Sint doet een boekje open De Kleppende De geheimzinnige WQFNSnAG 30 NOVEMBER 1955 DE I.ETtiSE COURANT In de klauwen van de On-1 uiteraard voorlezen. Wij zijn ervan Ov. ae bekende. Door Herbert Kranz. Uitgeverij „Hel mond", Helmond. ter wereld is de naam van naatschappij, die al aren expedities de wereld _±zendt, overal daarheen, waar iets belangrijks valt te ontdekken, waar raadsels om een oplossing vragen, verdwenen mensen moeten worden opgespoord en andere die v^ertwij- hulp nodig hebben. Er waarschijnlijk geen archief ter wereld dat zoveel avontuurlijke be levenissen in zich herbergt en daar uit put Herbert Krantz zijn stof voor een serie nieuwe verhalen voor de i.,-ugd, waarin avontuur en span ning het hoofdmotief vormen. Facto ren, die wel En staat zijn hun invloed op de jeugd te doen hebben. De Nederlandse vertaling is van j. Meijkneont-Grossouw en zij doét de lezer door haar werk meeleven jv:L't.de grote'avonturen van deze ex- p editie. Lectuur voor de Jeugd. Uit de Teddy-serie. Bo$n N.V. A'dam. Wij ontvingen uit de Teddy-serie, ■jen uitgave Voor kleuters, de eerste drie van negen boekjes, genaamd Reiutje Pippeling, de Domme me neer Scotty en De Tien Chineesjes. Heeds sedert jaren werd zeer veel van wat er op de markt aan kleuter- lectuur verscheen uit het buitenland ingevoerd. Dikwijls zeer fraaie werkjes werden, voorzien van Ne derlandse tekst, in onze boekhan dels aangeboden. He. enige Neder landse, dat er derhalve aan te vin den was, was de vertaalde tekst; te keningen en zelfs cliché's of litho's werden geïmporteerd. Deze eigenlijk zonderlinge toe stand, welke de indruk wekte alsof het Nederlandse reservoir van kun stenaars en schrijvers „voor-de-kleu- ter" geen personen opleverde, die in staat waren werk op dit gebied te leveren, dat even goed en zelfs be ter zou zijn dan het ingevoerde der buitenlanders, deed de N.V. Born enkele jaren geleden besluiten over t. gaan tot de voorbereiding van een uitgave, die geheel, ook tedhnisch (dus wat druk en reproductie der illutsratie betreft) in en uit Neder landse handen zou komen. Een prijzenswaardig initiatief in derdaad van de uitgever, waarbij we slechts zouden willen aanraden dit vooral met het oog op het buiten lands- meer aandacht aan de kwa liteit van het papier te schenken, hetgeen de uitgave 'slechts ten goe de zal komen. „Caius is een ezel". Door Henry Winter field. Uitg.: Lanno. Tielt Den Haag. Een gezellig jongensboek volgens een modern recept in een oude we reld. Dat klinkt even ingewikkeld, maar het komt hierop neer, dat het boek een gezellige detective-geschie denis bevat, die zich alspeelt in het oude Home. Een jongetje wordt gens „belediging" gepakt en zij-n vriendjes bewijzen de heren sena toren en andere machtigen, dat hij onschuldig is. Zeer spannend. De jon gens zullen het in de bekende „één adem" uitlezen. „Noodlanding in de jungle'.' Door Herbert Kranz. Uitg.: van N.V. Helmond te Hel mond. Een jongensboek in nieuwe stijl. De titel spreekt reeds voor zich. Men ver wacht spanning en krijgt het ook, want Kranz weet sfeer te scheppen. Het is echter niet het avontuur om het avontuur. De schrijver heeft er slag van om tussen de regels door het een en ander te vertellen van land en bewoners en allerlei andere we tenswaardigheden zonder het boek saai te maken. Leerzaam en boeiend. ,J)e avonturen van de boze kabouters" en „De avonturen van Gripgrap en Grombrom". Door J. J. Frinsel. Uitg.: „De Sleutel" Haarlem, Antwer pen. Kabouteravonturen voor kinderen tussen de zes en tien jaar. Zij zullen van deze aardige vertelde geschiede nissen genieten en met nog meer ge noegen de prachtige tekeningen be kijken. Voor kieuters, die nog niet kunnen lezen, zijn deze boekjes ook interessant, maar dan moet moeder overtuigd, dat ze dat met genoegen zal doen. Marolleke. Herinneringen van een moeder. Door Ma ria Rosseels. Uitg. Lan- noo, Tielt/Den Haag. Een prachtig boekje, inderdaad! Immers, waar zou men uit de jeugd van het kind beter gegevens kunnen verkrijgen dan bij een moeder, die haar kind beter dan wie ook begrijpt, die dagelijks ermee omgaat, zijn fou ten en „gebreekjes" kent, maar daar naast niet minder ontvankelijk voor al het goede, het naief-ongekunstel- de, dat er in het gemoed van een kind omgaat. Maria Rosseels is zo 'n moeder en zij belicht voor ons in een vlot ge schreven, aantrekkelijk boekje de markantste, soms zeer vermakelijke, soms ook diep ontroerende momen ten uit het kinderleven. Het is daarom, dat wij dit wei'kje van harte gaarne aanbevelen. (Prijs ingenaaid f 4.50). Land in de Verte. Door Nevil Shute; Uitg. Zuid-Holl. Uitgevers-Mij, Den Haag. Zo iets de lezer op het ogenblik interesseert, dan is het wel het pro bleem, dat nauw met de emigratie samenhangt en daarom is de roman „Land in de Verte" op het ogenblik wel van zeer actuele betekenis. Nevil Shute brengt ons in kennis met een echtpaar, dat reeds jaren geleden van uit Engeland naar Australië emigreer de en na moeilijke jaren goede zaken deed in de schapenfokkerij. In de vertaling van A. Wolfson is dit boek uit de Cultuurserie van de Zuid Hollandse Uitgevers Maatschap pij een boeiende roman geworden, een roman, waarvan charme uitgaat door de manier van vertellen. Nevil Shute geeft zijn roman volkomen lO' gische, maar eveneens diepdoordach. te wendingen en het komt zelfs tot verrassende verwikkelingen, waarin duidelijk twee werelden tegenover elkaar worden geplaatst: de oude Europese en dp nieuwe Australische. Daardoor krijgt men ook een goede kijk op de toestanden en verhoudin gen d^ar, wat met het oog op de vele emigratie van het ogenblik voor ve- Jen een dankbaar onderwerp van stu. die zal zijn. Terug naar Pompey's Mead. Door Hamilton Bassa. Uitg. J. H. Gottmer, Haarlem- Antwerpen. Als probleemstelling van de stands verschillen, is de roman geslaagd te noemen, die in de goede vertaling ven Frans van Oldenburg Errnkë bij de Uitgeverij J. H. Gottmer 'is ver schenen van de hand van de schrijver Hamilton Het enge begrip over standsverschil ieeft niet alleen bij ons, doch ook in het zuiden van de Verenigde Staten van Amerika. Het feit, dat men voor ouders heeft gehad bij de eerste pio niers verleend een soort adelbrief en wie uit een andere staat komt blijft een vreemdeling. Daarnaast en daar buiten staat natuurlijk de mens, die neger is of een neger onder zijn voor vaderen telt. Deze mens is een uitge- worpene; wat hij ook presteert, men ka nniet met hem omgaan. In deze boeiende roman krijgen we het leven uitgerafeld van de bewoners van een kleine stad in het zuiden van Amerika, Pompey's Head, gezien door de bril van 'n jong advocaat.Mèt hem zien we 't leven en dc toestanden ter plaatse aan ons oog voorbijtrekken, want de auteur schetst ons dat leven in een wereld van mensen, geperst in een keurslijf van onzinnige regels en met haar opstandelingen, die aan deze benauwde sfeer pogen te ont komen en toch niet kunnen. Zo krijgen we een kijk op de kleine mens in de grote samenleving, die toch dikwijls zo eng en bekrompen is, waarbij ieder altijd maar weer come- die moet spelen om zijn „stand op te houden". Een menselijk boek, waarin veel lering zit. Armoede, door Ina Boudier- Bakker, uitgave Spectrum (Prisma-reeks) Utrecht (1,25) Hoewel de zeer speciale plaats, die deze schrijfster in het Nederlandse literaire leven inneemt, zich eerst dui delijk aftekende, toen zij in de Der tiger jaren haar grote werk „De klop op de deur" publiceerde, geeft ook haar vroegere werk zeer duide lijk blijk van het eigen genre, dat haar een goede naam in Nederland bezorgd heeft. Ina Boudier-Bakker moet men op een zeer speciale wijze waarderen; wij betwijfelen of er van kunst ge sproken kan worden, maar we we ten zeker, dat haar romans ook na een halve eeuw nog de lezer genoe- gelijk bij de haard doen kruipen om zich een heel avond te vei plaatsen in het oude Nederland van rond de fin siècle, dat de schrijfster zo voortref felijk tot leven weet te brengen. Ook „Armoede" in 1909 versche nen en thans in de voortreffelijke „Prismareeks" weer in de belangstel ling geplaatst speelt zich af in het de schrijfster zo vertrouwde. Amster dam. Het schetst de geschiedenis van een koopmansgezin in al zijn ver takkingen gedurende bijna twee ge neraties. De armoede zoekt de schrijfster op het geestelijke vlak in een milieu, waar geldelijke mood een bijna on bekend begrip is. Een voortreffelijk familieboek, dat kostbare uurtjes van gezelligheid ga randeert. Het scharlaken wambuis door Jo v. Ammers-Küller. Uitg. Engelhard, v. Embden en Co. Amsterdam. De schrijfster Jo v. Ammers-Küller heeft haar sporen op het terrein van de romanliteratuur reeds verdiend. Verscheidene van haar werken heb ben hun weg wel weten te vinden en met het boek, dat thans van haar hand is verschenen „Het scharlaken wambuis" zal dat ook wel het geval zijn. Het is 'n historische roman, spe lend in de tijd toen Calvijn de scepter zwaaide in Genève. Het verhaal is historisch, niet in dien zin, dat de dramatis personae, de in het verhaal voorkomende personen, allen werke lijk zó bestaan hebben, maar meer in de trant van een op de werkelijkheid geënte geschiedenis. Het boek gaat voornamelijk over de dochter van een koopman uit Utrecht, die in Genève trouwt met een jonge patriciër (de man met het scharlaken wambuis) en daar terecht komt midden in de be roeringen van de reformatietijd. Maar in het middelpunt van deze geschie denis staat de schrale en harde figuur van Jan Calvijn, die het vrólijke Ge nève in een stad Gods wilde hervor men, doch met zijn strenge moraal er een dode stad van maakte, waar ach terklap, aanbrenging en tyrannie hoogtij vierden. De bruggen bij Toko-Ri. Door James A. Michener. Uitg.: A. J. G. Strengholt, Amsterdam. De bruggen van Toko-Ri liggen in Noord-Korea, of misschien moe ten wij zeggen: lagen in Noord-Korea, want zij zijn inmiddels stuk gebom bardeerd. Dat bombarderen van die bruggen is een dramatische episode geweest uit de Koreaanse oorlog. Het was geen gemakkelijke karwei, dat werd uitgevoerd door de Amerikaanse luchtmacht. Wanneer wij aan het an dere einde van de wereld het resul taat van zo'n raid in de krant lezen, nemen wij het zo gemakkelijk voor kennisgeving aan, en denken wij niet aan de moeizame voorbereidingen en aan de ongelooflijk zware omstandig heden, waarin een dergelijke taak moet worden volbracht. James Miche ner vertelt dit in een vlot verhaal over de vlieger, die het kunststuk volbracht, dodh er voor betaald met zijn leven. Een echt verhaal voor een film; die er ook inderdaad naar ge maakt is. De kleine werel^ van Gua- rechie. Door Guarechie. Uitg.: De Fontein, Utrecht. Giovannino Guarescbi kent ieder een als de geestelijke vader van „Don Camillo", de Ttaliaanse dorpspastoor, ^die het altijd aan de stók heeft met de communistische burgemeester, maar die tevens zijn grootste vriend is. Don Camillo heeft Guarechi be- 003) roemd gemaakt Het boekje met klei ne vertellingen, bijna alle geweven rondom het gezin van Guarechi, is wel grappig, doch haalt het niet bij de humor van Don Camillo. Het heeft veel weg van een serie filmpjes uit de gooi- en smijtperiode. De verha len zijn eerder gepubliceerd in Ita liaanse weekbladen en als wekelijkse bladvulling doen zij het uitstekend. Een krant en een weekblak kun nen nu eenmaal heel wat verdragen en wild-grappige verhalen zijn ge liefde kost. Wie zo nu en dan eens echt op z'n Italiaans uitbundig wil lachen, neme dit boekje ter hand. Het heeft een gezonde en blijmoedige levensvisie en dat is in elk geval een verkwikkeling in onze dagen. De prijs bedraagt 4.90. Schip in nood. Door Edou- ard Peisson.. Uitg. Pris- maboeken Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen. In de stormachtige winter van van de Atlantische Oceaan varen twee schepen elkaar tegemoet. Vanuit New York de Virginia, onder com mando van kapitein Vox, vanuit Gi braltar de Canopus, onder kapitein Godde. De Virginia is een stevig schip, het vaart met de storm achter en kapitein Vox is bekwaam; de Ca- nopsus heeft een verleden ondanks het nog niet zo oud is en bovendien is de jonge kapitein Godde plotse ling met het commando belast, waardoor zijn taak onoverzichtelij ker is. Als het ene schip vergaat en tijdens een hulpactie het an dere schip in grote moeilijkheden geraakt ontstaan een reeks vragen, die door de auteur boeiend behan deld worden. Het is een boek vol spanning, goed en vlot geschreven, waarbij men een goede kijk krijgt op de moeilijkheden in het leven van de zeeman. Levend geloof, door Lloyd C. Douglas, uitgave A. J. G. Strengholt, Amsterdam. De enkele jaren terug overleden schrijver, die in Nederland vooral naam maakte met zijn boek „De Man tel", geeft in dit werk een soort gees telijk testament aan het eind van zijn leven. Zoals reeds zeer duidelijk in zijn werk „De Grote Visser" bleek, is deze schrijver een zeer vrijzinnig denker en zijn opvattingen over Christus erf het geloof, dat Hij op aarde gebracht heeft, zijn zo in afwijking met de Waarheid, dat het voor katholieken niet raadzaam is zich in dit werk te verdiepen. Spannende avonturen. Reeks korte brochures over avonturen. Uitgave M. Stenvert en Zoon, Apeldoorn (per deeltje 35 ct.). Jong, maar even goed oud zal genieten van de gezonde sensatie, die in deze boekjes wordt gegeven. Er zijn er thans 8 verschenen, met ver rukkelijke titels: „Eiland der Ont goocheling", „Het Spookwrak". „In lichtingendienst in het Oerwoud" en zo meer, en met een voor een op avontuur en spanning beluste lezer even verrukkelijke inhoud. De boek jes zijn gevat in een kleurige, boeien de omslag en verlucht met vele goed geslaagde tekeningen. Gezellige lec tuur naast de warme kachel of in de trein. „Kweken en Verzorgen" en Visziekten", door dr. Lode wij ks en dr. J. L. Poste- ma. Handboek voor de Aqua riumliefhebber. Uitg. Hollan- dia, Baarn. In het kader van het standaardwerk „Het handboek voor de aquariumlief hebber", dat in vijftien onderdelen wordt uitgegeven, is thans verschenen een boeddeel over „Kweken en Ver zorgen", waarin tevens is opgenomen een verhandeling over „Visziekten". Het eerste is van de hand van dr. J. M. Lodewijks, het tweede van dr. J. L. Postema. Dat het kweken van vis sen voor de instandhouding en het welzijn van een aquarium van uiter mate groot belang is, behoeft niet te worden betoogd. Het is echter niet alleen een bezigheid, welke van be lang is, maar welke tevens de grootst mogelijke zorg vereist. Aansluitend aan het begrip „Ver zorging", ligt het gedeelte over de Visziekten geheel in de logische lijn. Dr. Postema had hierbij geen gemak kelijke taak, want onze kennis van zieke vissen is nog niet zo groot. Beide verhandelingen in dit boek zijn voor iedere aquariumliefhebber onmisbaar. Wilt U iets weten? Vraag J. B- v. D. Om aan bewo ners van eigen huizen rechtstreeks hulp te bieden, heeft da minister van zelfbewoners een extra-bijdrage toe gekend van 2Vz procent der rijks premie, gedurende tien achtereenvol gende jaren te vei*strekken. Zoudt xj mij kunnen zeggen, tot wie ik mij voor de uitbetaling van dit bedrag moet wenden? Antwoord: Deze kwestie wordt ge regeld door het Prov. Bureau v. Zuid-Holland v. d. Dienst v. Weder opbouw te Den Haag, Riuuwstraat 6, echter komt voor deze uitkering al leen diegene in aanmerking, die de leeftijd van 50 jaar nog niet heeft bex-eikt. Vraag Abonné. 1) Als van een echtpaar de man ouder is dan 65 jaar en de vrouw b.v. 50 jaar, hebben ze dan samen ï'echt op 1338.in ver band met het komende staatspen sioen? 2) Als deze man overlijdt, krijgt de 50-jarige vrouw dan uitkering? 3) Hoeveel bedraagt dat pensioen? 4) Wordt voor het staatspensioen een weduwnaar of weduwe, evenals voor de inkomstenbelasting als een gehuwd pei-soon beschouwd? Antwoord: 1) De man heeft recht op 1338.uitkering omdat hij ge huwd is. 2) Neen, dan moet zij nog 15 jaar wachten. 3) Zij moet, als zij daarvoor in de termen valt, wel premie betalen, op dat zij op haar 65-jarige leeftijd x-echt op uitkering kan doen gelden (deze bepaling geldt voor iedereen). 4) Neen, als man en vrouw b.v. beiden ouder zijn dan 65 jaar en zij genoten uitkering, dan krijgt bij over lijden van een dezer, de overblijven de nog 5 maanden de gehuwdenuit kering, daarna de uitkering voor een alleenstaand persoon. PHILIPS »Haaf saagi3ai!« ook hij: spierrlieuniatiek, ver stuikingen, verwondingen, steen puisten. verkoudheid, winter handen én wintervoeten. Raad pleeg Uw dokter. w3SKxsr.^:.7ssai Advertentie. Mr. Moto door J. P. MARQUAND 9) Het orkest in de eetzaal speelde Hawai-muziek, de kellners waren Ja panners in keurige witte uniformen. De gasten waren allen vreemdelin gen, evenals hij, verx*ukt over de mu ziek en de zee. Het was net een rustige Juni-avond in het vaderland. Een lauge man in avondcostuum bleef bij Wilsons tafeltje staan. „Goeden avond, miinheer Hitchings. Ik ben de manager. Wij zijn verheugd u hier te zien. Hitchings is een be kende naam op ons eiland". En ik ben Ixier vreemd", zei Wil son. „Wilt u niet een ogenblikje plaats nemen, mijnheer? U hebt een naam voor mensen als ik, niet? 'n inlandse naam?" De manager zette zich en lachte de geduldige lach van iemand, die de vra gen van dnizer"^n n'-nxwsgierige gas ten beantwoord heeft. „De naam is Malihini. Het is de oude Hawai-benaming voor „vreem deling". Ik ben het tegendeel een Kamaina, ik ben op het eiland ge boren en getogen". „Dan kunt u me misschien iets ver tellen, waarin ik belang stel", ver volgde Wilson. „Als u hier altijd ge woond hebt, moet u een ver familie lid van me gekend hebben eigen lijk van mijn vader: Ned Hitchings". „Ned Hitchings?", vx-oeg de ander en liet zijn vormelijkheid varen, alsof de naam hem mild en vriendelijk stemde. „Ja, ik heb Ned grliend. Zoals hij zijn er niet veel meer. U >md dp Vantage moeten kennen in de oude tijd, toen Ned er gastheer was. Hij was de beste gastheer die er bestond. U had zijn verhalen moe ten horen! De Hawaiers hielden van hem, iedereen hield van Ned!" Wilson moest aan de vroegere eigenaar danken, toen hij Hit^mgs Plantation 's avonds terug zag. Nu het donker was, brandde er een elec- trisehe lamp boven het bord aan de ingang en toonde de naam Hitchings Plantage met een duidelijkheid, die hem een ogenblik pijn deed, maar toch voelde hij iets van de per soonlijkheid van de man, die het huis gebouwd had. Er hing nog steeds een sfeer van gemoedelijke gezelligheid, nu het donker was. Hoewel het huis nu tegen betaling werd geëxploiteerd en gevuld was met betalende gasten, voelde men een gastvrije stemming een zorgeloze gulheid, als kwam geld er niet op aan. Toen Wilson de stoep betrad, hoorde hij muziek en gelach en door de vensters zag hij, dat er in de hal gedanst wex-d. Er was een geweldig gespierde por tier aan de deur, een Polynesiër met grijzend haar. gekleed in witte pan talon en witzijden overhemd, met een bloemslinger om de nek. Bij het lamp licht zag men zijn regelmatige, bijna imposante trekken en Wilson kon zich voorstellen, dat hij al heel lang op de Plantage geweest was. „Uw kaart miinheer, alstublieft", zei de portier. Hij las de kaart aan dachtig en glimlachte toeri welwil lend. „Goeden avond, mijnheer. Juf frouw Eva zei al, dat u misschfim kwam". „Wist zij, dat ik komen zou?", vroeg Wilson. „O ja", glimlachte de portier. „O ja. dat wist ze". Wilson glimlachte terug, terwijl ze in de deur stonden. De hal was stra lend verlicht. Langs de wanden ston den stoelen en tafels, zoals ze in een deftige salon pasten, opzij geschoven voor een imprompte dansDartijtje. In de hoek speelde een strijkje, net of het even voor een avond gehuurd was en recht tegenover hem bevond zich een open haard, in dit klimaat 'n volkomen overbodige meubilering. Er boven hing het portret van een be jaard man in het wit, een vrolijke man, wiens gelaat in het licht vrien delijk neerzag op de vreemden in zijn huis. Er was geen twijfel aan wie het portret voorstelde, want het was een familiegezicht, hoewel min der nuchter en streng dan de Hit- chings-gezichten, die Wilson kende. „Een mooi huis", zei hij en de 'por tier lachte hem toe. „Ja", zei hij, „een mooi huis. Ieder een vindt het hier prettig. Iedereen heeft het hier alijd prettig gevonden". Wilsdn kon het zich voorstellen. Er hing een sfeer in het gebouw een sfeer van gelukkige dagen en avonden. „Heb je tijd, me rond te leiden?", vroeg hij. „O jawel", zei de portier; „Juf frouw Eva wil dat u het ziet. Geef die jongen uw hoed en komt u mee deze kant op". „Ben je hier al lang?" vroeg Wilson. I „O ja. Ik heb altijd voor mijnheer Hitchings gewerkt". Zijn stem herinnerde aan Hawaian- rrM7,vi- had dezelfde droeve vro lijkheid. I „Ja, het is een heel mooi huis. Juf- fx*ouw Eva onderhoudt het heel gced. Er wordt altijd gedanst in de hal en er zijn verversingen in de eetzaal en tafeltjes op de grote „lanai", en de tuin is verlicht. Dan zijn er de kaart- kamers en de fan-tan zaal en achter aan de roulettezaal. Daar zal juf frouw Eva zijn". De muziek volgde hen, terwijl zij het ene vertrek na het andere door liepen van de benedenverdieping van het grote huis. Ware het niet om sommige mensen die ze tegenkwa men, dan zou men zich op een partij in een particulier huis kunnen wanen. Het huis was smaakvol ingericht; de bridge-kamer was vroeger de biblio theek gewekt en de boeken stonden I nog langs de wanden. De eetkamer en het "grote terras er achter waren gedekt en gereed voor een. feest. „Bedient u zich van wat u wilt", zei de Hawaier. „Juffrouw Eva wil niet, dat u er voor betaalt. U bent de gast van het huis. Wilt u een glas wijn drinken voor u naar de roulette zaal gaat?" „Neen, dank je", zei Wilson. Wilson luisterde naar de muziek en keek naar de mensen. Het huis was vol en hij betwijfelde of het in Ned Hitchings' tijd een zo democratisch gezelschap zou ziin geweest. Zij had- den slechts één ding gemeen alle gasten leken welgesteld. Maar daar- mee hield de gelijkenis oo, want Hit chings Plantation stond blijkbaar open voor elk type en elk ras. Er waren toeristen, er waren avonturiers en avonturiersters, zoals hij ze ook in andere havensteden gezien had, er waren scheepsofficieren, zakenlui, of ficieren in civiel; er waren Portu gezen en donkere halfbloeden, Japan se zakenmensen en hoffelijke Chine zen en een getulbande Hindoe alles byeen boden ze een pe^ -z-nnig en boeiend sch owspel, dat de verbeel ding prikkelde. Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 5