Wie puzzelt mee
m
De Kleppende Klippen*
1
11
ZATERDAG 12 NOVEMBER 1955
DE LEIDSE COURANT
VIERDE BLAD - PAGINA 1
d
3
4
5
7
8
9
40
±i
12
13
14
15
16
17
15
19
10
24
2.3
24
25
26
13
29
30
31
32
33
34
35
36
37
M35
39
40
41
42
13
44
45
4 6
47
4 a
49
50
51
54
55
56
57
55
59
N
éo
61
KRUISWOORD-PUZZLE.
Horizontaal: 1, rasp, 3. ontkenning
(spreektaal), 6 water in Friesland, 8.
beurs, 10. pronk, 12. jongensnaam, 14.
afkorting v. selenium, 15. meisjes
naam, 16. rivier in N.O. Italië, 19.
wolvlokje, 2il. voorzetsel, 22. stad in
Frankrijk, 23. gem. in N.-Brab., 25.
als 3 hor., 27. in het jaar der wereld
(afk. Lat.), 28. schel fonkelend, 29. ik
(Lat.), 31. vreemde taal, 34. wijn
soort, 36. deel v. d. mond, 37. latwerk,
38. afkorting van thallium, 40. vast,
stevig, 42. licht rijtuigje (Java). 44.
eens, 46. voorzetsel, 48. rivier in
Zwitserland, 49. dat doen, wat een
ander heeft voorgedaan, 51. flauw, 52.
rund, 54. puntig voorwerp, 56. kleine
rozijn zonder pit, 57. hoofdpersoon in
een treurspel van Shakespeare, 59.
meisjesnaam, 60. vis, 61. schuitje met
gaatjes in de wanden.
Verticaal: 1. gem. in Gelderland, 2.
meisjesnaam, 3. heden, 4. vordering»
5. dorp tussen Franeker en Sneek, 7.
rivier in Duitsl., 8. platvis, 9 stuk stof,
10. kern, 1. water in N. Brab., 12.
dorp in Friesland, 13. zijtak Donau,
17 meisjesnaam, 18. boom, 20. jon
gensnaam, 22. blik, oogopslag, 24.
ovaal, eirond (meetkunde), 26. water
in Utrecht, 28. gewicht (afk.), 30.
concertzaal, 32. mineraal loogzout,
33. gr a af werktuig, 35. maanstand
(afk.), 39. water in Z.-H., 41. gem. in
Utrecht, 42. welaan, 43. geurigheid,
44. gem. in Gelderl. 45. vloeistof, 47.
voorzetsel,: 48. uitroep, 50. water
loop waarnaar Appingedam genoemd
is, 51. voornaamwoord, 53. groente,
56. zeehond, 58. oude lengtemaat.
OPLOSSING.
Horizontaal: 1. Eelde, 5. reëel, 10.
rio, 11. N.M., 13. rol, 15. dof, 17.
Groede, 20. kil, 22. dl., 23. etui, 24.
do, 25. Ems, 27. geiten, 29. Sam, 30.
ode, 32. Ee, 33. iet, 35. serre, 37.
Ospel, 39. spoel, 40. appel, 42. Epe, 43.
sa, 45. eed, 47. pul, 49. Dongen, 52.
sek, 94. er, 55. Deen, 56. ga, 57. eng,
.59. Leende, 61. zon, 62. era, 64. pt.,
65. via, 07. Lisse, 68. Banka.
Verticaal: 2. erf, 3 li, 4 dog, 6 ere,
,7.~e.o.( 8. elk, 9. adder, 11. notie, 12.
meute, 14. klomp, 16. olm, 18. ree, 19.
die, 21. Ida, 26. soepel, 27. gereed,
28. Nispen, 29. steeds, 31. drop, 34.
eppe, 35. s.s., 36. el, 37. o.a. 38, 1.1. 41.
speer, 43. sneep, 44. agent, 46. akant,
48. urn, 50. ode, 51. end, 53. ego, 58.
.gei, 59. las, 00. Eva, 61. zak, 63. R.S.,
66. in.
Aetherklanken
ZONDAG
8.00 NCRV. 9.30 KRO. 17.00 IKOR.
19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO.
HILVERSUM L 402 M.
NCRV: 8.00 Nieuws en weerber.
8.15 Orgelconc. 8.30 Morgenwijding.
9.15 Gemengd koor. KiRO: 9.39
Nieuws. 9.45 Gram. 9.56 Hoogmis.
11.30 Gram. 11.40 Viool en piano.
12.10 Forum. 12.40 Gram. 12.55 Zonne
wijzer. 13.00 Nieuws en kath. nieuws.
13.10 Gram. 13.40 Boekbespreking.
13.55 Gram. 14.00 Voor de jeugd. 14.30
Concertgebouw orkest, en solist. 15.15
Gram. 15.30 Luchtvaartpraatjes. 15.40
Gram. 16.15 Sport. 10.30 Vespers.
IKOR: 17.00 Jeugddienst. 18.00 „Het
is een oud hotel", hoorspel. 18.45 De
Kerk luistert naar uw vragen. NCRV
19.00 Boekbespreking. 19.10 Nieuws
uit de Kerken. 19.15 Vocaal ensemble.
19.30 „Als wij bidden.caus.
KRO: 19.45 Nieuws. 20.00 De Spring
plank. 20.20 Act. 20.35 De gewone
man. 20.40 Roulette. 21.06 „De zotte
inval", hoorspel. 21.50 Gram. 21.55
Promenade orkest en sol.. 22.45
Avondgebed en liturg, kalender. 23.00
Nieuws. 23.1524.00 Gram.
HILVERSUM H, 298 M.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR.
12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30
VARA. 20.00—24.00 AVRO.
VARA: 8.0 Nieuws. 8.18 LJs en we
der dienende. 9.45 „Geestelijk leven",
caus. VBRO: 10.00 „Geef het door",
caus. 10.05 Voor de jeugd. IKOR:
10.30 Hervormde Kerkdienst. 11.30
„De Kerk aan het werk", caus. AVRO:
12.00 Annus, muz. 12.30 Sportspiegel.
12.35 „Even afrekenen, Heren!" 12.45
Orgelspel. 13.00 Nieuv/s. 13.10 Meded.
of gram. 13.15 Voor de jeugd. 13.25
Voor de militairen. 14.00 Boekbespre
king. 14.20 Viool en piano. 14.40
Am/us. muz. 15.05 „De zwerftochten
van Odysseus", hoorspel. 15.30 Ka
merorkest en sol. 16.10 Gram. 16.30
'Sportrevue. VPRO: 17.00 Gesprek
ken met luisteraars. 17.15 ,,Het plat
teland nu", caus. VARA: 17.30 Voor
de jeugd. 17:50 Sportjournaal. 18.15
Nieuws en sportuitslagen. 18.30 Arnus.
muz. 19.00 Discussie. 19.30 Cabaret.
AVRO: 20.00 Nieuws. 20.05 „45-Jarig
jubileum Henk Stuurop". 20.50 Voor
dracht. 21.05 Disco-causerie. 21.45
Rhythm, muziek. 22.20 Journ. 22.30
jen tot en met Donderdag
aan het bureau van ons blad. Een
taart, sieraad: en boek zijn beschik
baar.
De sigarettenkoker is gewonnen
door J. Wiersma, Havenkade 5,
Noondtwyk, 't sieraad door J. Wiers
ma, Havenkade 5, Leiden en het boek
door mej. A. Vreem, Korte Dief steeg
1, Leiden.
TH.
J. VAN DER HEIJDEN.
rechtskundige
Hoge Rijndijk 103a. Leiden
telefoon 23405
Pacht-, rechtszaken en incasso's.
Gram. 23.00 Nieuws. 23.15 Act. of
gram. 23.3524.00 Gram.
MAANDAG.
HILVERSUM I. 402 M.
7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nws. 7.10 Gewijde mu
ziek. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor
de dag. 8.00 Nws. en weerber. 8.15
Sportuitslagen. 8.25 Gram. 9.00 Voor
de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35
Waterstanden. 9.40 Mastklimmen.
10.10 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00
Gram. 11.20 Gevar. progr. 12.25 Voor
boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinb.
meded. 12.33 Lichte muz. 12.53 Graim.
of act. 13.00 Nws. 13.15 Banjo-ork.
13.45 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.35
Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15
Amus. muz. 15.45 Gram. 16.00 Bijbel
lezing. 16.30 Houtblazerstrio. 17.00
Voor de kleuters. 17.15 Voor de
jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Koersen.
17.45 Regeringsuitz.: Rijksdelen
Overzee: „Een onderwijzeres aan de
Meisjesschool te Fak-Fak vertelt"
door Matty E. Goslinga. 18.00 Man
nenkoor. 18.20 Sportpraatje. 18.30
Gram. 18.40 Eng. les. 19.00 Nws. en
weerber. 19.10 Orgelconc. 19.30 „Volk
en Staat", caus. 19.45 Beiaardspel.
20.00 Radiokrant. 20.20 Negro-spiri-
tuals. 20.40 „Eric en de geest", hoor
spel. 21.35 Gram. 21.40 Flitsen v. d.
Evang. Landdag in Denderleeuw.
21.55 Promenadeorkest. 22.25 Ka
merkoor. 22.45 Avondoverdenking.
23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.40—24.00
Evangelisatie-uitz. in de Hongaarse
taal.
HILVERSUM H, 298 M.
7.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15
Gym. 7.30 Gram. 8.00 Nieuws. 8.15
Gram. 9.00 Voor de vrouw. 9.15 Gram.
9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram. 11.00
Tuirebovwpraatje. 11.15 Kamerorkest.
11.45 Voordracht. 12.00 Metropole or
kest en solist. 12.30 Land -en tuin-
bouwmededelingen. 12.35 Voor het
platteland. 12.45 Metropole orkest
(verv.). 13.00 Nieuws. 13.15 Meded.
of gram. 13.20 Amus. muz. 13.55 Koer
sen. 14.00 Mezzo-sopraan en piano.
14.30 „Beschouwingen over taal en
critiek', caus. 14.50 Amus. muz. 15.20
Hersengymnastiek. 15.40 Gram. 16.46
Wetenswaardigheden van alle lan
den uit de oude en nieuwe wereld.
17.10 Gram. 17.30 Voor de jeugd. 17.45
Gram. 17.50 Mil .comm. 18.00 Nieuws.
18. lö Orgelspel. 18.30 Dansmuz. 19.00
Muz. caus. 19.15 Kamerork. en solist.
19.45 Regeringsuitzending: Landbouw-
rulbriek: 1. Rep. over het bewaren
van fruit. 2 De standaard koe. 20.00
Nieuiws. 20.05 Gevar. progr. 22.30
Gram. 23.00 Nieuws. 23.15 Act. 23.25
24.00 Frontloge.
„Hebt u een gulden voor me, ik
wil zo graag naar mijn vrouw?"
„Natuurlijk! Waar is uw vrouw?"
„In de bioscoop!"
Overbodig. „Welke narcose moet
deze patiënt hebben?"
Beroemde chirurg: „Oh, dat is niet
nodig! Ik zal hem wel even vertellen,
wat deze operatie kost".
Voorbereid. Pieterse stapte de
ijzerwarenhandel binnen en bestelde
twee grasmaaimachines.
„Hebt U zo grote tuin?", vroeg de
winkelier.
„Nee", antwoordde Pieterse „maar
ik heb wel een buurman".
Blauwe neuzen. Bedelaar: „Ik
heb daarnet een gulden gehad van
een oude dame".
Collega: „Wat ga je ermee doen?"
Bedelaar: „Ik koop voor vijf cent
cadetjes en voor 95 cent jenever".
Collega: „Tjonge, tjonge, wat moet
je nou met al dat brood doen?"
Compliment. „Is je man erg
comp 1 i m ent eus
„Och ja! Gisteravond zei hij nog:
Nou jij bent ook een mooie!"
Niet erg. Jonge agent (tot char
mante dame): „Ja.eh.'t spijt
me wel, maar van deze aanrijding
moet ik werk maken. Ik ben bang,
dat uw rijbewijsehingetrok
ken zal worden!"
Dame: „Maak je maar geen zor
gen, hoor. Ik heb niet eens een rij
bewijs!"
Onbegrijpelijk. Zij: „Deze bij
zondere pudding heb ik uit groot
moeders kookboek".
Hij: „Dan begrijp ik niet, wat de
mensen bedoelen met die goeie ouwe
tijd".
Optimist. Jantje: „Wat is een op
timist, vader?"
Vader: „Dat is een mus, die bij een
ruiterstandbeeld gaat zitten wachten
tot er wat te eten valt".
Gaat over. Man ('bulderend van
het lachen): „Je moet me niet kwa
lijk nemen, Marie, maar telkens als
ik naar je hoed kijk, schiet ik in de
lach".
Vrouw: „Dat gaat wel over hoor!
Als de rekening komt!"
Bewijs. „U hebt mijn dochter
in haar wangen geknepen!!!"
„Hoe komt u daarbij .mijnheer?"
„Lieg maai* niet! De verf zit nog
aan je handen".
Lesje. Vader: „Ik zal je leren
mijn dochter het hoofd op hol te
brengen!"
Jongeman: „Nou graag, mynheer.
Ik ben 't al drie maanden tevergeefs
aan het proberen".
Raar. Dronkaard: „Zeg agent.
ehkan je me ehook eh
zeggen, waar de overkant van deze
straat is?"
Agent: „Nou daèr! Aan de andere
kant!"
Dronkaard: „Merkwaardig. Daar
net stond ik daaréh.en toen
zeiden zeehdat 't hier was".
Hapje. „Zeg ober. wat beteke
nen die drie tandenstokers naast de
aardappelen".
„Pardon meneer dat zijn geen tan
denstokers. Dat zijn de asperges".
„Ja, ja, dat wsa nog eens een goede
tijd!"
WILHELM TELL
(naverteld door Gerda)
Het grote edele dier. ligt nog te stuip
trekken als Wilhelm Teil bij hem komt.
Eigenlijk is het jammer, zo'n prachtdier.
Bewonderend bekijkt hij zijn buit en
zijn jagershart is trots op deze vangst.
„Wat zal Gertruud blij zijn", denkt hij.
Het betekent voor 't gezin immers enige
maanden vlees. Een laatste trekking van
de poten en het beest is do'od. Het dier is
veel te groot voor zijn weitas en hij be
sluit het gevaarte op zijn schouders te
torsen en zo naar omlaag naar zijn huis
te brengen. Met een stevig touw bindt
hij de poten twee aan twee aan elkaar
en het valt hem warempel niet mee om
het hert op zijn schouders te krijgen. On
derweg voelt hij wel dat hij zijn buit
niet zonder te rusten thuis zal krijgen
en hij besluit een kleine omweg te ma
ken om even bij de dichtstbijzijnde boer
derij te gaan rusten.
„Nou, nou, dat beestje mag er zijn
boer Teil!" Zo begroette de boer hem,
toen hij met de jachtbuit op de nek, bij
de boerderij aanklopte.
„Ge blijft zeker ook met ons mee
eten" voegde de boerin er aan toe ter
wijl ze bezig was de tafel te dekken en-
al aanstalte maakt om er nog een bord
bij te halen.
„Nou. als het kan, wat graag, zo'n
vrachtje doet een mens honger krijgen",
antwoordde Wilhelm Teil en schoof da
delijk bij op de plaats, die hem zo gast
vrij was aangeboden.
Na eerst nog wat over de jacht gespro
ken te hebben kwam het gesprek toch
weer terecht op de ongunstige toestand
van het land onder de druk van hun
overheersers.
„Mijn vrouw is gisteren naar de stad
geweest en daar heeft ze iets gehoord,
dat je gewoon niet geloven kunt", begon
de boer.
Wilhelm Teil trok ongelovig de wenk
brauwen op, als teken dat hij nog van
niets wist.
„Ze vertellen daar", zo ging de boer
verder, „dat er midden op het stadsplein
een paal is geslagen, waarop de hoed
van Gessier, de landvoogd is geplaatst
en nu moet iedereen die er langs komt,
die hoed groeten, alsof het de keizer zelf
is".
„Maar dat is toch te gek om los te lo
pen". viel Wilhelm Teil driftig uit.
„Moeten we ons dat zo maar laten wel
gevallen?"
„Neen", zei de boer, „daar moeten we
iets aan doen".
„We moeten een vergadering beleggen
van verschillende boeren hier uit de om
trek om te protesteren tegen dergelijke
maatregelen".
„Waar en wanneer zullen we dat
doen?"
„Liefst op een afgelegen plaats en dan
's nachts, want we moeten op onze hoede
zijn voor de spionnen".
„Goed. vandaag over een week komen
we bij elkaar op de weide achter ons
huis", zei Wilhelm Teil, „dat is de meest
afgelegen plaats"
„Dat is dus afgesproken en we zorgen
dat de anderen het bijtijds weten", zei
de boer terwijl hij als afscheid Wilhelm
Teil de hand drukte.
Onderweg dacht boer Teil veel en lang
na over de vreselijke dingen die hij nu
weer allemaal gehoord had. Hij zou
maar niets aan Gertruud vertellen,
dan maakte ze zich maar zorgen. Nog
voor het donker kwam Wilhelm Teil
thuis aan en liet met een zucht van op
luchting het zware dier van zijn nek
vallen. Bewonderend stond de kleine
Willem te kijken en z'n moeder keek
verheugd naar haar man. Voorlopig had
den ze aan vlees geen gebrek. Met des
kundige hand maakte boer Teil het dier
schoon terwijl z'n vrouw het schoonge
maakte en gezouten vlees in de potten
deed.
DE VERGADERING OP DE WEIDE
Een week later vertrok Wilhelm Teil,
zo tegen de avond, naar de weide.
„Ik ga nog even naar het vee kijken
Gertruud, er is iets niet in orde met een
koe, je weet wel, die grijze". Met deze
woorden verliet hij zijn woning om zich
naar de afgesproken plaats te begeven.
Angstvallig bleef hij in de schaduw lo
pen, onderwijl goed rondkijkend of
iemand hem ook volgde en ook om te
zien of de anderen ook al op weg waren.
Bij elk verdacht geluid greep hij naar
zijn pijlen, die in een koker aan zijn
gordel hingen. In de middeleeuwen ging
men nooit ongewapend uit.
Op de afgesproken plaats zaten al een
tiental mannen op hem te wachten en na
een kwartier waren ze met vijf en twin
tig man. Op gedempte toon werd nu
beraadslaagd. Sommige mannen wilden
onmiddellijk een algemene opstand maar
de meesten wilden de zaak goed voor
bereiden, want als de opstand mislukte
dan zou de landvoogd Gessier de op
standelingen met de wreedste straffen
vervolgen. Er werd afgesproken dat
ieder in eigen kring zou werken en men
hoopte in 3 maanden met een volledig
plan voor de dag te komen, om de wree
daard te verslaan. Het was reeds ver na
midernacht toen allen naar huis terug
keerden.
De dagen die nu volgden waren voor
Wilhelm Teil niet gemakelijk. Allerlei
ernstige geruchten drongen tot hem door
maar hij kreeg de kans niet om zich in
de stad van de waarheid te gaan over
tuigen. Gertruud immers verzon steeds
maar werk en karweitjes om hem bij
huis te houden, tot op een goede daf of
liever gezegd kwade dag. er - bericht
kwam dat de vader van Gertruud ern
stig ziek was. Nu moest Wilhelm Teil
wel naar de stad. Nu kon hij met eigen
ogen zien hoe het Zwitserse volk onder
drukt werd. Ondanks de talrijke raad
gevingen van zijn vrouw om zich vooral
kalm te houden, werden hij steeds drif
tiger, hoe dichter hij de stad naderde en
tot overmaat van ramp kwam hij nog
boer Werner tegen die in zijn hulpeloze
blindheid aan de hand van een kind liep
te strompelen.
Wordt vervolgd
MIJN NATUURDAGBOEK
(door Elsje)
26 Augustus. Vanmorgen hebben we
heerlijk "gezwommen in het Wijlermeer.
't Wate"r was ongeveer 19°. 't Is hier toch
zo fijn rustig. Van heel uit de verte
dringt het lawaai van het verkeer nog
zo'n beetje tot ons door; verder hoor je
het ruisen van de komen en het water
en zo af en toe het gekrijs van een vo
gel. Wanneer je hier zo zit. kom je echt
onder de indruk van de grootse natuur.
's Middags hebben we ons te goed ge
daan aan bramen, die nu overal goed
rijp zijn. De meeste bramen, vindt je
langs dë heide. Hier in de buurt van Nij
megen is niet zoveel hei, daar is 't te
nat voor.
Ook heb ik vanmiddag kennisgemaakt
met de witte hei, waarvan ik tot nu toe
nog nooit gehoord had. Heel toevallig
vond ik dat plantje. Ik zag tussen de hei
een dikke vette pad was nieuwsgierig
waar hij heen zou gaan en volgde hem.
Op een gegeven ogenblik struikelde ik
over een boomstronk en viel in de meest
letterlijke zin met mijn neus in de witte
hei. 't Was maar een enkel plantje. Ze
schijnen nogal zeldzaam te zijn, want
de verdere middag heb ik er nog naar
gekeken, of ik er nog een zag, maar nee
hoor!
De pad kon ik allang niet meer vol
gen maar dat was niet erg, want ik
stond alweer bij een struik vol bramen,
van die grote, sappige, zwarte bramen.
Tegen een uur of vijf begon 't donker
te worden; zwarte wolken waren aan de
horizon te zien. We moesten voortmaken
om voor de bui thuis te zijn. We zagen
er alemaal grappig uit met paarse mon
den en handen en bovendien vol schram
men. Maar dat hadden we er wel voor
over. Zo eindigde deze heerlijke, mooie
middag.
Wordt vervolgd
OPLOSSING VAN HET
VORIGE RAADSEL
1. berk: 2. den; 3. linde; 4. wilg; 5. els.
Corry van Latum, Kanaalweg 197, Leiden
heeft deze week het boek gewonnen. Dat
is reuze boffen, want ze doet voor de
eerste keer met ons mee.
NIEUW RAADSEL
Het woord bestaat uit 11 letters en is
de naam van een stuk speelgoed.
4 8 6 is rond.
I 8 9 10 11 een soort kachel.
4 5 6 maakt geluid.
9 10 vervoermiddel.
7 8 9 6 houten stok.
II 10 2 7 smaakt lekker.
De oplossing wordt gezonden aan:
Tante Jo en Oom Toon van de Kranten-
tuin van de Leidse Courant, Papengracht
Leiden.
Voor de meisjes: Gebreide ba!
We zoeken wat restjes wol, liefst enige
verschillende kleuren. Verder hebben
we nodig 2 breinaalden.
We breien alles recht.
30 steken opzetten en le naald recht
breien.
2e naald. 22 steken breien, dus 8 steken
laten staan.
3e naald 14 steken breien, weer 8
steken laten staan.
4e naald 14 steken breien -f 1 steek.
5e naald 15 steken breien -f 1 steek.
Dit doen we net zo lang tot er weer
3t) steken zijn.
Nu nemen we een ander kleurtje.
Weer 30 steken breien;
weer 22 steken breien;
weer 14 steken breien.
weer telkens 1 steek meer tot er-ivveer
30 steken zijn. Dit doen we zo 11 óf 12
maal, telkens een ander kleurtje. Dan
vullen we de bal met watten of pluksel
en naaien hem dicht.
We maken een paar ei
We knippen van een lapje wol of vilt
een stukje in spitsboogvorm en feston
neren het randje om. We kunnen ook
het randje omhaken. We borduren in het
midden van ieder stukje een bloempje
en naaien de 3 stukjes aan elkaar door
de draad van het festonneerrandje op te
Kleine geschenkjes
Een bloc-note versierd met een aardig
plaatje.
Een eenvoudig doosje beplakt met ge
kleurd papier.
Een poppetje gemaakt van kralen en
dun ijzerdraad.
Een kleurig zakje gevuld met kleine
snoepjes en dicht gebonden met een
strikje.
Een mooi plaatje zelf inlijsten. Glas
en plakband je.
CORRESPONDENTIE
Nelly Koevoet Leiden maakte het ver
haaltje:
HET LUIE PRINSESJE
Rosalinde was een aardig prinsesje
om te zien maar het was jammer dat ze
zo verschrikkelijk lui was en iedereen
plaagde. Ze plaagde de hofdames, de ka
mermeisjes en iedereen die in haar na
bijheid kwam. Niemand durfde haar een
standje te geven, want als de koning dat
hoorde, werd hij met zware kerkerstraf
gestraft. De koningin had er veel ver
driet van.
Op zekere dag toen ze weer zo aan
het plagen was. greep de koningin haar
beet en zei toen op heel kalme toon:
„Rosalinde doe je mooiste jurk en
schoentjes aan".
Het prinsesje wist niet wat ze hoorde
maar deed toch wat haar moeder ze.
„O moeder, waar gaan we heen?" riep
ze uit.
„We gaan naar de bosfee!"
„Maar dan ga ik niet mee", schreide
Opeens een windvlaag en.... daar
stond de fee.
„O koningin,ik hoorde u al" zei ze.
En zich wendend naar Rosalinde vrota
ze: „zo kind, ga jij maar met me mee
..Nee, nee!" gilde het kind, „ik wil
niet".
Maar de bosfee pakte haar beet en
zweefde met haar weg. De fee verander
de haar in een lompenmeisje. Nu was
het,uit met luieren en plagen en rijden
in de gouden koets. Ze moest hout
sprokkelen en heel hard werken.
Op een dag zei de fee: „Rosalinde, je
doet zo goed je best, je mag weer terug
naar vader en moeder'".
Even stond ze sprakeloos en begon
toen te juichen. De fee raakte haar weer
met de toverstok aan en de prinses stond
weer In de paleistuin. Ze vloog haar va
der en moeder om de hals en fluisterde:
„O, moeke, ik ben helemaal afgeleerd".
„Fijn kindje" en gaf haar een zoen op
beide wangen.
Arnold van Leeuwen, Zoeterwoude.
Je hebt het raadsel met die verborgen
bomennamen niet begrepen. Arnold.
Kijk dat gaat zo: Jacob erkende zijn fout
Er ligt veel rommel in de la. We vin
dus in deze twee zinnen bcrlc en linde.
Joaina Volgering, Langeraar. Jij hebt
de verborgen boomnamen best gevon
den. Alles was goed.
Kees v. d. Lans, Sassenheim. Van jou
waren de oplossingen ook goed.
Anneke Mathot. Boskoop. Heb je dat
versje zelf gemaakt Anneke?. Omdat het
zo aardig is, zal ik het maar plaatsen.
ONS POESJE
Wij hadden een poesje.
Een allerliefst snoesje.
Hij zat maar te dromen.
Toen is het gekomen.
Hij viel in een teerton
Waar hij niet meer uit kon.
En toen was ons katje.
Een nikker in 't vatje.
Toos Warmerdam, Nw.hout. Hoe kom
je aan dat versje Toos? Dat moet je me
eens vertellen en dan komt het mis
schien in de krant.
Riet de Jong, Zoeterwoude Wat heb jij
een mooie tekening bij je versje gemaakt
Dat is echt: herfst. Zo met die padde
stoelen en afgevallen bladeren.
HERFST
Als ik loop op 't zaehtc mos,
Zie ik „Herfst" in 't bos.
Bladeren van de bruine bomen.
Zie ik naar beneden komen.
Paddestoelen, mooi en fijn.
Witte, gele, groot en klein.
Parasolzwam, eekhoornbrood,
Andere mooie, wit met rood.
Alle kleuren door elkaar.
En ik kijk en luister maar.
Tot de volgende week weer kinden.
TANTE JO EN OOM TOON
(88)