De verzetsstrijd vereeuwigde zijn naam, maar
brak zijn gezondheid
Benoeming tot Bisschop rukte
hem uit geliefde studiekamer
KARDINAAL DE JONG OP DE BRES VOOR HET RECHT
Reeds in 1936 verbood hij
lidmaatschap van de N.S»B»
Geroepen» geen geboren kampioen
Eerste Amelander, die na de
Hervorming priester werd
De Kardinaal met zijn Bisschoppen
DF. LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA I
Toen op 29 Mei 1951 Kardinaal de Jong aan alle gelovigen mededeelde,
dat hij voornemens was zijn taak over te dragen aan de nieuwbenoemde
aartsbisschop-coadjutor Mgr. B. J. Alfrink, werd een streep gezet onder
een leven van grote verdiensten voor de Kerk van ons land, maar ook
voor de gehele Nederlandse natie. Meer nog, het neerleggen van het ambt
betekende, dat Kardinaal de Jong zijn krachten had opgebruikt in dienst
van deze grote belangen. En dat is een van de bijna zekere voortekenen,
dat hij in de geschiedenis bijna uitsluitend als de held van het verzet zal
zal worden beschouwd, hoezeer hij zich ook verdiensten op het gehele ge
bied van de zielzorg en het kerkbestuur in Nederland en van de weten
schap heeft verworven. Toen hij op 8 Februari 1936 het ambt aanvaard
de, stond Nederland midden in de onzekere tijden, waarin levensbeschou
wingen met elkander vochten om het bezit van een meerderheid onder het
volk en waarin de dreiging van oorlog geheel Europa in haar greep gevan
gen hield. Maar de aartsbisschop had zijn standpunt reeds bepaald toen hij
als seminarie-professor zijn handboek der kerkgeschiedenis schreef. Daarin
heeft hij duidelijk de principiële bezwaren van het christendom tegen fas
cisme en nationaal-socialisme uiteengezet en gewezen op hun gevaren.
de aandacht van de gelovigen ge
vraagd voor een mogelijke school
strijd, maar de telkens getroffen
maatregelen der Duitsers waren
juist beneden de maat om er een
groot conflict om te beginnen. Hij
toonde zich niet alleen doortastend,
doch ook voorzichtig en wijs. Dag in
dag uit had de aartsbisschop te ma
ken met maatregelen van de Duit
sers, die het katholieke organisatie-
leven trachtten af te breken; het
Werkliedenverbond, de onderwijzers,
de boeren en tuinders, de artsen, de
ziekenfondsen, hadden zware aan
vallen te verduren. In alles gaf Mgr.
de Jong leiding aan de om raad vra
gende gelovigen. Het ene protest na
het andere kwam bij de Duitsers bin
nen; het succes was wisselend. Maar
in ieder geval was het hun meer dan
duidelijk dat zij met de macht van de
aartsbisschop en met zijn verzet re
kening hadden te houden.
Rotsvaste houding
De eerste vruchten van deze wijze
kennis plukte Nederland, toen op 6
Mei 1936 in het toen nog democra
tisch geregeerde land een brief van
het Episcopaat verscheen, dat ver
schillende angstig zoekenden en weife
lenden de nodige aanwijzingen ver
strekte. Aan katholieken die de
N.S.B. in belangrijke mate steun ver
leenden, werd verboden de Sacra
menten toe te dienen. Hiermede was
voor ieder zonneklaar bewezen, wel
ke houding men als katholiek had
aan te nemen.
Het werd duidelijk dat toen de oor
log binnen onze grenzen ten einde
was en het Nederlandse gezag nog
slechts door enkele ambtenaren
werd vertegenwoordigd, het volk vol
Verwachting opzag naar de geestelij
ke leiders van ons land, dat waren
o.a. de katholieke bisschoppen. Deze
van him kant wisten van stonde af
wat er op het spel stond en zij waren
voorbereid. Zij waren beter voor
bereid dan het Duitse episcopaat, dat
onder moeilijke omstandigheden een
modus vivendi had moeten zoeken en
deze helaas niet gevonden had. Van
daar dat, zoals ook van de Aartsbis
schop te verwachten viel een com
promis-houding allerminst die van
het episcopaat zou zijn. Maar de
houding is meer dan dat geweest, zij
is er een geworden van troost en
bemoediging, van strijdvaardig ver
weer, van hulp en bijstand aan al
len die in nood verkeerden.
Publicatie verboden
De eerste bemoedigende woorden
weerklonken uit het herderlijk schrij
ven van 26 Mei 1940, waarin de ka
tholieken tot eendrachtige samen
werking bij de opbouw van het land
werden aangespoord. Nog geen
maand waren de Duitsers in ons
land of het beroep op de Maliebaan
begon reeds proporties aan te nemen.
Pers en radio, de door de machtheb
bers zo hoog gewaardeerde propa-
ganda-middelen kregen allerlei kwa
lijke opdrachten, waaromtrent zij
reeds in zekere mate in gewetens
conflict kwamen. Binnen enkele
maanden waren er reeds zoveel pro
blemen gerezen, dat in November
een aantal richtlijnen in een nieuwe
brief bekend werden gemaakt. Maar
daarvan verboden de Duitsers publi
catie. In plaats van zich nn gelaten te
gedragen, gingen de bisschoppen die
per op de zaak in. Op 16 December
had de Aartsbisschop een aantal theo
logen bij zich genodigd om met hem
de afwijzing van het nationaal socia
lisme tot de kern te bespreken. Het
resultaat vernamen de katholieken na
enkele weken, toen voor katholieken
een algeheel verbod volgde lid van
de nationaal-socialistische organisatie
en hun mantelorganisaties te zijn.
Titus Brandsma vertrouwensman.
De sterke positie, die de geestelij
ke leiders in ons land automatisch
verkregen en die niet alleen bij ka
tholieken, maar ook bij de protes
tanten aan het licht kwam, leidde er
toe dat een gemeenschappelijke band
werd geschapen, het Interkerkelijk
Overleg geheten. Intussen bleven ver
schillende problemen voor de katho
lieken alleen van urgentie. Het begon
bij de radio. De aartsbisschop had te
genover de voorgestelde maatregelen
van de Rijkscommisaris zulk een po
sitieve en afwijzende houding aan
genomen, dat deze de KRO op 12
Maart ophief. In de strijd om de
katholieke pers, die gelijktijdig ont
staan was heeft de aartsbisschop een
belangrijke rol gespeeld, vooral toen
in 1942 de toestand critiék werd
door het verplicht opnemen van nat.
socialistische propaganda. De veel
vereerde moderator der katholieke
journalisten pater Titus Brandsma
O.Carm., is in deze de vertrouwens
man van de aartsbisschop geweest.
Zijn activiteit om eenheid van han
delen onder de dagbladen te bewerk
stelligen heeft hem de haat van de
Duitsers op de hals gehaald en ten
slotte zijn dood veroorzaakt. De
aartsbisschop heeft veel weet gehad
van de marteldood, die deze ijverige
priester heeft moeten ondergaan.
Raad in alle omstandigheden.
Ook was de aartsbisschop reeds in
1941 in heftig verzet gekomen te
gen de salariskorting aan religieuze
onderwijzers en- onderwijzeressen,
maar het ogenblik voor een school
strijd achtte hij niet gekomen. Wel
heeft (hij met de andere bisschoppen
Veroordeling deportaties.
Daar waren ook zaken van a
meen belang, die tegen de katholieke
beginselen indruisten; de Jodenver
volging, de mensenroof en deporta
ties. JJiemand behoefde hierin om
raad te komen vragen, de bisschop
zelf nam het initiatief, protesteerde
bij de Duitsers en gaf er kennis van
aan de gelovigen. De aartsbisschop
ging verder en gaf in een besloten
conferentie voor ambtenaren op 26
April 1942 te kennen, dat Nederland
se ambtenaren geen verantwoorde
lijkheid mochten nemen in het weg
zenden van Nederlanders naar Duits
land. Daarop bleken 20 van de 28
directeuren van arbeidsbureaux be-
heid hun functie neer te leggen.
Geschiedschrijver
maakte zelf
geschiedenis
De jacht op de studenten, welke
de Duitsers intussen hadden georga
niseerd, bleek een nieuwe zorg voor
de Aartsbisschop te zijn. Ook hier
hield hij strak vast aan beginselen
en week noch voor Van Dam, secre-
taris-gieneraal van onderwijs, noch
voor de Rijkscommissaris. Als voor
zitter van de St. Radboudstichting,
deed hij de Katholieke Universiteit
van Nijmegen in April 1943 sluiten,
welk voorbeeld werd gevolgd door de
Katholiek Economische Hogeschool te
Tilburg. Toen twee jaren later de
mensenroof op nog veel grotere
schaal werd voortgezet, hebben de
bisschoppen zich in het Interkerke
lijk Overleg opnieuw met protesten
tot de Duitse autoriteiten in ons land
gewend en him gewezen op het
schandelijke van het optreden.
Steun slachtoffers verzet.
Wanneer de Aartsbisschop zich dus
moedig verdediger tegenover de be
zetter heeft doen kennen, die ener
zijds niet van wijken wilde weten,
waar de katholieke beginselen in het
gedrang kwamen, anderzijds echter
voldoende diplomatiek wist op te tre
den, dan moet er toch ook op wor
den gewezen dat hij zich niet tot een
defensieve houding heeft beperkt. In
tegendeel te zamen met andere bis
schoppen en in enkele gevallen sa
men met de protestantse kerken van
ons land, zijn positieve vormen in het
leven geroepen om de slachtoffers
van het verzet te steunen.
Het was immers een bekend ver
schijnsel, dat velen, die om princi*
piële redenen hun functies verlieten,
daarmede ook brodeloos geworden
waren. Het was voor het kerkelijk
gezag een ereplicht deze mensen ma
terieel te hulp te komen. In overleg
met de aartsbisschop, Mgr. v. Schaik
en de heer A. C. de Bruyn, voorzitter
van het Werkliedenverbond is het
idee geboren, de reeds ingestelde
collecte voor Bijzondere Noden te
gebruiken voor gedupeerden. Deze
instelling is een geweldig succes ge
worden. want men schat dat er in de
oorlogsjaren meer dan 15 millioen
gulden bij elkaar gecollecteerd is
voor de Bijzondere Noden.
Wendt u tot Londen
Daarnaast is nog de Hulpactie bij
oorlogsgeweld in het leven geroepen
v/aaraan de aartsbisschop in 1944
zijn uitdrukkelijke medewerking ge
geven heeft door een collecte er voor
uit te schrijven. Een ingrijpen van
het episcopaat bleek nodig toen in de
hongerwinter van 1944'45, de boe
ren weigerden verder voedsel te le
veren aan de autoriteiten en ieder
alles voor zich behield. Ir. Louwes,
de vGedselcommissaris, sprak mét de
Aartsbisschop en een opwekking van
de preekstoelen volgde om af te le
veren en te varen.
Var. rijden werd niet gesproken,
want de grote spoorwegstaking, die
was uitgebroken op last van de Ne
derlandse regering, bleef voortdu-
Een poging van Duitse zijde om
Mgr. de Jong voor het Duitse karre
tje te spannen en de spoorwegman
nen te bewegen weer aan het rijr
den te gaan, mislukte. „Voor ophef-
fing_ van die staking moesten de
Duitsers zich maar 'met de Neder
landse Regering in Londen in ver
binding stellen", antwoordde de
aartsbisschop.
Koninklijk Huis eert Kardinaal.
Zijn manmoedig en grootse gedrag
heeft de Kardinaal zoals men weet
enige hoge onderscheidingen bezorgd,
niet alleen van kerkelijke zijde, ook
vanwege het staatsgezag. Dit brengt
ons tot de meer intieme verhouding,
welke door het verzet tussen het Ko
ninklijk Huis en de Kardinaal ge
groeid is.- Reeds terstond na de be
vrijding heeft Prins Bernhard zich
naar de Maliebaan te Utrecht bege
ven Om de Aartsbisschop de gevoe
lens van <?e Koninklijke familie je
gens hem tot uitdruiddng te bren
gen. Deze ontmoeting is een begin
geworden van steeds hartelijker
wordende verhouding. Na korte tijd
nodigde H.M. Koningin Wilhelmina
de kardinaal samen met Ds. Grave-
meyer uit tot een lunch in Ulvenhout,
waar zij verbleef. Een gesprek van
onvergetelijke waarde voor Konin
gin en Aartsbisschop heeft zich toen
ontwikkeld.
Na het aftreden van Wilhelmina,
is de band tussen de tegenwoordige
Koningin en de Kardinaal sterker
aangehaald. Reeds op de dag van
zijn kardinaalsbenoeming namen Ju
liana en prins Bernhard hun auto en
gingen de kardinaal persoonlijk ge
lukwensen. Herhaaldelijk heeft de
kardinaal in de latere jaren paleis
Soestdijk bezocht en vergat nooit
voor de kinderen een klein geschenk
BETER
ZIELZORGER
DAN FIETSER
In 1911 werd Dr de Jong assis
tent in de parochie van de H.
Franciscus Xaverius van het
Amersfoortse 't Zandt, waar hij
behalve de zielzorg ook fietsen
leerde. Zijn mede-kapelaans wa
ren toen unaniem van mening,
dat hij de praktijk van de ziel
zorg gauw genoeg door had,
maar dat hij wel nooit behoor
lijk zou fietsen. Dat is niet waar
Sebleken, want zelfs kapelaan
e Jong kon zij het dan na
een lange oefenperiode be
hoorlijk met het Nederlandse
nationale vervoermiddel om
gaan. Kapelaan van Dijk, zijn
fiets-promotor in de jaren voor
de eerste wereldoorlog, heeft
echter nog lang over het „ge
stuntel" grappen gemaakt. Ook
later heeft dr de Jong aanleiding
gegeven tot hilariteit.
Toen hij tot professor aan het
Groot-Seminarie van Rijsenburg
benoemd was, gaven de studen
ten hem om zijn voorliefde voor
wandelen de bijnaam „De Poot",
onder welke naam hij jarenlang
bekend bleef.
Als professor was hij vrij saai.
Hij dicteerde de studenten on
noemelijke hoeveelheid feiten
en data. Maar wanneer bleek,
dat een student bijzondere in
teresse voor het kerkgeschiede
nis had, dan leerde deze student
zijn leraar eigenlijk pas kennen
als iemand, the een vurige lief
de voor het vak bezat en graag
en altijd bereid was om te hel
pen.
gedurende de oorlogsjaren als 'n man- mee te brengen.
Fabelachtig geleerd
Kardinaal de Jong werd op 10
September 1985 als eerste zoon uit het
huwelijk van de bakker Jan de Jong
en Catharjpa Mos terman te Nes op
Ameland geboren. Nog vijf zoons en
twee dochters zijn later uit dit huwe
lijk geboren, van wie er drie tot het
H. Priesterschap zijn geroepen en één
dochter de religieuse staat omhelsd
De Kardinaal temidden v.^n zijn Bisschoppen. Een foto, genomen ter gelegenheid van het Axomstaffeest
in 1953. Van links naar rechts: mgr. Baeten, Bisschop van Breda; mgr. Huibers, Bisschop van Haarlem; mgr.
Alfrink, Aartsbisschop-coadjutor van Utrecht; Kardina al De Jong, Aartsbisschop van Utreoht; mgr. Mutsaerts,
Bisschop van 's Hertogenbosch; mgr. Lemmens, Bissch op van Roermond; mgr. Hansen, Coadjutor v. Roermond.
„EEN GEROEPEN, GEEN GEBOREN KAMPIOEN", ZO HEEFT PROF.
DR. G. BROM DE KARDINAAL GETYPEERD TIJDENS DE VERGADE
RING IN TIVOLI TE UTRECHT OP 28 FEBRUARI 1946 T.G.V. DE KAR
DINAALSVERHEFFING VAN DE AARTSBISSCHOP. DEZE TYPERING
IS EVEN KERNACHTIG ALS JUIST, WANT DE TALENTEN VAN KAR
DINAAL DE JONG LAGEN NIET IN HET DEMONSTRATIEVE EN NIE
MAND VAN ZUN VROEGERE MEDE-STUDENTEN EN MEDE-PROFES
SOREN HEBBEN OOIT GEDACHT, DAT DE GENIAAL KNAPPE, MAAR
BESCHEIDEN JAN DE JONG NOG EENS ZOU UITGROEIEN TOT DE
ONBETWISTBARE LEIDER VAN HET NEDERLANDSE KATHOLIEKE
VOLK IN OORLOGSTIJD. KARDINAAL DE JONG HEEFT ZELF EENS
GEZEGD, DAT HIJ HET BISSCHOPSAMBT EEN ZWARE LAST VOND
EN HET NIMMER HAD GEAMBIEERD. ZO IS HET! ZUN UITVERKIE
ZING TOT AARTSBISSCHOP KA.f SLECHTS GEZIEN WORDEN ALS
EEN RECHTSTREEKS INGRIJPEN VAN DE GODDELIJKE VOORZIE
NIGHEID, DIE HEM UIT ZUN GELIEFDE STUDEERVERTREK RUKTE
EN DWONG ZUN GROTE, GEESTELUKE GAVEN IN DIENST TE STEL
LEN VAN NEERLANDS KATHO LIEKEN, ZELFS VAN DE GEHELE
NATIE.
heeft. Verschillende van hen leven
thans nog.
Pastoor Otto Antonius Scholten, die
meer dan een halve eeuw, n.l. van
1859 tot 1911, de herderstaf voerde
over de enige Katholieke parochie,
die Ameland rijk is (32% van de
eilandbewoners is Katholiek, een zeer
hoog percentage voor dit gebied in
het uiterste Noorden van ons land)
was er terecht zeer trots op, dat
zijn eiland geroemd werd, als een
oase van het Katholicisme in het
Noorden.
Hij voelde echter scherp, dat er
iets aan die glorie ontbrak. Sinds de
Hervorming was geen Amelander
meer priester gewijd. Met grote
vreugde in zijn hart nam hij dan ook
op een zonnige Septembermiddag af
scheid van zijn eerste seminarist, Jan
de Jong, de oudste zoon van een van
de beste Katholieke gezinnen uit
zijn parochie, die voor zijn lagere
studies vertrok naar Culemborg.
Dank zij de goede vooropleiding, die
pastoor Scholten de jonge Amelan
der had gegeven en misschien ook
wel dank zij zijn bijzonder goede ver
stand, kon Jan de Jong direct in de
tweede klas geplaatst worden. Zon
der enige strubbeling doorliep hij
het klein-seminarie en studeerde
daarna te Rijsenburg aan het groot
seminarie.
Sterke verhalen.
Niet alleen in Culemborg, maar
ook in Rijsenburg onderscheidde Jan
de Jong zich van zijn medeleerlingen
door zijn helder begrip en ernstige
studiezin. Vooral in Rijsenburg de
den sterke verhalen de ronde over
de fabelachtige geleerdheid en
heel bijzonder over het sterke ge
heugen van de stoere Amelander.
Onder leiding van zijn professoren
van Hinsberg, Anno de Jong, Knuif,
Fortmann, Janssen, van Oppenraay,
de directeuren Rijnbout en Hartmann
ontwikkelde hij zijn grote talenten.
Voor zijn kameraden was hfj vanaf
het begin een voortrekker en een
vraagbaak, maar bovenal een goed
vriend, op wie zij konden rekenen.
Typerend is, wat een van zijn klas
genoten, terugdenkend aan deze tijd
van studie en vorming, ter gelegen
heid van zijn veertigjarig priester
feest over hem schreef:
„Men zegt wel eens, dat iedere
klas min of meer zijn eigen stem
pel draagt, dat dikwijls door enkele
persoonlijkheden daarop gedrukt
wordt; zeker i6, dat de kardinaal
een gezegende invloed heeft gehad
eh dat hij er heeft toe bijgedragen,
zo niet het stempel van wetenschap
pelijkheid, dan toch van eerlijk
heid, eenvoud en vriendschap erop
te drukken".
Oproep om
financiële steun
Hoewel pastoor Scholten reeds 71
jaar was toen „zijn" seminarist naar
Culemborg, vertrok, was het zijn vu
rig verlangen nog de dag te beleven,
waarop de eerste Amelander na de
Hervorming priester zon worden ge
wijd. Hij heeft het inderdaad beleefd.
Op 15 Augustus 1908 werd voor de
eerste maal sedert 1517 in de Metro-
politaankerk te Utrecht tegen een
zoon van Ameland gezegd „Tu es sa-
cerdos in aeteraum".
Geheel het eiland leefde mee met
dit zo vreugdevolle feit. Reeds maan
den tevoren, was pastoor Scholten
druk doende met het treffen van ult-
gebeide voorbereidingen om de ko
mende H. Mis van de neomist tot een
onvergetelijke gebeurtenis te maken.
Het kerkje van St. Clemens, waar
in Jan de Jong zijn eerste H. Mis op
droeg, was door pastoor Scholten zelf
gebouwd. Hoewel hij hiertoe indertijd
de toestemming van de kerkelijke
overheid had, kon de bouw van
het nieuwe kerkje eerst geen door
gang vinden, daar de parochianen
geen geld genoeg bijeen konden bren
gen. Eerst een oproep in de „Tijd" om
financiële steun maakte de bouw mo
gelijk. Langs het Burenpad, de weg
naar Buren, een van de drie andere
dorpen op Ameland, ontwierp nie
mand minder dan de beroemde Cuy-
pers de St. Clemens, het sieraad van
het eiland. In 1878 was het kerkje
klaargekomen en dertig jaar later
droeg er voor de eerste maal een
Amelands priester zijn eerste H. Mis
Op; een priester, die vele jaren later
als kardinaal-aartsbisschop bezit zou
nemen van de prachtige San Cle
mente te Rome, hem als titelkerk
door de H. Vader toegewezen.
Sober verslag.
Over de luisterrijke gebeurtenis
van de eerste H. Mis van Jan de
Jong, vindt men in het parochieboek
het volgende sobere verslag:
„Heden droeg de Weleerw. Heer
Jan de Jong uit Nes zijn eerste H.
Offer plechtig in ons kerkje op,
geassisteerd door de Zeereerw. de
ken A. J. Aukes als diaken, de
Weleorw. heer Carmeliet Bernar-
(Vervolg pagina. 2.)