DE STER VAN DE WEEK met melk meer mans %em A Ook St. v. cL Arbeid wijst algemene loonronde af Spoelknecht sloeg collega dood en wordt krankzinnig verklaard Rijwielkartel aangepakt Exploderende bromfiets bracht zware verwonding ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1955 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 3 SP Publicatie Nederlands Zulvelbureau, 's Gravenhoge 29 Vacantietoeslag 4 pet. De Stichting van de Arbeid waar in zowel werkgevers als werknemers zijn verenigd, heeft de regering doen weten, dat zij het regeringsstand punt tot afwijzing van een algemene loonronde deelt. Dit om de rust in lonen en prijzen te handhaven. Ook een bedrijfstaksgewijze in te voeren loonsverhoging wordt afge wezen, zeker zolang het rapport van de Sociaal-Economische Raad hier over niet ontvangen is. De Stichting van de Arbeid heeft Vrijdagmorgen over haar standpunt beraadslaagd en het resultaat hier van in een schrijven aan de regering vastgelegd. Met de regering wil de Stichting de S.E.R. uitnodigen tot het uitbren gen van een speciaal rapport over de toekomstige loonpolitiek op langere termijn, waarin de gevolgen van een nieuwe huurverhoging na de verkie zingen van 1956 en van de invoering der algemene ouderdomsverzekering verdisconteerd zullen moeten we zen. Vacantie. Het bedrijfsleven kan, aldus ver volgt de Telegraaf, in het algemeen meegaan met de door de regering geopperde verhoging van de vacan- tietoeslag van 2 tot 4 pet. van het jaarsalaris en van het aantal vacan- tiedagen van volwassen werknemers, zodat deze negen aaneengesloten va- cantiedagen en zes snipperdagen zul len krijgen. Dit dient evenwel ter beoordeling van het College van Rijksbemidde laars alleen ingevoerd te worden in bedrijven, waarin Werkgevers en werknemers het hierover met elkaar eens zijn, wanneer er geen prijsver hogingen te duchten vallen van deze met een 3 pet. loonsverhoging gelijk te stellen verruiming en wanneer dit in nieuwe c.a.o.'s wordt vastgelegd. Een bericht, door de N.C.R.V. om geroepen, als zouden de werkgevers de mogelijkheid van een welvaarts- Het zilveren jubileum van het eerste bedrijfspensioenfonds in ons land, nl. dat van het Grafische Be drijf eind vorig jaar gevierd met een reis van de ruim 2590 gapension- neerden met hun echtgenoten naar d( hoofdstand en een uitkering van een extra-week pensioen is aanleiding geweest voor de pensioentrekkers het bestuur van de Grafische Bedrijf- fondsen te Amsterdam een huldeblijk aan te bieden. In het gebouw van de fondsen aan de De Lairessestraat te Amsterdam is gisteren in de hall een reliëf van de beeldhouwer Jan Wolkers onthuld en namens de gepensionneerden aan het bestuur overgedragen door de heer A. Jannink uit Amsterdam. De plaquette beeldt in reliëfwerk een man uit, die aan een op een bank zittende vrouw een kind overgeeft. De beeldhouwer heeft hiermede tot uitdrukking willen brengen de totale vitaliteit van de Grafische Bedrijfs fondsen te behoeve van de mensen werkzaam in de grafische bedrijven en hun gezinsleden. Onder het beeld houwwerk is een plaat aangebracht, waarop staat gegraveerd: „Aangebo den door de gepensionneerden ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de pensioenvoorziening in de gra fische bedrijven 4-ll'-19,2i94-11-1954". gratificatie overwegen voor bedrij ven, waar de winstpositie gunstig is, is uit de lucht gegrepen. Zulk een voorstel van een extra- uitkering voor eenmaal aan arbei ders in florerende ondernemingen, is dan ook naet aan de orde geweest in de jongste Stichtingsbestuursverga dering. PROF. DR. L. TINBERGEN OVERLEDEN Prof. dr. L. Tinbergen, hoogleraar in de beschrijvende dierkunde aan de R.U. te Groningen, is Donderdag middag op 39-jarige leeftijd plotseling overleden. Lukas Tinbergen, die op 7 Septem ber 1915 te Den Haag geboren werd, studeerde van 19331939 te Leiden. Hij was daarna werkzaam aan het Zoölogisch station te Den Helder, bij de stichting Vogeltrakstation Texel en aan het instituut voor toegepast biologisch onderzoek in de natuur te Oosterbeek. In 1946 promoveerde hij aan de Leidse universiteit op het proefschrift, getiteld „De sperwer als roof vijand van zangvogels". .In 1949 werd hij benoemd tot lector in de be schrijvende dierkunde aan de Gronin ger universiteit. Op 1 Januari 1954 volgde zijn benoeming tot gewoon hoogleraar. KINDEREN NAMEN GIFTIGE TABLETTEN UIT VUILNISEMMER. De commissaris van politie te De venter maakte gisteren bekend, dat door schoolkinderen in de binnen stad van Deventer, uit een vuilnis emmer een aantal buisjes met gifti ge sublamin-tabletten is weggeno men. Indien men van deze tabletten, die een rose kleur hebben, eet, kun nen zich vergiftigingsverschijnselen voordoen, waarbij spoedige dokters- hulp noodzakelijk is. Op zijn verzoek is aan prof. dr. ir. H. C J. H. Gelissen eervol ontslag verleend als gedelegeerde voor her tergeallieerde organisatie voor her stel-betalingen te Brussel. Wegens zijn verdiensten als zodanig is prof. Gelissen -benoemd tot commandeur in de Orde van Oranje Nassua. Vnnru/aarHpliïlf nfltdatrDr Theunissen antwoordde op deze vuurwddl UC11JK UlllMag vraag bevestigend en voegde er aar van rechtsvervolging 30 Maart j.l. onwikkelde zich in de keukens van het Victoria hotel te Amsterdam een ruzie tussen twee personeelsleden waarbij een van hen, een 41-jarige keukenknecht uit Am sterdam, een zwaar deksel met steel greep en daarmede zijn 42-jarige col lega een klap op het höofd gaf; die zelfde dag overleed het slachtoffer, dat volgens het selectierapport een bijzonder dunne schedel had, in het Binnengasthuis tengevolge van zijn verwondingen. Gister stond de keukenknecht te recht voor de Amsterdamsche recht bank en werd buiten de zaal ge bracht, toen de getuige-deskundige, de zenuwarts dr W. F. Theunissen, werd gehoord. Deze verklaarde, dat verdachte geestelijk ernstig gestoord is en ge vaarlijk voor de maatschappij moet v/orden geacht. Dr Theunissen was van mening, dat de keukenknecht op 'het moment van zijn daad ontoereke ningsvatbaar moet zijn geweest en stelde voor hem in de gesloten afde ling van een krankzinnig en gesticht te doen opnemen. De officier van justitie vroeg aan dr Theunissen of de verdachte zo ge vaarlijk is, dat ter beschikking stel ling van de regering na zijn verblijf m -het krankzinnigengesticht mis schien gewenst moet woren geacht. Ongelukken? Inlichtingen bfl Plaatselijke Afdelingen Kath. Nat. Bond v. EHBO ot Postbus 601, Rotterdam. (Advertentie). Zo ongemerkt zijn we weer aan de laatste bladzijde van ons Sterrenboek gekomen en feite lijk zouden we vandaag de laat ste keer door onze Sterrenkijker de stralende hemel afzoeken naar mooie lichtpuntjes. Maar we hebben zo het idee, dat er nog veel meer Sterren aan de hemel staan, die het be kijken volop waard zijn en daar om stellen we voor, dat onze trouwe sterrenkijkertjes, die graag iets meer willen weten over 'n bepaalde man of vrouw, jongen of meisje, ons een briefje schrijven, zodat we dezen dan als Ster in onze Sterrenkijker kunnen opnemen. Natuurlijk moet het een Ster zijn, die enige bekendheid ge niet; die op de een of andere manier tijdens zijn leven opge vallen is, of als hij nog leeft iets bijzonders doet, waar de mensen een voorbeeld aan kun nen nemen. Zo ligt het niet in de bedoe ling om b.v. een populaire wiel renner of voetballer in onze Kij ker te nemen, maar we denken b.v. aan personen als Jan Hooft, de schrijver Frederik van Eeden en dergelijke figuren. Als je schrijft, moet je op de enveloppe zetten: Sterrenkijker, Leidse Courant, Papengracht 32. Leiden. Voor vandaag nemen we dus nog een Ster uit ons album en als we aan mr. Goslings denken, zien we een man voor ons, die door maar weinig mensen be grepen werd; hij wilde Neder land waarschuwen voor een groot gevaar en Nederland lach te een beetje om hem en vond hem overdreven. Maar mr. Goslings wist in 1933, dat de verhalen over Duits land en het Nazi-regime geen sprookjes waren, dat de concen tratiekampen daar vol onsohul- digen zaten en dat de Jodenver volging schrikbarende vormen aangenomen had. Nederland en vele andere landen in de wereld dachten daar echter heel anders over; men zei elkaar, dat het wel zo erg niet zou zijn en dat alles best mee zou vallen. Het viel echter niét mee en toen in 1939 en 1940 de oorlogs- Mr. Goslings brand geheel Europa verschroei de, kwam men al spoedig tot de ontdekking, dat mr. Goslings gelijk had gehad, alleen was het toen te laat. Mr. Goslings had zich nu boos terug kunnen trekken. 'Hij had kunnen zeggen: „Nu hebt jullie je zin, omdat je alleen maar om mij gelachen hebt, om dat je nooit hebt willen luiste ren; zie je nu niet, dat ik gelijk had" Maar zo was de toen bijna 50- jarige politicus niet. Hij bond de strijd aan tegen het Nazi-re gime en hielp de slachtoffers, waar hij maar kon. Dat vonden de Duitsers maar erg lastig en zij besloten die koppige Nederlander zelf in een concentratiekamp te stoppen, zodat ze geen hinder meer van 'h^m zouden hebben. Terwijl hjj op retraite was in de Egmonder abdij van de Be nedictijnen, kwamen de Duit sers hem halen en zij brachten hem naar het vreselijke concen tratiekamp Buchenwald, waar vele tienduizenden gevangenen voor en tijdens de oorlog ver moord zijn. In dit kamp verloor mr. Gos lings ook de moed niet, hoe er barmelijk slecht de toestanden er waren; hij werd een steun voor zijn medegevangenen en bleef hen helpen, totdat een jaar na zijn gevangenneming hij door uitputting stierf. Mr. Goslings was het voor beeld van miskende grootheid; toen hij waarschuwde, luisterde niemand naar hem, en men be gon pas te klagen, toen het te laat was. Iedereen maakt dit in zijn le ven wel eens mee, al gaat het dan meestal niet om zo grote en zo gevaarlijke dingen, ais waar tegen mr. Goslings vocht. Wij zijn dan altijd direct klaar om degenen, die door het een of ander ongeluk getroffen wordt, te wijzen op het scherpe inzicht, dat wij van te voren hadden: „Ik heb het je wel ge- zegd....", vertellen we hem dan triomfantelijk en het is dui delijk, dat dit nu niet direct de beste manier is om iemand, die pas een tegenslag gehad heeft, te helpen. Mr. Goslings laat de mensheid zien, hoe je iemand werkelijk in nood kunt helpen, ook al is die nood min of meer zijn eigen schuld. STERRENKIJKER. ,Ik denk, dat men hem na een jaar wel zal houden, maar zeker ben ik daar niet van". De eis De officier eiste tegen de verdachte ontslag van rechtsvervolging, plaat sing in een krankzinnigengesticht voor de tijd van een jaar en daarna terbeschikkingstelling van de^ rege ring. Hij achtte de opzet tot"* doden riet aanwezig en kwam tot de con clusie, dat hier sprake is van mis handeling de dood tengevolge heb bende. „Maar zijn daad kan de ver dachte niet worden aangerekend",' al dus de officier. Onjuist behandeld? )e verdediger vroeg vrijspraak, omdat naar zijn mening de behande ling na de vechtpartij onjuist is ge weest. Volgens hem heeft de leiding van het hotel het slachtoffer, dat neergevallen was, gebraakt had en toen weer bij was gekomen, moeten laten liggen en de G.G.D. moeten waarschuwen. Men heeft hem echter door een gang laten lopen trapjes af laten dalen en nog een stuk laten lopen naar een inmiddels bestelde taxi en hem zittende naar het zieken huis laten gaan. Als dit niet geschied was, zou het slachtoffer zeer waar schijnlijk niet zijn overleden", meen de de verdediger. Korte behandeling De behandeling van de zaak zelf duurde vrij kort. Twee getuigen, een keukenwerkster en een kok, ver klaarden gezien te hebben, dat de verdachte de slag toebracht. De keu kenwerkster herkende het deksel ter zitting; de kok wist niet zeker of hiermee de noodlottige klap was toe gebracht en sprak over een zwarte koekepan. De keuken werkster was naar de afwaskeuken gegaan toen zij de twee mannen ruzie hoorden maken, verdachte schold het slachtoffer uit voor „bochel", gooide hem een kopje naar het hoofd en wond zich toen zó cp, dat hij het deksel greep en hem daarmee een slag op het hoofd gaf. Toen hij nogmaals wilde slaan sprong zij tussen de mannen in. Volgens de keuken werkster was de verdachte erg opgewonden. De kok, die zich na het drama met de keukenknecht heeft bemoeid, vertelde, dat deze toen vrij kalm was. Verdachte had hem een kwartier wel verteld, dat hij vroeger een shock had gehad en daarvoor verpleegd was. Gisteren verklaarde verdachte, dat het slachtoffer erg lastig was om mee te werken. Hij heeft hem omdat hij Op hem toekwam. Waarom deze dat deed wist hij niet. Overigens zei hij zich bijna niets meer van die bewuste ochtend te kunnen herinne ren, De rechtbank zal in deze zaak op 16 September a.s. uitspraak doen, Minister prof. dr. J. Zijlstra heeft het centraal bureau voor de rijwiel handel medegedeeld, dat de regeling der toelatingseisen en van de recht spraak op korte termijn dient te wor den herzien. Indien het centraal bureau hier toe niet bereid is, zal tot onverbin- d endverklaring der kartel-overeen komst worden gegaan. De bewinds man wacht thans op het antwoord van het centraal bureau. Dit heeft minister Zijlstra mede gedeeld in antwoord op vragen van het Tweede-Kamerlid drs. D. Roe mers (PvdA). DOELIJKE VAL. Een 65-jarige metselaar uit Am sterdam, die vorige week van een stelling is gevallen, toen hij bezig was met bet voegen van een muur aan een bouwwerk in de Wibautstraat, is dn het Wilhelminagasthuis, waarheen bij met een schedelbasisfractuur was vervoerd, overleden. HOOFDAKTE EXAMENS In het Staasblad no. 392 is een K.B. gepubliceerd houdende verlen ging van de geldigheidsduur van de gedeelten van het hoofdakte-examen. In artikel 21 van het K.B. van 14 Augustus 1961, dat op 17 Augustus 1954 in werking is getreden, is be paald ,dat een met gunstig gevolg afgelegd gedeelte van het hoofaakte- examen ten hoogste gedurende een tijdvak van drie kalenderjaren zijn geldigheid behoudt. In de practijk is deze termijn in sommige gevallen te kort gebleken. In het bijzonder levert de grote klas se-bezetting voor vele onderwijzers een handicap bij 'hun studie voor de hoofdakte op. Ook het feit, dat de studie meermalen door een tweejarig verblijf in militaire dienst wordt on derbroken, maakt voor velen verlen ging van deze termijn noodzakelijk. De huidige huisvestingsmoeilijkheden, die het studietempo niet zelden ern stig vertragen, pleiten eveneens voor een zodanige verlenging. Het onderhavige K.B. strekt ertoe door een verlenging van de geldig heidsduur van het met gunstig gevolg afgelegde gedeelte van het hoofd akte-examen met twee jaren, aan deze bezwaren tegemoet te komen. Werkplaats uitgebrand Bij het solderen van een lek in de tank van zijn bromfiets heeft de heer H. J. van der Voort te Lunteren, lid van de raad der gemeente Ede, door exploderende bezinedampen zodanige brandwonden opgelopen in het ge zicht en over zijn lichaam, dat hij in zorgwekkende toestand naar het ziekenhuis in Ede overgebracht moest worden. De heer Van de Vóórt hoerde van zijn rijwiel- en motorhersteller, dat deze er niets voor voelde de repara tie aan de tank zonder meer te ver richten. Daarop zei de klant, dat hij izelf het karweitje dan wel even zou bpknappen en nadat de ibeizine zo veel mogelijk uit de tank verwij derd was toog hij inderdaad met een soldeerbout aan het werk. In de tank achtergebleven dampen kwamen toen met een grote steekvlam tot ontbran ding en in minder dan geen tijd stond de kleding van de heer Van der V. dn lichterlaaie. Terwijl men het slachtoffer naar buiten droeg en de vlammen doofde met matten e.d., greep het vuur in de werkplaats snel om zich heen en er IMeef slechts een ruïne over. Enkele bromfietsen, tientallen rijwielen en een grote hoeveelheid materiaal gin gen verloren; de materiële schade wordt door verzekering .gedekt. Met inspanning van alle krachten geluk te het de plaatselijke brandweer het vuur te beperken tot de werk- JAARVERGADERING BOND HEEMSCHUT. Een groot aantal leden van de bond 'Heemschut is gisteren naar Zutphen gekomen voor de algemene leden vergadering, dié in de grote socië teit werd gehouden. De deelnemers werden ten stadhuize ontvangen in de burgerzaal, waar zij zich op his torische grond en temidden van pen veertigtal meesterwerken uit het be zit van het rijksmuseum, die hier worden geëxposeerd, bevonden. Burgemeester de Jong sprak in zijn welkomstwoord over de opibOuw van de stad na de oorlog, waarbij men zoveel mogelijk van de oude schoonheid heeft willen bewaren. Na de gezamenlijke koffiemaaltijd maakten de deelnemers een rond wandeling langs de monumenten en overblijfselen van de oude vesting werken onder leiding van de stads archivaris, mevrouw Doornink en re genten van het Wijnhuisfonds te Zut phen. MET BROMFIETS GESLIPT In het R.K. Ziekenhuis te Harlin- gen is Donderdagnacht overleden de 62-jarige hoofdinspecteur van de boorleiding van de K.L.M., de heer J. Hiemstra uit Bovenkerk. De heer H. is Donderdagmiddag met zijn bromfiets tussen Harlingen en Zurich op de grote verkeersweg geslipt en werd toen in zorgwekkende toestand naar het ziekenhuis vervoerd. Het slachtoffer was op weg naar St. Ja- cobiparochie. f If de vrolijke speurder^ EEN HUMORISTISCHE DETECTIVE-ROMAN door JOHAN BERNDT 32) „Het zal waarschijnlijk weinig zin hebben, de kamer op stille getuigen te onderzoeken", veronderstelde Reg gie. „Natuurlijk heeft de politie reeds met een fijn kammetje gewerkt!" „Jawel", antwoordde Mr. Burliss. „Maar ik heb het proces verbaal in afschrift, dus u kunt alles nagaan, wanneer u dat nodig hebt". Reggie liep in gedachten het ver trek rond. „Kimt u mij precies de plaats zeg gen van beide personen?" „Hier, met zijn rug naar de deur moet Riedmayer gestaan hebben. Vol gens de verklaringen van Lon Stayer viel hij eerst tegen hem aan en de jongeman legde hem voorzichtig op de rug; dit klopt met de situatie van het gevonden lijk". Reggie knikte. Hij nam een stoel op en legde die op de plaats, waar volgens de tekening het lichaam was gevonden. Dit was tussen de tafel en het bureau. Donkere plekken in het versleten vloerkleed wezen nog res ten van bloedvlekken aan. Peinzend bekeek Reggie een foto, welke de advocaat hem overreikte; zij was genomen door de politie-foto- graaf en toonde het lijk van de geld schieter. Duidelijk waren alle bijzon derheden er op te zien. In de linkerhand zat een papier ge klemd; dat was de bewuste schuld bekentenis. De dolk stak tot aan het heft in de borst van het slachtoffer, ongeveer midden in het hart; men zou kunnen spreken van een mees terlijke stoot! „De conclusie van de politie ligt voor de hand", zei de heer Burliss, „Zij veronderstelt, dat Lon Stayer de schuldbekentenis heeft willen be machtigen en ten einde raad geweld heeft gepleegd. Zijn daad zou hij niet voleindigd hebben, eensdeels door de schrik na z'n misdrijf, anderdeels door de binnenkomst'van de huishoudster". „De gevolgtrekking is dan ook niet vreemd", zei Reggie. „En toch...." Hij leunde tegen de tafel en liet zijn blik in het rond dwalen. Dan liep hij naar het raam en keek naar buiten. Het gaf uitzicht op de achter kant van een rij sombere huizen, on geveer gelijk aan dat waarin zij zich bevonden. Reggie opende het venster en keek naar beneden. Hij bevond zich een aantal meters boven de begane grond; er was geen waranda achter of zelfs maar enig uitstekend punt, waarop iemand zich zou kunnen staande houden. De af stand tussen het raam en de tegen overliggende huizen bedroeg minstens twaalf meter. Reggie trok het hoofd terug en sloot het venster. „Waar is de huishoudster van mijn heer Riedmayer?", vroeg hij na enige ogenblikken. „Die heeft een kamer in het huis hiernaast". „Zou ik haar kunnen spreken?" „Ik zal zien, dat ik haar hier haal", bood de advocaat aan; binnen korte tijd trad hij de kamer inderdaad bin nen met een bejaarde vrouw. „Me juffrouw Lanton stelde hij voor. „Wilt u enige vragen beantwoor den, die ik u stel?", vroeg Reggie haar. „Ga je gang", stemde zij nors toe. „De politie heeft me al zoveel ge vraagd!" Reggie knikte bedachtzaam. „U kende mijnheer Stayer?", vroeg hij dan. Zij knikte. „Re had hem wel enige malen hier gezien. Ik was meestal in de buurt, als er klanten kwamen voor mijnheer. Dat wilde hij zo". „Juist. Hij vond het waarschijnlijk veiliger, dat hij niet geheel alleen was met vreemden. Op de avond van de gebeurteniswas u niet aan wezig, toen mijnheer Riedmayer be zoek ontving van de heer Stayer?" „Nee. Toen was ik een uurtje weg gegaan voor enkele boodschappen en in die tijd moet hij gekomen zijn". „Precies. De heer Riedmayer heeft hem naar alle waarschijnlijkheid zelf binnengelaten". Reggie pauseerde even. „Juffrouw Lanton.... vertelt u eens.toen u onvoorbereid de ka mer binnenkwam, ontdekte u de mis daad. Mijnheer Riedmayer lag op de grond, achterover. Die andere heer zat bij hem geknield.u zag direct aan het bloed, dat hier iets was gebeurd. Wat deed u toen?" „Ik schrok vreselijk en liep naar het raam, daar en gilde: „Moord Moord!!" „Wat deed piijnheer Stayer toen? Trachtte hij u niet tegen te houden of zoiets?" „Nee, hij bleef zitten alsof hij suf wasToen er een politieagent bin nenkwam, zat-ie nog net zo „Luister eens, juffrouw Lanton. toen u naar het raam liep, schoof u het toen op om erdoor te roepen, of stond het open?" De advocaat nam uit zijn actetas een bundel papieren, waartussen hij enige getekende schetsen opzocht. De huishoudster trok de wenkbrau wen op en dacht na, met de hand om de kin. „Tja....", zei ze, aarzelend. „Daar vraagt u me nou ietsIk zou wel denken, dat ik het geopend moet heb ben, maarre. Maar u kunt het zich niet zeker herinnerenvulde Reggie aan. „N-nee.... eigenlijk nietizet u, ik was natuurlijk erg ontdaan en om nou zeker te zeggen, of het raam open was of niet „Goed. Ik geloof niet, dat ik u op het ogenblik nog meer te vragen heb, juffrouw Lanton. Ik dank u voor uw moeite!" „Denkt u, enig vermoeden te heb ben, mijnheer Felham?", vroeg de advocaat, nadat de huishoudster was weggegaan. Reggie haalde de schouders op. „N-nee.... eigenlijk niet.... ziet Ik vroeg deze dingen wel in een vaag verband, maar de bedoeling hangt wel wat in de lucht". Hij staarde nadenkend uit het raam. „Ik geloof, dat we hier niet veel meer te weten zullen komen, mijn heer Burliss. Wij moesten het huis maar verlaten en heengaan". Na een laatste blik door het ver trek volgde hij de advocaat naar buiten. „Waar wilt u thans heen?", vroeg deze, bij de wachtende taxi. „Voorlopig ga ik naar huis. Ik wil enkele dingen laten bezinken en rus tig overdenken". Zij reden naar Reggie's domein. Op zijn verzoek overhandigde de heer Burliss hem de papieren, betrekking hebbende op het politie-onderzoek; daarna namen zij afscheid. „U belt mij wel op, wanneer u mij nodig heeft", zei de advocaat en reed heen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 6