn dis trict rond zijn gast. Hij verplichtte hen echter in het geheel niet te luisteren en zo kon het voorkomen dat kunstenaars om wille van de smeer hun instrument moesten mishandelen om boven het rumoer van de „ware liefhebbers" uit te komen. Voor een wonder kind zwegen echter zelfs de roddelende dames en Wolfgang werd een kijkspel dat iedereen gezien moest hebben. 1-\E REIS GING VAN WENEN naar Parijs en Brussel, waar de adel rond het wonderkind en zijn bijde- hande zusje te hoop liep. Na dit succes bracht Leopold zijn zoontje in Londen in contact met Johann Christian Bach, een zeer begaafd zoon van de grote Johann Sebastiaan. Deze gaf Wolfgang les in de compositie leer en moedigde hem aan zijn invallen op schrift te stellen. Na anderhalf jaar in Londen doorgebracht te hebben gingen de Mozarts naar Den Haag, waar zij de gast waren van prinses Nassau Weilburg. Wolfgang speelde samen met het Haagse orkest en schreef voor zijn hoge gastvrouwe zes sonates en een orkeststuk waarin hy het Wilhelmus verwerkt had. Het Hollandse klimaat scheen voor wonderkinderen echter niet best te zijn, want de inmiddels tien-jarige Wolfgang werd hard ziek en kon eerst het volgend jaar naar Salzburg terugkeren. I ANG MOCHT HET KNAAPJE ZICH ECHTER niet aan zyn kinderlijke bezigheden wijden; wonder kinderen waren schaars en de tijd dat hy tot deze voorbarige genieën behoorde, was nog maar kort. De reis ging wederom naar Wenen, dat zich opmaakte voor de huwelijksplechtigheden van aartshertogin Maria Josepha. In 1767 stierf de prinses echter aan de pokken, die de burgers van Wenen het feestmasker afrukte en hen de pokdaligheid teruggaf. Leopold Mozart haastte zich met zyn kinderen Wenen te ver laten. Op de vlucht werden, zij echter achterhaald door D lyke composities, met excommunicatie gestraft werd. Het was de paus echter zelf die hem gerust stelde en hem zelfs vereerde met een ridderkruis en diploma. ,E JAREN GINGEN VOORBIJ en Mozart kwam op de leeftijd dat zyn faam als wonderkind zijn klank verloor. In Salzburg werd hij concertmeester van bis schop Hieronymus graaf van Colloredo, die hem opzet, telyk bij-het hof in discrediet bracht. Mozart was zo verstoord over deze handelwijze dat hij zijn verbinte nis voorlopig opzei en in gezelschap van zijn moeder naar Parijs afreisde. De vrouw, die reeds lang ziekelijk was, stierf echter en Wolfgang keerde terug naar Salz burg. Bij een concertreis naar München leerde hij Aloysia Weber kennen, die hem echter een blauwtje liet lopen. Wolfgang ging van ballorigheid naar Salzburg en verzoende zich met de bisschop. Lang duurde de over eenkomst niet, want nog geen maand later liep de twist zo hoog, dat Mozart het hof voorgoed moest ver laten. Tegen de zin van zijn vader in trouwde hij de jongere zuster van Aloysia, Constanze, die door haar moeder handig gelanceerd werd. Deze verzette zich namelijk in schijn hardnekkig tegen een huwelijk en sloeg hierdoor bij Mozart zoveel overmoed los dat hij zich liet verleiden Constanze te schaken. Enkele maan den later bewerkstelligde hij echter een schaking die meer naam maakte: de opera „De ontvoering uit het Serail". ll/IOZARTS ZWAKTE was dat hy zijn enorme ver- diensten als componist niet in geldelijke vèr- dfensten wist om te zetten. Het was tot nu toe steedc Leopold geweest, die het genie van zijn zoon in de juiste banen wist te leiden. Constanze had hier echter totaal geen kaas van gegeten en schepte de room van Mozarts7 verdiensten af, om zichzelf een min of meer gemakzuchtig leven te bezorgen. Wenen wees de kunstenaar af toen hij het revolu tionaire werk van De Beaumarchais „De bruiloft van Figaro" tot een opera omwerkte. Het was Praag die de verdiensten van deze opera erkende en daarmee ongetwijfeld de grondslag legde voor een Mozarther- denking anno 1956 in communistische stijl. De dood van Leopold leverde Mozart geheel aan de financiële willekeur van zijn vrouw over. De opvoe ringen in Praag verschaften haar echter voorlopig het geld om haar leven op grote voet voort te zetten. Een ontmoeting met Casanova, de legendarische bun delaar van vrouwenharten, bracht hem ertoe zijn „Don Juan" te componeren. Wenen was geschokt, doch Praag enthousiast. In 1789 kwam Mozart echter terug naar de Donau- stad. Hij aanvaardde de betrekking van vorstelijk hof- componist. Het heel wat minder vorstelijke jaargeld van 800 gulden Was echter niet voldoende om de geld honger van zijn vrouw te bevredigen. De Mozarts raakten diep in de schulden en Wolgang in, de macht van de charletan Schikaneder. Deze gaf aan Mozart opdracht een opera té componeren en stelde hem 2000 gulden in het vooruitzicht als zij succes zou hebben. De wereld dankt aan deze opdracht de onvergetelijk mooie „Toverfluit", doch Mozart kon naar zijn beloning fluiten. DE LAATSTE JAREN VAN ZIJN LEVEN heeft Mozart de wereld de schoonste werken geschonken die zijn genie hem toe liet te componeren. De lucht hartige rococostijl heeft plaatsgemaakt voor de ziels- dramatiek van het bewogen genie. Concerten en symphonieën staan ver af van de lucht hartige Rococoklanken van een Saüeri en Piccini, die als grootmeesters van hun tijd golden. Ook Mozarts opera's betekenen een vernieuwing op dit gebied; zijn figuren ontlenen hun karakter aan de onsterfelijke muziek van de meester, die op het hoogtepunt van zijn kunnen is. Ziekte en zorgen ondermijnden zijn lichaam, doch lieten zijn geest ongemoeid. OP ZEKERE DAG KREEG hij bezoek van een man, die hem namens zijn meester opdracht gaf een requiem te componeren. Mozart was onaangenaam ge troffen door de anonimiteit van het geval en aarzelde de opdracht te aanvaarden. Praag had hem bovendien gevraagd een opera te componeren en zelf de opvoe ring te leiden. Bevangen door een bijna panische haast pakte hij zyn koffers en wilde vergezeld van zijn vrouw de reis aanvangen. Bij het vertrekstation stond echter de vreemdeling die hem verzocht met de opdracht haast te maken. Mozart vertrok en poogde de vreemdeling en de requiem te vergeten. Terwijl hij echter tijdens de reis aan zyn laatste opera' werkte, wilde de opdracht en de zonderlinge man achter de schermen hem niet uit de gedachten. Het werd een obsessie. Hij verbeeld de zich dat de duivel de opdrachtgever en hijzelf de man was voor wie het werk bestemd was. Terug uit Praag zette hij zich als bezeten aan het componeren. Zijn geest streed tegen de slopende kracht van de ziekte, die men bij gebrek aan kennis de hete purper koorts noemde. Toen hij het „Lacrimosa" had voltooid, wist hij dat zijn einde nabij was. Aan Sussmayer, een leerling, dicteerde hij de schetsen voor de overige delen. Op 5 November 1791 stierf hij op 35-jarige leeftijd. Wenen was hem vergeten. Niet alleen het hof maar ook zijn vrienden lieten bij de begrafenis verstek gaan: het weer was te slecht. Eén van de weinigen die het heengaan van Mozart als een gemis voelde was de vreemde opdrachtgever. Hij was een amateur-componist en had het Requiem, zcdra het zijn eigendom was geworden, als eigen werk uit willen geven. De te vroege dood van de componist haalde echter een streep door zijn plannen. ENKELE DAGEN later had in Praag een vreemde plechtigheid plaats die door tallozen werd bijge woond. Wolfgang Amadeus Mozart werd door zijn vele bewonderaars symbolisch ter aardq, besteld. De gouden stad aan de Moldau gaf te kennen de componist reeds by zijn leven op zijn grote waarde geschat te hebben en daarmee goud van klatergoud te kunnen onder scheiden. - In Wenen verstomde de muziek van Salieri eerst, toen het muzikale testament van Mozart, dat ruim zes honderd werken omvatte, ontdekt en begrepen werd. HUUB SCHOONDERGANG. Mozart bij de uitvoering: van De schaking uit het Serail in Praag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 12