Sint doet een boekje open
De Kleppende
De geheimzinnige
WQFNSnAG 30 NOVEMBER 1955
DE I.ETtiSE COURANT
In de klauwen van de On-1 uiteraard voorlezen. Wij zijn ervan
Ov.
ae
bekende. Door Herbert
Kranz. Uitgeverij „Hel
mond", Helmond.
ter wereld is de naam van
naatschappij, die al
aren expedities de wereld
_±zendt, overal daarheen, waar iets
belangrijks valt te ontdekken, waar
raadsels om een oplossing vragen,
verdwenen mensen moeten worden
opgespoord en andere die v^ertwij-
hulp nodig hebben. Er
waarschijnlijk geen archief ter
wereld dat zoveel avontuurlijke be
levenissen in zich herbergt en daar
uit put Herbert Krantz zijn stof voor
een serie nieuwe verhalen voor de
i.,-ugd, waarin avontuur en span
ning het hoofdmotief vormen. Facto
ren, die wel En staat zijn hun invloed
op de jeugd te doen hebben.
De Nederlandse vertaling is van
j. Meijkneont-Grossouw en zij doét
de lezer door haar werk meeleven
jv:L't.de grote'avonturen van deze ex-
p editie.
Lectuur voor de Jeugd. Uit
de Teddy-serie.
Bo$n N.V. A'dam.
Wij ontvingen uit de Teddy-serie,
■jen uitgave Voor kleuters, de eerste
drie van negen boekjes, genaamd
Reiutje Pippeling, de Domme me
neer Scotty en De Tien Chineesjes.
Heeds sedert jaren werd zeer veel
van wat er op de markt aan kleuter-
lectuur verscheen uit het buitenland
ingevoerd. Dikwijls zeer fraaie
werkjes werden, voorzien van Ne
derlandse tekst, in onze boekhan
dels aangeboden. He. enige Neder
landse, dat er derhalve aan te vin
den was, was de vertaalde tekst; te
keningen en zelfs cliché's of litho's
werden geïmporteerd.
Deze eigenlijk zonderlinge toe
stand, welke de indruk wekte alsof
het Nederlandse reservoir van kun
stenaars en schrijvers „voor-de-kleu-
ter" geen personen opleverde, die in
staat waren werk op dit gebied te
leveren, dat even goed en zelfs be
ter zou zijn dan het ingevoerde der
buitenlanders, deed de N.V. Born
enkele jaren geleden besluiten over
t. gaan tot de voorbereiding van een
uitgave, die geheel, ook tedhnisch
(dus wat druk en reproductie der
illutsratie betreft) in en uit Neder
landse handen zou komen.
Een prijzenswaardig initiatief in
derdaad van de uitgever, waarbij we
slechts zouden willen aanraden
dit vooral met het oog op het buiten
lands- meer aandacht aan de kwa
liteit van het papier te schenken,
hetgeen de uitgave 'slechts ten goe
de zal komen.
„Caius is een ezel". Door
Henry Winter field. Uitg.:
Lanno. Tielt Den Haag.
Een gezellig jongensboek volgens
een modern recept in een oude we
reld. Dat klinkt even ingewikkeld,
maar het komt hierop neer, dat het
boek een gezellige detective-geschie
denis bevat, die zich alspeelt in het
oude Home. Een jongetje wordt
gens „belediging" gepakt en zij-n
vriendjes bewijzen de heren sena
toren en andere machtigen, dat hij
onschuldig is. Zeer spannend. De jon
gens zullen het in de bekende „één
adem" uitlezen.
„Noodlanding in de jungle'.'
Door Herbert Kranz. Uitg.:
van N.V. Helmond te Hel
mond.
Een jongensboek in nieuwe stijl. De
titel spreekt reeds voor zich. Men ver
wacht spanning en krijgt het ook,
want Kranz weet sfeer te scheppen.
Het is echter niet het avontuur om
het avontuur. De schrijver heeft er
slag van om tussen de regels door het
een en ander te vertellen van land
en bewoners en allerlei andere we
tenswaardigheden zonder het boek
saai te maken. Leerzaam en boeiend.
,J)e avonturen van de boze
kabouters" en „De avonturen
van Gripgrap en Grombrom".
Door J. J. Frinsel. Uitg.: „De
Sleutel" Haarlem, Antwer
pen.
Kabouteravonturen voor kinderen
tussen de zes en tien jaar. Zij zullen
van deze aardige vertelde geschiede
nissen genieten en met nog meer ge
noegen de prachtige tekeningen be
kijken. Voor kieuters, die nog niet
kunnen lezen, zijn deze boekjes ook
interessant, maar dan moet moeder
overtuigd, dat ze dat met genoegen zal
doen.
Marolleke. Herinneringen
van een moeder. Door Ma
ria Rosseels. Uitg. Lan-
noo, Tielt/Den Haag.
Een prachtig boekje, inderdaad!
Immers, waar zou men uit de jeugd
van het kind beter gegevens kunnen
verkrijgen dan bij een moeder, die
haar kind beter dan wie ook begrijpt,
die dagelijks ermee omgaat, zijn fou
ten en „gebreekjes" kent, maar daar
naast niet minder ontvankelijk voor
al het goede, het naief-ongekunstel-
de, dat er in het gemoed van een
kind omgaat.
Maria Rosseels is zo 'n moeder en
zij belicht voor ons in een vlot ge
schreven, aantrekkelijk boekje de
markantste, soms zeer vermakelijke,
soms ook diep ontroerende momen
ten uit het kinderleven.
Het is daarom, dat wij dit wei'kje
van harte gaarne aanbevelen. (Prijs
ingenaaid f 4.50).
Land in de Verte. Door
Nevil Shute; Uitg. Zuid-Holl.
Uitgevers-Mij, Den Haag.
Zo iets de lezer op het ogenblik
interesseert, dan is het wel het pro
bleem, dat nauw met de emigratie
samenhangt en daarom is de roman
„Land in de Verte" op het ogenblik
wel van zeer actuele betekenis. Nevil
Shute brengt ons in kennis met een
echtpaar, dat reeds jaren geleden van
uit Engeland naar Australië emigreer
de en na moeilijke jaren goede zaken
deed in de schapenfokkerij.
In de vertaling van A. Wolfson
is dit boek uit de Cultuurserie van de
Zuid Hollandse Uitgevers Maatschap
pij een boeiende roman geworden,
een roman, waarvan charme uitgaat
door de manier van vertellen. Nevil
Shute geeft zijn roman volkomen lO'
gische, maar eveneens diepdoordach.
te wendingen en het komt zelfs tot
verrassende verwikkelingen, waarin
duidelijk twee werelden tegenover
elkaar worden geplaatst: de oude
Europese en dp nieuwe Australische.
Daardoor krijgt men ook een goede
kijk op de toestanden en verhoudin
gen d^ar, wat met het oog op de vele
emigratie van het ogenblik voor ve-
Jen een dankbaar onderwerp van stu.
die zal zijn.
Terug naar Pompey's Mead.
Door Hamilton Bassa.
Uitg. J. H. Gottmer, Haarlem-
Antwerpen.
Als probleemstelling van de stands
verschillen, is de roman geslaagd te
noemen, die in de goede vertaling
ven Frans van Oldenburg Errnkë bij
de Uitgeverij J. H. Gottmer 'is ver
schenen van de hand van de schrijver
Hamilton
Het enge begrip over standsverschil
ieeft niet alleen bij ons, doch ook in
het zuiden van de Verenigde Staten
van Amerika. Het feit, dat men voor
ouders heeft gehad bij de eerste pio
niers verleend een soort adelbrief en
wie uit een andere staat komt blijft
een vreemdeling. Daarnaast en daar
buiten staat natuurlijk de mens, die
neger is of een neger onder zijn voor
vaderen telt. Deze mens is een uitge-
worpene; wat hij ook presteert, men
ka nniet met hem omgaan.
In deze boeiende roman krijgen we
het leven uitgerafeld van de bewoners
van een kleine stad in het zuiden van
Amerika, Pompey's Head, gezien door
de bril van 'n jong advocaat.Mèt hem
zien we 't leven en dc toestanden ter
plaatse aan ons oog voorbijtrekken,
want de auteur schetst ons dat leven
in een wereld van mensen, geperst
in een keurslijf van onzinnige regels
en met haar opstandelingen, die aan
deze benauwde sfeer pogen te ont
komen en toch niet kunnen.
Zo krijgen we een kijk op de kleine
mens in de grote samenleving, die
toch dikwijls zo eng en bekrompen is,
waarbij ieder altijd maar weer come-
die moet spelen om zijn „stand op te
houden". Een menselijk boek, waarin
veel lering zit.
Armoede, door Ina Boudier-
Bakker, uitgave Spectrum
(Prisma-reeks) Utrecht (1,25)
Hoewel de zeer speciale plaats, die
deze schrijfster in het Nederlandse
literaire leven inneemt, zich eerst dui
delijk aftekende, toen zij in de Der
tiger jaren haar grote werk „De
klop op de deur" publiceerde, geeft
ook haar vroegere werk zeer duide
lijk blijk van het eigen genre, dat
haar een goede naam in Nederland
bezorgd heeft.
Ina Boudier-Bakker moet men op
een zeer speciale wijze waarderen;
wij betwijfelen of er van kunst ge
sproken kan worden, maar we we
ten zeker, dat haar romans ook na
een halve eeuw nog de lezer genoe-
gelijk bij de haard doen kruipen om
zich een heel avond te vei plaatsen in
het oude Nederland van rond de fin
siècle, dat de schrijfster zo voortref
felijk tot leven weet te brengen.
Ook „Armoede" in 1909 versche
nen en thans in de voortreffelijke
„Prismareeks" weer in de belangstel
ling geplaatst speelt zich af in het
de schrijfster zo vertrouwde. Amster
dam. Het schetst de geschiedenis van
een koopmansgezin in al zijn ver
takkingen gedurende bijna twee ge
neraties.
De armoede zoekt de schrijfster op
het geestelijke vlak in een milieu,
waar geldelijke mood een bijna on
bekend begrip is.
Een voortreffelijk familieboek, dat
kostbare uurtjes van gezelligheid ga
randeert.
Het scharlaken wambuis door
Jo v. Ammers-Küller. Uitg.
Engelhard, v. Embden en Co.
Amsterdam.
De schrijfster Jo v. Ammers-Küller
heeft haar sporen op het terrein van
de romanliteratuur reeds verdiend.
Verscheidene van haar werken heb
ben hun weg wel weten te vinden
en met het boek, dat thans van haar
hand is verschenen „Het scharlaken
wambuis" zal dat ook wel het geval
zijn. Het is 'n historische roman, spe
lend in de tijd toen Calvijn de scepter
zwaaide in Genève. Het verhaal is
historisch, niet in dien zin, dat de
dramatis personae, de in het verhaal
voorkomende personen, allen werke
lijk zó bestaan hebben, maar meer in
de trant van een op de werkelijkheid
geënte geschiedenis. Het boek gaat
voornamelijk over de dochter van een
koopman uit Utrecht, die in Genève
trouwt met een jonge patriciër (de
man met het scharlaken wambuis) en
daar terecht komt midden in de be
roeringen van de reformatietijd. Maar
in het middelpunt van deze geschie
denis staat de schrale en harde figuur
van Jan Calvijn, die het vrólijke Ge
nève in een stad Gods wilde hervor
men, doch met zijn strenge moraal er
een dode stad van maakte, waar ach
terklap, aanbrenging en tyrannie
hoogtij vierden.
De bruggen bij Toko-Ri. Door
James A. Michener. Uitg.: A.
J. G. Strengholt, Amsterdam.
De bruggen van Toko-Ri liggen
in Noord-Korea, of misschien moe
ten wij zeggen: lagen in Noord-Korea,
want zij zijn inmiddels stuk gebom
bardeerd. Dat bombarderen van die
bruggen is een dramatische episode
geweest uit de Koreaanse oorlog. Het
was geen gemakkelijke karwei, dat
werd uitgevoerd door de Amerikaanse
luchtmacht. Wanneer wij aan het an
dere einde van de wereld het resul
taat van zo'n raid in de krant lezen,
nemen wij het zo gemakkelijk voor
kennisgeving aan, en denken wij niet
aan de moeizame voorbereidingen en
aan de ongelooflijk zware omstandig
heden, waarin een dergelijke taak
moet worden volbracht. James Miche
ner vertelt dit in een vlot verhaal
over de vlieger, die het kunststuk
volbracht, dodh er voor betaald met
zijn leven. Een echt verhaal voor een
film; die er ook inderdaad naar ge
maakt is.
De kleine werel^ van Gua-
rechie. Door Guarechie. Uitg.:
De Fontein, Utrecht.
Giovannino Guarescbi kent ieder
een als de geestelijke vader van „Don
Camillo", de Ttaliaanse dorpspastoor,
^die het altijd aan de stók heeft met
de communistische burgemeester,
maar die tevens zijn grootste vriend
is. Don Camillo heeft Guarechi be-
003)
roemd gemaakt Het boekje met klei
ne vertellingen, bijna alle geweven
rondom het gezin van Guarechi, is
wel grappig, doch haalt het niet bij
de humor van Don Camillo. Het heeft
veel weg van een serie filmpjes uit
de gooi- en smijtperiode. De verha
len zijn eerder gepubliceerd in Ita
liaanse weekbladen en als wekelijkse
bladvulling doen zij het uitstekend.
Een krant en een weekblak kun
nen nu eenmaal heel wat verdragen
en wild-grappige verhalen zijn ge
liefde kost. Wie zo nu en dan eens
echt op z'n Italiaans uitbundig wil
lachen, neme dit boekje ter hand.
Het heeft een gezonde en blijmoedige
levensvisie en dat is in elk geval een
verkwikkeling in onze dagen. De
prijs bedraagt 4.90.
Schip in nood. Door Edou-
ard Peisson.. Uitg. Pris-
maboeken Het Spectrum,
Utrecht/Antwerpen.
In de stormachtige winter van van
de Atlantische Oceaan varen twee
schepen elkaar tegemoet. Vanuit
New York de Virginia, onder com
mando van kapitein Vox, vanuit Gi
braltar de Canopus, onder kapitein
Godde. De Virginia is een stevig
schip, het vaart met de storm achter
en kapitein Vox is bekwaam; de Ca-
nopsus heeft een verleden ondanks
het nog niet zo oud is en bovendien
is de jonge kapitein Godde plotse
ling met het commando belast,
waardoor zijn taak onoverzichtelij
ker is.
Als het ene schip vergaat en
tijdens een hulpactie het an
dere schip in grote moeilijkheden
geraakt ontstaan een reeks vragen,
die door de auteur boeiend behan
deld worden.
Het is een boek vol spanning,
goed en vlot geschreven, waarbij
men een goede kijk krijgt op de
moeilijkheden in het leven van de
zeeman.
Levend geloof, door Lloyd C.
Douglas, uitgave A. J. G.
Strengholt, Amsterdam.
De enkele jaren terug overleden
schrijver, die in Nederland vooral
naam maakte met zijn boek „De Man
tel", geeft in dit werk een soort gees
telijk testament aan het eind van zijn
leven.
Zoals reeds zeer duidelijk in zijn
werk „De Grote Visser" bleek, is deze
schrijver een zeer vrijzinnig denker
en zijn opvattingen over Christus erf
het geloof, dat Hij op aarde gebracht
heeft, zijn zo in afwijking met de
Waarheid, dat het voor katholieken
niet raadzaam is zich in dit werk te
verdiepen.
Spannende avonturen.
Reeks korte brochures over
avonturen. Uitgave M. Stenvert en
Zoon, Apeldoorn (per deeltje 35 ct.).
Jong, maar even goed oud zal
genieten van de gezonde sensatie, die
in deze boekjes wordt gegeven. Er
zijn er thans 8 verschenen, met ver
rukkelijke titels: „Eiland der Ont
goocheling", „Het Spookwrak". „In
lichtingendienst in het Oerwoud" en
zo meer, en met een voor een op
avontuur en spanning beluste lezer
even verrukkelijke inhoud. De boek
jes zijn gevat in een kleurige, boeien
de omslag en verlucht met vele goed
geslaagde tekeningen. Gezellige lec
tuur naast de warme kachel of in de
trein.
„Kweken en Verzorgen" en
Visziekten", door dr.
Lode wij ks en dr. J. L. Poste-
ma. Handboek voor de Aqua
riumliefhebber. Uitg. Hollan-
dia, Baarn.
In het kader van het standaardwerk
„Het handboek voor de aquariumlief
hebber", dat in vijftien onderdelen
wordt uitgegeven, is thans verschenen
een boeddeel over „Kweken en Ver
zorgen", waarin tevens is opgenomen
een verhandeling over „Visziekten".
Het eerste is van de hand van dr. J.
M. Lodewijks, het tweede van dr. J.
L. Postema. Dat het kweken van vis
sen voor de instandhouding en het
welzijn van een aquarium van uiter
mate groot belang is, behoeft niet te
worden betoogd. Het is echter niet
alleen een bezigheid, welke van be
lang is, maar welke tevens de grootst
mogelijke zorg vereist.
Aansluitend aan het begrip „Ver
zorging", ligt het gedeelte over de
Visziekten geheel in de logische lijn.
Dr. Postema had hierbij geen gemak
kelijke taak, want onze kennis van
zieke vissen is nog niet zo groot.
Beide verhandelingen in dit boek
zijn voor iedere aquariumliefhebber
onmisbaar.
Wilt U iets weten?
Vraag J. B- v. D. Om aan bewo
ners van eigen huizen rechtstreeks
hulp te bieden, heeft da minister van
zelfbewoners een extra-bijdrage toe
gekend van 2Vz procent der rijks
premie, gedurende tien achtereenvol
gende jaren te vei*strekken. Zoudt xj
mij kunnen zeggen, tot wie ik mij
voor de uitbetaling van dit bedrag
moet wenden?
Antwoord: Deze kwestie wordt ge
regeld door het Prov. Bureau v.
Zuid-Holland v. d. Dienst v. Weder
opbouw te Den Haag, Riuuwstraat 6,
echter komt voor deze uitkering al
leen diegene in aanmerking, die de
leeftijd van 50 jaar nog niet heeft
bex-eikt.
Vraag Abonné. 1) Als van een
echtpaar de man ouder is dan 65 jaar
en de vrouw b.v. 50 jaar, hebben ze
dan samen ï'echt op 1338.in ver
band met het komende staatspen
sioen?
2) Als deze man overlijdt, krijgt
de 50-jarige vrouw dan uitkering?
3) Hoeveel bedraagt dat pensioen?
4) Wordt voor het staatspensioen
een weduwnaar of weduwe, evenals
voor de inkomstenbelasting als een
gehuwd pei-soon beschouwd?
Antwoord: 1) De man heeft recht
op 1338.uitkering omdat hij ge
huwd is.
2) Neen, dan moet zij nog 15 jaar
wachten.
3) Zij moet, als zij daarvoor in de
termen valt, wel premie betalen, op
dat zij op haar 65-jarige leeftijd x-echt
op uitkering kan doen gelden (deze
bepaling geldt voor iedereen).
4) Neen, als man en vrouw b.v.
beiden ouder zijn dan 65 jaar en zij
genoten uitkering, dan krijgt bij over
lijden van een dezer, de overblijven
de nog 5 maanden de gehuwdenuit
kering, daarna de uitkering voor een
alleenstaand persoon.
PHILIPS
»Haaf saagi3ai!«
ook hij: spierrlieuniatiek, ver
stuikingen, verwondingen, steen
puisten. verkoudheid, winter
handen én wintervoeten. Raad
pleeg Uw dokter.
w3SKxsr.^:.7ssai
Advertentie.
Mr. Moto
door J. P. MARQUAND
9)
Het orkest in de eetzaal speelde
Hawai-muziek, de kellners waren Ja
panners in keurige witte uniformen.
De gasten waren allen vreemdelin
gen, evenals hij, verx*ukt over de mu
ziek en de zee. Het was net een
rustige Juni-avond in het vaderland.
Een lauge man in avondcostuum
bleef bij Wilsons tafeltje staan.
„Goeden avond, miinheer Hitchings.
Ik ben de manager. Wij zijn verheugd
u hier te zien. Hitchings is een be
kende naam op ons eiland".
En ik ben Ixier vreemd", zei Wil
son. „Wilt u niet een ogenblikje
plaats nemen, mijnheer? U hebt een
naam voor mensen als ik, niet? 'n
inlandse naam?"
De manager zette zich en lachte de
geduldige lach van iemand, die de vra
gen van dnizer"^n n'-nxwsgierige gas
ten beantwoord heeft.
„De naam is Malihini. Het is de
oude Hawai-benaming voor „vreem
deling". Ik ben het tegendeel een
Kamaina, ik ben op het eiland ge
boren en getogen".
„Dan kunt u me misschien iets ver
tellen, waarin ik belang stel", ver
volgde Wilson. „Als u hier altijd ge
woond hebt, moet u een ver familie
lid van me gekend hebben eigen
lijk van mijn vader: Ned Hitchings".
„Ned Hitchings?", vx-oeg de ander
en liet zijn vormelijkheid varen, alsof
de naam hem mild en vriendelijk
stemde. „Ja, ik heb Ned grliend.
Zoals hij zijn er niet veel meer. U
>md dp Vantage moeten kennen in
de oude tijd, toen Ned er gastheer
was. Hij was de beste gastheer die
er bestond. U had zijn verhalen moe
ten horen! De Hawaiers hielden van
hem, iedereen hield van Ned!"
Wilson moest aan de vroegere
eigenaar danken, toen hij Hit^mgs
Plantation 's avonds terug zag. Nu
het donker was, brandde er een elec-
trisehe lamp boven het bord aan de
ingang en toonde de naam Hitchings
Plantage met een duidelijkheid, die
hem een ogenblik pijn deed, maar
toch voelde hij iets van de per
soonlijkheid van de man, die het huis
gebouwd had. Er hing nog steeds een
sfeer van gemoedelijke gezelligheid,
nu het donker was. Hoewel het huis
nu tegen betaling werd geëxploiteerd
en gevuld was met betalende gasten,
voelde men een gastvrije stemming
een zorgeloze gulheid, als kwam geld
er niet op aan. Toen Wilson de stoep
betrad, hoorde hij muziek en gelach
en door de vensters zag hij, dat er in
de hal gedanst wex-d.
Er was een geweldig gespierde por
tier aan de deur, een Polynesiër met
grijzend haar. gekleed in witte pan
talon en witzijden overhemd, met een
bloemslinger om de nek. Bij het lamp
licht zag men zijn regelmatige, bijna
imposante trekken en Wilson kon zich
voorstellen, dat hij al heel lang op de
Plantage geweest was.
„Uw kaart miinheer, alstublieft",
zei de portier. Hij las de kaart aan
dachtig en glimlachte toeri welwil
lend.
„Goeden avond, mijnheer. Juf
frouw Eva zei al, dat u misschfim
kwam".
„Wist zij, dat ik komen zou?",
vroeg Wilson.
„O ja", glimlachte de portier. „O ja.
dat wist ze".
Wilson glimlachte terug, terwijl ze
in de deur stonden. De hal was stra
lend verlicht. Langs de wanden ston
den stoelen en tafels, zoals ze in een
deftige salon pasten, opzij geschoven
voor een imprompte dansDartijtje. In
de hoek speelde een strijkje, net of
het even voor een avond gehuurd
was en recht tegenover hem bevond
zich een open haard, in dit klimaat
'n volkomen overbodige meubilering.
Er boven hing het portret van een be
jaard man in het wit, een vrolijke
man, wiens gelaat in het licht vrien
delijk neerzag op de vreemden in
zijn huis. Er was geen twijfel aan
wie het portret voorstelde, want het
was een familiegezicht, hoewel min
der nuchter en streng dan de Hit-
chings-gezichten, die Wilson kende.
„Een mooi huis", zei hij en de 'por
tier lachte hem toe.
„Ja", zei hij, „een mooi huis. Ieder
een vindt het hier prettig. Iedereen
heeft het hier alijd prettig gevonden".
Wilsdn kon het zich voorstellen.
Er hing een sfeer in het gebouw
een sfeer van gelukkige dagen en
avonden.
„Heb je tijd, me rond te leiden?",
vroeg hij.
„O jawel", zei de portier; „Juf
frouw Eva wil dat u het ziet. Geef die
jongen uw hoed en komt u mee deze
kant op".
„Ben je hier al lang?" vroeg Wilson.
I „O ja. Ik heb altijd voor mijnheer
Hitchings gewerkt".
Zijn stem herinnerde aan Hawaian-
rrM7,vi- had dezelfde droeve vro
lijkheid.
I „Ja, het is een heel mooi huis. Juf-
fx*ouw Eva onderhoudt het heel gced.
Er wordt altijd gedanst in de hal en
er zijn verversingen in de eetzaal en
tafeltjes op de grote „lanai", en de
tuin is verlicht. Dan zijn er de kaart-
kamers en de fan-tan zaal en achter
aan de roulettezaal. Daar zal juf
frouw Eva zijn".
De muziek volgde hen, terwijl zij
het ene vertrek na het andere door
liepen van de benedenverdieping van
het grote huis. Ware het niet om
sommige mensen die ze tegenkwa
men, dan zou men zich op een partij
in een particulier huis kunnen wanen.
Het huis was smaakvol ingericht; de
bridge-kamer was vroeger de biblio
theek gewekt en de boeken stonden
I nog langs de wanden. De eetkamer
en het "grote terras er achter waren
gedekt en gereed voor een. feest.
„Bedient u zich van wat u wilt",
zei de Hawaier. „Juffrouw Eva wil
niet, dat u er voor betaalt. U bent de
gast van het huis. Wilt u een glas
wijn drinken voor u naar de roulette
zaal gaat?"
„Neen, dank je", zei Wilson.
Wilson luisterde naar de muziek en
keek naar de mensen. Het huis was
vol en hij betwijfelde of het in Ned
Hitchings' tijd een zo democratisch
gezelschap zou ziin geweest. Zij had-
den slechts één ding gemeen alle
gasten leken welgesteld. Maar daar-
mee hield de gelijkenis oo, want Hit
chings Plantation stond blijkbaar
open voor elk type en elk ras. Er
waren toeristen, er waren avonturiers
en avonturiersters, zoals hij ze ook in
andere havensteden gezien had, er
waren scheepsofficieren, zakenlui, of
ficieren in civiel; er waren Portu
gezen en donkere halfbloeden, Japan
se zakenmensen en hoffelijke Chine
zen en een getulbande Hindoe alles
byeen boden ze een pe^ -z-nnig en
boeiend sch owspel, dat de verbeel
ding prikkelde.
Wordt vervolgd.