in Haar vliegenier Ook „De Tulp'1 voelde niets voor de spaarpot van het B.V.S. Communistisch Partijcongres zocht hei! bij de Amsterdamse stakingen Het blijft deze week Pasen Narcissen van het vrije veld deden eindelijk hun intrede NIEUWE BOEKEN WO^ivoD.-.G 13 APRIL 1955 DE LEIDSE COURAN1 TWEEDE BLAD PAGINA 2 Susanto Tirtoprodjo verlaat Nederland Uitgeleide gedaan door vele landgenoten zijn de scheidende waarnemende Hoge Commissaris van Indonesië cn Mevrouw Susanto Tirtoprodjo per trein uit Den Haag naar Parijs vertrokken. Zoals bekend is Mr. Susanto benoemd tot Indonesisch ambassadeur in Frankrijk. De heer Sjarif, charge d'affaires (links) neemt afscheid. Benarde besprekingen Prominente leden zijn weggezuiverd Het clubje van Paul de Groot en Gerben Wagenaar heeft de afgelopen Paasdagen gevuld met een partijcon gres, dat op Goede Vrijdag geopend werd en Tweede Paasdag een slot vond. Alhoewel men met bazuinen- geschal de Amsterdamse staking, ver heerlijkte en deze als een communis tische actie bestempelde hetgeen een van de weinige ware woorden is, die gesproken zijn waren de overi ge programmapunten nu niet direct aanleiding tot overdreven vreugde. De organisatoren hadden dit moge lijk voorzien, want de ruim duizend belangstellenden moesten bij en na de redevoeringen „rhythmisch" klap pen, een Russische vinding, waarbij Paul de Groot de maat sloeg. Als hoofdschotel fungeerde dus de Amsterdamse stakingen; het zal de gedupeerde tramconducteurs wel een beetje zonderling in de oren geklon ken hebben, dat deze reeds betreurde actie door het partijbestuur als een volkomen geslaagde strijd tegen de reactie werd genoemd. Beterschap, beterschap, be Dit was feitelijk het enige licht puntje voor de satelieten van Rus land, want voor de rest ging het er echt Russisch aan toe en kreeg ieder een van iedereen smaad en critiek te horen. Gortzak werd een onbekwaam frac tievoorzitter genoemd, maar hij be loofde beterschap; Gerben Wagenaar was een slecht partijleider, hij be loofde beterschap; Reuter trad dicta toriaal op in de E.V.C., hij beloofde beterschap. Drie leden kregen geen gelegen heid meer om beterschap te beloven, want zij werden uit het partijbestuur gestoten en zo maken het Tweede Ka merlid mevr. R. Lips-Odinot, de orga nisatie-secretaris Siep Geug.es en A. Verreyt geen deel meer uit van het nieuw gekozen partijbestuur. Ook de „Waarheid", het Nedei'land- se klankbord van de Russische „Prawda", kreeg de nodige critiek te slikken en dit behoeft geen verwon dering te wekken, wanneer men be denkt, dat het toch al uiterst lage abonnementencijfer van dit blad in de afgelopen twee jaren met 11 pro cent is gedaald. Het partijbestuur moest een nog ongunstiger cijfer be kend maken, het ledental is met 15 pet. gedaald. Pijnlijke publicatie. Behalve de gebruikelijke demago gie, besteedden de congressprekers veel aandacht aan de propaganda, die de communisten kunnen maken onder de P.v.d.A.-leden en onder de arbei ders in het algemeen. Het geheel kon echter zelfs de vuurrode volgelingen van wijlen Sta lin niet meer enthousiast maken, zo dat de slaafse „Waarheid" nog steeds geen volledig verslag van het congres gebracht heeft en andere bladen zoals o.m. het socialistische „Vrije Volk" eerder het nieuwe partijbe stuur van de C.P.N. publiceerden, dan het communistische partijblad zelf. Het valt niet mee te werken voor een dictator, vooral niet, wanneer de dictator aan zijn laatste ademtocht is en ondanks alle leuzen bleek tij dens 't afgelopen partijcongres te Amsterdam, dat de C.P.N. in Neder land zich hiervan pijnlijk bewust is. Geen succes voor het Bedrijfsschap voor Sierteeltproducten! Terwijl eerst „De Narcis" en „De Hyacint" op de vraag van het B.V.S. of het wellicht aanbeveling verdien de, te gaan sparen in een gemeen schappelijke pot voor eventuele slechte jaren, met de meeste beslist heid „neen" hadden gezegd, lieten de leden van „De Tulp" gisteren in een te Haarlem gehouden ledenvergade ring weten, dat ook zij er niets voor voelden. Verder besloot men even eens voor de tulpen-sector alleen aankoop van teeltrecht toe te staan aan die kwekers, die de laatste twee jaar tenminste 75 van hun eigen teeltrecht hadden gebruikt dit om het zgn. „rentenieren op teeltrecht" tegen te gaan. Verder kon men mee gaan met het voorstel, om voort te gaan met het uitreiken in bruikleen van teeltrecht aan jonge, beginnende kwekers aan de hand van „objectieve normen". Voor het overige verliep deze ver gadering, zoals de agenda al had doen vermoeden: zonder schokkende mo menten. De voorzitter, de heer G. v. d. Marei, zei in zijn openingswoord, dat de tulpenkwekers het afgelopen jaar niet slecht hadden geboerd. De prijzen waren goed en surplus van betekenis was er niet. Om in de toe komst te kijken vond spr. wel wat riskant. Aanvankelijk was de handel in het buitenland zeer stroef verlo pen, maar de laatste weken was er wat meer leven in de brouwerij ge komen. Van de broeiers in het bui tenland waren nogal wat klachten binnengekomen. Voor een deel is dat te wijten aan een minder juiste be handeling der bollen vlak na het rooien, terwijl enkele oude han delssoorten degeneratieverschijnse- len gaan vertonen. Men heeft maat regelen genomen, die nog verder uit gewerkt zullen worden. Door de reorganisatie was het aan tal leden van de vereniging „De Tulp" verdubbeld en bedraagt nu 2100. Na het jaarverslag van de se cretaris, de heer H. J. Voors, en het afketsen van de „vraagpunten" van het B.V.S. in de kringen had men zich trouwens al in overweldigende meerderheid tegen deze voorstellen uitgesproken I volgde het jaarver slag van de directie van de keurings dienst, de heer F. Limburg. Ziekte-verschijnselen. Daaruit bleek, dat het Augusta- ziek, dat men de laatste jaren weinig had waargenomen, zo hier en daar de kop weer had opgestoken. Bij de bloeitijd van de vroege tulp kreeg men er voor de variatie een pro bleem bij. Vooral de variëteit Bril liant Star vertoonde bloemen met donkere strepen: het zgn. ratelvirus. Men deed de ontdekking, dat bewa ring van het plantgoed wel eens een rol kon spelen. Het is natuurlijk niet mogelijk deze puzzles zo maar even in een handomdraai en met een knip oog op te lossen. Daarvoor zal men goed opgezette en gecontroleerde proeven moeten, nemen. Met het ge wone tulpenvirus liep het wel los, al komt men nog partijen tegen met een abnormaal hoog percentage virus. Telkens bleek dat voorlichting tij dens de bloeitijd zeer nuttig was. Op de proeftuinen had men 180 monsters opgeplant. Daar de bollen van deze monsters in het Laborato rium te Lisse koel waren bewaard en ze dus vroeg bloeiden kon men de kwekers tijdig berichten of er in hun partij ongerechtigheden zaten. Zo kreeg men de gelegenheid voor het koppen de partijen te controleren en eventueel op te zuiveren. De com missie, die de keuringen op de proef tuin verrichtte, kwam tot de overtui ging, dat men op deze manier het peil der tulpencultures nog belang rijk kan opvoeren. Op de kringvergaderingen werden de heren Th. Hoog, R. C. Segers, G. C. Tromp, H. A. v. Doorne, J. Man tel en C. de Jager als bestuursleden gekozen, terwijl de heer G. v. d. Ma- rel de voorzitterszetel blijft bezetten. DE BASILIEK VAN DE TWAALF APOSTELEN, gelegen in het hartje van Rome, was oudtijds de grote verzoeningskerk van de Donderdag in de Paasweek Rondvraag. Bij de rondvraag informeerde men waarom men eigenlijk de laboratoria in Lisse aan het Rijk had overgedra gen en of dit soms voordelen had. Op verzoek van de heer v. d. Marei be antwoordde prof. Van Slogteren deze vraag. In feite waren het rijksgebou wen, omdat ze op rijksgrond waren gebouwd. Het C.B.C. heeft deze ge bouwen laten zetten en men vond het beter om ze niet met stille trom over te dragen. Men heeft nu bij de hogere instanties er de aandacht op gevestigd, dat het vak zelf ook het nodige doet! De heer Eggink vroeg zich af of Haarlemse Bloemenkeuring De eerste narcissen van het vrije veld zijn dan eindelijk! gearri veerd en daarmee is een periode van grote drukte ingeluid. De narcissen- specialisten zullen de eerstkomende weken ongetwijfeld hun hart kunnen ophalen en voor de keuringscommis sie komt er meer dan werk genoeg aan de winkel. Men zag nu slechts de voorposten van het grote leger, dat komen gaat. Van het groepje, dat de Gebrs. de Graaff S. A. v. Konijnenburg Co, Noordwijk, inzonden was Cimba stellig de beste. Een forse grootkro- nige met crêmegeel dekblad en kloe ke flonkerend-oranje cup. De gr. kr. £5, met de brede, platte gele cup, vonden we wat te grof. Dergelijke vormen zijn niet sierlijk meer. Os- wega, wit dekblad met gele cup, was een voorname verschijning. Lizzard Light, geel dekblad met oranje cup, was wel aardig, maar in dit genre is zó veel gueds, dat het wel erg moei lijk is om op dit vlak nog verbeterin gen van het bestaande te creëren. Van dezelfde firma zagen we nog en tweetal hyacinten: de zeer mooie hemelsblauwe Latifie met grote, wel gevormde trossen en mooie „nagel" er. de aparte lichtpaarse Jessy, die eveneens een mooi gebouwde tros heeft. G. Lubbe Zn, Oegstgeest, toon de zijn uitstekende trompetten als de roomkleurige Peking, de gele Hin denburg en de witte Temptation met de poëticussen Queen of Narcissi en Margeret Mitchell, welke laatste wit ter is dan Queen of Narcissi. De grootkronige zaailingen waren o.i. niet van die klasse der trompetten. Little Beauty is een grappig klein narcisje voor de rotstuin. Het werd ingezonden door J. Gerritsen Zn, Voorschoten. Van G. Zandbergen T'erwege, Sassenheim, was er ook een mooie collectie. Men zag daarin o.m. de met een getuigschrift van ver dienste bekroonde cyclamineus Pee ping Tom. Een grootbloemige cycla mineus, die echter het sierlijke, en de elegante vorm heeft behouden, doordat het dekblad ombuigt. Op merkelijk bij deze variëteit is de lan ge, donkergele trompet Men had er een mooi bloemwerk van gemaakt. Alleraardigst was ook de mand met de baby-narcis minor var- nanus, ge combineerd met blauwe Vergeet-mij- nietjes Verder toonde men de beken de cyclamineus February Gold, en de March Sunshine, welke laatste de bloemblaadjes niet zo sterk terug- vouwt. Dan werd nog geëxposeerd een miniatuur trompetje, dat nog geen naam had. Een buitengewoon mooie aanwinst voor de rotstuin! Tot slot: de pseudo narcissus var. Lobu- laris. Tulpen waren er weinig. Enkele rode zaailingen van D. W. Lefeber, Lisse, die ontstaan waren uit een kruising van Fosteriana Madame Le feber x Greigii, en van de Greigii's het mooie getekende blad hadden ge- erfd. Veel fraaier en ook scherper was de tekening op het kruid der Greigii-zaailingen, die deze firma ook ten toon stelde. Men zag helderrode zaailingen, een scharlaken en een rode met gele rand. E. Kooi, Vrouwenparochie bracht, voor de zoveelste maal de donker gele sport uit Golden Harvest en Copland Record. Freesia's waren er heel wat. Onder meer een grote groep van de fa. M. eeuwige stad. Op alle Quatertemper-Vrijdagen wordt in deze basiliek statie gehouden. De Evangelies spreken daarom steeds over boete. Het is alsof de Moederkerk haar christenen op die Qua tertemper-Vrij dagen voldoening wil geven voor de zonden van het kwartaal dat voorbij is. Nu de nieuwgedoopten en wij die onze doopbeloften hebben vernieuwd de basi lieken van Maria en van de drie voornaamste patronen van Rome hebben bezocht, gaan wij naar de basiliek van de twaalf apostelen. In dit eerbiedwaardige godshuis liggen de ge beenten van de twee apostelen Philippus en Jacobus. Dit is vermoe delijk de aanleiding geweest om in het epistel de passage over Philippus te nemen. Deze is wel niet dezelfde persoon als de apostel Philippus, maar de liturgie is vaak al tevreden met de gelijkheid van de naam. Het epistel verhaalt het doopsel van de Ethiopische kamer heer. Het Evangelie legt ook verband met de statiekerk en wel als verzoeningskerk. We lezen het ontroerende en vooral innige verhaal over Maria Magdalena, die als een publieke vrouw bekend stond, doch zich bekeerde. Zij is dus, zoals ieder christen met Pasen, opge staan uit een zondig leven. Wij hebben dus reeds verschillende motieven door dit misformulier lopen. Allereerst het motief van de statiekerk, de verrijzenisgedachte met een verschijning van de Heiland, voorts het doopmotief en in de vierde plaats de gedachte aan de opstanding vanuit een zondig leven tot een levenswandel, die Gode meer aangenaam is. Een van deze motieven vinden we ook terug in de gebeden en zangstukken. Wij willen nog even wijzen op de introitus. In de grondtekst prijzen de Israëlieten Gods zegevierende hand omdat zij door de Rode zee zijn gevoerd. Deze doortocht is een symbool van het heilig Doopsel. Daar om prijzen ook wij eenstemmig Gods hand, die overwinning bracht. Op de Woensdag na de Laetare-Zondag werden de catechumenen de oren en mond geopend. De tekst uit de intredezang, waarin gezegd wordt dat de wijsheid de mond van stommen opende en de tong van de kleinen welsprekend maakte, slaat dus op de genoemde plechtig heid terug. Al met al een prachtig misformulier met rijke en beteke nisvolle teksten. K. P. C. van Staaveren, Aalsmeer. Extra kwaliteit stelde de Aalsmeerse spe cialisten voor het voetlicht: de diep violette Violetta, de goudgele Oranp Zon, de roomwitte Snow Queen, de bijzonder fraaie lichtblauwe Bis marck, de teer getinte lLarcse Nieuw Amsterdam, de gele Souv.-mr en ve-r schillende anderen. Konijnenburg Mark, Noordwijk, etaleerde Ernst Luz, een freesia met een bijzondere purperrose kleur en wat tint aangaat een klasse apart is D.e „kam" was echter te zwaar voor de stengel, die bedenkelijk doorboog os dei de last. Jammer! Anemone de Caen wa.» uit kee- uit voorraad leverbaar. Zowel de fa. Gebrs. Lippens uit Vogelenzang als L. de Winter Zn, Dc Zïlk, toonde een zeer grote groep. Beide kwekers exposeerden een beste kleurenmen geling met een groot percentage rood, maar de Zilkse collectie was als geheel wat zwaarder en de bloe men hadden forsere stengels onder zich. Dit kan natuurlijk verschillen de oorzaken hebben. Verrukkelijk mooi blauw was de Anemone blanda Blue Star van J. Eckhard jr., Uitgeest. Tot slot: de surprise van deze keu ring: een collectie gladiolen van A. J. Preijde, Breezand. Het is anders wel een prestatie reeds nu gladiolen in bloei te hebben. De heer Preijde vertelde ons, dat men de knollen 22 Januari had geplant en alleen vlak voor en vlak na het planten bodem- warmte had gegeven om de grond op temperatuur te krijgen. Later scha kelde men de grondver warming uit. De knollen waren, zo zei de kweker uit Breezand, niet behandeld.'De al lerbeste vonden we Friendship, een Amerikaanse import met lange, slan ke tak en licht-rosecrême gemerkte bloemen. Daarnaast stond de al meer bekende Early Queen, diep zalmrose met wit merk. Verblindend rood was Allegretto, die nog wat aan de onrij pe kant was. Rêvé Rose, suikergoed rose met flauw purper getekend wit merk, was naar onze smaak wat zoet vanj kleur. men niet te veel soorten tulpen gaat kweken. Het aantal geregistreerde variëteiten bedraagt nu al ruim 1500. Hij zag hier een taak voor „De Tulp" om voorlichting te geven. De heer Marei vond dit niet eenvoudig. Ook hij zou graag zien, dat alle hybridateurs het voorbeeld van de heer D. W. Lefeber uit Lisse volg den: nl. de beste acht of tien uit een zaaisel aanhouden en de rest in de vuilnisbak deponeren. „De Tulp" kan de kwekers in deze natuurlijk geen verplichtingen opleggen. De heer Priester merkte op, dat er nog een taak voor „De Tulp" lag. Over het algemeen houdt men door spuiten en beregenen de tulpen te lang groen en daardoor komen de klachten over slechte broei. De heer v. d. Marei was blij een dergelijk ge luid uit de vergadering te horen. Het bestuur had er al over gesproken en besloten een commissie in te stellen die zich o.a. met deze zaken zal bezig houden. Er zijn nog tal van proble men op te lossen. De heer J. J. Bos was van mening, dat men wel vroeger de tulpensta tistiek kon hebben. Men had hem van het B.V.Svan de narcissen ook vroeger gekregen. De heer D. v. Eg- mond merkte echter op dat narcissen in SeptemberOctober allemaal zijn geplant, maar men is nog dikwijls met December aan het tulpen plan ten. De formulieren der tulpen ko- altijd veel later binnen dan die der narcissen. Na nog enkele vragen beantwoord te hebben, kon de heer v. d. Marei voor de laatste keer de hamer laten vallen. De zevende dag door Leo nard Huizinga, uitgave Het Spectrum, Utrecht, Prisma- réeks (ƒ1.25). Wanneer de lezer aan deze zoon van een beroemd vader denkt, ziet hij de min of meer wonderlijke boe ken over Adriaan en Olivier voor zich, waax'in de zoon getuigenis gaf nu niet direct in het voetspoor van zijn vader te treden. Dat Leonard Huizinga ook tot an der werk in staat is, bewijst zijn „Zevende dag", dat thans in her druk is verschenen bij het Spectrum. Het is een psychologische roman, die niet direct verrast, maar die ze ker niet ongeslaagd genoemd kan worden, te meer, daar de schrijver zeer oorspronkelijke wendingen de geschiedenis gegeven heeft. Een notariszoon, die de hardheid van zijn vaderlijk huis ontvlucht, geraakt aan lager wal, doordat hij na een moord genoodzaakt is het land te verlaten. Na 10 jaren komt hij clandestien in het vaderland terug en zal na 7 dagen wederom de kans krijgen om te vluchten. Deze 7 dagen begint hij weer met een moord en op zoek naar een schuilplaats voor de reste rende 6 dagen, komt hij terecht bij een Zesdaagse wielerwedstrijd. In die zes dagen ontstaat er een wonderlijk contact tussen de renners op de baan en de man op de tribune. In golven komt het geheel mislukte en harde leven bij de moordenaar te rug en het uiteindelijke resultaat van de „zesdaagse" is een bevrijding als hij een hand op zijn schouders voelt. Leonard Huizinga heeft in deze ro man uit zijn jonge jaren een geslaag de poging tot een werk van diepte gedaan; zijn beschrijvingen van de zee en het zeemansleven doen den ken aan Jan de Hartog en zijn door trokken van de frisse ziltheid, die aan dit leven kleeft. Een boek, dat de herdruk waar is. „Tien jaren uit de Tachtigjarige Oor log", door prof. R. Fruin. Uitgever „Het Spectrum", Utrecht. (Prisma-reeks). In de Prisma-reeks van de uitge verij „Het Spectrum" is als nieuwste wedergeboorte verschenen de studie van prof. R. Fruin „Tien jaren uit de Tachtigjarige Oorlog 15881593". Aan de schnjver, die leefde van 1823 is in Leiden een straat ge wijd en dat is het enige, wat de Lei den aars en de andere Nederlanders van hem weten: een naam, meer niet. Waarom deze naam naam heeft gemaakt, blijkt uit deze her-uitgave van deze studie over een tijdperk van tien jaren uit de oorlog van tachtig jaren. Critisch, ecriijk, onbevangen begint hij de vestiging van de onaf hankelijke Noord-Hollandse staat van de dood van P'ins Willem van Oranje. Het is een zeer leerzaam •boek, geschreven in 'n verzorgd proza dat nooit verveelt en al werd het bijna honderjaar geleden gescho ven (1'857) is het nog even fris en leveiio. De bruiden van Soe Yeoe Pe Prismaboek: Het Spec trum. Om dit boek uit het begin van de vijftiende eeuw volledig te kunnen waarderen meet men een uitgebreide studie van het leven en de gebrui ken van het Chinese volk gemaakt hebben. Dit zal dan ook wel de reden zijn, waarom men, als leek in deze materie, dit meesterwerk uit de Chi nese literatuur nu nie bepaald in één ruk uit zal lezen. Het verhaal is opgebouwd uit de discussies van een groepje intellec tuelen, die zich in het tijdvak, waar in elders werelden werden geschokt, bezig hielden met het uitdenken van rijmwoorden en het bezingen van de liefde. Dit is echter uitermate fraai gebeurd en zal de ware genieter vele in schoonheid verloren uren schen ken. Hoofdstuk II. SIMONNE IS NEET ALLEEN door LOUIS ARTHUR CUNNINGHAM 7) En moeder Angelique, die uit haar kantoortje kwam, bleef stokstijf staan bij het zien van deze ver andering. Het meisje had er immers de laatste dagen zo bleek en luste loos uitgezien. „Maar wat zie je er gelukkig uit vanavond, Simonne!", riep Moeder Angelique en zag haar onderzoekend aan. „Wat is er met jou gebeurd?" Maar dat kon Simonne zelfs de goede Moeder niet vertellen. Ze zei: „O, ma mère, ik zal mor gen een gunst krijgen waar ik lang op gehoopt heb!" ,,Zie je wel", zei moeder Angélique. „Een groot vertrouwen kan bergen verzetten, heb ik dat niet altijd ge zegd? Het ware vertrouwen wordt altijd beloond. Ik ben heel erg blij om je. Het doet me een groot genoe gen dat je gekregen hebt waar je op hoopte". Maar als de goede moeder maar een ogenblik had kunnen denken wat het geweest was dat Simonne zo gelukkig maakte, en als ze had kunnen vermoede, dat de oorzaak van deze blijdschap op ditzelfde ogen blik op de veranda van Tilmon's hotelletje een sigaret zat te roken, dan zou ze minder ingenomen geweest zijn met de verandering, die Simonne ondergaan had. Marcel Bernard dacht tegelijker tijd aan het aardige meisje, dat hem de weg gewezen had. Hij trok een doosje uit zijn zak en bekeek het kin derarmbandje, dat er in lag. „Ik had dat meisje wel eens kun nen vragen of dit bandje niet te groot zou zijn voor de kleine Simonne", bedacht hij. „Ik heb geen flauw idee hoe groot zo'n kindje kan zijn, maar mettertijd zal ik wel een goeie kin dermeid worden, denk ik." Hij zucht te. „Edward, mon ami, het is niet ge makkelijk, maar ik zal zorgen, dat je daarboven tevreden over me kunt zijn". Het bed van Simonne stond in die hoek, waar een radiator was en een venster. De vroege zonnestralen kwamen altijd op haar kussen spelen en zij werd nooit boos op -hen als zij haar wakker maakten, al was zij nog zo moe of had zij de avond tevoren nog zo lang wakker gelegen. Dat was bijvoorbeeld de avond te voren het geval geweest. Zij had de klok één uur horen slaan en twee uur. Ze was vol spanning over wat er de volgende dag allemaal zou ge beuren. Zij dacht ook aan Marcel Ber nard, die nu logeerde in het kleine „Maison St. Joseph". Zou hij er nog een kamer hebben kunnen krijgen? Er waren nu zoveel gasten in het dorp, in verband met de grote dag van morgen. Maar natuurlijk zou hij een kamer gekregen hebben. Waar schijnlijk wel de beste uit het gehele huis! Hij zag er ook zó sjiek en voor naam uit! Misschien had hij wel de kamer van Tilmon zelf gehad die, met de drie hertengeweien erin. De vader van Sophie St. Amende, die senator was, had daar ook wel eens gelogeerd, en Sophie had hem daar bezocht. Het was nog geen 6 uur toen de zon haar wakker maakte. Wat was het nog stil in huis! Het sjilpen van de vogels buiten leek het nog stiller te maken binnenshuis. In de verte hoorde ze ook het klingelen van de koe-klokjes. Ze kon de groene hel lingen van de vallei zien, de grijze rook, die opsteeg uit de schoorstenen van boerderijen en huisjes en ze hoorde een hond blaffen en beneden op straat het rammelen van melk bussen. Nu hoorde ze ook het snerpen van de kiezel op het tuinpad en het klos sen van zware klompen op de stenen, en ze wist dat het de oude Hippolyte was, de klokkenluider, die in de to ren van de St. Thomaskerk het An gelus ging luiden. Dat klopte. Het was op haar polshorloge tien minu ten voor zes, ja, dat was het gou den polshorloge, dat Edmond haar vanuit Frankrijk gestuurd had. Zij schudde het kussen wat op, om beter naar buiten te kunnen zien, en meer te genieten van het warme zon netje. Nu kwam er overal rond haar leven en beweging. Weldra werd er zelfs gelachen en gepraat. Het was de laatste dag en wie liet zich aan de regels van de slaapzaal nog iets ge legen liggen! Mademoiselle Cloutier, de zaalwachtster zou nu kunnen mop peren en dreigen zoveeel ze maar wilde, niemand zou er zich iets van aantrekken. Er waren al meisjes, die gesmok kelde bonbons aan het eten waren op hun nuchtere maag, en Her- mance Lapage, die haar bed naast dat van Simonne had, zat voor het raam een sigaret te roken, juist zo als ze gezworen had te zullen doen de vorige avond. De tabak rook lek ker zo in de vroege morgen, maar het was toch erg gewaagd om zoiets te doen, tegenover mademoiselle Clou- tier, al was het dan ook de laatste morgen! En nu luidde het Angelus. Zwaar galmden de tonen door de lucht, en het was alsof een steen in bladstil water viel. Ver over de polders zou het te horen zijn, in alle vier de dor pen. Pierre zou het horen in zijn klei ne huisje. Misschien was hij al op, en bezig in zijn tuintje. Marcel Bernard zou het ook horen, en misschien zou hij wel mopperen omdat hij wakker gemaakt werd en omdat hij hier lag in deze uithoek van de wereld, waar hij een klein meisje moest gaan zoe ken, met wiens broer hij bevriend was geweest. „Nou ik hoop maar, dat hij niet in zijn wiek is geschoten, als hij be merkt dat ik hem voor de gek heb gehouden; dat ik achttien ben in- plaats van twaalf.". Ze begon toillet te maken. „Wat besteed je vandaag een zorg aan jezelf", zei Emma Breau. ,,Het lijkt wel of je je galant vandaag ver wacht". Ze lachte toen ze Simonne zag blo zen. „Aha! Het is dus waar! En wie is het? Toch niet die donkere school meester die je verzen stuurt, en die altijd zijn klas in de steek laat om te komen kijken als wij voorbijkomen op wandeling?" „Nee hoor!" En tegelijkertijd be trapte Simonne er zich op, dat ze Pierre al bijna helemaal vergeten was. Maar het was dan ook waar, dat ze bijna aan niets anders dacht dan aan de knappe jongeman, die he lemaal vanuit Frankrijk naar hier was gekomen om haar te zien. Hermance Lapage was nu klaar met haar sigaret en begon met 'n tweede overtreding van het huis, door de krant te gaan lezen voor het ontbijt achter de rug was. Op de voorpagina stond iets met heel grote letters en Simonne las het een paar keer vóór ze ontdekte wat het voor een bericht was. Toen liep ze haastig naar Her mance en vroeg: „Zeg, mag ik dat even lezen? Toe. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 6