Geweldige ontwikkeling sinds
vijfig jaar op kampeergebied
DE TENT IN ONS LEVEN
Voorlichting is zeer belangrijk
If fff*
P J
Nederland behoort tot de minst
beboste landen in West Europa
DE LEIDSE COURANT
Tienduizenden hebben kortgele
den een bezoek gebracht aan de
ANWB-tentoonstelling „Goed Kamp
1955". De bezoekers varieerden tus
sen bejaarde heertjes, die nog steeds
niet in hun eigen leeftijd kunnen ge
loven en knaapjes met opgewonden
gezichten, die bij ieder prijskaartje
aan de inhoud van hun spaarpot dach
ten. Nederland houdt van kamperen,
jong en oud. Het enige verschil tus
sen beide groepen is vermoedelijk,
dat de eerste in het goedkoopste
sheltertje zijn ideaal ziet aange
zien dit het dichtst de financiële mo
gelijkheden benadert en de laat
ste na vele jaren kampervaring met
kennersoog de nieuwste snufjes mon
stert, omdat het gemak de mens ook
tijdens de vacantie dient.
De tent is reeds vele eeuwen oud.
Zelfs in de bijbel is er reeds sprake
van en Paulus moet tentenmaker ge
weest zijn. Ook in de oorlogen van
lang vervlogen eeuwen werd de tent
geibruikt. Maar de vacantietent heeft
nog maar net de middelbrae leeftijd
bereikt. Ongeveer vijftig jaar gele
den deed zij haar intrede en na de
oorlog van 1914'1<8 begon zij er pas
goed in te komen. Sindsdien heeft er
echter eei* geweldige ontwikkeling
op kampeergebied plaats gevonden
en vandaag aan de dag kunnen we
rustig zeggen, dat de tent Nederland
veroverd heeft. Zij heeft een belang
rijke positie ingenomen en zal zich
daar niet gemakkelijk uit laten ver
dringen.
Ontelbaar
Deze geweldige ontwikkeling kan
men pas goed constateren op een ten
toonstelling als „Goed Kamp 195ö".
Het grasveld bij dé Haagse Houtrust-
hallen was bezaaid met tenten en
tentjes en wij zouden met de beste
wil van de wereld geen overzicht
kunnen geven van de ontelbare soor
ten en modellen. Hoewel het buiten
kijf is, dat de dubbeldaks tenten al
tijd de voorkeur verdienen boven de
enkeldaks modellen, is de eerstge
noemde soort nog lang niet verdron
gen. Zij heeft haar eigen supporter-
schaar!
Opvallend is, dat het sheltertje,
nog afkomstig uit de legerdumps van
de eerste wereldoorlog, ook vandaag
nog gewild is. Het is zoiets van de
eerste liefde, die men niet meer ver
geten kan. De Bombay-shelter, van
meer recente datum, laat zich even
min gemakkelijk verdringen. De
beste eigenschap van dit exemplaar
is: IJzersterk! Deze tent kan wel gaan
vervelen, maar niet verslijten.
Maar na dit tweetal zijn er vele
soorten gevolgd. De enkeldaks is in
wezen reeds een verbeterde shelter
met zijmuurtjes en een luifel, die
graafwerk overbodig maken. Dan
volgt de grote vinding: de dubbel
daks. Men kan gerust tijdens een
regenbuitje aan het dak komen zon
der een afschuwelijke lekkage te
veroorzaken.
Alleraardigst is de zogenaamde
pneumatische tent, die een geraamte
heeft van banden, welke men dient
op te pompen. De stormvastheid is
zeer groot en men heeft het voor
deel, dat er geen stokken nodig zijn.
Slaap lekker!
Iedere kampeerder weet nog goed,
hoe zijn enthousiasme „die eerste
keer" bekoelde na enkele slapeloze
nachten. Men ging stiekum kuiltjes
graven om een stukje heup in op te
bergen en 's morgens kwam men als
een plank overeind.
Je bent er niet met 's avonds te
zeggen: „Slaap lekker, jongens!"
Want er komt heel wat voor kij
ken, om lekker te slapen. Als je na
enkele weken kamperen niet „ge
kraakt" thuis wil komen, dan dient
men* de slaapmogelijkheid goed te
bestuderen.
Geroutineerde kampeerders be
schikken over donzen slaapzakken
met 'n vulling van minimaal 1 pond
en hebben daarbij een schuimplastic
matrasje. De meeste beginnelingen
vergeten, dat men meer bescherming
onder het lichaam nodig heeft, dan
er boven op. Wie geen dure slaap
zak kan aanschaffen, kan er met
een beetje handigheid zelf een in el
kaar prutsen. Een paar dekens, wat
vouwkunst en een handjevol spelden
zijn voldoende!
Ook de luchtbedden komen steeds
«MÉ
Heden en verleden naast elkaar. De
oude huifkar, waarmede men vroe
ger langs de wegen trok en de mo
derne kampeerwagen.
in grotere hoeveelheid op de markt.
Deze zijn kil, maar men kan dat ver
helpen met een extra deken. Verder
mogen de eigenaars van dergelijke
bedden hun pomp en plakspulletjes
nooit vergeten. Men loopt namelijk
het risico om een lek bed te krijgen.
Even oppassen!
Het ideaal van een dubbeldaks tent
is algemeen bekend. De isolerende
werking van de luchtlaag tussen het
bovendak en de ondertent weert 's
nachts de koude en op de gloeiende
zomerdagen de hitte. De voordelen
van het moderne grondzeil worden
helaas vaak niet gekend of onder
schat. En toch behoort het grondzeil
tot een van de belangrijkste onder
delen. Zonder overdrijving kan men
zeggen, dat de gezondheid van de
kampeerder er ten nauwste bij be
trokken is.
Op de exposities treft men over het
algemeen plastic op een textiellaag
aan. Het ideale grondzeil! Vroeger
waren we al dolgelukkig met een
stuk rubberdoek of canvas. Het rub-1
berdoek kan er nog best mee door.
Rubber en plastic zijn niet alleen
waterdicht, maar ook dampdicht. Dit
laatste geldt echter niet voor canvas
en daarom moet men dit soort grond
zeilen als ondeugdelijk beschouwen.
Tijdens de forumbijeenkomsten op
„Goed Kamp 1955" bleek uit de vra
gen, dat sommige mensen nog steeds
bij canvas zweren. Ten onrechte!
Ook werden er verschillende ma
len vragen gesteld over de voordelen
van een ingenaaid en een los grond
zeil. In het algemeen is het grote
voordeel van een ingenaaid grond
zeil. dat tochten uitgesloten is. Daar
entegen zijn er beperkter mogelijk
heden tot luchten.
Niet te vlug.
Eigenlijk zou men op kampeer-
tentoonstellingen een hoekje moeten
inrichten, dat gewijd is aan het on
derwerp: Zó moet het beslist niet!
Want als men een vergelijking
maakt met een expositie onder aus
piciën van een deskundig orgaan als
de A.N.W.B. en de kampementen, die
men zomers overal in het land kan
aantreffen, dan wordt er nog veel ge
prutst.
Gelukkig zijn we zover gekomen,
dat de Nederlandse industrie prima
kwaliteit levert. Men ziet de doorge-
De pneumatische- of ballontent. Pomp
hem op en hij staat stevig. Naar de
vorm doet deze tent denken aan de
Eskimo-hut.
trokken dakwanden, die voorkomen,
dat het regenwater langs de muurtjes
loopt; de gedraaide ijzeren pennen,
haring zo U wilt, die niet het lichtste
materiaal zijn op dit gebied, maar
wel het sterkste. En geloof maar ge
rust, dat die pennen een stootje moe
ten kunnen hebben! Wie een tent
koopt, kan het beste een prijslijst
aanvragen bij een bona fide buiten
sportzaak en deze eens rustig bestu
deren. Het boek „Met tent en cara
van" (uitgave Hollandia, Baarn) kan
als betrouwbare gids dienen. En wan
neer men zelf een tent wil maken,
dan kan men bij de A.N.W.B. terecht,
die een uitstekende handleiding
met uitvoerige bouwtekeningen heeft
samengesteld. Het is niet meer zoals
vroeger, toen men het er maar op
moest wagen. Tegenwoordig is er des
kundige voorlichting in overvloed en
dat mag ook wel, want het aantal
kampeerders, dat ieder jaar over ons
land uitzwerkt, begint al aardig in de
richting van één millioen te gaan!
Hoe vindt U dit model? Ziet er gezellig uit en schijnt goed te voldoen.
Hoewel het nog geen weer is om
over te juichen, zijn er de laatste
weken nog juist voldoende zonnige
dagen geweest, om al zo'n beetje in
de vacantiestemming te komen. En
vacantie betekent voor de Nederlan
ders zee en bos, bos en duin of al
leen maar bos. Hoe de keuze ook uit
valt, er moet ook bos bij zijn. Als we
een paar maanden verder zijta staan
de bossen vol tenten en caravans en
wie over dergelijke onroerende va-
cantiematerialen niet kan beschikken,
huurt voor een of twee weken een
heerlijk zomerhuisje, dat ergens tus
sen de bomen verscholen ligt. Mis
schien vloeit deze liefde voor de bos
sen wel voort uit het feit, dat we er
zo weinig hebben. In Finland, waar
71 pet. van de oppervlakte uit bos
bestaat, zal men vermoedelijk dik
wijls behoefte gevoelen, om eens even
tussen de bomen uit te zijn.
Nederland is na Ierland en Enge
land, waar men bezig is het bosbezit
sterk uit te breiden, het minst be
boste land van West Europa. De bos
sen van ons land hebben een geza
menlijke oppervlakte van nog geen
250.000 ha., wat neerkomt op onge
veer 7 pet. van de totale landopper
vlakte. Ongeveer 15 pet. van deze
bossen is eigendom van de staat, 15
pet. is in handen van gemeenten en
andere publiekrechtelijke lichamen.
5 pet. behoort aan verenigingen en de
overige 65 pet. is particulier bezit.
Niet aantrekkelijk.
De bosbouw onderscheidt zich in
verschillende opzichten van andere
vormen van bodembouw, zoals land
en tuinbouw. In de eerste plaats is er
veel tijd nodig tenminste enige
tientallen jaren om algemeen
bruikbaar hout voort te brengen.
In de landbouw wordt jaarlijks ge
oogst en in de tuinbouw soms meer
malen per jaar. Een grove dennenbos
daarentegen levert op zijn vroegst
35 tot 40 jaar na aanleg behoorlijk
mijnhout, terwijl voor paalhout en
zaaghout vaak het dubbele en meer
van deze termijn nodig is.
Dit heeft tot gevolg, dat het aan
leggen van bos uit een oogpunt van
belegging voor particulieren weinigs
aantrekkelijks heeft, daar men zeer
lang moet wachten voordat de rente
van het in de aanleg gestoken kapi
taal kan worden verzilverd.
Toch is bosbouw voor de economie
van ons land onmisbaar. Per jaar
wordt in Nederland omstreeks
5.000.000 m3. hout gebruikt, waarvan
meer dan 80 pet. moet worden inge
voerd. Het is dus van belang, dat de
nationale houtproductie zoveel mo
gelijk wordt opgevoerd en dat, naast
particulier initiatief, ook de overheid
een deel van deze taak uitvoert.
Behalve de houtproductie biedt het
bos nog vele andere voordelen voor
een zó groot deel der bevolking, dat
het redelijk is, dat de gemeenschap
in de kosten hiervan bijdraagt. Het
bos verhindert, dat het losse zand
verstuift en verzekert het voortbe
staan van onze natuurlijke zeewe
ring'; het legt de duinen en stuifzan
den vast en voorkomt voor de nabu
rige bouwlanden veel schade door
wegstuivend zand; het verschaft veel
seizoenwerk en bewaart gelegenheid
tot recreatie.
De staatsbossen.
Op al deze gebieden vervullen de
staatsbossen hun taak. Zo heeft het
Staatsbosbeheer duinbebossingen by
Schoorl en op de Waddeneilanden,
bossen op stuifzand bij Kootwijk en
Appelscha. Het Haagse Bos, in de oor
log verwoest, docht thans opnieuw
ingeplant, is een voorbeeld van een
recreatiebos, terwijl de bossen by
Breda, Putten en Groesbeek, om
slechts enkele bossen te noemen, be
halve voor de productie van hout ook
van grote waarde zijn voor het na
tuurschoon en de recreatie. In het
bijzonder dienen te worden vermeld
de jonge staatsbossen in Drente, die
een belangrijke oppervlakte beslaan.
Ondanks hun jeugdige leeftijd lever
den zij in 1953 reeds een opbrengst
van ruim 1 millioen gulden en hun
landelijke betekenis neemt nog steeds
toe. Alle staatsbossen tezamen gaven
in 1953 een opbrengst van meer dan
3 millioen gulden uit de verkoop van
hout.
Het Staatsbosbeheer beheert mo
menteel ruim 65.000 ha. grond, waar
van byna 37.000 ha. bos. In de ruim
50 jaar van zijn bestaan heeft het
20.000 ha. bos zelf aangelegd.
Van de woeste grond, welke de
staat bezit, zal nog een gedeelte in
bos worden omgezet, maar daarnaast
blijven de belangrijke oppervlakten
heide, door bos omsloten stuifzanden,
begroeide duinen en zandplaten ten
behoeve van het natuurschoon en de
natuurwetenschap in ongerepte toe
stand bewaard.
Verlenen van steun.
Ook met andere middelen bevor
dert Staatsbosbeheer de bebossing.
Sedert 1907 kunnen gemeenten en
andere publiekrechtelijke lichamen
en stichtingen voor algemeen nut een
renteloos voorschot krijgen van de
staat voor bebossing van hun woeste
gronden. Van deze gelegenheid heb
ben tot op heden 63 gemeenten en
instellingen gebruik gemaakt, waar
door onze bosoppervlakte met 16.000
ha. is toegenomen.
Door de boswet van 1922 kwam
Staatsbosbeheer in nauw contact met
het beheer der bossen. Bepaald werd,
dat tal van lichamen geldelijke be
dragen konden krijgen uit 's Ryks
kas voor het instandhouden van na
tuurschoon, gevormd door bossen en
andere houtopstanden. De objecten,
die op deze wijze behouden bleven,
beslaan een oppervlakte van ruim
4700'ha. en jaarlijks wordt een sub
sidie verleend van 100.000 gulden.
Voor de eigenaren van landgoederen
bestaat de mogelijkheid verlaging te
krijgen van personele belasting, ver
mogensbelasting en successierechten
als men zich verbindt tot instandhou
ding van het bosbezit. Vele landgoed-
bezitters hebben daarvan gebruik ge
maakt en thans zijn ruim 750 land
goederen met een oppervlakte van
105.000 ha. onder de desbetreffende
wet gerangschikt. Van dit aantal zijn
500 landgoederen met een oppervlak
te van 80.000 ha. voor het publiek
opengesteld.