En de w/ere)d draait maar "1 Grabbelen KERSTPUZZLE in herinneringen KERSTBOOM KERSTNUMMER DE LE1DSE COURANT ZATERDAG 24 DECEMBER 1955 I JLJET was een van die grauwe avon den, waarop we niets anders de den dan naar de blokjes van het tafel kleed staren en luisteren naar de dof fe granaatinslagen aan de andere kant van de Maas. Aif en toe schudde de boerderij op haar grondvesten en sneeuwde weer een stukje plafond omlaag. Niemand schrok er meer van, maar het bleef een dankbare gelegeh- heid om eens iets te zeggen in het' genre van: „Tjonge, tjonge, wat gaan' ze weer te keer!" Niemand gaf daar antwoord op en in de bijna tastbare stilte voelde j iedereen, dat het tikken van de grote wandlblok nog irriterender was. I Een Engelse soldaat vergiftigde de j longen van de boer met de inhoud van een pakje Wild Woodbine en poogde de boerin op zijn zijn hand te krijgen met foto's van zijn moeder, dit alles, om op een uiterst beperkte schaal met de dochters te kunnen vrijen. Zodra de klok negen uur geslagen had, begon het uitgebreide gezelschap dat grotendeels uit geëvacueerden bestond tekenen van onrust te ver tonen. Met enige argwaan loerde men naar de linkerhand van de boer. Men wist, dat die hand tussen négen en half tien toch nog onverwacht de pet van zijn heer en meester af zou gris sen, waarna de historische wóórden zouden klinken: „Nou, dan moet 't er maar van kómen!" Voor de boerin was dat het teken om schielijk overeind te komén en de rozenkrans te pakken, die aan een spijker in de muur hing. Het eerste van de vijftien tientjes placht de boer met welluidende stem voor te bidden, maar dan begon hij al spoedig af te zakken. Enkele ma len viel er doorgaans een gewijde stilte, die na een paar minuten ver broken werd door de boerin, die zacht verwijtend opmerkte: „Vaoder, du sluupst". Na deze woorden, die óok histo risch werden, staarde de boer ge woonlijk verdwaasd de kamer rond, om vervolgens weer even welluidend te worden. Na de vijftien tientjes volgden tel kens" vijf Onze Vaders en Wees-ge- groeten voor de missiegenootschap pen en enkele organisaties, ongeveer twaalf in totaal, de oefeningen, Ko ningin van Limburg, de Engel des Heren en een aantal andere gebeden DE tekenen van onrust, die de ge- evacueerden tussen negen en half tien vertoonden, hielden in geen en kel opzicht verband met geloofsver- slapping, maar berustten meer op een versdhil van inzicht omtrent de vraag, wat Onze Lieve Heer nu eigen lijk van Zijn schepselen verwacht. De boer was op dit punt niet tot een discussie te verleiden. Hij stond op het door zijn vrouw geïnspireerde standpunt, dat zodra er twijfel over iets bestond je het beste kon doen, wat het moeilijkste is en de óp- posanten voelden wel, dat bij zo'n overtuiging zelfs de dwaling een ze kere wijding krijgt. Er was dus een soort verdraag zaamheid, die echter niet zóver ging, dat men zich geestelijk bij de vrome dwaling had neergelegd. Een avond gebed van meer dan een uur vond men erg lang en men realiseerde zich de consequenties, als de boer eens zou gaan twijfelen, of het wel lang genoeg was. In alle harten leefde de hoop, dat Onze Lieve Heer een afgezant zou sturen, om orde op Zijn zaken te stel len. En die afgezant kwam! - Alle aandacht was juist geconcen treerd op een schijnbeweging. De boer bracht zijn beruchte hand om hoog, maar het bleek, dat hij alleen maar even onder zijn pet moest krab belen. Vanwege de obsessie had niemand op dat moment gezien, dat de kamer deur open was gegaan, maar toen een iep: „Hé daar slaopers! richtten alle ogen zich op de vreemde figuur in de deurope ning. r\E jongeman in de deuropening had iets Weg van een runner bij de wilde vaart. Zijn broek had hij in een paar Duitse laarzen gemoffeld, die hem veel te gfoot waren, hij droeg „Mens, mens", zuchtte de pater, „wat vind ik dat mooi. Je kan voort aan zeggen, dat je meer presteert dan een kloosterling, want ik zie er echt geen kans toe". Gevlijd keek de boerin hem aan. „Enfin", vervolgde hij, „laten we dan nu maar naar bed gaan, dan doe je 't morgenavond weer zoals je ge wend befit!" DERSOONLIJK hebben wij die an- dere avond niet meer meegemaakt. Wij wei-den door de wonderlijke pater betrokken bij een nog wonderlijker apostolaat. Hij stelde ons aan als be roepsmisdienaar, koster en omroeper. Overal langs de Maas. dicht bij de geëvacueerde dorpen, lagen kleine woonkernen met een handjevol boer derijen. Ons leven werd een voort durende reis langs deze kernen. Op een oud fietsje peddelden wij de boerderijen af «en deelden dan mede: „Hedenmiddag tussen half drie en vier uur biechtgelegenheid bij Sanders Jan!" De dag daarop was er dan gewoon lijk 's morgens een H. Mis in de ka mer van een of andere boerderij. Het was een ontroerend tafereeltje fe Hk «as een blauwe trui en een dito alpino petje en op zijn rug torste hij een plunjezak. Wij zijn niet bij machte qm de kre ten vah herkenning te citeren, r.och het uitvoerige gesprek dat volgde, maar het werd dè niet-ingewijde dui delijk, dat de nieuwkomer ontdaan van zijh Wonderlijke kleding en ver pakt in eeh stevige pij een bekende figuur zou zijn ih een kloofiter, waar hij al drie jaar had zitten wachten op het einde van de. oorlog, om naar zijn missie te kuiineii terugkeren.. De pater had er slag van om zich zelf te inviteren.' „Voor één nacht hebben jullie weel een herder", deelde hij de verbou wereerde boer mèe en. daarmede .was het„yvel duifjclijk,.; daV.-kijniet "van plan. was ergens" anders te gaan sla pen., „We hebben geen hed", probeerde de boerin nog, die eèn hopeloos ge baar maakte om aan te geven, hoe veel geëvacueerden zij onderdak verleende. „Je hebt een flinke vloer, mens", antwoordde de pater en hij maakte een nog wijdser gebaar. Daarna 'haalde hij een altaarsteen, een kelk koffertje en een paar dekens uit zijn plunjezak en wees grinnikend op een hoekje bij de kachel. te beurt van zijn leven. De boer vond het onjuist om met een geeste lijke in huis zelf voor te bidden en stond er daarom op, dat de pater die taak zou overnemen. Na vijf tientjes en de oefening van bero.uw klonk het „amen" reeds. De boer was met stomheid geslagen, maar de boerin niet. Mét een inge togen lachje vertelde zij de pater, dat „zo'n kort avondgebed hier niet de gewoonte was" en gaf een opsom ming van de gebeden, die overge slagen waren. De geëvacueerden zagen met nauw verholen leedvermaak een uitvoerig debat tegemoet, maar de pater liet zich niet kennen. „En kan je daar nou echt je ge dachten bij houden?", informeerde hij. „Wis en waarachtig!", antwoordde de boerin. de pater de H. Mis te zien opdragen in zijn korte albe, waar de veel te grote Duitse laarzen onderuit kwa men. Voor de mensen, die wekenlang niet naar een'kerk hadden kunnen gaan, waren het hoogtijdagen. Er was altijd ruimte te kort. De kamer was voor de oudere mensen en de koude gang voor de jongelui. Als de H. Communie werd uitgereikt, wafen alle vertrekken vol knielende men sen en moest de „beroepsmisdienaar" een smal pad banen voor de priester. rVE pater bezat het gezonde vermo- gen om ernst en humor, beschei denheid en brutaliteit op de juiste manier te combineren. Iedere ochtend tegen een uur of elf kwam hij met de vraag: ,Wat eten we vandaag?" en met veel zorg stelden we dan een menu op. Het was echt een sport, om deze etensplannen ook te verwezenlijken en geen genoe gen te nemen met runderlappen, als er gehakt op het program stond. In dit opzicht Was de pater een Lord Lister. Hij Was expert in het ontleden van keukengeuren. Een keer snuiven was voldoende, om precies te vertellen, wat er in de diverse pan nen stond te pruttelen. Hij genoot een grote populariteit en kon het zich veroorloven deksels op te tillen, om met zijn ogen te contro leren, wat zijn neus had vastgesteld. „Hoe laat eten jullie?", vyoeg hij dan aan de boerin. „En als deze „twaalf of een uur" antwoordde, zei hij steevast: „Maar niet later, hoor! Je kan op twee man meer rekenen!" *7ATERDAGS verleenden we assis- tentie in een dorpje, waar de Duitsers de kerk hadden opgeblazen en de kapelaan naar Duitsland had den gevoerd. De bejaarde pastoor liet zich dooi de moeilijkheden niet ontmoedigen. Hij hielp ons, om een patronaatsge bouwtje, dat door een wekenlange granatenregen zo lek geworden was als een mandje, als kerk in te rich ten. Op het toneel werd een altaar geplaatst en in een nabijgelegen dorp kon men ons nog aan een biechtstoel helpen. Het was een ouderwetse Lim burgse biechtstoel, die aan alle kan ten open was en „gehoriger" genoemd kon worden dan een moderne flat, temeer omdat de pastoor een beetje hardhórend Was. De biechtstoel van de pater bevond zich achter in de zaal, waar zich naast elkaar twee deuren bevonden met de opschriften: Dames" en „He ren". Met een paar kleedjes werd de oorspronkelijke bestemming van deze vertrekken verdonkeremaand. Daar na hakten we een gat in de muur en timmerden er een stukje kippen- je hebt", vond de pater en zodra er zich biechtelingen meldden, nam hij zijn intrek op „Dames". ONDANKS alle ellende kunnen we ons geen vrolijker en mooiere tijd herinneren dan die paar maan den aan de Noord-Limburgse front lijn. We wisten het zover te brengen, dat we zelfs de beschikking kregen over een pastorie in een geëvacueerd dorp. Vanuit het slaapkamerraam konden we de overzijde van de Maas zien, waar de Duitse stellingen wa ren. Op onze kamer na zat het gebouw van onder tot boven vol Engelse sol daten. Eens in de week kregen die hun rantsoenen. Meestal Donderdags. Tegen half twaalf slopen we dan naai de keuken, om de kleine restjes whisky, die nog in de glaasjes zaten, bij elkaar te doen en dan broederlijk elk een even groot slokje te nemen. Een enkele keer stond er nog een fles en dan nam de pater het voor zijn verantwoording, om het bodempje, dat we verzameld hadden, aan te vullen tot een vol glas. Horizontaal: 1. militaire kweke ling, 5. niet echt, 8. telwoord, 11. rookt men, 15. hemelgeest. 17. broe der v. Mozes, 19. heethoofd, 21. hou ten hand-egge, 23. vaste orde van tandplaatsing bij mens en dier, 26. bolvormig iets, 28. achting, 29. voor naamwoord, 30. lied, 31. voertuig, 32. afnemend getij. 34. rund, 35. inhouds maat (afk.), 36. barmhartigheid, 39. positieve, electrische pool (meerv.), 42. in loco (afk.), 43. gevangenis, 44. uitnodigen, vragen, 45. kropgezwel 47. kreet, 49. telwoord (Fr.), 51. dam langs een water, 52. Turks bevelheb ber, 54. voorvoegsel, 55. behoort bij de kerstkribbe. 56. voegwoord, 58. pauselijke encycliek, (afk.), 59. net om patrijzen te vangen, 61. stad in N.-Brab., 63. muggenlarve, 64. stad in Drente, 65 wagon-restaurant (afk), 66. kneep, 67. beleid, 68. muzieknoot, 70. opening ener fuik, 72. middelbare leeftijd, (afk.), 73. Light Horse (afk), 74. achting, 75. masker. 77. deel van de hand, 84. tevens, 86. Katholieke Encyclopaedie (afk.), 88. bloem, .90. suikeroom, 92. Hare Hoogheid (afk), 93. lijkvaas, 95. Radio Omroep (afk), 96. ieder, 98. electro-technisch-inge- nieur (afk), 99. aardrijkskundige aanduiding (afk). 100. kan men. op schrijven, 101. edelgas, gebruikt voor reclame, 103, donkerkleurig ras "der Australische eilanden, 107. zwemvo gel, 108. ijverig, 110. eenjarige schermbloemige plant, 111. gem. in N.Brab., 113. nobele, 114. lpot van een plant, 115. palmboom (Java), 116. tussen (Fr). Verticaal: 1. stad in N. Afrika, 2. part, 3. afgesloten bebouwd veld, 4. tangens (afk), 5. cirkelvormig bak sel, 6. klimwerktuig, 7. veilig, zeker (Eng.), 8. eetgerei, 9. het inmaken, 10. hobbelig, ongelijk, li. geheel de uwe (afk. Lat), 12. voertuig, 13. kan men op zitten, 14. geestelijke, 16. voedsel. 18. remise ouóerte (afk.), 20. verdriet, 22. biersoort, 24. ongaarne, 25. lijkvaas, 27. melkschaap, 29. een soort van appel, 33. inrichting tot op voeding van kleine kinderen, 36. ga (Eng.), 37. algemeen voorschrift (afk.), 28. bijwoord, 40. voorvoegsel, 41. afkorting van selenium, 43. na melijk (afk.), 46. voorzetsel, 48. in wendig, 50. veter, 51. opschudding, 53. rijksgrote, voornaam Spaans edel man, 55. iemand de achting geven, welke hem toekomt, 57. ovenschot. 60. ter nagedachtenis, (afk. Lat.), 62, lidwoord, 65. meetkunde en algebra, 69. kasplant, 71. lengtemaat (afk.). 74. maanstand (afk.), 76. oude reke ning (afk.), 77. voornaamwoord, 78. trots, 79. groente, 80. voorzetsel, 81 luid geschreeuw, leven, 82. meer op ipublique Frangaise (afk.), 85. voorzetsel, 87. eer, 89. nu en dan, 91. tegenstelling van west, 92. kip, 94. interval van negen tonen, 97. bewe ging met het hoofd. 98. zijtak Douro, 100. dorpje in Gelderl. tegenover Nij megen, 102. zandheuvel, 104. wand versiering, 105. lengtemaat, 106. kip penloop, 107. teliVoord, 109. water in Friesland, 112. voorzetsel. Bij juiste oplossing leest men óp de cijfers: 45, 78, 14, 27, 103, 22, 94, 4, 15, 38. 64. 56, 16, 24, 69, 101, 62, 82, 57, 67, 79, 28, 113, 58. 10, 3, 102, 13, 6. 9, 50, 31. 98. 108, 32. 55. 66, 20, 70. 116, 2, 72, 54, 90, 11. 77. 96, 109, 83. 20, 73, 80. 43, 86, 107, 46, 8, 30, 40. 21, 61, 74, 23, 35, 100, 104, 92, 111, 75 vier regels van een bekend kerst liedje. Oplossingen tot en met Donderdag a.s. aan het bureau van ons blad. Op de enveloppe vermelden „Kerst- puzzle". Als prijzen worden beschikbaar gesteld: 3 MissaaLs. 3 Sigarettenkokers. 3 Gezelschapsspelen. 3 Sieraden. De prijswinnaars van deze week kan men vinden,in „het Sleutelgat". 's Morgens voor dag en dauw gin gen we „de kampong" in. Het waren barre tochten door de sneeuw over smalle fietspaadjes langs karrespo- rén. De pater reed voorop met zijn kelkkoffertje in de hand en zijn mis dienaar volgde* met de altaarsteen in een actetas. De wachtposten kenden ons. Als er in het donker „halt" werd geroepen, stapten we niet eens meer af. „Rijdende eredienst", riepen we dan terug.. DAT alles is nu al weer elf jaar ge leden en vervaagd tot een schim mige herinnering. Ergens in Brazilië werkt de pater in zijn missie. De we reld Is veranderd, in sommige opzich ten in gunstige zin, maar in heel veel opzichten bar ongunstig. Als we nog eens elf jaar verder zijn, zal er opnieuw veel veranderd zijn. Hoe? Dat durven wij niet te voorspellen. We zijn echter van één ding zeker en dat is:'Over elf jaar zal die boer als hij nog leeft tussen negen en half tien met zijn linkerhand dc pet aflgrissen en zeggen: „Nou moet 't er.,;: dan maar van komen!" En hoewel we 't nog niet helemaal met hem eens zijn, is dat tooh een gedachte, die ons een rustig gevoel geeft. W. KORTHOUT Voor onder de „Help me dokter! Zeven jaar ge leden heb ik een stuk goud ingeslikt!" „En komt u nu pas hier?" „Ja, ik zit plotseling verlegen om geld". Jantje heeft van Sinterklaas een fototoestel gehad. „Waarom speelt u piano? Hebt u dan geen radio?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 11