ET PAARD IN DE PRAIRIE PAARDEN ZIJN BIJ DE BEREDEN POLITIE VAN CANADA BIJNA VERDWENEN; DE ROEM BLEEF [NA IÜATERDAG 20 AUGUSTUS 1955 DE LEIDSE COURANT PAGINA 1 (jN CANADESE EOER zou er nu om lachen, maar in die jaren, j! de eindeloze vlakte rond de ïgarawatervallen nog een wilder- rwaren en kleine groepjes men- ieder afzonderlijk poogden het Voud te bedwingen, betekende paard alles voor de Canadese lier en vooral, als je maar één 1 had. I de vader van Peter Sprinkly maar een paard en het werd ge- ^n, toen de Britse patrouilles Jzaamaan begonnen het land te [aten en de Indianen, die zij mee dacht hadden om de Amerikanen astrijden, eveneens voorzichtig [land uittrokken. Er heerste een ind van gewapende vrede, zo- vij die thans zo goed kennen en Jreen was vriendelijk tegen el ft, hoewel men elkaar nu niet di- Ihet beste toewenste. Natuurlijk hebben de Indianen baard gepikt," vertelde Peter zijn Ir, toen ze 's morgens na het mel- jin de stal terugkwamen en daar lamp bespraken, daarom direct de Indianen de uld geven?" berispte zijn moeder r 18-jarige zoon", de Indianen l al de jaren, dat wij hier wonen, r vriendschappelijk voor ons ge est en we hebben nooit last van ondervonden". Dit zijn andere Indianen", legde er haar uit, „deze Indianen heb- de Engelsen hier gebracht om te helpen met de oorlog tegen Koud toch op over die oorlog", 'HlllPi jijn moeder kort, „die is nu over hij heeft al ellende genoeg ge- las ht; ik snap niet, waarom die ~^,en altijd moeten vechten en ons met rust kunnen laten." k WAS WEL ALLEMAAL waar, maar daarmede kwam het paard terug en toen Peter voorstelde A*f^e ^^ianen achterna te gaan om ^Alïien, of zij wellicht het paard bij hadden, maakte alleen zijn moe- bezwaren, want zijn vader voel- noodzaak om het paard terug ^^ikrijgen, daar de oogst voor de stond en het paard onvervang- was. I og geen uur later was Peter op lp g; hij had het dubbelloops geweer I vl l zÜn vader bij zich met de uit- kkelij ke waarschuwing, dat hij alleen voor wilde dieren mocht *%uiken: „Denk eraan, Peter, „had vader gezegd vlak voor hij de derij verliet, „dit geweer heeft nu toe nog alleen op beesten ge- Ijl iten en zo moet het blijven. Lie- heb ik, dat je zonder paard te- komt, dan dat je het op de In nen zou richten.'' ngeveer een halve dag had Pe- onder de brandende zon door de ste streek gelopen, toen hij een g jjj ouille Britse soldaten ontmoette, hem vertelden, dat zij dicht in buurt een kamp opgeslagen had eter besloot eerst naar het Britse ip te gaan, misschien kreeg hij meer inlichtingen over de In- mGefle officier, die hem te woord was buitengewoon vriendelijk, ir niet genegen hem te helpen, wist, dat de Indianen, die onder commando enkele kilometers lerop een kamp opgeslagen had- verschillende paarden onder- idck g gesloten hadden, maar hij wil- zich daar niet mee bemoeien, hij had al moeite genoeg, zo tin telde hij, om de Indianen weer r hun oorspronkelijk gebied te- te brengen, zoals in het vredes- irag overeengekomen was. ;TER WIST NU, dat hij op het eisJjoede spoor was en omzichtig hij verder naar het Indianen - ip, waar hij tegen het vallen van avond aankwam. en ampele verkenningstocht deed i zijn hart in de schoenen zinken, et kamp werd goed bewaakt en ele tientallen paarden stonden :en afgepaald deel van het bivak, aan alle zijden door tenten om en was. 'einzend bleef Peter even op de nd liggen en overdacht zijn toe- idigi 'd. De Indianen waren nog volop rjtte: 1 het praten en roken voor hun ten, dus moest hij in ieder ge- wachten, tot zij moe zouden zijn hun tenten zouden opzoeken, 'aar de oorlog afgelopen was, zou de wachtposten wel niet zo sterk en misschien lag daarin zijn as hij echter binnen het kamp, wachtte hem een nieuwe moei- heid, want hoe zou hij in de gau- [heid het goede paard weten te den tussen de vele, die tussen de en stonden. Iti besloot echter deze moeilijk- 1 te overwegen, als hij binnen kamp was en hij ging wat ge- kkelijker liggen om de tijd zoek hrengen, want niets in het kamp es er nog op, dat men spoedig gaan slapen. vuur, dat flauwtjes een gedeelte van de paarden bescheen, zag hij drie In dianen zitten, maar zoals hij al ver wacht had, schenen ze niet erg waak zaam, doch hadden hun dekens hoog rond hun schouders getrokken en het zich gemakkelijk gemaakt tegen boomstammen. Na tien minuten geduldig krui pen, bevond Peter zich in het kamp en zonder ongelukken bereikte hij de paarden. Terwijl hij onder de paarden door kroop, bedacht hij, dat vast niemand hem in het nachtelijk duister zou opmerken, wanneer hij voorzichtig rechtop ging staan tussen de paar den en langzaam kwam hij overeind, toch ieder ogenblik de alarmkreet van de Indiaanse wachtposten ver wachtend. Het rumoer kwam echter van een andere zijde, want toen hij recht overeind stond, begonnen de paar den, die tijdens zijn sluippartij al on rustig gesnuffeld hadden in koor te hinnikken. Stokstijf bleef hij staan en zoals hij vreesde gebeurde: de Indiaanse wachtpost werd wakker en kwam scheldend overeind. Hij mompelde wat, smeet hout op het dovende vuur, dat onmiddellijk weer hoog oplaaide, en schopte de andere wachtposten wakker: „Er is rumoer bij de paarden", hoorde Peter hem in de brokkelige Indiaanse taal zeg gen. De andere wachtposten gromden, maar kwamen niet overeind en ten slotte, toen ook de paarden weer rustig werden, bleek de wachtpost gerustgesteld en ging weer in zijn deken zitten. OET DUURDE NOG RUIM een kwartier, voordat Peter zich weer durfde bewegen, en toen ont dekte hij, dat het geluk mèt hem was, want naast hem stond hun eigen paard, dat vertrouwelijk aan zijn jasje knabbelde. Zachte woordjes fluisterend, klop te Peter haar op de nek en probeer de het touw door te snijden, dat het paard aan een boom vasthield. Het paard keek belangstellend toe. maar scheen te begrijpen, dat lawaai minder gewenst was, want zij liet zich niet meer horen. Ook de andere paarden hielden zich kalm en na een kwartiertje leid de Peter het paard met een grote cirkel voorbij de wachtpost naar de uitgang van het kamp. Alhoewel hij een geweldige drang in zich voelde opkomen om op het paard te springen en het kamp uit te stuiven, deed hij het niet, want 'hij begreep, dat de Indianen, wan neer ze eenmaal gewekt waren, hem geen kans meer zouden geven het kamp te verlaten. Stijf tegen zijn paard gedrukt en ieder dor takje vermijdend, bereikte Peter na een onmogelijk lange tijd eindelijk de uitgang, maar juist toen hij vol blijdschap op de rug van het paard wilde springen, zag hij twee Indianen te paard, die bij de ingang van het kamp ogesteld stonden. DETER WIST, DAT NU alle overleg niet meer zou baten; hij kon niet meer terug en hij kon het kamp niet uit, zonder door de kerels gezien te worden. Zijn hele tocht was mislukt en hoogstwaarschijnlijk zou hij zijn vader en moeder nooit meer terug zien, want ieder ogenblik konden de Indianen zich omkeren en hem ontdekken. Een zacht gehinnik naast hem, noodzaakte hem zijn toevlucht te nemen tot een dolle vlucht. Natuurlijk hadden de ruiters on middellijk hun 'hoofd gewend, toen het paard hinnikte, maar het ogen blik daarna vielen ze in de volgende verbazing, toen ze een stuivend paard, waarop zich een jongen vast- gekneld hield, langs zich heen zagen schieten. Hun gezichten bleven onbewogen, maar toen Tom langs hen heen vloog, wist hij, dat ze overrompeld waren door verbazing, want de eerste paar seconden gebeurde er niets. Deze paar seconden betekenden de redding voor Peter en zijn paard, want toen enkele ogenblikken later het gehele Indianenkamp in rep en roer was, had hij al een kostbare voorsprong op zijn achtervolgers. Toch zou hij de wedloop niet ge wonnen hebben, want de Indianen waren in een oogwenk op hun paar den het kamp uit, maar toen hij in de buurt van het Britse kamp kwam, daagde daar hulp voor hem. TWAALF BOEREN, die eveneens hun paard kwijt geraakt waren door de Indianen, overnachtten in het Britse kamp en gewekt door de oorlogszuchtige kreten van de In dianen, renden ze naar buiten en za gen daar Peter in een geweldige ren op zijn paard op het kamp afko men, achtervolgd door de woedende Indianen. De boeren, die gehoord hadden, dat Peter eerder in de nacht naar het kamp getrokken was, hadden weinig tijd nodig om zich voor te stellen, op welke paarden de India nen zouden rijden en zij versperden het pad, terwijl ze hun dubbelloops geweren dreigend op de aanstormen de ruiters richtten. Op dit moment kwam de officier van het kamp naar voren; hij had liever gehad, dat de boeren de paar den maar aan de Indianen gelaten hadden, maar liever risceerde hij on genoegen met de Indianen dan een gevecht, want dat zou naderhand allemaal moeilijkheden veroorzaken op het hoofdkwartier. Met enkele commando's bracht hij de Indianen tot stilstand en ondanks de aanvankelijke onwil, moesten zij zwichten voor het aantal en enkele uren later reden de boeren op hun eigen paarden weer terug naar hun boerderijen. Peter had dit alles echter niet af gewacht; toen hij zag, dat de boeren de Indianen op een afstand zouden houden, was hij pijlsnel langs het kamp gereden en na een dolle ren door de donkere nacht, kwam hij thuis op de farm, waar een bevende familie met ingehouden trots de avonturen van hun zoon aanhoor den. l"VrT ALLES IS RUIM HONDERD jaren geleden en thans zal geen enkele Canadese boer zijn jongen meer in een ongewis avontuur stor ten om een gestolen paard op te speuren, maar nog kan men 's avonds bij het prairiekampvuur de koudma- kende verhalen horen van die eerste tijd, toen het verlies van een paard de ondergang van een pionier kon betekenen en toen de mensen in een barre strijd om het bestaan gehard werden tot het volk, dat wildernis tot voorraadschuur van de wereld maakte. Vrij naar The Famely Herald en Weekly Star". Een corps, dat avontuur zocht en romantiek voorbracht OEN PETER VERSTIJFD wakker EN werd, heerste er een absolute te rondom hem. Even keek hij oaasd op, maar toen herinnerde zich, dat hij voor het Indianen- "P.lag en hij spotte een beetje 1 t zichzelf, dat hij in slaap geval- fas, terwijl hij zich in zo'n ge lijke positie bevond. I ?e officier in het Britse kamp had "lelijk gezegd, dat de Indianen zeker zouden neerschieten, als "em in hun kamp vonden en dat niet van plan was troepen te zen- J om dit te voorkomen. .—t^ngzaam schoof Peter door het w ^tige gras naar voren; voor het 17 R ZIJN van die dingen in deze wereld, welke er in werkelijk heid heel anders uitzien van de men sen ze in hun verbeelding hebben gedacht. En toch wil men liever in die on-werkelijkheid blijven geloven dan de werkelijke toestand aanvaar den. Een bewijs, dat ook de moderne mens wel degelijk de romantiek een goed hart toedraagt. We zien dat bijvoorbeeld steeds weer opnieuw bij verhalen over „Scotland Yard", Engelands vermaar de recherche-centrum. We merken dat ook op bij veel wat er geschre ven wordt over spionnage en contra- spionnage. We horen steeds weer opnieuw hoe jonge mensen gegrepen worden door de verhalen over het Vreemdelingen-legioen, terwijl de werkelijkheid anders is1 En dan is daar ook „The Royal Mounted Police" in Canada, waarvan men nog van alles gelooft, en wel meer in het bijzonder, dat zij zo on geveer alles nog te paard doen. Nu moeten wij toegeven, dat de naam, welke nog steeds luidt „Kon. bereden politie" misleidend is, hoewel niet geheel onwaar. Tenslotte is een klein gedeelte van het beroemde po- litie-corps inderdaad nog bereden. Maar daarover straks meer- OET CORPS heeft, zoals commis- saris Broekhoff van de Amster damse politie in een begeleidend woord bij de vertaling van de ge schiedenis van R. M. C. P. opmerkte: een magische klank gekregen. De „Mounties", de vertrouwelijke naam, welke men aan de politieman nen van dit corps heeft gegeven, de „mounties" hebben zich zelf die stra lenkrans van heldenmoed, voortva rendheid, van wrekende gerechtig heid, van doodsverachting en onge naakbaarheid, kortom van alle man nelijke deugden, welke al sinds tien tallen eeuwen in de landen onzer Westerse cultuurkringen bewonderd worden, verworven. Verworven door hun daden, vooral in het verleden. Vooral in die perioden, dat trekken de Indianenstammen de uitgestrekte gebieden onveilig maakten en mee dogenloos moordden, roofden en plunderden. In die dagen opgericht werd het corps in 1873 had het tot taak het gezag te vestigen en te handhaven ir. de uitgestrekte prairievelden van Noord-West-Canada. Vandaar dat de éénheid aanvankelijk heette: North west Mounted Police". Automobielen en vliegtuigen waren er nog niet. Het paard was het vervoermiddel bij uitnemendheid en in die onmetelijke velden] was het paard zeer zeker op zijn plaats. Wat in die jaren van rui ter en paard gevergd werd is niet te beschrijven. Zowel van de mannen, alsmede van de paarden, werd wanneer het moest alles gevraagd. En de bereden Canadese politieruiter gaf ook alles, wanneer dat moest. TPOEN EENS vierhonderd oorlogs- zuchtige Cree-Indianen, geëscor teerd door een sterk Amerikaans ca valerie-detachement de Canadese grens genaderd waren, werden zij daar opgewacht door een korporaal van de Royal Canadian Mounted Po lice mettwee man bij zich. „Waar is uw afdeling, korporaal?", vroeg de Amerikaanse commandant. „Wij zijn hier, kolonel!" „Ja maar waar zijn de ande ren?", informeerde de officier. De Mountie lachtte verlegen:: „De vierde man', zeide hij zacht, „is be zig het ontbijt gereed te maken Dit voorval typeert het werk van de Canadese bereden politie: met uiterst weinig manschappen verzet ten zij enorm veel werk. Hun gebied is zeer uitgestrekt en hun taak is on voorstelbaar veelzijdig. Maarhun prestige is eveneens zeer groot en er is wel geen andere politie-organisatie ter wereld welke zulk een achting geniet als dit beroemde Koninklijke corps- Natuurlijk beleven zij ook „avon turen" en het zijn die enkele »oman- tische voorvallen, welke men ont houdt en waaraan zij hun aureool van bijna middeleeuws ridderschap ontlenen. Nog tegenwoordig vertelt men el kaar de geschiedenis van korporaal Charlie Hogg, die eens op een schim mel naar North Portal in Sasketche- wan galoppeerde om de bandiet „Cowboy Jack" te arresteren. Eerst sloeg hij de onverlaat het vuurwapen uit de rechterhand, slingerde hem daarna met een vakkundige worstel- greep op de grond, waarna hij hem bond en een dokter liet roepen om hem weer tot bewustzijn te brengen. E'EN DER MEEST oP de voorgrond tredende officieren was Inspec teur Fitzgerald, de held van ontelbare avonturen. Zijn laatste patrouille ging over de Pelly Mountains van McPherson naar Dawson. Onderweg moest hij echter vaststellen, dat zijn gids de weg was kwijt geraakt. Te rugkeer over de 300 km verre af stand was uitgesloten en dus was het parool: voorwaarts! Doch een warme Chinookwind deed de sneeuw smelten en de marcheren - den zonken tot aan hun heupen in sneeuw en modder. Later bedreigde een plotelinge koude de kleine troep met de dood door bevriezing. Er was geen wild te bekennen, hetgeen hun proviandering lam legde. De Moun ties besloten hun honden te doden en op te eten. Weer later begonnen zij zelfs aan het leerwerk van hun za dels en tenslotte kauwden zij hun moccassins", welke zij gekookt had den Toen men een laatste wanhopige poging deed om vooruit te komen waren nog slechts de politieman Car- ken. ter en de inspecteur in leven. 75 Km voor het vastgestelde doel greep Car ter, wiens krachten hem begaven, zijn pistool en joeg zich een kogel door het hoofd. 60 Km en nog steeds stapte de inspecteur voorwaarts. 30 Kim en met een laatste, wan hopige krachtsinspanning bewoog hij zich op handen en voeten in de rich ting van zijn doel. Maar de laatste 20 km kon hij niet meer volbrengen. Met bevende hand schreef hij als laatste zin in zijn dag boek: „Al mijn geld, kleding en andere voorwerpen van waarde vermaak ik aan mijn innig geliefde moeder. God zegene allen! F. J. Fitzgerald, R. C. M- P." *7O KAN MEN voortgaan, want de corpsgeschiedenis van de Moun ties is een beroemde geschiedenis. Zij is echter geen bloedige historie. Zij is niet geschreven door middel van het leed van anderen; zij is ge beiteld in de annalen door de ijzeren plichtsbetrachting en de wil om het recht te laten zegevieren. Maar, nu zult ge toch wel gaarne willen weten, hoe dat staat met die paarden. Welnu weet dan, dat er in derdaad nog paarden zijn bij dit corps, doch meer voor representatie ve doeleinden. Eigenlijk ook uit tra ditie, omdat men zich het corps nu eenmaal niet zonder paarden kan voorstellen. Bij de grote horse-shows (concour- sen-hippique) treden zij wel op en elke oud-cavalerist, hoe critisch hij ook moge zijn, brengt dan een ere saluut aan de technisch feilloze wijze van rijden. Dan kan men de bereden Canadese politie-mannen nog zien, zoals men ze zich altijd.heeft voor gesteld en zoals ze een halve eeuw geleden ook het gezag van het nog jonge Canada in het barre Noorden en Noordwesten hebben gegrondvest. De totale sterkte aan paarden is thans 199 stuks, welke zich in gar nizoen bevinden in twee depots resp. te Regina en Rockcliffe. De paarden worden gebruikt om de lichamelijke geoefendheid van de Mounties zo hoog mogelijk op te voeren. Dus zo als andere takken van sport gebruikt worden om geharde en geoefende en moedige durf-als te vormen. De dienst wordt echter verricht met alle moderne vervoermiddelen waar men maar over kan beschik-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 11