Een kwart eeuw bedreigde hoofdzakelijk menselijk onkruid het jonge Hout RECHTZAKEN Winnaar van de „gezouten haring" sprak ongezouten en toch erg hartig Geef Katwijk onze (Scheveningen) haven en aan ons een nieuwe DINSDAG 22 MAART 1955. DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA cVIJF-EN-TWINTIG JAAR LEIDSE HOUT") /:r?t A '4* Vft:- "TTiib 1 ir&zs?.'- y t Uk V Nieuw bos ontstond op de stompen van de oude stambomen Vandaag is het vijf-en-twintig jaar geleden dat De Leidse Hout haar poorten voor de Leidse bevolking opende. Het begin was echter erg schuch ter want het park behoorde namelijk nog lang niet tot dat hout waar van men planken zaagt. Daarom mochten de Leidenaars alleen op Zaterdag en Zondag hun schreden naar de Hout richten en werd de jonge boompjes de rest van de week nog rust gegund. De Hout is nu echter op een leeftijd gekomen dat men haar menselijkerwijs gesproken in de lente gaarne een 1 visite brengt. Om deze reden hebben wij gisteren op de eerste lentedag de stoute schoenen aangetrokken, om eens te zien hoe de altijd groene jarige het in dit ondanks de vergevorderde kalenderstand nog barre jaar- getijde maakte. Hoewel een iel zonnetje zijn best deed om deze wat scha mele lentedag wat op te poetsen, was onze eerste gedachte toen wij de modderpaden betraden: dat wij inplaats van de stoute schoenen be ter laarzen aan hadden bunnen trek ken. Alleen het feit dat de paden water en de sloten nog een flinke laag ijs bleken te bevatten maakte ons duidelijk dat er wel degelijk on derscheid tussen beide bestond. Eerst op een bank konden wij de. blik omhoog richten op het herten kamp dat als een stuk van de be schaving gespaarde natuur voor ons lag. Het was nog tamelijk vroeg op de dag en de herten lagen lui hun pas genoten maaltijd te herkauwen in liet stralende zonlicht. Een klein jongetje stond vlak voor het hek en trachtte met een stuk hout en luide aanmoedigingskreten de aandacht van de dieren te trekken. De herten gluurden echter gehoorzaam naar hun „geweide" voorganger, die traag manoevrerend met de veeltakkige kroon van zijn wijsheid, het jongetje aan het hek woog en te licht bevond. Veelheid van vogels. |_IET HART SCHEEN 'T KNAAPJE niet snel in de schoenen te zak ken, want hij volharde in zijn lok roep. Eindelijk had hij succes, al kwam dit dan van een kant, die voor het knaapje enigszins beschamend was. Van de overzijde van het die renpark kwam namelijk als de scha- - duw van een voortvliedende wolk een dichte kudde pluimvee aanren- nen. Voorop de krielkippetjes licht- voetig en druk om zich heen pikkend om vooral het alleen recht te heb ben; daarachter kortademige eenden en kalkoenen, die met hun nimmer falende snotneus afkeurend neerza gen op 't friemelend pluimvee voor het hek. Bij de afscheiding mengde zich on der het radeloos door elkaar lopend gedierte enige mussen, die buiten het hek genegeerd werden, maar binnen de tralies plotseling de kansl kregen een graantje mee te pikken. Het jongetje zat met al die belang stelling wel wat in zijn maag, want hij staakte zijn geroep en smeet het stokje schulbewust van zich af. Het pluimvee wendde zich van hem af en rende schaamteloos en in gesloten kolonne naar een andere kant van het park waar opgewonden kinder stemmen een werkelijke maaltijd voorspelde. Ongerept wantrouwen. 'ET HERTENPARK is de trots van Leiden en van de twee tuin- H lieden, die met de verzorging van de herten belast zijn. Zij stelden er prijs op hun werk naamloos en onopge merkt te blijven doen, zodat wij hen incognito deze kolommen binnen voeren. Het voederen van de herten is na tuurlijk slechts een gering onder deel van de activiteiten van deze tuinmannen. Het neemt slechts en kele minuten in beslag en geschiedt voor en na het gewone tuinwerk. Het voedsel dat de herten door deze barre winter geholpen heeft, bestond voornamelijk uit de wortels van witlof, een spijs die zo stevig in de maag staat, dat herkauwen bij de dieren een goede gewoonte is. De herten, die achter de tralies de indruk geven dat zij het schrikaan jagende verschil tussen mens en dier alang terzijde geschoven heb ben, blijken echter wanneer de mens zijn opwachting binnen de tralies komt maken, tot geen enkele verzoe ning bereid. In minder dan geen tijd zijn de dieren verdwenen en blijft de mens slechts het spoorzoeken. Gevaren voor de dieren. fVEZE ANGST VOOR DE MEN- SEN is echter niet ongegrond. In de oorlog openden de Duitsers de vrije jacht op de dieren en slechts één ree en één bok konden ontko men om elders betere tijden af te wachten. Enkele jaren geleden moes ten de herten het weer ontgelden. Dit keer bleken het geen mensen maar honden te zijn, die het herten- leven in de waagschaal stelden. Na deze massamoord, die niet ongewro ken bleef, is het park weer tot rust gekomen en voelen de dieren zich op hun gemak zolang de mens zich maar aan de andere kant van de tra lies bevindt. Maar zelfs dan dreigt er nog af en toe gevaar. De jeugd heeft namelijk de op zich zelf reeds verwerpelijke gewoonte om het on derste uit de papiermand te willen hebben. Zij diept er stukken be schimmeld brood uit op en werpt dit onbekommerd voor de dieren. Ziekte en dood zijn het gevolg. Schaamteloze praktijken. Baldadigheid en onverstand be dreigen het park trouwens nog op verschillende andere punten. Jeugd en ouderdom roven namelijk zonder enige schaamte takken om mee te meppen of om op te steunen. Hier door wordt jaarlijks voor honderden guldens te vergeefs in de Hout ge stoken. Hele bloembedden worden verder nog in de knop gebroken. In vele gevallen gebeurt dit zelfs op advies van de ouders. Het is jam mer dat de Leidse bevolking, het enige „natuurreservaat", dat onze stad telt, op een dergelijke wijze mishandelt en omschoffelt. Op oude stamboom. r\E LEIDSE HOUT is uit louter particulier initiatief ontstaan. De grote vernielingen, die het eer-| tijds zo schone park tot een open vlakte en wat sprokkelhout redu ceerde, konden echter alleen met hulp van de gemeente hersteld wor den. Langzamerhand begint De Hout zijn naam weer waardig te worden en rijen de bomen zich weer tot een j compleet bos aaneen. Veel van het thans opgescho- ten hout is spontaan op de door de Duitser platgebrande aarde ontstaan. Uit de boomstompen groeiden namelijk nieuwe loten, die schots en scheef hun takken in de lucht staken. De tuinlie den zijn op het ogenblik bezig in deze chaos wat orde te schep-1 pen. Alle loten die ordeloos op- groeiden worden omgehakt en alleen een rechtlijnig boompje krijgt de kans om het zo wreed afgebroken bestaan van zijn I stamboom voort te zetten. Zijn levensvatbaarheid is echter sterk afhankelijk van de houding van het publiek, dat, wil het de lo ten van eigen stamboom nog genoe gen aan de Leidse Hout laten bele ven, het jonge hout zal moeten ont zien. Alleen dan zal men het park dat na de oorlog, op amper vijftien jarige leeftijd, reeds aan zijn tweede jeugd moest beginnen voor Leiden kunnen behouden. De „geweide" voorganger van de hertenkolonie. HAAGSE POLITIERECHTER. DURE ACCORDEON VERDWENEN. Een 30-jarige schilder uit Alphen aan den Rijn moest voor de Haagse Politierechter verschijnen omdat hij een dure accordeon had verduisterd. De verdachte had de accordeon, die meer dan 600 kostte, in huurkoop gekregen van de fa. V., een handel in accodeons te Woerden. Hij stortte een eerste betaling van 50,en zou voorts 5.50 per week betalen. Enige tijd ging dit goed, maar toen hielden de betalingen op. Verdachte bleek de accordeon niet meer in zijn bezit te hebben. Hij vertelde het in strument op het Waterlooplein in Amsterdam voor 05.te hebben verkocht aan een onbekende, omdat hij in financiële moeilijkheden zat. Op dat moment moest hij nog 332.50 betalen. De verdachte was reeds va ker veroordeeld, o.m. voor dieren mishandeling. De officier van Justitie eiste twee maanden gevangenisstraf voorwaar delijk met drie jaar proeftijd en 50 boete of tien dagen. Overeenkom stig de eis werd verdachte veroor deeld, met toewijzing van de civiele vordering ad S 300, Adspirant-avonturiers. Een 18-ja rige las-arbeider en een 18-jarige tim merman uit Nieuwkoop hadden in September j.l. genoeg van het lande lijke leven. Zij wilden op reis naar Zuidelijker streken om daar hun for tuin te maken. Eén moeilijkheid zat hen daarbij in de weg, n.l. dat zij niet voldoende geld hadden en daar door b.v. niet in staat waren een paar schoenen te kopen voor de grote reis. De jongens vonden er echter wat op. Zij namen bij Bata in Alphen a. d. Rijn een paar schoenen op zicht. Nauwelijks buiten de winkel trokken de jongens hun nieuwe schoeisel aan. Bijna waren ze er mee ingelo pen, want toen zij even later de win kel weer passeerden werd gemerkt dat beide verdachten de nieuwe schoenen aan hadden. De politie werd gewaarschuwd, maar de jon gens bleken reeds verdwenen te zijn. Voorts werden te Woerden twee bromfietsen gehuurd, die prompt werden verkocht. De officier van justitie meende dat de verdachten een slechte invloed op elkaar hébben. Hij eiste tegen elk ƒ50,boete of 25 dagen en drie maanden gevangenisstraf voorwaar delijk met drie jaar proeftijd. Beide verdachten hadden nog een blanco strafregister. Het vonnis van de po litierechter voor de los-arbeider luid de: 25,boete of 10 dagen en drie maanden gevangenisstraf voorwaar delijk met drie jaar proeftijd. De timmerman werd veroordeeld tot 15,boete of vijf dagen en een maand voorwaardelijk. Januari 1942. Een stille getuigenis van groeiend verzet op een hek in de nog onbeschadigde Leidse. Hout. (Foto mej. dr. Timmerman). PRIJZEN VOOR BEST VERZORGDE VIS Het was ditmaal voor de achtste maal, dat de voorzitter van het be drijfschap voor visserijproducten, drs. R. J. van Dijk, onder grote belangstel ling uit de kringen van de Nederland se visserij, de jaarlijkse prijzen voor de best verzorgde haring en vis uit reikte in Pulchri Studio te Den Haag. Drs. D. J. van Dijk sprak namens het bestuur van het bedrijfschap over deze wedstrijd, waarvoor natuurlijk maar enkelen als winnaar konden worden aangewezen, maar waarvan de vele anderen geen verliezers in de eigenlijke betekenis van het woord kunnen worden genoemd, want die wedstrijd betekent, dat men met el kaar streeft naar het Nederlandse product nog meer vooruit te brengen. Hij ging hierna tot de uitreiking over van de beker. Daar schipper Ph. Prins van de IJm. 71 „Bloemendaal" wien de prijs voor de best verzorgde zeevis en verse haring, welke met een trawler te IJmuiden is aangevoerd, was toegekend, weer op zee is, nam mevrouw Prins de beker in ontvangst. De volgende prijzen werden over handigd. Aan schipper A. de Jong van de Kw 64 „Elisabeth", rederij M. A. de Jong te Katwijk aan Zee, voor de best verzorgde zeevis, welke met een Katwijkse Trawlerlogger is aange voerd. Aan schipper M. Taal van de Sch qi „Oceaan"; aan schipper M. van der Snoek van de VI 89 „Jan en Ineke" uit Vlaardingen; aan schipper H. van der Plas van de IJm 74 „Martha", uit LJmuiden. Hiera werden aan de stuurlieden van de prijswinnaars de legpenningen voor de leden van de bemanningen overhandigd. Daar de bemanning van de Bloe mendaal met de trawler reeds op zee is, werd besloten een felicitatie te zenden. Tenslotte kregen alle reders, wier schippers een prijs kregen toegewezen een penning, waarna de schippers nog eens naar voren moesten treden, ten einde de wimpels in ontvangst te ne men. Ongezouten wensen van een schipper Namens de prijswinnaars was het daarop de beurt aan schipper M. Taal uit Scheveningen, een woord van dank te zeggen. Deze schipper, die een prijs kreeg voor de best verzorg de gezouten haring, heeft het onder algemene vrolijkheid maar eens on gezouten gezegd. De foto, genomen juist na de uit reiking, toont v.r.n.l. Mevr. Prins, echtgenote van de heer Ph. prins, schipper van de „Bloemendaal", schip per M. v. d. Snoek van de „Jan en Ineke", schipper M. Taal van de „Oce aan V", schipper A. de Jong van de „Elizabeth" en schipper H. v. d. Plas van de „Martha", met de ontvangen prijzen uit de verschillende klassen van de wedstrijd. Zijn vrouw had al opgemerkt „waarom geven ze geen prijs voor de best verzorgde kinderen". Schipper Taal zei vervolgens „wij zorgen voor goede haring, de rederij moet zorgen voor een goede motor en een goede kajuit en als het rijk nu eens zorgde voor goede havenhoofden". Eraan herinnerend, dat Katwijk een nieuwe haven wil, was schipper Taal's raad: „Laten wij onze haven (Schevenin gen) aan de Katwijkers geven, als wij een nieuwe krijgen". Namens een der reders werd hier na de dank op rijm vertolkt. Drs. Van Dijk bracht nog een woord van dank aan de dienst Nederlandse haring con trole, waarna het officiële gedeelte een einde nam. Toen volgden er natuurlijk d*> be kende hopjes met haring en thans ook makreel en de bijpassende be sproeiing. Na de pauze werd de film „Imperi alen 00000" vertoond, die een beeld gaf van de oestercultuur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 5