Wie puzzelt mee m De Kleppende Klippen* 1 11 ZATERDAG 12 NOVEMBER 1955 DE LEIDSE COURANT VIERDE BLAD - PAGINA 1 d 3 4 5 7 8 9 40 ±i 12 13 14 15 16 17 15 19 10 24 2.3 24 25 26 13 29 30 31 32 33 34 35 36 37 M35 39 40 41 42 13 44 45 4 6 47 4 a 49 50 51 54 55 56 57 55 59 N éo 61 KRUISWOORD-PUZZLE. Horizontaal: 1, rasp, 3. ontkenning (spreektaal), 6 water in Friesland, 8. beurs, 10. pronk, 12. jongensnaam, 14. afkorting v. selenium, 15. meisjes naam, 16. rivier in N.O. Italië, 19. wolvlokje, 2il. voorzetsel, 22. stad in Frankrijk, 23. gem. in N.-Brab., 25. als 3 hor., 27. in het jaar der wereld (afk. Lat.), 28. schel fonkelend, 29. ik (Lat.), 31. vreemde taal, 34. wijn soort, 36. deel v. d. mond, 37. latwerk, 38. afkorting van thallium, 40. vast, stevig, 42. licht rijtuigje (Java). 44. eens, 46. voorzetsel, 48. rivier in Zwitserland, 49. dat doen, wat een ander heeft voorgedaan, 51. flauw, 52. rund, 54. puntig voorwerp, 56. kleine rozijn zonder pit, 57. hoofdpersoon in een treurspel van Shakespeare, 59. meisjesnaam, 60. vis, 61. schuitje met gaatjes in de wanden. Verticaal: 1. gem. in Gelderland, 2. meisjesnaam, 3. heden, 4. vordering» 5. dorp tussen Franeker en Sneek, 7. rivier in Duitsl., 8. platvis, 9 stuk stof, 10. kern, 1. water in N. Brab., 12. dorp in Friesland, 13. zijtak Donau, 17 meisjesnaam, 18. boom, 20. jon gensnaam, 22. blik, oogopslag, 24. ovaal, eirond (meetkunde), 26. water in Utrecht, 28. gewicht (afk.), 30. concertzaal, 32. mineraal loogzout, 33. gr a af werktuig, 35. maanstand (afk.), 39. water in Z.-H., 41. gem. in Utrecht, 42. welaan, 43. geurigheid, 44. gem. in Gelderl. 45. vloeistof, 47. voorzetsel,: 48. uitroep, 50. water loop waarnaar Appingedam genoemd is, 51. voornaamwoord, 53. groente, 56. zeehond, 58. oude lengtemaat. OPLOSSING. Horizontaal: 1. Eelde, 5. reëel, 10. rio, 11. N.M., 13. rol, 15. dof, 17. Groede, 20. kil, 22. dl., 23. etui, 24. do, 25. Ems, 27. geiten, 29. Sam, 30. ode, 32. Ee, 33. iet, 35. serre, 37. Ospel, 39. spoel, 40. appel, 42. Epe, 43. sa, 45. eed, 47. pul, 49. Dongen, 52. sek, 94. er, 55. Deen, 56. ga, 57. eng, .59. Leende, 61. zon, 62. era, 64. pt., 65. via, 07. Lisse, 68. Banka. Verticaal: 2. erf, 3 li, 4 dog, 6 ere, ,7.~e.o.( 8. elk, 9. adder, 11. notie, 12. meute, 14. klomp, 16. olm, 18. ree, 19. die, 21. Ida, 26. soepel, 27. gereed, 28. Nispen, 29. steeds, 31. drop, 34. eppe, 35. s.s., 36. el, 37. o.a. 38, 1.1. 41. speer, 43. sneep, 44. agent, 46. akant, 48. urn, 50. ode, 51. end, 53. ego, 58. .gei, 59. las, 00. Eva, 61. zak, 63. R.S., 66. in. Aetherklanken ZONDAG 8.00 NCRV. 9.30 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. HILVERSUM L 402 M. NCRV: 8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Orgelconc. 8.30 Morgenwijding. 9.15 Gemengd koor. KiRO: 9.39 Nieuws. 9.45 Gram. 9.56 Hoogmis. 11.30 Gram. 11.40 Viool en piano. 12.10 Forum. 12.40 Gram. 12.55 Zonne wijzer. 13.00 Nieuws en kath. nieuws. 13.10 Gram. 13.40 Boekbespreking. 13.55 Gram. 14.00 Voor de jeugd. 14.30 Concertgebouw orkest, en solist. 15.15 Gram. 15.30 Luchtvaartpraatjes. 15.40 Gram. 16.15 Sport. 10.30 Vespers. IKOR: 17.00 Jeugddienst. 18.00 „Het is een oud hotel", hoorspel. 18.45 De Kerk luistert naar uw vragen. NCRV 19.00 Boekbespreking. 19.10 Nieuws uit de Kerken. 19.15 Vocaal ensemble. 19.30 „Als wij bidden.caus. KRO: 19.45 Nieuws. 20.00 De Spring plank. 20.20 Act. 20.35 De gewone man. 20.40 Roulette. 21.06 „De zotte inval", hoorspel. 21.50 Gram. 21.55 Promenade orkest en sol.. 22.45 Avondgebed en liturg, kalender. 23.00 Nieuws. 23.1524.00 Gram. HILVERSUM H, 298 M. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR. 12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA. 20.00—24.00 AVRO. VARA: 8.0 Nieuws. 8.18 LJs en we der dienende. 9.45 „Geestelijk leven", caus. VBRO: 10.00 „Geef het door", caus. 10.05 Voor de jeugd. IKOR: 10.30 Hervormde Kerkdienst. 11.30 „De Kerk aan het werk", caus. AVRO: 12.00 Annus, muz. 12.30 Sportspiegel. 12.35 „Even afrekenen, Heren!" 12.45 Orgelspel. 13.00 Nieuv/s. 13.10 Meded. of gram. 13.15 Voor de jeugd. 13.25 Voor de militairen. 14.00 Boekbespre king. 14.20 Viool en piano. 14.40 Am/us. muz. 15.05 „De zwerftochten van Odysseus", hoorspel. 15.30 Ka merorkest en sol. 16.10 Gram. 16.30 'Sportrevue. VPRO: 17.00 Gesprek ken met luisteraars. 17.15 ,,Het plat teland nu", caus. VARA: 17.30 Voor de jeugd. 17:50 Sportjournaal. 18.15 Nieuws en sportuitslagen. 18.30 Arnus. muz. 19.00 Discussie. 19.30 Cabaret. AVRO: 20.00 Nieuws. 20.05 „45-Jarig jubileum Henk Stuurop". 20.50 Voor dracht. 21.05 Disco-causerie. 21.45 Rhythm, muziek. 22.20 Journ. 22.30 jen tot en met Donderdag aan het bureau van ons blad. Een taart, sieraad: en boek zijn beschik baar. De sigarettenkoker is gewonnen door J. Wiersma, Havenkade 5, Noondtwyk, 't sieraad door J. Wiers ma, Havenkade 5, Leiden en het boek door mej. A. Vreem, Korte Dief steeg 1, Leiden. TH. J. VAN DER HEIJDEN. rechtskundige Hoge Rijndijk 103a. Leiden telefoon 23405 Pacht-, rechtszaken en incasso's. Gram. 23.00 Nieuws. 23.15 Act. of gram. 23.3524.00 Gram. MAANDAG. HILVERSUM I. 402 M. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nws. 7.10 Gewijde mu ziek. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nws. en weerber. 8.15 Sportuitslagen. 8.25 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Waterstanden. 9.40 Mastklimmen. 10.10 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.20 Gevar. progr. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Lichte muz. 12.53 Graim. of act. 13.00 Nws. 13.15 Banjo-ork. 13.45 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.35 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Amus. muz. 15.45 Gram. 16.00 Bijbel lezing. 16.30 Houtblazerstrio. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Koersen. 17.45 Regeringsuitz.: Rijksdelen Overzee: „Een onderwijzeres aan de Meisjesschool te Fak-Fak vertelt" door Matty E. Goslinga. 18.00 Man nenkoor. 18.20 Sportpraatje. 18.30 Gram. 18.40 Eng. les. 19.00 Nws. en weerber. 19.10 Orgelconc. 19.30 „Volk en Staat", caus. 19.45 Beiaardspel. 20.00 Radiokrant. 20.20 Negro-spiri- tuals. 20.40 „Eric en de geest", hoor spel. 21.35 Gram. 21.40 Flitsen v. d. Evang. Landdag in Denderleeuw. 21.55 Promenadeorkest. 22.25 Ka merkoor. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.40—24.00 Evangelisatie-uitz. in de Hongaarse taal. HILVERSUM H, 298 M. 7.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Voor de vrouw. 9.15 Gram. 9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram. 11.00 Tuirebovwpraatje. 11.15 Kamerorkest. 11.45 Voordracht. 12.00 Metropole or kest en solist. 12.30 Land -en tuin- bouwmededelingen. 12.35 Voor het platteland. 12.45 Metropole orkest (verv.). 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Amus. muz. 13.55 Koer sen. 14.00 Mezzo-sopraan en piano. 14.30 „Beschouwingen over taal en critiek', caus. 14.50 Amus. muz. 15.20 Hersengymnastiek. 15.40 Gram. 16.46 Wetenswaardigheden van alle lan den uit de oude en nieuwe wereld. 17.10 Gram. 17.30 Voor de jeugd. 17.45 Gram. 17.50 Mil .comm. 18.00 Nieuws. 18. lö Orgelspel. 18.30 Dansmuz. 19.00 Muz. caus. 19.15 Kamerork. en solist. 19.45 Regeringsuitzending: Landbouw- rulbriek: 1. Rep. over het bewaren van fruit. 2 De standaard koe. 20.00 Nieuiws. 20.05 Gevar. progr. 22.30 Gram. 23.00 Nieuws. 23.15 Act. 23.25 24.00 Frontloge. „Hebt u een gulden voor me, ik wil zo graag naar mijn vrouw?" „Natuurlijk! Waar is uw vrouw?" „In de bioscoop!" Overbodig. „Welke narcose moet deze patiënt hebben?" Beroemde chirurg: „Oh, dat is niet nodig! Ik zal hem wel even vertellen, wat deze operatie kost". Voorbereid. Pieterse stapte de ijzerwarenhandel binnen en bestelde twee grasmaaimachines. „Hebt U zo grote tuin?", vroeg de winkelier. „Nee", antwoordde Pieterse „maar ik heb wel een buurman". Blauwe neuzen. Bedelaar: „Ik heb daarnet een gulden gehad van een oude dame". Collega: „Wat ga je ermee doen?" Bedelaar: „Ik koop voor vijf cent cadetjes en voor 95 cent jenever". Collega: „Tjonge, tjonge, wat moet je nou met al dat brood doen?" Compliment. „Is je man erg comp 1 i m ent eus „Och ja! Gisteravond zei hij nog: Nou jij bent ook een mooie!" Niet erg. Jonge agent (tot char mante dame): „Ja.eh.'t spijt me wel, maar van deze aanrijding moet ik werk maken. Ik ben bang, dat uw rijbewijsehingetrok ken zal worden!" Dame: „Maak je maar geen zor gen, hoor. Ik heb niet eens een rij bewijs!" Onbegrijpelijk. Zij: „Deze bij zondere pudding heb ik uit groot moeders kookboek". Hij: „Dan begrijp ik niet, wat de mensen bedoelen met die goeie ouwe tijd". Optimist. Jantje: „Wat is een op timist, vader?" Vader: „Dat is een mus, die bij een ruiterstandbeeld gaat zitten wachten tot er wat te eten valt". Gaat over. Man ('bulderend van het lachen): „Je moet me niet kwa lijk nemen, Marie, maar telkens als ik naar je hoed kijk, schiet ik in de lach". Vrouw: „Dat gaat wel over hoor! Als de rekening komt!" Bewijs. „U hebt mijn dochter in haar wangen geknepen!!!" „Hoe komt u daarbij .mijnheer?" „Lieg maai* niet! De verf zit nog aan je handen". Lesje. Vader: „Ik zal je leren mijn dochter het hoofd op hol te brengen!" Jongeman: „Nou graag, mynheer. Ik ben 't al drie maanden tevergeefs aan het proberen". Raar. Dronkaard: „Zeg agent. ehkan je me ehook eh zeggen, waar de overkant van deze straat is?" Agent: „Nou daèr! Aan de andere kant!" Dronkaard: „Merkwaardig. Daar net stond ik daaréh.en toen zeiden zeehdat 't hier was". Hapje. „Zeg ober. wat beteke nen die drie tandenstokers naast de aardappelen". „Pardon meneer dat zijn geen tan denstokers. Dat zijn de asperges". „Ja, ja, dat wsa nog eens een goede tijd!" WILHELM TELL (naverteld door Gerda) Het grote edele dier. ligt nog te stuip trekken als Wilhelm Teil bij hem komt. Eigenlijk is het jammer, zo'n prachtdier. Bewonderend bekijkt hij zijn buit en zijn jagershart is trots op deze vangst. „Wat zal Gertruud blij zijn", denkt hij. Het betekent voor 't gezin immers enige maanden vlees. Een laatste trekking van de poten en het beest is do'od. Het dier is veel te groot voor zijn weitas en hij be sluit het gevaarte op zijn schouders te torsen en zo naar omlaag naar zijn huis te brengen. Met een stevig touw bindt hij de poten twee aan twee aan elkaar en het valt hem warempel niet mee om het hert op zijn schouders te krijgen. On derweg voelt hij wel dat hij zijn buit niet zonder te rusten thuis zal krijgen en hij besluit een kleine omweg te ma ken om even bij de dichtstbijzijnde boer derij te gaan rusten. „Nou, nou, dat beestje mag er zijn boer Teil!" Zo begroette de boer hem, toen hij met de jachtbuit op de nek, bij de boerderij aanklopte. „Ge blijft zeker ook met ons mee eten" voegde de boerin er aan toe ter wijl ze bezig was de tafel te dekken en- al aanstalte maakt om er nog een bord bij te halen. „Nou. als het kan, wat graag, zo'n vrachtje doet een mens honger krijgen", antwoordde Wilhelm Teil en schoof da delijk bij op de plaats, die hem zo gast vrij was aangeboden. Na eerst nog wat over de jacht gespro ken te hebben kwam het gesprek toch weer terecht op de ongunstige toestand van het land onder de druk van hun overheersers. „Mijn vrouw is gisteren naar de stad geweest en daar heeft ze iets gehoord, dat je gewoon niet geloven kunt", begon de boer. Wilhelm Teil trok ongelovig de wenk brauwen op, als teken dat hij nog van niets wist. „Ze vertellen daar", zo ging de boer verder, „dat er midden op het stadsplein een paal is geslagen, waarop de hoed van Gessier, de landvoogd is geplaatst en nu moet iedereen die er langs komt, die hoed groeten, alsof het de keizer zelf is". „Maar dat is toch te gek om los te lo pen". viel Wilhelm Teil driftig uit. „Moeten we ons dat zo maar laten wel gevallen?" „Neen", zei de boer, „daar moeten we iets aan doen". „We moeten een vergadering beleggen van verschillende boeren hier uit de om trek om te protesteren tegen dergelijke maatregelen". „Waar en wanneer zullen we dat doen?" „Liefst op een afgelegen plaats en dan 's nachts, want we moeten op onze hoede zijn voor de spionnen". „Goed. vandaag over een week komen we bij elkaar op de weide achter ons huis", zei Wilhelm Teil, „dat is de meest afgelegen plaats" „Dat is dus afgesproken en we zorgen dat de anderen het bijtijds weten", zei de boer terwijl hij als afscheid Wilhelm Teil de hand drukte. Onderweg dacht boer Teil veel en lang na over de vreselijke dingen die hij nu weer allemaal gehoord had. Hij zou maar niets aan Gertruud vertellen, dan maakte ze zich maar zorgen. Nog voor het donker kwam Wilhelm Teil thuis aan en liet met een zucht van op luchting het zware dier van zijn nek vallen. Bewonderend stond de kleine Willem te kijken en z'n moeder keek verheugd naar haar man. Voorlopig had den ze aan vlees geen gebrek. Met des kundige hand maakte boer Teil het dier schoon terwijl z'n vrouw het schoonge maakte en gezouten vlees in de potten deed. DE VERGADERING OP DE WEIDE Een week later vertrok Wilhelm Teil, zo tegen de avond, naar de weide. „Ik ga nog even naar het vee kijken Gertruud, er is iets niet in orde met een koe, je weet wel, die grijze". Met deze woorden verliet hij zijn woning om zich naar de afgesproken plaats te begeven. Angstvallig bleef hij in de schaduw lo pen, onderwijl goed rondkijkend of iemand hem ook volgde en ook om te zien of de anderen ook al op weg waren. Bij elk verdacht geluid greep hij naar zijn pijlen, die in een koker aan zijn gordel hingen. In de middeleeuwen ging men nooit ongewapend uit. Op de afgesproken plaats zaten al een tiental mannen op hem te wachten en na een kwartier waren ze met vijf en twin tig man. Op gedempte toon werd nu beraadslaagd. Sommige mannen wilden onmiddellijk een algemene opstand maar de meesten wilden de zaak goed voor bereiden, want als de opstand mislukte dan zou de landvoogd Gessier de op standelingen met de wreedste straffen vervolgen. Er werd afgesproken dat ieder in eigen kring zou werken en men hoopte in 3 maanden met een volledig plan voor de dag te komen, om de wree daard te verslaan. Het was reeds ver na midernacht toen allen naar huis terug keerden. De dagen die nu volgden waren voor Wilhelm Teil niet gemakelijk. Allerlei ernstige geruchten drongen tot hem door maar hij kreeg de kans niet om zich in de stad van de waarheid te gaan over tuigen. Gertruud immers verzon steeds maar werk en karweitjes om hem bij huis te houden, tot op een goede daf of liever gezegd kwade dag. er - bericht kwam dat de vader van Gertruud ern stig ziek was. Nu moest Wilhelm Teil wel naar de stad. Nu kon hij met eigen ogen zien hoe het Zwitserse volk onder drukt werd. Ondanks de talrijke raad gevingen van zijn vrouw om zich vooral kalm te houden, werden hij steeds drif tiger, hoe dichter hij de stad naderde en tot overmaat van ramp kwam hij nog boer Werner tegen die in zijn hulpeloze blindheid aan de hand van een kind liep te strompelen. Wordt vervolgd MIJN NATUURDAGBOEK (door Elsje) 26 Augustus. Vanmorgen hebben we heerlijk "gezwommen in het Wijlermeer. 't Wate"r was ongeveer 19°. 't Is hier toch zo fijn rustig. Van heel uit de verte dringt het lawaai van het verkeer nog zo'n beetje tot ons door; verder hoor je het ruisen van de komen en het water en zo af en toe het gekrijs van een vo gel. Wanneer je hier zo zit. kom je echt onder de indruk van de grootse natuur. 's Middags hebben we ons te goed ge daan aan bramen, die nu overal goed rijp zijn. De meeste bramen, vindt je langs dë heide. Hier in de buurt van Nij megen is niet zoveel hei, daar is 't te nat voor. Ook heb ik vanmiddag kennisgemaakt met de witte hei, waarvan ik tot nu toe nog nooit gehoord had. Heel toevallig vond ik dat plantje. Ik zag tussen de hei een dikke vette pad was nieuwsgierig waar hij heen zou gaan en volgde hem. Op een gegeven ogenblik struikelde ik over een boomstronk en viel in de meest letterlijke zin met mijn neus in de witte hei. 't Was maar een enkel plantje. Ze schijnen nogal zeldzaam te zijn, want de verdere middag heb ik er nog naar gekeken, of ik er nog een zag, maar nee hoor! De pad kon ik allang niet meer vol gen maar dat was niet erg, want ik stond alweer bij een struik vol bramen, van die grote, sappige, zwarte bramen. Tegen een uur of vijf begon 't donker te worden; zwarte wolken waren aan de horizon te zien. We moesten voortmaken om voor de bui thuis te zijn. We zagen er alemaal grappig uit met paarse mon den en handen en bovendien vol schram men. Maar dat hadden we er wel voor over. Zo eindigde deze heerlijke, mooie middag. Wordt vervolgd OPLOSSING VAN HET VORIGE RAADSEL 1. berk: 2. den; 3. linde; 4. wilg; 5. els. Corry van Latum, Kanaalweg 197, Leiden heeft deze week het boek gewonnen. Dat is reuze boffen, want ze doet voor de eerste keer met ons mee. NIEUW RAADSEL Het woord bestaat uit 11 letters en is de naam van een stuk speelgoed. 4 8 6 is rond. I 8 9 10 11 een soort kachel. 4 5 6 maakt geluid. 9 10 vervoermiddel. 7 8 9 6 houten stok. II 10 2 7 smaakt lekker. De oplossing wordt gezonden aan: Tante Jo en Oom Toon van de Kranten- tuin van de Leidse Courant, Papengracht Leiden. Voor de meisjes: Gebreide ba! We zoeken wat restjes wol, liefst enige verschillende kleuren. Verder hebben we nodig 2 breinaalden. We breien alles recht. 30 steken opzetten en le naald recht breien. 2e naald. 22 steken breien, dus 8 steken laten staan. 3e naald 14 steken breien, weer 8 steken laten staan. 4e naald 14 steken breien -f 1 steek. 5e naald 15 steken breien -f 1 steek. Dit doen we net zo lang tot er weer 3t) steken zijn. Nu nemen we een ander kleurtje. Weer 30 steken breien; weer 22 steken breien; weer 14 steken breien. weer telkens 1 steek meer tot er-ivveer 30 steken zijn. Dit doen we zo 11 óf 12 maal, telkens een ander kleurtje. Dan vullen we de bal met watten of pluksel en naaien hem dicht. We maken een paar ei We knippen van een lapje wol of vilt een stukje in spitsboogvorm en feston neren het randje om. We kunnen ook het randje omhaken. We borduren in het midden van ieder stukje een bloempje en naaien de 3 stukjes aan elkaar door de draad van het festonneerrandje op te Kleine geschenkjes Een bloc-note versierd met een aardig plaatje. Een eenvoudig doosje beplakt met ge kleurd papier. Een poppetje gemaakt van kralen en dun ijzerdraad. Een kleurig zakje gevuld met kleine snoepjes en dicht gebonden met een strikje. Een mooi plaatje zelf inlijsten. Glas en plakband je. CORRESPONDENTIE Nelly Koevoet Leiden maakte het ver haaltje: HET LUIE PRINSESJE Rosalinde was een aardig prinsesje om te zien maar het was jammer dat ze zo verschrikkelijk lui was en iedereen plaagde. Ze plaagde de hofdames, de ka mermeisjes en iedereen die in haar na bijheid kwam. Niemand durfde haar een standje te geven, want als de koning dat hoorde, werd hij met zware kerkerstraf gestraft. De koningin had er veel ver driet van. Op zekere dag toen ze weer zo aan het plagen was. greep de koningin haar beet en zei toen op heel kalme toon: „Rosalinde doe je mooiste jurk en schoentjes aan". Het prinsesje wist niet wat ze hoorde maar deed toch wat haar moeder ze. „O moeder, waar gaan we heen?" riep ze uit. „We gaan naar de bosfee!" „Maar dan ga ik niet mee", schreide Opeens een windvlaag en.... daar stond de fee. „O koningin,ik hoorde u al" zei ze. En zich wendend naar Rosalinde vrota ze: „zo kind, ga jij maar met me mee ..Nee, nee!" gilde het kind, „ik wil niet". Maar de bosfee pakte haar beet en zweefde met haar weg. De fee verander de haar in een lompenmeisje. Nu was het,uit met luieren en plagen en rijden in de gouden koets. Ze moest hout sprokkelen en heel hard werken. Op een dag zei de fee: „Rosalinde, je doet zo goed je best, je mag weer terug naar vader en moeder'". Even stond ze sprakeloos en begon toen te juichen. De fee raakte haar weer met de toverstok aan en de prinses stond weer In de paleistuin. Ze vloog haar va der en moeder om de hals en fluisterde: „O, moeke, ik ben helemaal afgeleerd". „Fijn kindje" en gaf haar een zoen op beide wangen. Arnold van Leeuwen, Zoeterwoude. Je hebt het raadsel met die verborgen bomennamen niet begrepen. Arnold. Kijk dat gaat zo: Jacob erkende zijn fout Er ligt veel rommel in de la. We vin dus in deze twee zinnen bcrlc en linde. Joaina Volgering, Langeraar. Jij hebt de verborgen boomnamen best gevon den. Alles was goed. Kees v. d. Lans, Sassenheim. Van jou waren de oplossingen ook goed. Anneke Mathot. Boskoop. Heb je dat versje zelf gemaakt Anneke?. Omdat het zo aardig is, zal ik het maar plaatsen. ONS POESJE Wij hadden een poesje. Een allerliefst snoesje. Hij zat maar te dromen. Toen is het gekomen. Hij viel in een teerton Waar hij niet meer uit kon. En toen was ons katje. Een nikker in 't vatje. Toos Warmerdam, Nw.hout. Hoe kom je aan dat versje Toos? Dat moet je me eens vertellen en dan komt het mis schien in de krant. Riet de Jong, Zoeterwoude Wat heb jij een mooie tekening bij je versje gemaakt Dat is echt: herfst. Zo met die padde stoelen en afgevallen bladeren. HERFST Als ik loop op 't zaehtc mos, Zie ik „Herfst" in 't bos. Bladeren van de bruine bomen. Zie ik naar beneden komen. Paddestoelen, mooi en fijn. Witte, gele, groot en klein. Parasolzwam, eekhoornbrood, Andere mooie, wit met rood. Alle kleuren door elkaar. En ik kijk en luister maar. Tot de volgende week weer kinden. TANTE JO EN OOM TOON (88)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 11