Ouderdomspensioen voor iedere Nederlander Haar vliegenier Wetsontwerp gereed Qefiuuiden antuatigm f, 1.338; attgehutvdeti (.804 Premie-vorming geschiedt door de belastingen Advies stichting van de Arbeid Opgang naar 't Paasfeest HE Betekenis van in de randstad Holland Dinsdag ZATERDAG 9 APRIL 1955 DE LEIDSE COURANT VIERDE BLAD PAGINA 3 Een wetsontwerp is gereed gekomen, voorbereid door minister Suurhoff, om alle gehuwde ingezetenen van 65 jaar en ouder een ouderdomspensioen te geven van 1338 gulden per jaar. De ongehuwden krijger. 801 gulden per jaar. De definitieve ouderdomsverzekering, die dc nood wét moet vervangen, za' algemeen verplicht worden gesteld. Ieder tussen 15 en 65 jaar zal voor taan een premie moeten gaan betalen. Het voorstel gaat uit van een 50-ja- rige verzekeringsduur. De premie zal worden geïnd door de belastingdienst. Do minister wil aan de nieuwe wet dus het karakter geven van een volks verzekering. Er zal geen inkomengrens worden gesteld, maar het gedeelte van het inkomen, dat boven de 6.000 gulden ligt, zal premie vrij zijn. Onlc fï^hliwrl<> vrniiw het spoorwegpersoneel, de mijnwer- vyuis. yciiuwuc VIUUW kers en dus ook voor al degenen, die pensioen De uitkeringsbedragen 1.338 gul den en 804 gulden die nu door mi nister Suurhoff worden voorgesteld, vormen een grondslag. Ze zullen in de loop der jaren her zien kunnen worden aldus „De Volkskrant", waaraan het bericht is ontleend. Dit hangt af van de alge mene economische toestand. Als in de tijd van een half jaar het indexcijfer van de lonen een gemiddelde wijzi ging van twee percent of meer heeft ondergaan, moeten de pensioenbedra gen worden aangepast aan de gewij zigde koopkracht. De uitkeringen stijgen of dalen dan met hetzelfde percentage als dat van het indexcijfer van de lonen. Bo vendien is nog een tussentijdse wij ziging van de pensioenuitkeringen mogelijk. Dat zal plaatsvinden, wan neer het hele loonpeil schoksgewijze stijgt De minister heeft dit zo be paald, om het ouderdomspensioen niet te laten achterlopen bij de ontwikke ling van de lonen. Kortingen voor slechte betalers. De datum van ingang van het pen sioen zal worden bepaald op de eer ste dag van de maand, waarin men 65 jaar is geworden. Het ouderdoms pensioen zal als regel maandelijks worden uitbetaald. De pensioenbedragen, die de minis ter voorstelt, zijn maximumbedragen. Er kunnen namelijk kortingen op worden toegepast. Voor ieder jaar, dat de verzekerde nalaat premie te betalen en voor elk jaar, dat hij niet verzekerd is geweest, bij voorbeeld bij verblijf in het buitenland, wordt twee percent in mindering gebracht op het uit te keren bedrag. De premie is een bepaald percen tage van het inkomen. Als men geen inkomen geniet, zal er ook geen pre mie verschuldigd zijn. Er vindt dan geen korting op de uitkering plaats. In bepaalde gevallen zal, in verband met ..betalings-onmacht", van pre mieheffing worden afgezien. In zo'n geval wordt de premie geheel of ge deeltelijk door het Kijk betaald. Tegelijk met de loonbelasting. Bij de loontrekkenden wordt de premie ingehouden tegelijk met de loonbelasting. De zelfstandigen en de niet-loontrekkenden krijgen in het begin van het jaar een voorlopige aanslag van de belastingdienst over de voor dat jaar te betalen premie. De premie zal worden geheven over het inkomen, waarover daadwerkelijk inkomsten- of loonbelasting wordt geheven. De belastingdienst zal trachten de opgelegde premie-aanslag in te vor deren. Dit gebeurt om te voorkomen, dat betaling van de aanslag achter wege blijft, niet omdat de verzeker de „onmachtig" is, maar omdat hij aan korting op zijn pensioen de voor keur geeft boven het betalen van de premie. Hierdoor zou een verplichte verzekering in feite een vrijwillige worden. Ook voor ambtenaren zal deze ouderdomsverzekering gelden, on danks het feit, dat het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds hen reeds een behoorlijk pensioen garandeert. Hetzelfde geldt voor de militairen, Overgangsregeling. De noodwet komt te vervallen. De bejaarden, die nu krachtens deze wet uitkeringen krijgen, zullen straks echter meteen de volle uitkering van de nieuwe wettelijke voorziening ontvangen. Personen, die voor het in werking treden van de nieuwe wet een leef tijd hebben tussen de 15 en 65 jaar, zullen beschouwd worden als verze kerden vanaf hun 15de jaar. Zij krij gen dus op hun 65ste jaar het volle dige ouderdomspensioen. Zo zal iemand, die bij het in werking tre den van de wet bijvoorbeeld 40 jaar is, slechts over 25 jaar werkelijk verzekerd zijn geweest, wanneer hij straks 65 jaar is. Voor de periode tus sen zijn 15de en zijn 40ste jaar v/ordt hij geacht eveneens verzekerd te zijn geweest. Iemand die bij het in wer king treden van de wet bijna 65 jaar is, en die dus recht zou gehad heb ben op de uitkeringen krachtens de noodwet ouderdomsvoorziening, die nu geldt, zal straks ook aanspraak kunnen matten op het volle ouder domspensioen. DE GEHUWDE VROUW. Omtrent de gehuwde vrouw be paalt het wetsontwerp, dat of zij aan het arbeidsproces deelneemt, of in haar eigen huishouden werkzaam is in de ouderdomsverzekering is op genomen. Dit betekent, dat zij, wan- neer ze op haar oude dag weduwe! of gescheiden vrouw is geworden, zelfstandig óp een uitkering aan spraak kan maken. In de tijd waarin zij werkte, heeft ze immers een pen sioen opgebouwd. De gehuwde vrouw die geen inkomen geniet, hoeft uiter aard geen premie te betalen. In het systeem van het wetsontwerp neemt de gehuwde vrouw een volkomen zelfstandige positie in. Het gehuwden-pensioen wordt ech ter uitbetaald aan de man. Op die uitkering zelf heeft de gehuwde vrouw in het algemeen geen recht. In normale gevallen krijgen man en vrouw samen 1338 gulden. Bij wettelijke echtscheiding heb ben man en vrouw ieder recht op het gehuwden-pensioen. Dit geldt ook voor degenen, die wettelijk van tafel en bed zijn gescheiden en die geacht worden duurzaam gescheiden van el kaar te leven. Om te voorkomen, dat diegenen, die duurzaam van elkaar gescheiden leven zonder wettelijk van tafel en bed gescheiden te zijn, in een gunstiger positie komen dan het samenwonend echtpaar, zal be paald worden, dat man en vrouw in zo'n situatie elk de helft van de uit kering krijgen van de gehuwden, dus 669 gulden ieder. Wanneer een man en vrouw, die beiden boven de 65 jaar zijn, met el kaar trouwen, mogen zij het pensioen houden van de ongehuwde (804 gul den per jaar). De pensioenrechten, die voor het huwelijk bestonden, worden dus onverkort gehandhaafd. Na het huwelijk krijgen ze dus per jaar uitgekeerd 1.608 gulden per jaar. (Het eigenlijke gehuwdenpensioen bedraagt 1.338 gulden per jaar). WEDUWEN EN WEDUWNAARS. Na het overlijden van een gehuw de man. die ouderdomspensioen ge noot, krijgt de vrouw nog vijf maan den lang het volle gehuwdenpensioen (dus: 1.338 gulden per jaar). De mi nister heeft dit zo bepaald om het voor de weduwe gemakkelijker te ma ken zich aan de gewijzigde omstan digheden aan te passen. Hetzelfde geldt voor de weduw naar Wanneer op het tijdstip van over lijden nog pensioen verschuldigd is, zal het worden uitbetaald aan dege ne, die daarvoor naar het oordeel van de Sociale Verzekeringsbank het meest in aanmerking komt. Dat zal bijvoorbeeld de persoon kunnen zijn, die de begrafenis heeft verzorgd, of de laatste famieleden van de overle den verzekerde. Maar dan zal er bin nen drie maanden na het overlijden een verzoek moeten worden inge diend. ONDERVANGING GEMOEDS BEZWAREN. In het wetsontwerp is een regeling opgenomen voor hen, die gemoedsbe zwaren hebben tegen de ouderdoms verzekering. Wat vanwege deze be zwaren niet aan premie geïnd kan worden, zal toch als belasting be taald moeten worden. Het Rijk ver goedt dan het gezamenlijke bedrag van alle premies, die wegens ge moedsbezwaren niet geïnd konden worden, aan het ouderdomsfonds. Om te voorkomen, dat velen, die thans in het buitenland verblijven, er toe verleid zouden worden zich op hun oude dag in Nederland te gaan vestigen, is er in lvt voorstel een overgangsregeling gemaakt, waarbij bepaald is, dat men na zijn 59ste jaar minstens zes jaar in Nederland of in de overzeese Rijksdelen ge woond moet hebben, cm als verze kerde beschouwd te kunnen worden en dus rechten te kunnen alten gel den op een pensioenuitkering. Pas particuliere pensioenen aan Het bestuur van de Stichting van de Arbeid heeft het bedrijfsleven er op attent gmaakt, dat het gewenst is vele particuliere* pensioenvoorzie ningen aan te passen aan de komende ouderdomsverzekering. Werkgevers en werknemers dienen zich nu reeds te beraden over noodzakelijke wijzi gingen in de voor hun onderneming geldende pensioenvoorziening. Een pensioenregeling, die aan redelijke eisen voldoet, kan naar het oordeel van het bestuur van de Stichting met het gehele wettelijk ouderdomspen sioen worden verminderd. Als redelijke voorziening wordt beschouwd een regeling, die bij een volledig volbrachte diensttijd van 'bijvoorbeeld veertig jaar leidt tot een pensioen van zestig tot zeventig per cent van het loon. Naarmate een pen sioenregeling op zich zelf minder vol komen is, is er aanleiding in min dere mate of in het geheel niet met het wettelijk ouderdomspensioen re kening te houden. Als er wijzigingen noodzakelijk zijn in de particuliere pensioenregeling, dient bij de formulering rekening te worden gehouden met het feit, dat de verzekerden voor de wettelijke ouderdomsverzekering premie zullen betalen, wat in het algemeen voor loontrekkenden waarschijnlijk met een dienovereenkomstige loonsver hoging gepaard zal gaan. Voorts met het feit, dat hat wettelijk pensioen aan de algemene welvaart gekoppeld wordt, zodat wijzigingen in dc om vang van dat pensioen volledig ten goede behoren te komen aan de ge- pensionneerde. In het Kromhout te Dordrecht heeft gistermiddag een aanhanger van een melkauto de veertienjarige J. de Boer uit Dordrecht van zijn fiets gestoten. De jongen viel en kreeg het achterwiel van de aanhanger over het lichaam. Zwaar gewond werd hij naar het ziekenhuis vervoerd, waar hij later is overleden. Aardappeltelers door het uitblijven steun teleurgesteld Het landbouwschap is zeer teleur gesteld over bet feit dat zijn voorstel len tot meer steun aan de aardappel- markt, vooral wat betreft de zand- aardappelen, nog niet door het be stuur van het bedrijfschap zijn aan vaard. Door het uit de roulatie ne men van enkele soorten hoopt men het prijspeil te verhogen. Minister S. L. Mansholt heeft in dertijd toegezegd voor 50 pet. te zul len deelnemen in de kosten van de door het bedrijfschap voor aardap pelen te treffen saneringsmiddelen, teneinde een catastrofe te voorko- Tot deze participatie is echter nog niet besloten, omdat de minister van oordeel is, dat de telersprijzen van voor binnenlandse consumptie be stemde aardappelen nog redelijk zijn. Het Economisch-Technologisch In stituut voor Zuidholland heeft in op dracht van het gemeentebestuur van Oegstgeest een studie aan deze ge meente gewijd. Uit het zeer gedetail leerde en goed gedocumenteerde rap port treedt Oegstgeest naar voren als een woongebied met een geheel eigen karakter, dat een eigen functie vervult ten behoeve van een belang rijk deel van de westelijke Randstad Holland. In dit opzicht neemt het met zijn bevolking, waarvan de z.g. midden groepen de signatuur bepalen, een tussenpositie in tussen enerzijds het meer exclusieve Wassenaar en an derzijds overige forensengemeenten op de Zuidhollandse Duinstrook met een bevolking van overwegend ar beiders en kleine middenstanders. Op grond van een diepgaande stu die van het huidige karakter van de gemeente en haar relatie tot de om geving komt het Instituut tot de con clusie, dat handhaving van deze tus senpositie aanbeveling verdient. Naar de mening der samenstellers van het rapport zal het bestaande uitbrei dingsplan in dit licht moeten worden herzien. De analyse van de bevolking toont aan, dat de snelle toename van het inwonertal voor een belangrijk deel moet worden toegeschreven aan de vestiging van forensen, die hun werk kring in verscheidene gemeenten in wijde omtrek uitoefenen. Zoals ge zegd, behoort deze bevolking voor 'n belangrijk deel uit de middengroe pen. Naast een vrij homogene woonkern omvat Oegstgeest twee kleine wij ken met een bevolking van in hoofd zaak ai-beiders en kleine zelfstandi gen. Allerlei oorzaken hebben een harmonische invoeging van deze wij ken in ernstige mate belemmerd. Een grondige analyse van dc de tailhandel toont aan, dat deze op sommige punten in zijn verzorgende taak tekort schiet. De oorzaak hiervan moet worden gezocht in het ontbre ken van een duidelijk centrum, als mede in de concentratie van winkels in het westelijk deel van de gemeen te. Voor een belangrijk deel van de bevolking is nierdoor de afstand töt de meeste winkels te groot gewor den. Voor de toekomstige bebouwing wordt dan ook aangedrongen op de bouw van een nieuw winkelcentrum. De nijverheid is als bestaansmiddel in Oegstgeest van weinig betekenis. In uitbreiding van deze bedrijfstak ziet het rapport trouwens gevaren voor het als woongemeente gekwali ficeerde karakter van de gemeente. In dit verband verdient teven;? het huisvestingsprobleem van personeel van het in Oegstgeest gevestigde Ma- rine-Electronisch Bedrijf bijzondere aandacht. Voor wat betreft de toekomstige uitbreiding van de gemeente baseren de samenstellers zich op de grenzen van het vigerende uitbreidingsplan. Deze toekomstige ontwikkeling wordt 'ET PAASFEEST WAS BIJ DE JODEN van het Oude Verbond het voornaamste feest en van stonde af aan werd het in alle christen kerken eveneens met dc grootste luister gevierd. Pasen en de Paastud zijn derhalve zeer oud. Dc schriftelijke getuigenissen gaan zelfs terug tot in de tweede eeuw. Reeds de bisschop van Lyon, Sint Ireneus (137- 202), schrijft over het christelijke Paasfeest. In Noord-Afrika ishet Tertulliaiyis (160-240), in Egypte Ongenes (185- 254). die ons over dc Paasviering in hun land M. duu getuigen Aan het einde van de vierde eeuw le- ry zen we bij Aetheria of Silvia, de vrome pelgrim ZsOnaaa uit Zuid-Game, in een uitvoerige beschrijving hoe het hoogfeest van Pasen in Jerusalem werd gevierd, toen zij er de heilige plaatsen bezocht Het Paasfeest is het hoogste feest in het gehele kerkelijke jaar De geschiedschrijvers en theologen uit de eerste christeneeuwen hebben aan deze dag zowel in het Oosten als het Westen de meest vreug devolle namen gegeven. Naast „de grote dag vinden we benamingen als: „feest der feesten", „koningin der dagen", en „dc ware dag des Heren". Maar hoe men deze dag in de loop der eeuwen, tot in de grijze oudheid toe, ook heeft genoemd; het is niet alleen de triumfdag van de verrezen Christus, maar ook de opstanding, de bekering van de zondaren tot een Gode welgevallig leven. Wij toonden reeds aan zie het hoofdartikel van vandaag) dat de vernieuwing van de doopbeloi- ten een van de meest voorname momenten uit de nachtelijke vigilie- viering is. Vooral hierop moet de grootste nadruk gelegd worden, want de betekenis van het Paasfeest moeten we met deze daad in ver band brengen. IS DE MIS VAN NACHTWAKE niet anders dan één jubelzang; het misformulier van de Pa as-Zondag heeft een ander karakter. Van zelfsprekend zijn de vreugdetonen dominerend, maar het is alsof de aloude en bezorgde Moederkerk ons laat mediteren over het Paas- gebeuren. ,Ik ben verrezen en nog ben Ik bij u" zo overwegen wij in de introitus. Ook de prachtige gregoriaanse melodie, getoonzet in de vierde kerktoon, is zo heerlijk rustig, zodat dit alles meewerkt om over de tekst en de verrijzenis na te denken. Overigens laten de ge beden en gezangen zich gemakkelijk verklaren. Alleen de sequentia Victimae paschali laudes vraagt een toelichting want de tekst is niet helemaal volledig, daar de vijfde strophe is weggevallen. In de se quentia wordt aan Maria Magdalena gevraagd wat zij op haar weg gezien heeft. Zij geeft dan een antwoord dat gaat tot mi met: „Hij zal u voorgaan naar Galilea". Daarn^ denkt men aan de weggevallen strophe waarin gezegd wordt dat men veel eerder Maria Magdalena dan de bedrieglijke Joden moet geloven. Voorts komt dan het slot (en dit spreekt thans veel sterker): Nu weten wij, dat Christus uit de do den is verrezen! Ook de gregoriaanse melodie benadrukt deze slot conclusie doordat de melodie een sterke stijging maakt 'en zeer mar kant is. De tekst van de sequentie wordt aan een zekere Wipo, over leden omstreeks 1050, toegeschreven. Hij was priester aan het hof van Koenraad II en Hendrik III. In het offertorium, verrukkelijk van melodie!, ruist weer de plech tige toon van de intredezang, terwijl de zang bij het communiceren ons nogmaals de kern van het epistel weergeeft: „Ons Paaslam dat is Christus is geslacht, alleluia; laten wij daarom ons feestmaal vie ren met ongedesemd brood van zuiverheid en waarheid, alleluia, alle luia, alleluia". Moge deze wens van de Romeinse Moederkerk ons de levensvernieuwing brengen, welke in de viering van de Paasgeheimen ligt opgesloten. En laten wij met onze paasvreugde gaan naar de Maria maggiore, waar wij voor de statie-viering bijeenkomen Als de Moe der van God koos de Kerk haar basiliek uit om als eerste na het heilig triduum te bezoeken. P)E LITURGIE van het hoogfeest van Pasen zal een volle week du- ren. In de liturgische teksten zullenvooral twee motieven naar voren komen. Allereerst de verrijzenis van Jesus en vervolgens het doopsel. Beide motieven vullen elkaar aan, want de een is een sym bool van de ander. De verrijzenis van de Verlosser wordt door het heilig Doopsel in de ledematen van het mystieke Lichaam van Chris- tus voortgezet. De doop is dus een werkelijke verrijzenis van Christus in iedere christen. Dientengevolge slaan de teksten van de mis- i formulieren alle behalve op de triumf van de IVlcIctllUclQ verrezen Heiland, vooral ook op de neophieten, de posge^loopten Daarom zullen de pasgedoop- ten in hun witte kleren ae statiekerken bezoeken van de voornaam ste patronen van Rome. Vandaag zijn wij in de Sint Pieter, want Pe trus is de eerste patroon van de eeuwige stad. Reeds in de introitus staat hij voor ons en spreekt als de Moses van het Nieuwe Testament tot ons; „De Heer heeft u (dopelingen) binnengeleid in een land dat overvloeit van melk en honing (na de communie wérd aan de neo phieten nl. een mengsel van melk en honing toegereikt), opdat de wet van de Heer altijd op uw lippen blijve". Wij dienen ons dus steeds in het beloofde land te voelen, maar anderzijds moeten wij de leer en de geboden van Christus in onze harten bewaren. Het verband met de statiekerk blijkt voorts duidelijk uit het epistel en de communio. Het Evangelie is het levendige verhaal over de Emmaüsgangers, dat Lucas zó beoiend heeft neergeschreven dat het geen uitleg behoeft. VMAREN WIJ OP PAAS-MAANDAG in de basiliek van Rome's voor naamste patroon, vandaag komt de christenheid tezomen in de mooiste basiliek van de eeuwige stad, die aan Sint Paulus, de tweede patroon is toegewijd. Paulus staat bekend als dc apostel van de hei denen. Als zodanig is hij de patroon van vle doopleerlingen. In zijn basiliek immers ontvingen zij op de Woensdag na de Laetare-zondag •tv de Evangeliën, het Onze Vader en de geloofshe ldOclS" lijdenis. Vandaag neemt hij de nieuwe christe nen onder zijn bescherming en zal bijna iedere Zondag in het epistel hun leraar zijn. Ook op deze Dinsdag spreekt hij ons toe over de ge beurtenissen die wij in de laatste dagen hebben beleefd. Een van de verschijningen wordt ons in het Evangelie ver haald. Sint Paulus wil ons met de lessen, die hij ons regelmatig in de epistels zal geven, dichter bij God brengen. Daarom bidden wij in de secreta dat wij door deze offerdienst van liefdevolle overgave tot de hemelse heerlijkheid zullen komen. Met een woord van Paulus wor den wij tenslotte ook naar de communiebank geleid: „Zo gij met Christus verrezen zyt, zoekt dan ook naar de dingen van boven". Zeer terecht mogen wij er dan nog om vragen dat de nuttiging van het Paassacrament een blijvende vrucht in onze harten moge brengen' Drs KOEN PIKET. gezien als een voortbouwen op het geen tot stand kwam in het verleden, waarin Oegstgeest door natuurlijke oorzaken is gegroeid tot een aantrek kelijk woongebied. Hieraan bestaat in dit deel van de Randstad Holland inderdaad nog immer een grote be hoefte en het is dan ook van belang dat deze woongebieden voor de toe komst bewaard blijven. Teneinde dit te verwezenlijken wordt van het Ge meentebestuur een doelbewust beleid gevraagd. Daardoor zal een mogelijk afwijkende ontwikkeling tijdig ge signaleerd ei., waar nodig, gecorri geerd kunnen worden. door LOUIS ARTHUR CUNNINGHAM 5) Haar mond trilde even, maar dan had zij zich weer volkomen in haar macht, en ze stond daar met een sier lijk omhoog geheven hoofd, en een prachtige gratie, dat de twee oudjes vol ontzag naar haar opzagen. Maar het volgend ogenblik verviel ze in uitbundige lofprijzingen op het schit terende werk dat de twee vrouwen geleverd hadden, de oudjes werden er verlegen van. Ze liet hen alleen om de laatste hand aan de jurk te leggen en wan delde langzaam de Beaumont-heuvel op Zij dacht aan al de keren dat ze de heuvel beklommen had. Steeds had ze er een nieuwe schoonheid ont dekt, in de verte of dichtbij: een bij zonder mooie bloem,die daar frisser en rijker bloeide dan waar anders ook; een zonsondergang, die van hierboven veel mooier was dan van beneden: Thans, in de warme. Junizon, leek de weg naar de top veel op de weg naar het Paradijs. „Maar als ik de volgende keer hier kom .zal alles an ders zijn", dacht ze. „Ik zelf zal heel anders zijn. Ik zal de deur achter me gesloten hebben, waarlangs i'k dit stuk van leven verlaten heb, en nooit zal ik die meer kunnen openen." De ze: gedachte maakte haar weer droef geestig, want ze wist niet wat er ach ter die deur lag. Pierre zat op haar te wachten tus sen de dennen. Hij had geen hoed op, en zijn mager gezicht stond bleek cn vermoeid, ondanks het bruin dat de zon erop gelegd had. Hij had zijn schrijfboekje op de knie liggen, en hield een potlood in zijn hand. Maar de bladzyde die voor hem lag was nog leeg. Hij stond op toen hij haai' zag aankomen, en zocht een weg tus sen de rotsblokken en struiken. Hij nam haar beide handen in de zijne. „Ik had nooit gedacht, dat die twee weken zo lang zouden duren", ze: hij ernstig. „Ik ben keer op keer naar St. Joseph gewandeld, maar al tijd zagen de muren van Ste Ursule er uit of er niemand binnen woonde. Het enige leven dat ik daar zag wa ren de duiven op het dak en de fon tein in de voortiun". „Bien!" Ze glimlachte, en ging sa men met hem op een grote steen zit ten. „Pensionaten zijn ook bestemd om rust en vrede te geven, Pierre. Wat wou je er doen?" „O, ik wilde alleen maar proberen jou te zien, Simonne". „Dan was het wel een teleurstel ling voor je". „En of. Maar nu nou is alles weer goed. En na de dag van morgen zal ik je weer dikwijls zien, hè? Elke dag, is het niet?" „Ik weet het niet". Ze,spreidde haar handen uit in een hopeloos ge baar. „Wie kan zegger wat er na morgen zal gebeuren?" „Maar jé blijft toch hier in Mem- ramcook. niet? Je kunt toch niet er gens anders heengaan?" „Dat is het precies. Ik heb er zo veel over nagedacht, dst ik het nu zelf niet meer weet. Ik dacht dat ik er nog gek van zou worden. Ik kan nergens anders heengaan, maar ik kan hier ook niet blijven! Ik kan dat huis niet bewonen of onderhouden. Ik kan hier ook geen werk vinden. Ik zal naar Moncton gaan, denk ik, en daar een plaats zoeken in een kantoor of in een winkel." „Jij! In een winkel! Op een kan toor!" Hij keek haar aan of hij dat een soort majesteitsschennis vond. ,,Dat kun je toch niet. „Ik ben niets beter dan andere meisjes, Pierre. Jij doet altijd of ik een godin ben of zo iets. Maar i'k verzeker je, dat die godin houdt van goed eten, mooie kleren, en. „Dat weet ik natuurlijk allemaal, Simonne. Maar in ieder geval kan ik het idee niet uitstaan dat jij voor je brood moet gaan werken. Jij bent zo jong, zo onervaren." „Maar ik blijf niet zo jong", zei ze ernstig. ,.En die ervarinig komt van zelf. En ik ben er niet bang voor". .'.Simonne! Je mag daar niet aan denken. Ga niet weg! Trouw met mij! I'k hou van je. Ik hou zoveel van je, dat ik voel, dat ik je voor veel dingen schadeloos kan stellen. We zullen samen gelukkig zijn. We zul len er wel komen. Het volgend jaar krijg ik opslag. Ik heb ook nog en kele verzen verkocht, en als ik jou in mijn nabijheid heb kan ik nog veel meer en veel beter werken". Zij nam zijn hand. „Je bent een een goeie jongen", zei ze. „Vriendelijk en edelmoedig. Jij zou me bescher men, en je zou alles doen om mij een gemakkelijk leven te geven. Ik weet dat. Ma^r je biedt me veel meer, dan ik ooit van een man zou vragen". ,,Je houdt niet van me, Simonne, en daarombegrijp je het niet". „Ik heb nog nooit genoeg van ie mand gehouden. I'k voel me heel ge lukkig als ik bij je ben, maar ik ge loof niet dat het liefde is Pierre". Hij nam haar plotseling in zijn ar men, om een kus op haar lippen te drukken. Maar hij zag de blik van haar ogen en liet haar los. Ze keek hem niet aan toen ze zei: „Dat was géén liefde, Pierre!" „Ik kon er niets aan doen", zei hij. „Het was een opwelling. Maar mis schien is het beter als je bij de zus ter blijft, Simonne, en Ze lachtte. „Dat is niets voor mij. Ik hou te veel van het leven". „Maar je wilt toch niet dat iemand je kust". „Wel als 't anders gebeurt, denk ik". Ze praatten verder nog over alles en nog wat en vorgaten het incident. Hand in hand wandelden zij de heu vel af, en dachten alleen nog maar daar aan. dat het zonnig Juni-weer was, en dat zij de wereld mooi von den. Simonne vertrok al vroeg naar 't pensionaat. De mooie jurk droeg ze, zorgvuldig verpakt, in een klein kof fertje. Daarin zaten ook nog een paar satijnen schoentjes, en kousen van zijde, zo dun als een spinneweb! Ze voelde zich een stuk prettiger dan de laatste dagen het geval was geweest, nu ze dié mooie dingen allemaal, droeg. Op de een of andere manier bracht dit haar dichter bij haar moe der die ze nauwelijks gekend had, en het gaf haar ook een prettig ge voel te weten dat ze nog altijd thuis hoorde op Ste Ursule. Het zou niet lang meerduren dat het zo was, maar van die laatste uren wilde ze dan toch ook genieten. Het was bijna schemerdonker, toen ze de weg volgde van Memramcook naar Pont Lefqbre. Nog nooit had ze de vallei zo kalm en liefelijk gevon den. De rivier die daar kronkelde was zo glad als kwiwzilver. De oevers spiegelden erin, evenals de sterren daarboven. Opeens kwam er een grote witte auto achter haar aan, die naast haar stil hield. Ze had de wagen niet horen komen en schrok op, toen de bestuur der haar aansprak. Ze zag een ge bruind gezicht onder een grijze pet, en brede schouders in een gabardine regenjas. De goede zusters hadden de leerlingen vaak genoeg op het hart gedrukt om nooit te spreken tegen vreemdelingen, cn vooral niet tegen vreemde^ heren die in auto's reden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 15