Paul Speet, directeur van de K.S.O. Volwassen gebouwen tossen houten nalatenschap Leidse architecten ontwierpen klooster, ziekenhuis en kerk voor Paramaribo fPjcMemm bij. frauuiea in de WxAt MAANDAG 31 OCTOBER 1955 DE LEIDSE COURANT VIERDE BLAD PAGINA 1 heeft men in de West het voordeel, dat de wind steeds uit dezelfde hoek waait. De architecten hebben de wind als de meest welkome bezoeker van het klooster beschouwd en ook bij de bouw van de kapel voor een doorlo pend toegangsbewijs gezorgd. De bouw is geheel op de begane grond geprojecteerd. Suriname met een inwonersaantal van nauwelijks 250.000 op een oppervlakte die vier maal zo groot is als Nederland, kent geen gemeentegrens-beperkingen, waardoor de hoogbouw noodzaak wordt.. De vertrekken van de zus ters liggen aan een open galerij rond j een ruime binnenplaats. Het geheel is in het wit gehouden en heeft een speels zuiderlijk aanzien gekregen, dat echter door de sobere lijnen van de kapel van een Hollandse hand tekening werd voorzien. De zuilen werden door de Amsterdamse beeld houwer Stauthamer met fraai be werkte kapitelen gesierd. Moderne inrichting. Het nieuwe gedeelte van het zieken huis wordt in 1956 in gebruik geno men. Het totaal aantal bedden wordt hierdoor op ongeveer 150 ge bracht. In het bestaande ziekenhuis zijn er weliswaar reeds honderd in gebruik, doch hiervan zullen er een tiental voor een moderne inrichting plaats maken. Er wordt een verlos- afdeling, een babypaviljoen en een kinderafdeling opgericht, terwijl de Paramaribo. Op de voorgrond het medische outillage met een röntgen- oude gedeelte. Links en rechts de operatie en laboratorium wordt uit- Een maquette van het ziekenhuis in Passaat als welkome bezoeker Toen de koningin en prins Bern- hard j.l. Donderdag een rijtoer door de straten van Paramaribo maakten, zullen zij ongetwijfeld af en toe over de haag van toeschouwers heen een blik geworpen hebben op het gevel- front dat de meer constante omlijs ting van de straten vormt. Tussen alle min of meer conventionele houten gebouwen, wiens gevels nog de trek ken vertonen van het voorbije kolo niale tijdperk, zullen zij er enkele ontdekt hebben, die een andere taal spraken. Het zijn o.m. de gevels van het R.K. Ziekenhuis, waarvan zich 't oude alleen door het gebruik van be ton en het nieuwe gedeelte zich door de grootse vormgeving van vele an dere gebouwen in Paramaribo onder scheiden. Het nieuwe gedeelte, waaraan nu nog hard gewerkt wordt, is een schep ping van de Leidse architecten Van Oerle en Schrama. Zij zullen Parama ribo een prachtig geoutilleerd zieken huis verschaffen, dat met het aan grenzende klooster een van de fraai ste gebouw-complexen van de West genoemd mag worden. Bovendien zal er binnenkort in Paramaribo een, door de Leidse architecten gebouwde, kerk met toren aan de contouren van de stad toevoegen. Voor het echter zo ver is, verrijst er ver in het binnen land van Suriname, in" Nickerie, een modern ziekenhuis, dat eveneens op een Leidse tekentafel ontworpen is. Beton tussen hout. Ongeveer veertig jaar geleden vat te de toenmalige bisschop van Suri name, mgr. Van Roosmalen het plan op in Paramaribo een ziekenhuis op te richten, dat in alle opzichten bij de tijd was. Een Utrechts architect kwam naar de West en weldra kon met de bouw begonnen worden. De eerste wereldoorlog gooide echter roet in het eten; de benodigde bakstenen konden niet worden aangevoerd en het werk werd stilgelegd. Toen kwam er iemand op het idee om inplaats van het doorbakken bouwmateriaal beton te gebruiken. Tot verwonde ring van de Surinamers verrees er tussen hun houten woningen en de enkele bakstenen gebouwen een grij ze kolos, dat aan een stukje uit de betonmolen te voorschijn was geko men. Naarmate het uur der kolonis ten verstreek werd de behoefte aan verpleegruimte voor de inheemse be volking groter. Men zag de noodzaak in om de gezondheidszorg te vervol maken en de ziekenhuizen werden voller en voller. Het oude gebouw werd veel te klein en het gebrek aan een behoorlijke medische outillage werd steeds groter. Wind, welkome bezoeker. Enkele jaren geleden werd ten slotte besloten de verbouwing van De gevel van de kapel. het oude ziekenhuis en de uitbrei ding ter hand te nemen. Voor men echter tot handelen overging, moest ruimte gevonden worden voor 35 zusters van Liefde, die door de slopershamer van de zolder van het oude gebouw verdreven werden. Er moest een klooster komen, dat één uitbreiding en daarachter 't klooster. geheel moest vormen met het zie kenhui scomplex. Bij de bouw had men echter ook rekening te houden met klimatologi sche omstandigheden. De zon moest zoveel mogelijk buiten gehouden worden en de wind binnengehaald. Nu gebreid. Eerst zullen de nieuwe af delingen opgetrokken worden, waar na de sanering van het oude gebouw een aanvang neemt. Over de kerk, die waarschijnlijk het volgend jaar gebouwd wordt is nog weinig bekend. Het zal een klein gebouw worden dat ongeveer 200 zitplaatsen telt. MENSEN BIJ DE RADIO j Het binnenhof van het klooster. WIE AAN DE WEG TIMMERT heeft veel bekijks. En wie zich vaak voor i de microfoon laat horen heeft veel kans populair te worden. Nu willen wfj aan de populariteit van radiofiguren niet raken, 't Is immers een vreemd geval met de publieke gunst. Er zijn duizenden mensen die bewon deren wat anderen verachten en er zijn duizenden die verontwaardigd worden over wat anderen intens boeit. Men kan 't met de éne groep eens zijn of met de andere, maar tenslotte is iedereen vrij in zijn waardering en men kan niemand verbieden of gebieden 'n microfoonfiguur te adoreren. We laten dus geheel buiten beschouwing of een radioster terecht of ten onrechte wordt bewonderd of verguisd. Maar wel moet ons van het hart, dat de belangstelling voor radiofiguren toch wel erg eenzijdig is gerich't. fN HET ALGEMEEN IMMERS bepaalt men zich tot een bijzondere inte resse voor hen, wier stemmen doordringen tot de huiskamers. Dat is natuurlijk verklaarbaar en ook te billijken. Maar 't zou toch goed zijn wanneer men 't tot zich zou laten doordringen dat er, min of meer achter de schermen, nog mensen werken, die goede uitzendingen mogelijk maken; die verantwoordelijk zijn, niet voor één programma maar voor al die pro gramma's, die er dag in dag uit, week na week, maand na maand door de aether gaan. 't Ware te wensen dat men besefte dat een radio-omroep 'n enorm stuk organisatie is en dat die organisatie alleen maar in stand kan worden gehouden door mensen van formaat. Men moet een man van ontwikkeling zijn, een man met helder inzicht en met kennis van zaken om een leidersrol te kunnen spelen in zo'n organisatie. Zulke mensen bezit de K.R.O. in zijn voorzitter prof. Kors, in zijn programma-leiders Toon Rammelt, mr. W. Wagenaar en Th. Meester, maar vooral ook in zijn direc teur, de heer Paul Speet. het werk in een handomdraai is ge schied. Men neme alleen maar eens het directeurschap van de K.R.O. Als directeur beheert de heer Speet alle financiële, economische, techni- «:he en personeelszaken van de Kath. adio Qmroep, zoals Prof. Kors als voorzitter het programa beheert. Die financiële en economische taak brengt mee de verantwoordelijkheid voor een groot bezit. Men denke in dit ver band maar eens aan de studio's er materialen. Zo'n verantwoordelijk heid drukt zwaar. Maar daar komt nog bij, dat een voortdurende waak zaamheid wordt geëist. Een directeur dient steeds op de hoogte te blijven van de technische ontwikkeling; wan neer hij althans wil bereiken dat zijn bedrijf up to date genoemd kan wor den. Daarom moet hij kennis nemen van alle technische snufjes en, wan neer het in het belang van het bedrijf is, ook aankopen doen. Een van de belangrijke dingen, die ook ond°r de verantwoordelijkheid van de direc teur vallen, is de huidige uitbreiding en verbouwing van de K.R.O.-studio. Men moet daar niet te licht over den ken, want deze hoogst noodzakelijke uitbreiding brengt enorme kosten met zich mee. Het werk, waarmee enkele jaren gemoeid zijn, vraagt honderdduizenden guldens en men kan zich indenken dat het geen draagbare apparatuur, die wordt ver voerd in 'n auto'tje, dat door een chauffeur kan worden bediend. Die nieuwe apparatuur betekent hoe wel de grote wagens niet helemaal kunnen verdwijnen een belangrijke besparing. Maar de aanschaffing vraagt weer veel geld. En nu is het wel waar, dat de Ned. Radio Unie de kosten van de aanschaffing draagt, maar de omroepen moeten van de apparatuur profiteren en dus is het logisch dat van de directeuren, die qualitate qua in het bestuur van de N.R.U. zitting hebben, het initiatief moet uitgaan. En het initiatief van de heer Speet heeft al tot tal van belangrijke verbeteringen geleid, die de uitzendingen en dus ook het luisterend publiek ten goede komen, Salarisvraagstuk. DIJ SOMMIGE MENSEN SCHIJNT nogal eens de mening te heersen, dat directeuren van grote instellingen lieden zijn, wier enige taak het is anderen voor zich te laten werken, terwijl zij, een dure sigaar rokend, slechts het resultaat van het werk hebben af te wachten, om het daarna te kunnen afkeuren. Wij weten niet of er in werkelijkheid zulke direc teuren bestaan, maar wel weten wij zeker, dat de heer Speet in geen ge val zo'n directeur is. Want als er één ding is, waarover men zich leven dig kan verbazen, dan is het de on vermoeide werkzaamheid van de heer Paul Speet. Leidende functies in het radio-bedrijf eisen de gehele mens. Maar de heer Speet volstaat niet met één functie. Behalve directeur van de K.R.O. is hij immers ook directeur van de Kath. Radio Gids, commis saris in het bestuur van de Ned. Radio Unie, belast met de financiële en economische zaken, bestuurslid van de Ned. Televisie Stichting, vertegen woordiger in het Bureau Catholique de Radiodiffusion et Television, lid van diverse commissies en betrokken bij de oplossing van tal van radio- problemen. ALS DIRECTEUR FN NU MOET MEN NIET DENKEN dat dit ere-baantjes zijn, waarbij sinecure is er zorg voor te moeten dragen, dat elke cent goed en nuttig wordt besteed. kort geleden een herziening en gelijkschakeling van salarissen van Maar die taak is bij de heer Speethet omroepnpersoneel is tot stand in goede handen en men kan er van gekomen. Bij die salaris-herziening opaan, dat straks, wanneer 't werk heeft de heer Speet ook een belang- gereed is, de K.R.O. zal beschikken j rijke rol gespeeld. En men moet zeg- over een goed- geoutilleerd studio-1 gen, dat hij een zeer moeilijke kwestie gebouw en behoorlijke kantoor-1 tot veler tevredenheid heeft opgelost, ruimten, degelijk en naar de mo- Want de salariëring van het omroep- derne eisen ingericht, een gebouw i reportagewagens door kleine de grootste Nederlandse Omroep organisatie waardig. En nu we het toch over geld en vernieuwing heb ben, willen wij nog even de brand personeel was inderdaad een zeer moeilijke en in vele gevallen een bijna netelige kwestie. De omroepen hebben immers vele mensen in dienst Het leek ons een aardige ge dachte om in een serie reporta ges iets meer te vertellen van de personen, die dagelijks, althans op geregelde tijdstippen, via de Kath. Radio Omroep met hun stem de huiskamers binnen ko men van de velen, die aan hun radio-toestel plegen te luisteren. Iedereen kent hun stemgeluid, doch weinigen kennen de per soon, die de drager is van die stem. Anderen brengen via de microfoon hun geestesproducten geregeld in de programma's; ook van hen is het interessant iets naders te weten. Bovendien is een kijkje achter de schermen van het grote apparaat, dat ons zovele dagen en avonden weet bezin te houden, niet van belang ontbloot. Wij beginnen met de heer Speet, de directeur, de man, op wie de zorg voor de dagelijkse gang van zaken bij de K.R.O. op de schouders rust. in de K.R.O.studio in herinnering met merkwaardig uiteenlopende capa- brengen. Zoals men weet, vernielde die brand het dak. Er moest dus een nieuw dak komen. Maar dat studiodak is een dubbel dak met 'n tussenruimte zó hoog, dat iemand er rechtop kan lopen. Dat is nodig omdat in^ deze ruimte de buizen voor de luchtverversing enz. liggen, die bereikbaar moeten zijn bij eventuele reparatie-werkzaamhe den. De vernieuwing van dat dak kostte alleen al 120.000. Het is geen wonder dat de directeur even zorgelijk heeft gefronsd toen die reparatie-rekening werd gepre senteerd. En misschien vinden zij, die zich plegen af te vragen „wat de Omroepverenigingen toch doen met al dat geld dat binnenstroomt", een bevredigend antwoord in zo'n reke ning. INITIATIEF I IET RADIO -BEDRIJF HEEFT zich in de loop van de jaren sterk ontwikkeld. Het ontwikkelt zich nog steeds. Het nijpend tekort aan studio ruimte is daar een bewijs van. Maar ook de technische ontwikkeling die er parallel mee loopt, heeft tal van vernieuwingen nodig gemaakt. Die ontwikkeling en vernieuwing demon streert zich heel duidelijk in de ge leidelijke vervanging van de grote citeiten. Die mensen voldoen op de door hun ingenomen plaatsen voor treffelijk, maar zij zijn niet of nauwelijks in een bepaald schema te vangen. Het bezit van acten of be voegdheden kon daar niets aan ver anderen. Men kreeg daardoor on zuivere toestanden. Een sprekend voorbeeld vormden bijvoorbeeld de onderwijzers. De omroep heeft tal van mensen met onderwijs-diploma aangetrokken. Nu was het zo, dat na de herziening van de onderwijzers- salarissen, de onderwijzers meer ver dienden dan bepaalde omroepfunc- tionarissen met onderwijsbevoegd heid, hoewel deze mensen een meer verantwoordelijke positie bekleedden en er ook veel meer van hen werd geëist. Die functionarissen ontvingen dus minder dan wanneer zij voor de klas hadden gestaan. Dat zij desondanks de omroep trouw bleven siert deze functionarissen. Het is een bewijs van de liefde voor hun taak. Maar aan de onjuistheid van de toestand veranderde het niets. Het zal echter duidelijk zijn dat de oplossing van het salarissenvraagstuk een kwes tie is geweest die heel wat hoofd- tegen het bedrijfsleven, dat niet ge bonden is aan diploma's en bevoegd heden. Maar de oplossing is tenslotte gekomen en de tevredenheid van de K.R.O.-medewerkers is een bewijs, dat de heer Speet ook hier weer voor treffelijk werk heeft gedaan. Invloed op programma? WIJ HEBBEN WEIL EENS de vraag horen stellen of de directeur ook invloed kan uitoefenen op het programma. Het' radioprogramma im mers is de zaak van de programma leiding en in de laatste instantie van de K.R.O. voorzitter prof. Kors. Toch zou 'n zekere invloed van de direc teur niet onmogelijk zijn. De direc teur beheert namelijk de financiën en naast het budget voor het vaste personeel is er een budget voor mede werkers aan de programma-uitvoe ring. Door het laag houden van het bedrag voor de medewerkers en door het nietbeschikbaar stellen van vol doende gelden voor geprojecteerde bijzondere uitzendingen zou de direc teur dus een remmende invloed kun nen uitoefenen. Maar het moet, alweer tot eer van de heer Speet, worden gezegd, dat men nooit iets van een remmende invloed in goede zaken heeft bespeurd. En dat is begrijpelijk. Want de heer Speet is niet alleen een voortreffelijk directeur met grote ervaring en zeer scherp inzicht, hij is bovendien een K.R.O.-man, die met heel zijn hart hangt aan de eigen Katholieke Om roep en die er naar streeft die om roep aan de spits te houden. Hij is de oudste getrouwe, de laatste man van het eerste uur. Hij was de vriend van de onvergetelijke stichter pastoor Perouin, die hij hielp in de eerste moeilijke jaren en die hij trouw bleef. Hij is een belangrijk bouwer geweest, die mede de fundamenten heeft gelegd. Oudere luisteraars, die die jaren nog niet vergeten zijn, herinneren zich ongetwijfeld, dat de heer Speet toen als omroeper fungeerde. Zij zul len zich ook herinneren hoe de heer Speet elk jaar opnieuw het publiek verbaasde door zijn talenkennis. Want als het Nieuwjaar was inge gaan en pastoor Perquin zijn toe spraak had gehouden kwam de heer Speet voor de microfoon en sprak zijn gelukwensen uit in onberispelijk Frans, Duits, Engels, Saaans, Italiaans, Pools en Russisch. Een prestatie, die respect afdwong. Hoogste plaats. ¥"VE HEER SPEET SPREEKT die U internationale wensen niet meer uit. Maar zijn talenkennis heeft hem gemaakt tot de ideale K.R.O.-ver- tegenwoordiger op buitenlandse con gressen en vergaderingen, waar hij met het meeste gemak discussieert over de talrijke problemen. De microfoon is hij ontrouw ge worden en het gebeurt nog maar zel den dat de luisteraars zijn stem in de huiskamer horen. Hij vond een andere plaats, de hoogste plaats. En vanaf die plaats leidt hij het bedrijf, dat hij hielp opbouwen en dat hij groot maakte, maar dat voor hem, ondanks zijn zakelijke beslommerin gen, pas op de tweede plaats een be drijf is en op de eerste plaats een Katholieke instelling, een stuk Katho lieke cultuur, waarvoor hij op de bres brekens heeft gekost, ook al omdat staat. Hij, Paul Speet, de energieke het heel moeilijk is te concurreren directeur en sterke principiële mens.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 12