PINKSTERBLOM
w j
ZATERDAG 28 MEI 1955
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA 1
„Willem, zal eerst 'n romance spelen, voor ik je ga uitleggenwaarom 't zo
laat geworden is".
„Moet je me er nou weer aan herinneren, dat ik 'n jaar ouder
geworden ben!"
lllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllW
W>'> WXSSÈX&t&
„Man, doe dan toch iets!"
Sinds vanmorgen werkt hij aan zijn eis van woudloper"
DE MAN, DIE TERUGKWAM.
Tien jaar geleden werd een zekere
Dickie Valentin, die in het Londense
Palladium-theater loopjongen was
voor een salaris van 30 shilling per
week, op staande voet ontslagen met
een flinke draai om zijn oren van de
chef-portier toe.
Sindsdien is er voor Dickie het een
en ander veranderd.
Vorige week maakte de directie
van het Palladium-theater bekend,
dat de beroemde zanger Dickie Va
lentine Londen met een bezoek wil
vereren. Binnenkort zal hij geduren
de een week 'bij zijn vroegere baas
optreden tegen een salaris van 750.
GEVAARLIJKE SOLO.
Het Symphonie Orkest van Bir
mingham gaf vorige week een uit
voering van Eeethovens „Fidelio".
Dit werk maakt een trompetsolo
achter het toneel nodig en het or
kestlid John Salomon werd uitgeko
zen, om deze opdracht te vervullen.
Hij was door een dik tapijt voor de
toeschouwers verborgen en precies
op tijd zette hij zijn solo in.
Na de eerste tonen klonk er plot
seling lawaai achter het toneel en
tegelijkertijd zweeg de trompet. Nog
even trachtte de dirigent de situatie
te redden, maar er kwam geen geluid
meer en derhalve tikte hij af.
Bij nader onderzoek bleek, dat 'n
brandweerman John Salomon in de
nek was gesprongen, zodra het eer
ste geluid uit de tropipet kwam. De
man verklaarde later in de mening
te hebben verkeerd, dat de trompetist
er niet bijhoorde en van* plan was
geweest de uitvoering in het honderd
te laten lopen. De dirigent kwam
nog net op tijd om een arrestatie te
voorkomen.
ONDER DE PANTOFFEL.
De Amerikaanse industrie heeft
een nieuwtje in de handel gebracht.
De glazen pantoffel.
De Amerikaanse vrouwen zijn
verrukt over deze vinding. Sinds de
doorzichtige pantoffeltjes, die in al
lerlei kleuren verkrijgbaar zijn, op
de markt werden gébracht, worden
honderdduizenden paren per week
verkocht. De pantoffeltjes, die van
glasvezel zijn gemaakt, hebben vele
goede hoedanigheden. Ze zijn zacht
als vilt en kunnen met een spons
„gepoetst" worden. Of het voor de
Amerikaanse mannen leuker is on
der een glazen pantoffel te zitten dan
onder een gewone vermeldt de ge
schiedenis niet.
HOFFELIJK.
Op een bijeenkomst van Franse
schrijvers stelde iemand de volgende
vraag: „Ik verkeer dikwijls in de
netelige situatie, dat iemand om mijn
handtekening vraagt, zich mijn vriend
noemt en ik me met kan voorstellen
de betreffende persoon ooit te heb
ben ontmoet. In een dergelijk geval
vind ik het pijnlijk, om naar de
naam te vragen. Hoe kan zoiets op
gelost worden?"
Toen de vraag gesteld was, stond
de bekende schrijver André Maurois
op. „Beste collega", zei hij tot de
vragensteller, „ik sta ook dikwijls
voor de moeilijkheid, dat iemand,
die ik niet ken, een opdracht vraagt
in een van mijn boeken. Ik los dit
probleem op door te schrijven: „Voor
jou, mijn vriend, van mij...."
BEST SELLER.
In Zweden is een nieuw boek ver
schenen, dqt binnen enkele maanden
een bestseller is geworden. Het is
geen roman. In het boek komen de
namen voor van alle Zweden, die
een maandinkomen hebben van 1200
kronen. Niemand ziet in de verschij
ning van dit werk iets indiscreets.
Men ziet er alleen het practische
maar van in. De banken hebben
thans een goed overzicht van de cre-
dietwaardigheid van de cliënten, de
huwbare meisjes kennen de finan
ciële toestand van de „jongens, die
in aanmerking komen" en vele vrou
wen hebben voor het eerst ontdekt,
dat haar mannen meer dan 1200 kro
nen per maand verdienen.
Toch nog snel.
Baas: „Jij doet nou letterlijk alles
even langzaam. Is er dan niets, waar
in je snel bent?"
Loopjongen: „Ik ben snel moe,
i baas.
Grote liefde.
„Jij zegt, dat je van me houdt?",
kreet de bedroefde echtgenote. „En
je hebt nog niet eens 50 gulden voor
me over, om me een vermagerings
kuur te laten ondergaan?"
„Lieveling, ik houd zoveel van je,
dat ik geen onsje van je wil missen".
Gerust.
Aan het slot van het wilde-dieren-
nummer viel een tijger de dompteu-
se om de hals en kuste haar.
„Wie durft dat ook?", vroeg de stal
meester.
„Ik!", riep een heer. „Breng die
dame maar in mijn loge
Koopman.
„Nu hebt u me wel een hond ver
kocht, die zo sterk is als tien Tarzan-
nen, maar ik heb niets aan het beest.
Vannacht is er bij met ingebroken en
de hond is niet eens wakker gewor
den."
„Oh, dat is gauw opgelost. U hebt
nog een kleine hond nodig, die de
grote wekt, als er ingebroken wordt."
Nederland is een nieuw tijdschrift rijker, „Artis", een uitgave van het Koninklijk Zoölogisch Genootschap
Natura Artis Magistra te Amsterdam. Iedere twee maa nden zal er een aflevering verschijnen en daarin zal in
wijde kring bekendheid worden gegeven aan alles wat er in Artis te zien is en gebeurt. Tevens zal op begrij
pelijke wijze de wetenschappelijke betekenis van het werk in Artis uiteengezet worden.
Het eerste nummer, dat vorige "week van de persen gekomen is, is zeer geslaagd. Het belicht verschillende
facetten van het dierentuinbedrijf met zijn collecties dieren, zijn biologische studies en zijn ontspanning voor
groot en klein. In dit nummer, dat met prachtige foto's bijzonder aantrekkelijk is gemaakt, komen vele inte
ressante artikelen voor o.a. van dr. A. F. J. Portielje en dr. C. J. Folmer. Bovenstaande plaat is aan het eerste
nummer van „Artis" ontleend. Het is een struisvogel, die bezig is een ei te leggen.
Rare reactie.
Een man zat rustig in het hoekje
van de trein te slapen, toen een op
gewonden medereiziger op hem toe
vloog: „Draagt uw vrouw misschien
een zwart mantelpakje met een
bontkraagje?"
„Ja", antwoorde de man, „wat is
er aan de hand?"
„Zij is zo juist uit de trein geval
len".
„Hemellief man, doe iets, trek aan
de noodrem; ze heeft de kaartjes bij
zioh."
Ging niet.
„Buurvrouw, kan ik de mattenklop
per lenen?"
„Nee, 't spijt me echt, maar dat
gaat niet. Ik verwacht dat mijn man
vanavond ook laat thuis komt."
Klopt.
„Ober, mijn bord is nat!"
„Dat is de soep, mijnheer."
Geluid.
„Lieveling, kan je zien, wat die
mensen aan het tafeltje hiernaast
eten?"
„Nee, zien kan ik 't niet, maar aan
het geluid te horen, zou ik zeggen:
Spaghetti".
Niet erg.
Dokter: „Sjaan, ik kan je geen goed
getuigschrift geven!"
Dienstmeisje: „Dat geeft niet dok
ter, als u het maar net zo duidelijk
schrijft als de recepten."
Proberen.
„Mijn dochter heeft gisteren haar
eerste voetbalwedstrijd, gezien en ze
was zo enthousiast, dat ze geen stem
over heeft."
„Dan gaat ze zeker volgende keer
ook mee?"
„Nou, ik denk, dat ik m'n vrouw
eens mee neem."
De grote kans.
De beroemde filmster gaf de kell-
ner honderd gulden en zei: „Neem
voor je zelf ook maar wat!"
'n Poosje later bracht de kellner
twee gulden terug.
„Ik heb een borreltje gedronken
en jij mocht iets nemen", zei de ster,
„en nu breng je me maar twee gul
den terug. Wat heb je dan voor je
zelf genomen?"
,,'n Nieuwe regenjas," antwoordde
de kellner.
Die opa.
De oude weduwe proefde voor het
eerst van haar leven jenever. „Oh
bah", zei ze. „Het smaakt naar het
medicijn, dat mijn man zaliger jaren
lang heeft moeten innemen."
Eerlijk.
Baas: „Ben je eerlijk?"
Sollicitant: „Ja zeker, mijnheer: Ik
heb vijf jaar in een badhuis gewerkt
en ik héb nooit een bad genomen!" j
,,'t Sleuteltje van de auto!! 't Sleuteltje!! 't Sleuteltje!!"
„Zie jij iets?"
„Och man, laten we onze eigen olifant maar neerschieten".