ï&ÊêcixÊi&
Wie puzzelt mee
In de Krantentuin
De Kleppende Klippet*
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1955
DE LEIDSE COURANT
VIERDE BLAD PAGINA 2
Horizontaal: gem. in Drente, 5.
wezenlijk, 10. rivier (Spaans), 11.
maanstand afk.), 13. cylindervormig
voorwerp, 15. mat, 17. gem. in Zee
land, 20. waterdiepte tussen twee
hoogten, 22. inhoudsmaat (afk.), 23.
koker, 24. muzieknoot, 25. badplaats
in Duitsland, 27. wijfie v. d. bok,
(meerv.), 29, jongensnaam, 30. lied,
32. water in Friesland, 33. onbep.
voornaamwoord, 35. broeikas, 37. dorp
in Limb., 39. weversklos, 40. vrucht,
42. gem. in Gelderl., 43. welaan, 45.
plechtige gelofte, 47. kruikje, 49. gem.
in N. Brabant, 52. zware zoete wijn,
54. bijwoord, 55. Europeaan, 56. ge
bod, 57. nauw, 59. gemeente in N.
Brabant, 61. hemellichaam, 62.
tijdrekening, 64. oude inhoudsmaat
(afk.), 65. over, langs, 67. gem. in
Z. H., 68. tin-eiland.
Verticaal: 2. grond, die bij een hoe
ve behoort, 3. m-unt in China, 4. soort
hond, 6. eer, 7. en omstreken (afk.),
8. ieder, 9. giftslangetje onzer veen-
streken, 11. begrip, 12. aantal honden
voor een jacht, 14. houten schoeisel,
16. boom, 18. soort van hert, 19. aan
wijzend voornaamwoord, 21. meisjes
naam, 26. zeer buigzaam, 27. bereid
tot iets, 28. dorp in N. Brabant bij
Roosendaal, 29. altoos, 31. gestold af
treksel van zoethout, 34. sohermbloe-
mige plant, 35. stoomschip (afk.), 36.
lengtemaat, 37. bekende afkorting, 38.
laatstleden (afk.), 41. lans, 43. week-
vinnige vis, 44. vertegenwoordiger,
46. doornachtige plant, 48. lijk vaas,
50. lied, 51. eind, 53. ik (Lat.), 58. lo
pend touw tot het inkorten der zeilen
(scheepst,), 59. tussenzetsel, 60. eerste
vrouw, 61. buidel 63. rijschool (afk.),
66. voorzetsel.
Oplossingen tot en met Donderdag
aan het bureau van ons blad. Op de
enveloppe puzzel vermelden.
Een sigarettenkoker, sieraad en
boek zijn beschikbaar.
OPLOSSING VORIGE WEEK
Horizontaal: 1. kolk 4. canon, 8. file
11. aap, 13. Let, 14, Pan, 16. uw, 17
tam, 19. wat, 20. de, 21. kap, 23. roos
ter, 26. zon, 27. doffer 29. elkeen, 32
reu, 33. kar, 35. Epe, {57. el, 39. Ems
41. E. T. I., 42. mi, 43. gaas, 44. tobbe,
45. stuc., 46. es, 47. toe, 49. mot, 51
sh., 52. ten, 53. art., 55. vel, 57. kan
ton, 59. omelet, 62. lok, 63. boeder, 65.
bol, 67. om, 68. wyk, 69. pad, 71. pij,
72. zot, 73. Ans, 75. lijn, 77. stijl, 78.
maagd, 79. kuit.
Verticaal: 1. kruk, 2. la, 3. kat, 5. al,
6. neus, 7. Ot, 8. fat, 9. in, 10, eden,
12. parfum, 14. parket, 16. wad, 18.
moe, 19. wel, 20. Don, 22. por, 24. ork,
25. ter, 26. zee, 28. feesten, 30. epistel,
31. zegen, 34. amber, 36. fiche, 38. las,
40. sté, 41. Eem, 42. mus, 48. ontbijt,
50. overla, 52. tak, 153. Ane, 54. tod,
56. lefo, 57. kom, 58. ook, 60. mep, 61.
top 62. loos, 64. nona, 66. lijst, 68. wol,
70. dijk, 72. zij, 73. Aa, 74. s.g., 76. nu.
De taart is deze week voor H. v.
Rijn. Kooipark 6, Leiden, het sie
raad voor mevr. A. Schenk-Jacobs,
v. d. Veldstraat 45, Lisse en het boek,
M. Linders, Julianaplein 7, Noord-
wij kerhout.
Aetherklanken
ZONDAG.
TELEVISIEPROGRAMMA'S
NTS. 14.3015.15 Comm. v. d. eer
ste helft v. d. voetbalwedstrijd Ne
derlandNoorwegenzonder' beeld)
15.15—16.20 Rep. v. d. 2e helft v. d.
voetbalwedstr.Nederland1'Noorwe
gen.
HILVERSUM I. 402 M.
8.00 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO.
17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00
KRO.
KRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.25
Hoogmis: NCRV: 9.30 Nws. en wa
terstanden. 9.45 Omr. Kwart. 10.00
Gram. 10.30 Kerkdienst. 11.45 Orgel
en fluit. KRO: 12.15 Graan. 12.20 Apo
logie. 12.40 Aanus. muz. 12.55 Zonne
wijzer. 13.00 Nws. en Kath. Nws.
13.10 Gram. 13.40 Roekbespr. 13.55
Gram. 14.00 Voetbalwedstr. Neder
landNoorwegen en amus. muz.
16.40 Gram. IKOR: 17.00 Jeugdhiee-
tifcg." 18.15 „Een huis vol blauwe sche
nen", klankb. 18.45 „De Kerk luistert
naar Uw vragen", caus. NCRV: 19.00
Boefcbespr. 19.10 Samenzang. 19.30
.Verhoort God ons gebed?" caus.
KRO: 19.45 Nieuws. 20.00 De spring
plank. 20.20 Act. 20.35 De gewone
man. 20.40 Gram. 21.05 „Vlucht der
Verbeelding", hoorsp. 22.00 Gram.
22.45 Avondgebed en Liturgische ka
lender. 23.00 Nws. 23.15 Viool en
piano. 23.4524.00. Gram.
HILVERSUM n. 298 M.
8.00 VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VARA.
18.30 VPRO. 19.00 IKOR. 20.06—24.00
AVRO.
VARA: 8.00 Nws. 8.18 Voor het
platteland. 8.30 Gevar. progr. 9.45
„Geestelijk leven", causerie. 10.00
Componistenportret. 10.40 „Met en
zonder omslag". 11.10 Lichte muz.
AVRO: 12.00 Amus. muz. 12.30
Sportspiegel. 12.35 „Even afrekenen,
Heren!" 12.45 Lichte muz. 13.00 Nws.
13.10 Meded. of gram. 13.15 Voor de
jeugd. 13.25 Verz. progr. 14.00 „Fide-
lio", opera. 16.30 Sportrevue. VARA:
17.00 Amus. muz. 17.50 Sportjourn.
18.15 Nws. en sportuitsl. VPRO: 18.30
Korte kerkd. IKOR: 19.00 Voor de
jeugd. 19.30 „Contact met Nieuw-
Zeeland", caus. AVRO: 20.00 Nws.
20.05 Lichte muz. 20.45 Voordir. 20.55
Lichte muz. 21.10 Promenade ork.
21.40 Hersengym. 22.00 Orgel en sa
xofoon. 22.20 Kon. bezoek aan Suri
name. 22.30 Gram. 23.00 Nws. 23.15
Act. 23.2524.00 Lichte muz.
MAANDAG.
TELEVISIEPROGRAMMA'S
NTS. 21.3022.15 Eurovisie: Rep.
v. d. wedstrijden i. h. schoonrijden
voor dames om de „Richmond'-beker
te Londen.
HILVERSUM I. 402 M.
7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10
Gewijde muz. 7.30 Gram. 7.45 Een
woord v. d. dag. 8.00 Nws. en weer
de vrouw. 9.35 Waterstanden. 9.40
Mastklimmen. 10.10 Gram. 10.30
Morgendienst. 11.00 Gram. 11.20 Ge-
var. progr. 12.25 Voor boer en tuin
der. 12.30 Land- en tuimb. meded.
12.33 Lichte muz. 12.53 Gram. en act.
13.00 Nws. 13.15 Lichte muz. 13.45
Gram. 14.05 Schoolradio. 14.30 Gram.
14.45 Voor de vrouw. 15.15 Kamer
orkest en solist. 16.00 Bijbellezing.
16.30 Negro-spirituals. 16.50 Gram.
17.00 Voor de kleuters. 17.15 Voor de
jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Koersen.
17.45 Regeringsuitz.: Nederland en
de wereld: Prof. Dr. Ir. J. F. Kools:
.Bosbouw in het Midden-Oosten".
18.00 Klein koor. 18.20 Sport. 18.30
Gram. 18.40 Engelse les. 19.00 Nws.
en weerber. 19.10 Orgelconc. 19.30
„Volk en Staat", caus. 19.45 Zang
recital. 20.00 Radiokrant. 20.20 Amus.
muz. 20.50 „Ernst, mijn paradepaard"
hoorspel. 21.35 Gram. 21.45 Koor
zang. 22.10 Gram. 22.45 Avondover
denking. 23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.40
24.00 Het Evangelie in Esueranto.
HILVERSUM II. 298 M.
7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.26—24.00
VARA.
VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15
Gym. 7.30 Gram. 8.00 Nws. 8.18
Quatre mains. 8.30 Lichte muz. 9.00
Gym. voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.40
Fluit, cello en piano. VPRO: 10.00
„Voor dé opde dag". 10.05 Morgen-
Oh, nou begrijp ik, waarvoor we maar
de halve prijs behoefde#te betalen.
Probeer 't „Wat een schitteren
de zonsondergang!"
„Ja, ilc zou er de hele dag naar
kunnen kijken".
Aanbeveling. Directeur: „Hebt
u ook een gymnasium bezocht?"
Sollicitant (in vuur): „Eén? Acht!"
Belangrijker. Zij: „Oh wat een
schitterend uitzicht. Daar ligt de
Jungfrau en ginds het Vierwoudste-
demeer. En werderop ligt Rigi
Hij: „Ja, ja, dat is best! Zeg maar
liever, waar mijn boordenknoopje
ligt".
Mijn taak niet. Hij: „Er zit een
knoop los aan mijn overhemd!"
Zij: „Daar heb ik niets mee te ma
ken. Die zat al los, toen we nog niet
getrouwd waren".
Geruststelling. Vader: „Dokter,
komt zo gauw mogelijk. Mijn zoon
tje heeft mijn vulpen ingeslikt".
Dokter: „Over een uurtje ben ik
er, hoor! Tot zolang kunt U zich
waarschijnlijk wel met een potlood
behelpen".
Gevat. Opschepper: „Zag chef,
blijft die boemel nog lang weg?"
Chef: „Die kan ieder ogenblik ko
men, mijnheer. De hond van de ma
chinist komt ginds al aan".
Dronkenmansavontuur. 'n Dron
ken kerel greep de telefoon en draai
de een nummer.
„Hallo!", riep hij.
„Hallo!", klonk het terug.
„Hallo!", schreeuwde de dronken
kerel.
„Hallo!" klonk het schreeuwerig
terug.
„Tjonge, tjonge", lalde hij, „wat
een echo zit er in dat ding".
Half. „Wat is dat voor een her
rie bij de bioscoop?"
„Oh, er zijn twee Schotten, diie er
op één kaartje in willen. Ze zijn
halfbroers, zeggen ze".
wijding. VARA: 10.20 Lichte muz.
11.00 Gram. 12.00 Dansmuz. 12.30
Land- en tuinb.meded. 12.33 Voor
het patteland. 12.38 Dansmuz. 13.00
Nws. 13.15 Voor de middenstand.
13.20 Orgel en zang. 13.45 Voor de
vrouw. 14.00 „Op theevisité bij Dr
Borsig", hoorspel. 15.05 Gram. 15.30
Zestig minuten voor boven de zes
tig. 16.30 Gram. 17.20 Amus. muz.
17.50 Mil. comm. 18.00 Nws. en comm.
18.20 Act. 18.25 Clarinet-ens. 18.40
Pari, overz. 18.55 Voor de kinderen.
19.05 Jeugdconc. 19.45 Regeringsuit
zending: Lanb.-rubr.: 1. Rep. over
het bosbouwuproefstation Wagenin-
gen. 2. Grondonderzoek in de tuinb.
20.00 Nws. 20.05 „De Familie Door
snee". 20.35 „Het hangt aan de muur
en het tikt". 21.00 Dansmuz. 21.35
Pianorecital. 22.15 „Van 1 H.F. tot
3 D.", caus. 22.35 Lichte muz. 23.00
Nws. en S.O.S.-ber. 23.15 Gram. 23.40
—24.00 Idem.
Ik ben blij, dat je geen fluitist ben
geworden.
op.
„Is hier de man, die een vrouw
door midden kan zagen?", vroeg hij.
„Wilt u hem spreken?" vroeg een
lid van het personeel.
„Ja", antwoordde de man, „ik heb
een karwei voor hem".
WILHELM TELL
(Naverteld door Gerda)
„Vader, mag ik dan mee?" riep Wil
lem opgewonden. „Dan zal ik proberen
een marmot te schieten. Kijk U eens hoe
scherp ik mijn Pijlen geslepen hebt".
Goedkeurend bekeek Wilhelm Teil
zijn oudste zoon. Hij zou vast een goed
schutter worden en dat was zijn liefste
wens.
„Neen jongen, morgen gaat het niet.
Ik sta vroeg op, dan heb ik al een goed
deel van de weg afgelegd, als de zon op
komt. Ik hgb de sporen van een groot
hert ontdekt en dat hoop ik te schieten.
Als dat waar is, hou dan heeft moeder
geen vaten genoeg om het vlees in te
bergen".
Teleurgesteld keek de kleine Willem
naar zijn vader. Hij wist wel, dat hij nu
niet meer hoefde te zeuren, want zijn
vader hield steeds zijn woord.
„Vader, gaan we nu dan nog even
schieten? Ik heb vanmorgen weer ge
oefend en ik raak weer iets verder dan
gisteren".
„Goed, kom mee, dan hang ik een
doelwit aan de paal en we gaan er weer
verder vanaf staan".
Wilhelm hing zijn pijlenkoker om, nam
zijn boog van de haak en de kleine Wil
lem kwam zijn vader achterna ook al
met z'n pijlenkoker aan en z'n boog bij
zich.
Wilhelm Teil trok met zijn hak een
streep op de grond en daar was de staan
plaats. Precies met zijn schoenen tegen
de streep stond Willem klaar om zijn pijl
af te schieten en op een teken van zijn
vader schoot hij af. Een „bravo"-geroep
en een goedkeurende blik beloonde de
kleine jongen voor zijn prestatie. Hij
schoot juist midden in de roos.
„Goed vooruitgegaan jongen, maar nu
nog eens een paar meter verder probe
ren", en vader plaatste de streep op de
grond een heel eind terug. Nu was het
echt moeilijk en een beetje onzeker
plaatste hij een nieuwe pijl op z'n boog.
Daar suisde de pijl door de lucht recht
op het doel af, maar ditmaal was het
geen roos doch wel er vlak bij. Toch
mocht het schot er wel zijn, de afstand
was nu immers veel groter.
„Toe vader, schiet U nu nog eens", be
delde de kleine Willem en Wilhelm Teil
liet zich dat geen twee keer vragen. Hij
liep een flink eind achteruit, bekeek met
kennersblik zijn doel, koos met zorg een
pijl en „rannng" daar vloog het ding met
reuze snelheid precies in de roos. Be
wonderend keek het ventje- naar zijn
vader op, zó goed wilde hij ook leren
schieten.
„Kom, jongen, het begint donker te
worden, we gaan naar moeder" en sa
men liepen ze naar huis.
Zo gauw het al een beetje licht begon
te worden stond Wilhelm Teil op, om op
jacht te gaan. Hij wilde vóór het inval
len van de avond weer thuis zijn, omdat
hij wist dat zijn vrouw altijd ongerust
was, wanneer hij met donker nog niet
thuis was.
In de prille ochtendschemer, de dauw
hing nog over het landschap zien we
Wilhelm Teil, het bergpad beklimmen.
Zijn tred is rustig en vastberaden, de
tocht zal nog enige uren duren eer hij bij
zijn einddoel is en om de tijd wat te
korten begint hij een lustig liedje te
fluiten in marstempo. In zijn jagersuni
form ziet hij er kranig uit. Z'n hoedje
versierd met een edelweiss, jullie weten
wel, het bloempje, dat hoog op de ber
gen tussen de rotsen groeit, staat een
beetje schuin op zijn hoofd. Een grote
weitas om het wild in te bergen, hangt
op zij te bungelen en aan de andere kant
heeft hij aan een gordel zijn koker met
pijlen hangen terwijl hij z'n boog over
de schouder heeft. De zon komt al hoger
aan de hemel en in de verte ziet hij de
boeren al gaan, op weg naar hun land.
Als teken van groet jodelt Wilhelm Teil
een vrolijke melodie en als herkenning
jodelen de boeren terug. Dat klinkt tus
sen de bergen, met de verschillende
echo's heel mooi.
Hij begint het warm te krijgen en
hangt zijn hoedje op de rug. Ook begint
hij trek te krijgen in zijn boterham. Hij
bedenkt zich niet lang, zoekt een gras
rijk plekje en heerlijk uitgestrekt op het
zachte gras gebruikt hij zijn ontbijt. Zijn
vrouw Geertruud heeft goed voor hem
gezorgd en de boterham smaakt dan ook
voortreffelijk. De wolken en slierten
mist drijven langs de toppen van de ber
gen en Wilhelm Teil vertrouwt er op,
dat het zicht straks beter zal worden. Nu
verlaat hij de kronkelende hoofdweg en
gaat de zijpaadjes langs tussen de bos
sen. Nog hangt er een mist en het uit
zicht is niet best, Aandachtig bekijkt hij
de grond om de sporen te zien van de
herten, die zich in deze bossen ophou
den. Nu, met de mist, zijn de herten niet
zo schuw, omdat zij zich dan veiliger
wanen, 't Is doodstil, de druppels dauw
hoort Wilhelm naast zich op de grond
vallen. Even houdt hij z'n pas in. Zijn
geoefend oor heeft gekraak van takken
fjehoord en hü is nu op zijn hoede. Hij
aat zich op de grond vallen en met z'n
oor op de afgevallen dennennaalden luis
tert hij naar de aankomende geluiden.
Hij heeft goed gehoord, het wild is in
aantocht. Geruisloos staat hij op, kiest
een pijl en spant zijn boog in de richting
van het geluid. Nog is het uitzicht niet
ver, al wordt het bij tussenpozen iets
beter. In de bergen wisselt dat snel af.
Nu eens staat men volkomen in een
wolk en een ogenblik later is het uit
zicht plots veel beter om weer na een
paar minuten „potdicht" te zitten. Een
paar herten komen aangerend, zich vei
lig wanend in de mist. Wilhelm Teil
staat achter een boomstam, klaar om te
schieten en als de wolkenslierten even
weg waaien en de herten tussen de bo
men zichtbaar worden, benut hij zijn
kans en schiet met zijn geoefende hand
een pijl af, juist op zijn doel. Dodelijk
getroffen valt het dier neer, de andere
herten vluchten het bos in. maar Wil
helm Teil spoedt zich naar zijn jachtbuit.
Wordt vervolgd.
MIJN NATUURDAGBOEK
(door Elsje)
24 Augustus
wandelen in het bos en daar hoorden we
opeens iets. n.l. het zacht ruisen van
water. Wij er op af. Eerst konden wij
het niet vinden maar na een poosje zoe
ken. vonden wij een beekje van onge
veer 1 a \y0 m. breed. Het water stroom
de heel snel naar beneden en vormde
hier en daar watervalletjes. Ik stelde
voor het beekje eens te volgen om te
zien waar het vandaan kwam. Het water
was ijskoud en glashelder. Aan de kan
ten van het beekje groeide van alles,
vooral veel varens, die er juist zo aar
dig stonden. Maar ook groeiden hier
veel koekoeksbloemen en venkel en
wolfsmelk. Dit laatste plantje kon je
bijna niet zien want de bloempjes zijn
groen gekleurd. Het krioelde hier van de
muggen en de vliegen en andere bees
ten. En weet je wat hier ook zo leuk
was Bij ons in Holland zijn we ge
wend aan sloten met veel waterplanten,
die in de modder op de bodem groeien,
maar hier zie je geen plant enkel zand
en grint op de bodem.
Na een half uurtje klauteren werd het
beekje aanmerkelijk smaller. Je kon er
op het laatst gewoon overheen stappen
en op het allerlaatst zagen we het split
sen in een stuk of vijf kleine beekjes
(als je het nog beekjes kan noemen) die
uit de grond opborrelen. Verder kunnen
we niet stijgen. We zijn nu op de top van
de heuvel en het is er vreselijk moeras
sig. Nu zie je heel goed de kleine'bron
netjes borrelen, 't Was heel interessant
en ik had het nog nooit gezien.
Wordt vervolgd
De avonden worden al langer en als
we ons huiswerk af hebben gaan we niet
meer buiten spelen, maar gaan we met
een prettig boek of met een knutsel
werkje fijn in de Varme kamer zitten.
Over dat knutselwerk wil ik het nu juist
hebben. Over een maand staat het Sint
Nicolaasfeest weer voor de deur. En wie
van de groteren wil St. Nicolaas niet een
handje helpen? We vinden allemaal wel
een kluwtje wol in de breimand of een
aardig gekleurd lapje in de lappendoos.
Zouden dat geen aardige poppenkleertjes
kunnen worden? Gebreid of genaaid. En
de jongens kunnen wel iets verzinnen
van houtzagen, b.v. poppenmeubeltjes of
iets plakken van prentenbriefkaarten of
iets tekenen of kleuren met verf.
Ik wil jullie wel wat helpen.
BRIEFKAARTENSPEL
We zoeken een tiental briefkaarten,
gekleurde prentbriefkaarten. Verder
hebben we nodig een paar velletjes wit
papier, schaar of mesje gen liniaal en
plaksel.
We beplakken de briefkaarten aah de
achterzijde met wit papier zodat er van
het geschrevene niets meer te zien is.
Met de liniaal verdelen we de kaarten
in 4 gelijke stukken en knippen of snij
den ze door. Nu gaan we spelen:
Alle kaarten worden midden op tafel
gelegd. Om beurten neemt iedere speler
een kaart en tracht een briefkaart bij
elkaar te krijgen. Ziet één der spelers bij
een van de anderen een gedeelte van een
briefkaart, die hij ook heeft, dan mag
hij er om vragen, als het zijn beurt is.
Het doel is zoveel mogelijk briefkaarten
bij elkaar te krijgen.
Tweede manier:
Alle spelers krijgen een gelijk aantal
kaarten en moeten proberen door middel
van trekken (de kaarten dus omgekeerd
in de hand houden) gehele briefkaarten
bij elkaar te krijgen.
We zoeken een passend doosje of we
beplakken een oud doosje met een fleu
rig papiertje, doen er de kaarten in en
we hebben een aardig cadeautje.
De jongens maken van een plankje
triplex eenvoudige stoeltjes en een ta
feltje met de figuurzaag. De meisjes ma
ken op de stoeltjes kleine kussentjes ge
vuld met wat pluksel of een klein stukje
watten. Op de tafel leggen we een lapje
met uitgeraffelde randjes. De poppen
maken y/e ook zelf van restjes wol.
We nemen een stukje karton van 10x6
cm. Nu winden we de wol losjes over de
lengtezijde van het karton b.v. 10 keer.
We schuiven het er voorzichtig af en
winden dan wat minder slagen om de
breedtezijde. Dit laatste windsel schui
ven we er ook voorzichtig af en steken
dit door het eerste, juist tot de helft. Nu
binden we stevig een draad wol om het
kruispunt, om de hals en om de polsen.
Als het een meisje moet worden dan
knippen we de draden van onderen door
en naaien er een schortje aan van een
echt lapje. Ook kun je ze kaartjes geven
van gele of zwarte wol en willen we
ze helemaal mooi maken dan kun je
gezicht en handjes omwinden met roze
wol en ogen, neus en mond met zwarte
en rode steekjes aangeven.
Voor een jongen verdelen we de on
derste draden in tweeën en omwinden ze
bij de voeten. We kunnen aan het ge
zichtje een stukje watten plakken en
hebben dan een mannetje met 'n baard.
POPPENWIEG MET GORDIJN
We nemen een leeg sigarenkistje en
doen er het deksel af. Vier lege garen-
klosjes worden als poten onder 't bakje
gelijmd en tegen de binnenwand van de
achterkant wordt een stokje geschroefd,
waarop een dwarslatje wordt gespijkerd
daar wordt straks het gordijntje over
gehangen. Voordat je met het schroeven
begint moet je eerst in het kistje een
gaatje boren met een klein boortje.
Dan verf je de wieg met plakkaatverf
fleurig op en van kleine lapjes uit moe
ders lappendoos maak je het beddegoed.
Correspondentie
Tineke Went, Noordwijk B. Ik keek
aan de achterkant van de oplossing en
hoopte nog een briefje te vinden, maar
mis poes. Jammer Tineke ik had
zó gedacht eens een babbeltje met je te
houden.
Martien Tetteroo, Noordwijk B. Fijn
dat je altijd de krantentuin zo goed leest
en nog fijner dat je voortaan met ons
mee wilt doen. Blijft maar goed je best
doen op school. Hier is je versje:
EEN VLINDERTJE IN DE KOU
Vlindertje, vlindertje ben je daar nog?
't Wordt al zo koud nu buiten
Kom bij ons binnen, hier is 't warm
In 't zonnetje achter de ruiten.
Blijft hier van de winter maar wonen zeg
Ja. doe het! Dan krijg je als beloning
Een heel mooie bloem, want daar
slaap je toch in?
En elke dag een lepeltje honing.
PIET VOETBAL
had hij geen voetbal. Wel hoopte hij er
een voor zijn verjaardag te krijgen.
Maar nee, zijn vader had wel Iets nutti-
gers te geven. Misschien zou tante Annie
er wel een meebrengen, die zou met de
bus van 2 uur komen. Terwijl Piet nog
met zijn moeder aan het praten was,
stapte ze al binnen.
„Kijk eens Piet, wat ik voor jou in
mijn tas heb!" zei tante Annie. En wer
kelijk daar kwam een. voetbal te voor
schijn.
„Is die voor mij?" vroeg Piet "dolge
lukkig.
„Ja hoor. die is helemaal voor jou",
zei tante lachend.
Zonder te bedanken rende Piet het
huis uit. met de bal natuurlijk, en ging
zijn vriendje roepen. Al gauw waren er
ook andere jongens bijgekomen. Ze
sloegen een paar palen in de grond en
het spel begon. Eerst stond het 1—1.
maar toen ze een uur gespeeld hadden
stond het 31. De partij van Piet had
gewonnen. De groep ging uit elkaar en
ze gingen naar huis.
Maria Menken, Lelden. Ik denk ten
minste dot je in Leiden woont, want in
je brief heb je niet geschreven waar je
woont. Een prettig gezellig briefje was
het. Wanneer heeft je broertje Martien
voor de i^adio gezongen? Je hebt
fijne Vacantie gehad Maria. Ook de gi
ten aan je broertje.
groe-
Siem Zandbergen, Leidon. Leuk hoor,
dat je nog eens aan ons dacht, nu in de
herfstvacantie. Natuurlijk gaat het huis
werk voor, maar ik denk dat er toch
wel eens een uurtje zal overschieten.
Annie Duynisveld, Voorschoten. Jij
bent een flinkerd hoor om al zo'n aardig
briefje te schrijven. Je bent toch pas 7
jaar. Ook de groetjes aan allemaal.
Dag kinders, we gaan de volgende
week weer verder.
TANTE JO EN OOM TOON