Helpt
zijn
Haarlems Bisschop met
kerkenbouw -programma I
Centraal probleem van zielzorg in snel aanwassend gebied
Verdubbeling
van
de collecte-opbrengst kan
de stijgende bouwkosten opvangen
BOUILLON
Volgens matige
schatting 62 kerken in 15 jaar nodig
28
Uitkomsten telling van
de veestapel Mei 1955
BAMBI
DONDERDAG 7 JULI 1955DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
MOG NOOIT IN DE EEUWENLANGE geschiedenis van de Kerk heeft de
zorg voor de zielen, welke aan het Episcopaat is toevertrouwd, zich
zozeer geconcentreerd op één probleem en wel dat van de kerkenbouw,
als thans, nu de bevolking toeneemt in ongekende mate.
Kon men in vroeger tijden rustig bouwen aan grootse kathedralen,
welke met onuitputtelijk geduld en fijne kunstzinnigheid werden verfraaid
en opgesierd tot bewonderswaardige monumenten van cultuurde tegen
woordige tijd eist tempo en spoedige voorziening in dringende behoeften.
Zondag a.s is het Kerkenbouw-Zondag en naar aanleiding daarvan is het
van belang eens een overzicht te geven van de reusachtige taak, welke op
de schouders rust van Haarlems grijze bisschop en een blik vooruit te werpen
in de nabije toekomst, om ons te realiseren, hoe groot de omvang is van de
dringende nood op het gebied van de kerkenbouw.
de bevolkinksaanwas en op de ver
plaatsing van de bevolkingsdruk in
de steden, is het duidelijk, dat de
daarop gebaseerde cijfers het mini
mum zullen vormen van hetgeen er
nodig is en dat de werkelijkheid de
plannen aanmerkelijk zal verzwa
ren.
BEVOLKINGSAANWAS
Wanneer wij willen schatten, hoe
veel kerken er in de eerstkomende 15
jaar in het diocees van Haarlem nodig
zullen zijn, dienen wij rekening te
houden met de volgende factoren:
a. Op de eerste plaats moeten wij 'n
prognose maken van de vermoe
delijke toeneming van de katho
lieke 'bevolking.
ib. Vervolgens moet een gooi ge
daan worden naar de verplaat
sing van de bevolkingsdruk van
de oude stadsgedeelten naar
nieuwe woonwijken aan de rand
der steden.
c. Tevens dient rekening gehouden
te worden met het tempo van
ihet verval der bestaande kerk
gebouwen.
d. En tenslotte moeten niet tiit Ihet
oog verloren worden de seizoen
voorzieningen in de recreatiege
bieden, zoals badplaatsen bijv.
Met het oog nu op de nabije toe
komst is door het Katholiek Sociaal-
Kerkelijk Instituut een structuurplan
voor de kerkenbouw in het bisdom
Haarlem opgesteld, waarbij voorlo
pig uitsluitend aandacht is gegeven
aan de punten a en b, daar over het
bouwkundig gehalte van de bestaan
de kerken een onderzoek nog lopen
de is en een juiste raming van de
behoefte aan seizoenvoorzieningen in
recreatiegebieden moet wachten op
meer definitieve gegevens van de
burgerlijke planning, speciaal ten aan
zien van het Deltaplan.
Wanneer wij dus alleen letten op
STATISTISCHE GEGEVENS.
Gaan wij af op de statistische ge
gevens omtrent de natuurlijke bevol
kingsaanwas, dan blijkt dat in 1970
de totale bevolking van Noord- en
Zuid-Holland (Zeeland wordt om di
verse redenen buiten beschouwing
gelaten) waarschijnlijk 4.900.000 zie
len zal bedragen.
Bij de bepaling van het aantal in
1970 in dit gebied te verwachten Ka
tholieken is uitgegaan van de hypo
these, dat hun percentage 'minimaal
gelijk zal zijn aan dat van 1947 in het
desbetreffende gebied, d.w.z. 26.49
pot. Minimaal moet men derhalve in
1970 met pl.m. 1.300.000 Katholieken
rekenen. Dit betekent, dat zeer glo
baal bezien nieuwe kerkruimte ge
schapen zal moeten worden voor
pl.m. 280,000 Katholieken. Naar ver
wachting zullen hierbij pl.m. 210.000
pasohanten zijn. Rekent men per 3
paschanten één kerkplaats, dan bete
kent dit, dat er pLm. 70.000 nieuwe
ikerkplaatsen gecreëerd dienen te
worden, wat neer zóu komen op een
zeventoigtal nieuwe kerken van 1000
zitplaatsen.
Dat is een ontstellende groot ge
tal en derhalve heeft men getracht,
door langs andere wegen het pro
bleem te benaderen, of dit getal niet
zou kunnen worden teruggebracht.
Er is een splitsing gemaakt tus
sen landelijke gebieden en stedelijk-
industriële gebieden en aan de hand
van nauwkeurige analyse is men tot
de volgende slotsom gekomen:
Tot 1970 zullen voor de stedelijke
gebieden waarschijnlijk noodzakelijk
zijn: 56 nieuwe kerken. Bovendien
is in enkele plaatsen uitbreiding van
de bestaande kerken of bouw van
een bijkerk gewenst. Alles tezamen
genomen zullen er pl.m. 51.000 nieu
we kerkplaatsen moeten worden ge
creëerd. Hiervan zullen alleen in de
3 grote steden reeds pl.m. 30 nieuwe
kerken moeten komen met pl.m.
28.000 zitplaatsen.
De landelijke gebieden zullen
waarschijnlijk minder behoefte heb
ben aan nieuwe kerken; men denkt
de bevolkingsaanwas voornamelijk te
kunnen opvangen door uitbreiding
van het bestaande kerkgebouw. Ove
rigens denkt men hier te kunnen vol
staan met 4 a 6 nieuwe kerken.
Voor wat het gebied rondom Lei
den betreft (d.w.z. de stad met de
dorpen Leiderdorp, Zoeterwoude,
stgeest, Warmond, Voorhout, Kat
wijk, Rijnsburg, Noordwijk, Noord-
wijkerhout, Sassenheim Lisse en
(Hillegom) wordt verwacht, dat de
•bevolkingsaanwas zich voor een be
langrijk deel in Leiden, Oegstgeest en
Leiderdorp zal voltrekken. Er zijn
daar drie nieuwe kerken geprojec
teerd. Waarschijnlijk zal de snelle
uitbreiding van Noordwijk en Noord-
wijkerhout nog een tweetal nieuwe
kerken tot 1970 noodzakelijk maken.
Gezien het feit, dat nog niet zo lang
geleden in Lisse en Hillegom de
kerkcapaciteit aanzienlijk is uitge
breid, zal waarschijnlijk in dit ge
bied, voor zover dit het landelijk ge
deelte betreft geen nieuwe kerk no
dig zijn.
Wat het gebied Alkemade betreft
(de gemeenten Alkemade, Ter Aar,
Benthuizen, Hazerswoude, Koude
kerk, Rijnzaterwoude, Oude en Nieu
we Wetering) de daar te verwachten
relatief zeer hoge bevolkingsaanwas
zal voor een vrij groot deel af
vloeien tussen 1920 en 1940 trok
ken hier naar schatting pl.m. 3600
Katholieken weg voor een ander
deel is reeds een nieuwe kerkelijke
voorziening geschapen door de nieu
we kerk in Roelofarendsveen.
In Oude-Wetering is de kerk afge
keurd, daar zal een nieuwe dienen te
verrijzen.
Alles bij elkaar zijn dus bij matige
en zeer voorzichtige schatting zeker
'n dikke 60 nieuwe kerkgebouwen
noodzakelijk.
TWEE PERIODEN.
De urgentie van de bouw van dit
grote aantal kerken ligt niet gelijke
lijk over de komende 15 jaar ver
spreid. Wanneer we n.l. als maatstaf
voor deze spreiding de kerken in de
stedelijk-industriële sector nemen
veruit het grootste gedeelte van de
te bouwen kerken ligt immers in deze
6ector dan blijkt dat tot pl.m. 1960
27 a 28 kerken gebouwd moeten wor
den en van 196019,70 nogmaals
27 a 28.
Dit betekent dus, dat de urgentie
in deze gemeenten in de eerstkomen
de periode aanmerkelijk hoger zal
zijn dan in de tweede periode, iets
wat zeer begrijpelijk is, indien men
bedenkt, dat kerkenbouw en woning
bouw ongeveer gelijke tred houden
en de laatste vooral tot pl.m. 1960 zo
hoog mogelijk opgevoerd zal worden
om de woningtekorten in te halen.
Indien na 1960 het inhaalprogramma
op vele plaatsen gerealiseerd zal zijn,
zal waarschijnlijk een meer normaal
woningbouwtempo aangehouden kun
nen worden, tenzij de hoge geboorte
golf uit de jaren 1946 en 1947 een
echo-effect krijgt in een bijzonder
sterke toeneming van het aantal ge
zinnen.
Tot het jaar 19601961 zal zeker
jaarlijks een vijf- a zestal kerken ge
bouwd moeten worden. Na dit tijd
stip zal wellicht enige ontspanning
intreden en het aantal te bouwen
kerken gemiddeld op 3 per jaar kun
nen worden gesteld.
EN NU DE FINANCIëN.
De pl.m. 62 nieuwe kerken, welke
tot 1970 gebouwd moeten worden,
zullen gemiddeld ongeveer 800850
zitplaatsen moeten hebben. Kerken
van een dergelijke omvang kosten
op het ogenblik alles inbegrepen 7
a 7Vi ton, althans in dit Bisdom, zo
dat indien de bouwkosten in de ko
mende jaren niet zouden stijgen, voor
de kerkenbouw tot 1970 nodig zal
zijn pl.m. 46.000.000.
Dit „niet stijgen van de bouwkos
ten" is echter een fictie, als men be
denkt, dat de bouwkosten de laatste
15 jaar enorm gestegen zijn en zich
nog steeds in stijgende lijn bevinden,
zoals blijkt uit het feit, dat in 1950
de, bouwkosten reeds V/z maal zo
hoog waren als vóór de oorlog, in
1954 4Vz zo hoog en momenteel reeds
ruim 5 x zo hoog. Sinds 1950 is er
een stijging met 45 pet., sinds het vo
rige jaar een stijging van ruim 13
jet. Daar we ook voor de nabij toe
komst nog een vrij sterke stijging
van de bouwkosten moeten verwach
ten, zal het voor kerkenbouw beno
digde bedrag zeker nog vrij aanzien
lijk boven de ƒ46.000.000 komen te
liggen.
Zal de collecte voor „Bijzondere
Noden" dat alles kunnen bijhouden?
Vorig jaar kon worden geconstateerd,
dat van 19391948 een grote ach
terstand in de kerkenbouw was ont
staan, doch dat sinds de intensive
ring van de kerkenbouw in 1949 deze
achterstand niet groter was gewor
den.
Thans moet echter worden vast
gesteld, dat er opnieuw een zeer gro
te achterstand dreigt te zullen gaan
optreden, omdat bij het huidige tem
po van het binnenkomen der geld
middelen slechts de helft van de be
nodigde kerken gebouwd zal kun
nen worden.
CONCLUSIE.
De conclusie ligt voor de hand.
De opbrengst der wekelijkse col
lecte zal minstens verdubbeld moeten
worden, wil men de bisschop in staat
stellen, het programma van gemid
deld vijf kerken per jaar vol te hou
den.
PRUS PER DOOSJE TABLETTEN VOOR 8 KOPPEN:
ZUIVER ALS
-13 BOUWDE MEN VROEGER KERKEN. DIT IS DE KATHEDRAAL VAN LINCOLN IN ENGELAND ZULKE
MONUMENTALE BOUW BERKEN VRAAGT DE BISSCHOP NIET.
Van de landbouwtelling Mei 1955
heeft het Centraal Bureau voor de
Statistiek de voorlopige uitkomsten
bekend gemaakt voor wat betreft de
veestapel.
Uit deze cijfers blijkt, dat t.o.v. Mei
1954 de varkensstapel een aanzien
lijke uitbreiding heeft ondergaan,
doch dat in de rundvee-, paarden-,
schapen-, hoender- en eendenstapel
enige inkrimping is opgetreden.
De rundveestapel bedraagt thans
.989.300 stuks, hetgeen t.o.v. Mei 1954
een vermindering betekent met 36.300
dieren (1,2 pet.). Deze achteruitgang
is het grootst in de provincies Utrecht
4,3 procent), Zuid-Holland 3,9
procent) en Friesland 3,7 procent).
Een uitbreiding geven de provincies
Noord-Brabant (+4,5 procent), Lim
burg 3,3 procent) en Zeeland
1,5 procent) te zien. De melkvee,sta
pel omvat thans 1.508.000 dieren te-
1.547.500 in Mei 1954 2,6 procent).
Met uitzondering van de provincie
Noord-Brabant, waar een toeneming
met 2,9 procent is opgetreden, geven
de ovérige provincies een verminde
ring te zien, welke het grootst was
in de provincies Friesland 5,2 pro
cent) en Zuid-Holland 5,1 pro
cent).
De varkensstapel is aanmerkelijk
upitgebreid en bedraagt thans
2.364.000 dieren, tegen 1.945.000 in
Mei 1954 (+21,1 procent). Een derge-
lepk groot aantal is nog nimmer in
Mei geteld. De grootste toeneming
geven de provincies Noord-Brabant
en Limburg te zien (resp. 29,1 en 27,8
procent). Daar het aantal gedekte
zeugen eveneens sterk is toegenomen
(+25,8 procent) moet met een nog
verdere stijging van de varkensstapel
worden rekening gehouden. De gesta
dige achteruitgang van het aantal
landbouwpaarden blijkt in het afge
lopen jaar nog niet tot staan te zijn
gekomen. Zo omvat de paardensta-
pel thans rond 220.300 dieren tegen
241.000 in Mei 1954 8,7 procent).
Ook de fokkerij is naar het aantal
gemeten sterk in betekenis afgeno
men 23,0 proct). Alleen in de pro
vincie Zeeland was er een uitbrei
ding van het aantal veulens (+2,8
procent). In de overige provincies is
een sterke inkrimping té constateren,
welke het grootste was in de provin
cies Limburg 49,8 procent) en
Noord-Holland 29,1 procent).
De schapenteelt blijkt ook dit jaar
wederom kleiner te zijn en bedraagt
thans rond 337.9*00 stuks tegen 407.600
in Mei 1954 7,1 procent).
De uitbreiding van de hoendersta
pel, welke in de afgelopen jaren re
gelmatig doorging, blijkt thans
geringe achteruitgang 3,4 procent).
Werden in Mei 1954 in totaal
31.446.000 hoenders geteld, thans be
draagt dit aantal 30.3*65.000. De een
denstapel geeft een inkrimping te
zien met 52.00*0 stuks (—10,2 pro
cent) en omvat thans 446.060 stuks.
Dokter en patiënt
Gistermiddag heeft prof. dr. A. Th.
L. Mertens, benoemd tot hoogleraar
in de sociale geneeskunde aan de
Nijmeegse universiteit in de aula aari
de Wilhelminasingel zijn inaugurele
rede over het onderwerp: „De sociale
geneeskunde in ontwikkeling" ge
houden.
Voor deze ambtsaanvaarding be
stond grote belangstelling, vooral van
de zijde van artsen.
Spreker schetste o.m. de heden
daagse verhouding van de arts en de
fondspatiënten. De ervaring leert, dat
de arts in de medische behandeling
der patiënten geen onderscheid
maakt tussen particuliere en fonds
patiënten. Maar de ervaring leert ook,
dat het merendeel der artsen in het
particuliere gedeelte van hun prac-
tijk het meest een stimulans vinden
om in alle opzichte maximale presta
ties te leveren. Honorering per abon
nement, via ziekenfondsen, is een
premie zetten op beperken van de
prestatie, aldus spreker.
Wanneer het particuliere deel van
een practijk van de arts b.v. 40 tot
50 procent is, blijkt vrijwel iedere
huisarts staande te kunnen blijven.
Voor de meeste huisartsen-practijken
is thans echter dit percentage nog
slechts ongeveer 20 tot 0.
GEVAARLIJK WEGGEDEELTE IN
RIJKSWEG HAARLEM-ALKMAAR
WORDT VERBETERD.
In de rijksweg Haarlem—Alkmaar
bevindt zich nabij' de spoorwegover*
gang te Castricum een bij het ver
keer berucht weggedeelte. Onlangs
heeft de A.N.W.B. op verbetering
aangedrongen, daar hier vele malen
auto's en motorrijders zijn geslipt,
ten gevolge van het gladde wegdek,
dat bovendien nok uilen vertoonde.
Thans wordt bericht dat de slip-
gevaarlijke klinkers door een zgn.
oppervlaktebehandeling srtoever zul
len worden gemaakt. Te voren zal
het weggedeelte worden hersteld of
In 1958 opent A'dam
nieuw RAI-gebouw
Raad aanvaardde plan
Zonder hoofdelijke stemming is de
Amsterdamse raad gistermiddag na
een debat van ruim drie uur accoord
gegaan met de voordracht om in de
hoofdstad op het Scheldeplein een
nieuw RAI-gebouw te stichten, nadat
met de Nederlandsche Vereeniging
„De rijwiel- en automobielindustrie"
een overeenkomst was aangegaan om
een „N.V. RAI-gebouw" op te rich
ten, onder een commenditaire ven
nootschap; daarin wordt van ge
meentewege 5 millioen onderge
bracht voor de bouw van een tentoon
stellingscomplex, terwijk de RAI zelf
voor 2 milloen deelneemt. De ge
meente zal verder 770.0-00 uitgeven
voor het geschikt maken van een
•kleine tentoonstellingshal, terwijl zij
daarnaast voor 7 millioen een ge
meentelijk congresgebouw en voor
5 millioen een ondergrondse garage
voor 90*0 auto's in het complex laat
bouwen.
De wethouder van publieke wen
ken verwachtte, dat het complex in
het voorjaar van 1958 gereed zal zijn,
zodat in Februari van dat jaar de
eerste grote automobiel-tentoonstel
ling geopend zal kunnen worden.
plaats gemaakt te hebben voor een bracht.
opnieuw onder profiel worden ge-
onder de mensen
In de Ommense bossen von
den kinderen van de familie Fal-
kenburg enkele weken geleden
een jong reekalfje? dat kennelijk
door de moeder verlaten was en
met een zekere dood bedreigd
werd.
De kinderen namen het diertje
mee naar hips en alleen de grote
honger bracht het diertje er toe
zijn schuwheid te laten varen en
gulzig de melk te drinken, die
hem via een zuigfles werd toege
diend.
Nu is het ree-kalfje alweer
een maand ouder en in die tus
sentijd is het helemaal vergeten,
dat een reetje bang behoort te
zijn voor mensen. Het voelt zich
volkomen op zijn gemak in het
huis van de familie Falkenburg,
zodat het zelfs tot de ontdekking
is gekomen, dat alle verhalen
van zijn voorouders overdreven
zijn en dat een herdershond best
een leuke speelkameraad is.