DELFTS-BLAUW Chinese bruidegom ziet zijn bruid voor de eerste maal op de bruiloft EEN FABRIEK VAN HANDWERK HANDHAAFDE ZICH 3 EEUWEN Drijvende paleizen raken uit de tijd DE LEIDSE COURANT JJEN DOODSE STILTE HEERST IN HET SCHILDERSATELIER van „De Porceleyne Fles", Delfts oudste aardewerkfabriek. Met recht zou men hier kunnen zeggen, dat het vallen van een speld een luidruchtig lawaai zou betekenen, dat de schilders zou kunnen afleiden. Ingespannen zit hier een twintigtal jongelui te werken met aandacht en concentratie, en zelfs wanneer een onverwachte bezoeker binnentreedt in de persoon van Uw verslaggever, dan laten zij zich niet afleiden en werken met grote nauw gezetheid door aan het werkstuk dat zij onderhanden hebben. Nauwkeurig kijkend naar het model of de foto, of hun fantasie de vrije loop latend, brengen zij op de borden en vazen de zwart uitvloeiende pen seelstreken aan, die straks gedurende het bakken tot het décor zullen wor den van wat voor buitenstaanders het „Delfts blauw" is. Voor de buitenstaanders, want in de fabriek van „De Porceleyne Fles" wordt nooit over „Delfts blauw" gesproken, maar geldt alleen de uitdruk king „blauw Delfts", dit in tegenstelling tot het wit Delfts aardewerk en andere „Delftse" kleuren. 'TERWIJL WIJ RUSTIG verder lo- pen en ons nog even een blik wordt gegund in een van de kamers, waar een schilder, reeds jaren en ja ren in het vak, bezig is een van de meesterwerken (een portret) van Rembrandt op een grote schotel te reproduceren, vertelt de heer De Mink ons het een en ander over „De Porceleyne Fles" en naarmate wij daar meer over horen, groeit onze belangstelling en blijven wij ver baasd staan kijken naar al de pracht en praal om ons heen, wanneer wij in de showroom van deze fabriek worden binnengeleid. „De Porceleyne Fles" heeft een zeer rijke historie, want in 1953 vier de zij haar driehonderdjarig bestaan. Zij werd ten tijde van de grote kera mische bloei in Delft gesticht door David van de Pyet in 1653. Delft telde in deze dagen ongeveer 30 pottebakkerij en, maar en dit is zeker de grootste verdienste van de diverse eigenaars „De Porceleyne Fles" is de enige fabriek, die zich tot heden heeft kunnen handhaven, on danks de grote en dikwijls zeer zwa re moeilijkheden in de loop van deze drie eeuwen en de concurrentie, o.a. van het Engelse aardewerk en het Franse en Duitse porcelein, die de Delftse aardewerkindustrie zoveel schade toebracht. Door -zich aan te passen aan de moderne techniek heeft men zich echter een vaste af zet verworven en neemt men thans een monopolie-positie in. Chinese inspiratie. UET WAS HET ^PRACHTIGE Chi- 1 A nese porcelein, dat de Delftse pottebakkers in de 17e eeuw inspi reerde tot een verfijning van de techniek, die ook met aardewerk goede resultaten gaf. Joost Thooft, 'n jong Delft ingenieur, blies de tradi tie van de Delftse plateelbakkers nieuw leven in. Onder zijn leiding hervatte „De Porceleyne Fles" op een nieuwe basis de vervaardiging van het met de hand geschilderde blauw Delft aardewerk, waarbij de cude Cornelis Tulk de leermeester van een nieuw corps jonge schilders werd. Als artistiek adviseur werd de me dewerking verkregen van A. Ie Com- te, die aan de Poly-technische school (de huidige Technische Hogeschool) decoratieve kunst doceerde. Spoedig assicieerde Thooft zich met A. La- bouchère, die door ziekte van Thooft reeds na enkele jaren de leiding al leen op zich moest nemen en de fa briek tot grote bloei wist te brengen. In de prachtige showroom bezich tigen wij de producten, die door „De Porceleyne Fles" worden vervaar digd, want het is niet alleen het „blauw Delft", dat de fabriek ver laat. Ook herinneringstegels, wand en vloertegels, alsmsde bouwkera- miel en vuurvaste stenen voor de ovenbouw. Afzonderlijk van dit alles staat het „oude" aardewerk. Oud Delft van Willem III. TEN ANTIEKE KAST TREKT on- ze aandacht en wanneer wij daarin kijken vertelt de heer De Mink ons hoe koning Willem III in 1887 deze collectie oud-Delft aan „De Porceleyne Fles" schonk, als blijk van zijn waardering en belangstel ling voor de herleving van het oude handwerk. Deze collectie bleek voor de schilders ook een gloedvolle bron van inspiratie en menig kunstenaar want dat zijn zij ongetwijfeld heeft inspiratie gevonden in een van de geschonken stukken en schit terende resultaten bereikt. In de andere toonzaal vinden wij collecties wit Delfts, het Pijnacker- aardewerk, terwijl ook de invloed van „moderne" kunst in producten van jonge medewerkers merkbaar is. Grillige schilderingen op borden en vazen in parelmoerachtige tint ge ven de producten een prachtige weerschijn en zijn een lust voor het oog. Het Picasso-achtige doet de leek niet vreemd aan, want ook dit aarde werk heeft een eigen-bizondere at tractie. In de bakkerij MOG ACHTEROM KIJKEND naar de prachtige kruiswegstatie, de ingelegde vloer en de magnifieke re liëfwerken betreden wij de bakkerij en bemerken nu direct de verande- straatlengte lang zijn is gebak- ring van sfeer. Hier geen doodse kent> blauw_ wordt. Na afkoeling is Een oude meester in het vak legt de laatste hand aan een Delftsblauwe pul, die later, wie weet waar, als pronkstuk een kamer zal sieren. Op de voorgrond, aan de wand en op de schoorsteen staan reeds fraaie producten van zijn noeste arbeid. draaiers zeer zeker over een kunst zinnige aanleg beschikken, want on der hun handen groeit de klei uit tot een pul, schaal of vaas, die straks, wie weet waar, op tafel zal tronen als een product van gestage arbeid. Na het gieten of het draaien woe den de verkregen vormen gebakken, waarna ze door de schilders met de hand worden beschilderd. Hiervoor wordt een speciale verf gebruikt, die op het aardewerk een zwarte kleur achterlaat, maar, nadat het voorwerp in het glazuurbad is gedoopt en ten tweede male in de ovens die een stilte, hier geen pracht en praal, maar de noeste arbeid van de arbeiders, die in gipsvormen de grijzen, brei- achtige massa gieten of^op de draai schijven met klonten wit-achtige, uit Engeland afkomstige klei de vormen maken, waarop straks de schilders de decors aanbrengen. Behalve over vakkennis moeten de het blauw Delfts aardewerk dan ge reed. Opleiding en praktijk. 1UOG VERHIT VAN HET STAAN bij de ovens, waarin dag en nacht de oVenwagens met het aarde werk, dat in vuurvaste dozen (z.g. 1 nengereden, vernemen wij iets over de vorming van de jonge schilders. Een vijfjarige opleiding op de te- ken-academie waarborgt, dat de fa briek de beschikking krijgt over uit stekende krachten, terwijl daarnaast een langdurige opleiding op de schil dersateliers de jongelui hiertoe toehoort ook een aantal meisjes volwaardige krachten voor het be drijf maakt. Gemiddeld genomen kan men zeggen, dat zij na 510 jaar hun vak tot in de puntjes verstaan prachtige producten afleveren. Pro ducten, die door de glanzende, flu> weelachtige glazuur van elke imita tie zijn te onderscheiden, ook voor de leek. Maar de leek zal, wanneer hij met de diverse producten van deze bloeien de industrie geconfronteerd wordt, niet gemakkelijk een keuze kunnen maken uit al het prachtige aarde werk, dat „De Porceleyne Fles' enige fabriek, die het echte blauw cassettes) is verpakt, worden bin-Delfts aardewerk vervaardigt, biedt. ZO LEVEN WIJ IN HET OOSTEN Per kiesten kennelijk erg goed l Ik ga hier het lot bezingen van de opgroeiende jeugd van China en de nobele strijd, die reeds een zestig eeuwen duurt en nog vrijwel even grimmig voortwoedt. Het slagveld is het onmetelijke „hemelse rijk", dat Aan de draaibank. Het mes is op de juiste hoogte afgesteld en schraapt de overtollige, nu nog zachte witte klei af van de schijf, die met de voeten in beweging wordt gebracht. Het bord is na eenmaal bakken gereed voor beschildering en zal na het glazuurbad, dat over de beschildering heen komt, opnieuw gebakken worden, waarna weer een stuk blauw Delfts aardewerk gereed is. Op de voorgrond de gipsvormen, waarmee vazen van eenzelfde model worden gemaakt. in tweeën is verdeeld door een me ters dikke muur, die de eeuwen heeft getrotseerd. Aan de ene kant bevin den zich enige millioenen jonge rid ders, die met pijl en boog gewapend hun liefdespijlen afschieten op de even zovele marketensters aan de overkant. Zij missen helaas hun doel en stoten te pletter tegen dat oer oude monster van harde meedogen loze steen. U begrijpt de beeldspraak wel. Heidendom en traditie hebben een ondoordringbare muur gebouwd tussen man en vrouw en zo vecht de hedendaagse generatie nog lustig voort zonder de minste kans van overwinning! De vader in China is niet alleen de drager van het godde lijk gezag, maar ook de vertolker van het heidense wetboek, dat volgens eeuwenoude traditie door de hemel goden is opgesteld. En zo beheerst de Chinese vader het gehele, meest in tieme leven van zijn familie, dus ook de toekomst en idealen van al zijn kinderen! Het bakvisje van 14 begint op die leeftijd genoeg te krijgen van het; sloven, dag in dag uit. Zij is van jongs af steeds gebonden geweest aan het huis en moest de jonge kin deren verzorgen en al het mindere huishoudwerk verrichten, etc. En nu neuriet zij het bakvisliedje, dat voor deze leeftijd geldt: „Oh moeder, moe der! Ik word zoetjesaan beu van al dit familiewerk". Doch het klaaglied der jeugd wordt geheel genegeerd, want geld is hier vrijwel de enig be palende factor! De prijs voor bruiden varieert en komt er iemand opdagen, die een vastgestelde prijs biedt aF meer, dan eindigt de klaagzang van ons prinsesje. PA OP VRIJERS VOETEN! In China is „de Familie" een hoogs* belangrijk begrip. Zij is de schakel van die eindeloze ketting, die de he melse voorgeslachten verbindt met de familiegroep, terwijl de toekomstige eer en glorie der huidige groep ge heel ligt besloten in de alles omvat tende macht en beslissing der godde lijke voorvaderen. U begrijpt dus on middellijk, dat de familieketting vóór alles moet worden bewaard en mo gelijk door meerdere schakels moet worden verstevigd. De zonen vormen de enige schakels voor de toekomst. Zij immers zijn in staat volgens Chi nese begrippen, rijkdom te scheppen door hun handel en handwerk en zij alleen behouden de familienaam voor komende generaties, terwijl de doch ters steeds worden opgenomen door haar huwelijk in andere families. Een Chinees mag immers nooit trouwen met iemand vnn eenzelfde familie naam. Het huwelijk van de zoon is dus van overwegend belang en daar om beslist de vaderlijke macht om-1 trent de~ toekomstige familie van de jongens. En dit is dan ook de verkla- j Andere eisen voor zeekastelen De tijd ligt nog vers in het geheu gen, dat er op de Atlantische Oceaan een felle strijd werd gestreden. De scheepvaartmaatschappijen, die pas sagiersdiensten tussen Europa en Amerika onderhielden, stelden er een eer in het grootste, het snelste of het prachtigste schip in de vaart te heb ben. In korte tijd gleden nieuwe schepen, die elkaar overtroefden, te water. Juist was er een nieuw schip in de vaart gekomen, of een concur rerende maatschappij had al weer een schip op stapel staan, dat nog groter, sneller en luxueuzer was. In 1934 verscheen het Engelse pas sagiersschip „Queen Mary" op de Atlantische Oceaan en veroverde da delijk „de blauwe wimpel", het be geerde teken, dat het het snelste schip oP de atlantische route was. De Queen Mary", ruim een en tachtig duizend ton groot met een snelheid van acht en twintig knopen, werd de onbetwiste heerseres. Maar de Fran sen waren niet van plan dit zo te la ten en zij zetten hun oceaanreus, de „Normandië" op stapel. Toen het schip eindelijk klaar was, bleek dit een grote strop voor de Fransen te zijn, want het trilde bij de proefvaart van voor- tot achtersteven, een euvel dat men niet verhelpen kon en dat het schip eigenlijk waardeloos maak te. Later is het tijdens de tweede we reldoorlog in de haven van New York totaal verbrand. De Queen Mary" bleef de grote heerseres. Maar er dreigde haar een nieuw gevaar en wel van eigen zijde. Er werd in Engeland een zusterschip op stapel gezet, dat iets groter en sneller werd. Gedurende de econo mische crisis in de dertiger jaren lag de bouw geruime tijd stil, maar vlak voor de tweede wereldoorlog kwam het schip klaar en werd door de En gelse koningin gedoopt tot „Queen Elizabeth". Een stad op de golven. Om de lezer een beeld te geven, wat zo'n enorme oceaanstomer eigen lijk omvat, zullen we hier enkele ge gevens opsommen. De Queen Eliza beth" biedt plaats aan ongeveer 2300 passagiers, heeft twee bioscoopthea ters aan boord, drie zwembaden, een Turks bad, drie bibliotheken, vijf gymnastiekzalen, een hondenkennel, drie banken entalloze winkels waar men van alles kopen kan en rustig kan winkelen, kapperszaken, schoonheidssalons en dergelijke. Het lijkt een drijvende stad. Voorts treft men aan boord een compleet ziekenhuis aan met opera tiezaal en isolatie-afdeling met chi rurgen, doktoren en verpleegsters. Natuurlijk zijn er moderne keukens met een geweldige capaciteit, want zij moeten voorzien in de maaltijden voor passagiers en bemanning. Zij serveren tienduizend maaltijden per dag. Het schip beschikt over een drie voudige linnenuitzet. Eén is in de i was te New York, een tweede in de was te Southampton en de derde op de reis in gebruik. Men kan zich een beeld van deze geweldige linnenuit- zet vormen, wanneer men weet, dat e>* op één reis ongeveer tienduizend lakens, dertigduizend servetten en zeventigduizend handdoeken worden gebruikt, om over de rest nog maar I te zwijgen. Het schip heeft veertien dekken en men kan een wandeling van veertig kilometer over die dekken maken zonder ergens tweemaal langs te ko men. Vier turbo-generatoren leveren stroom voor de bijna zevenhonderd electromotor en aan boord en laten dertigduizend lichtpunten branden. Gewijzigde omstandigheden. Het zal ongetwijfeld opvallen, dat aan deze eigenaardige wedloop een einde blijkt te zijn gekomen. De „Queen Elizabeth" is tot op heden niet overtroefd. Wel is het schip de blauwe wimpel kwijt, die momen teel in handen is van het Amerikaan se passagiersschip „United States", doch dit schip, dat wel sneller is (tot 36 knopen), is aanmerkelijk kleiner dan de „Queen Elizabeth". Het meet ruim vijftigduizend ton. Men zal zich afvragen of deze enorme schepen, die drijvende palei zen, niet voldoen en onze tijd geeft er eigenlijk zelf het antwoord op. Er bestaat namelijk een buitengewoon grote behoefte aan goedkope toeris- tenreizen, waarbij een enkele reis over de oceaan niet veel meer dan ongeveer tweehonderd gulden mag kosten. Het is begrijpelijk, dat der gelijke enorme en luxueuze schepen als de „Queen Elizabeth" en derge lijke niet aan deze eisen kunnen vol doen. Hoe men ook zou rekenen, deze schepen zijn te duur in exploitatie om goedkope toeristenreizen te kun nen uitvoeren. Hiervoor heeft men andere schepen nodig, die sneller zijn en minder comfort bieden. De maal tijden kunnen als in een cafétaria geserveerd worden en alles dient op voordelige basis te zijn ingesteld. Dan is het mogelijk winsten te maken met deze goedkope reizen. Het is daarom niet waarschijnlijk, dat er in de toekomst nieuwe drijvende palei zen bij zullen komen, aangezien deze commercieel niet verantwoord zijn. OIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOII. ring van de hengelsport van Pa! Na rijp beraad is er keuze gemaakt en een bakvisje uitgezocht als toekom stige levensgezellin. Maar „bakvis jes"'en zelfs kleinere „katvisjes" zijn in China kostbare dingen en de vangst vereist dan ook een grondige voorbereiding. Huwelijksbureau. Men bedient zich daartoe altijd van een „Makelaarster", die beschikt over veel spraakwater en ook volkomen doorkneed moet zijn in uitgebreide wetten en formaliteiten van het Chi nese huwelijkswetboek Ik sprak zo even van „katvisjes": het is een veel voorkomend gebruik om reeds een meisje van drie, vier jaar te adopte ren als toekomstige vrouw van het jongetje der familie. De kinderen groeien dan samen op tot de huwbare leeftijd. Meestal echter confereert de „makelaarster" met de ouders van een opgeschoten bakvis en komt men tot overeenkomst in prijs en condities, dan wordt nia contante betaling het meisje opgenomen in de nieuwe fa milie. In feite is het huwelijk dan voltrokken. Dan ook mag zij de lange gitzwarte vlecht in een wrong op binden als teken van zelfstandigheid. EN T GAAT GOED! De hengelsport had dus succes. De overeenkomst met de andere familie is ten volle geslaagd en de dochter behoort niu aan Pa, die haar met zijn vaderlijke hemelmacht tegelijk heeft samengesnoerd met zijn zoon. En dit is dan ook feitelijk de eigenlijke hu welijksceremonie. De eigenlijke „hu welijksdag" is slechts een plechtig ceremonieel, waarbij het meisje haar eigen families verlaat en in die van haar bruidegom wordt opgenomen. Op die feestdag worden tussen weder zijdse families geschenken gewisseld, die bestaan uit ham, kippen, pinda's en kalabaspitten. De uitzet en be zittingen der bruid worden met veel omhaal en schril trompetgefluit naar het huis van de bruidegom gebracht en ten slotte volgt de bruid, die al leen en geheel afgesloten in een veel kleurige draagstoel naar haar nieuwe woning wordt gedragen. Daar aangekomen volgt de „intro ductie in de nieuwe familie". Voor het huisaltaartje waarop twee dikke rode kaarsen staan, maakt het paar driemaal een buiging met het hoofd tot aan de grond voor de ouders van de bruidegom. Dan volgen minder diepe buigingen voor andere voorna me gasten. Bruiloftsmaal. En daarna zet ieder zich aan tafel tjes voor een copieus maal, vaak van dertig en meer gerechten. De familie der bruid neemt geen deel aan het feest. Ook klinkt het ons hoogst eigenaardig, dat op deze dag bruid en bruidegom elkaar voor het eerst van hun leven hebben ontmoet. En dat wettigt onze vanzelfsprekende vraag: „Hoe zal zo'n huwelijk sla gen?" En mijn. ondervinding ant woordt: „Enkele uitzonderingen daar gelaten, vormt de Chinees een bui tengewoon goed en gelukkig gezin! Geheel doortrokken en opgevoed naar duizendjarige gewoonten en soms voortreffelijke deugden, die steunen op helaas valse, doch hogere machten, ontpopt de jonge man zich tot een ijverige, voorbeeldige zorgza me en liefhebbende huisvader, terwijl het meisje door haar echt vrouwelij ke deugden van geduld, lijdzaamheid en moederliefde een prachtige huis moeder is. Een ideale familie dus?? Volstrekt niet! Wel ver onder het ideale katholieke gezin staat toch het Chinese mijlen boven het moderne huwelijksdrama, dat met het chris tendom brak en zonder hogere prin- cipen in een egoïstische liefde doel loos en ongebonden voortfladdert. TOENG CHENG FOE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 8