In Leiden u/oont nog 'n jager van de trekschuit
a m,
Groot vervoeder begon zijn carrière
met een paardje van 110 gulden
Jagertje jaagde op het geluk en
hij had succes
GEZICHT OP DE NEKSLUISBRUG IN 1870
Hoeveel geld en hoeveel ruimte
'l Laatste modesnutle
ZATERDAG 19 MAART 1955.
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
In Leiden (Haagweg 58), woont nog een oud-jagertje van de trekschuit.
Enige tijd geleden hebben wij de Leidse trekschuit bij u binnengevaren,
het spreekt vanzelf, dat wij uiterst benieuwd waren welke roefpraatjes dit
gewezen jagertje zou kunnen vertellen. Voor ons zit Jan Piet van Schra
vendijk, 93 jaar oud, nog goed bij de pinken, in het bezit van een paar
pientere, glundere oogjes en overlopend van echte ouderwetse humor.
Hij stond bekend als de grappenmaker onder de jagers; ook al had dat
grappige dikwijls iets van „Lach dan, Paljas". Want Jan Piet heeft een
harde jeugd gehad. Zijn reputatie als de guit van de waterkant dankte hij
aan de rare capriolen, die hij boven op zijn jaagpaard maakte. Hij ging
.dwars over het beest liggen of hij sprong er over heen als een kikker en
het schorum in het ruim, de bedelaars, die van Leidschendam kwamen,
gaven van hun armoede nog een half centje, als de schipper voor het
jagertje collecteerde; de dienstmaagd in de roef gaf een halve stuiver en
de ambtenaar ter secretarie in de stuurstoel vijf hele centen.
Op school en op het land.
Dat waren buitenkansjes voor het
jagertje, amper tien jaar oud. Het
geld brandde hem in de vingers; al
les bewaarde hij voor zijn moeder,
die zelf uit werken ging, omdat haar
grote gezin armoede leed.
Het leven, dat Jan Piet van Schra-
vendijk voor onze ogen ontrolt, boeit
als een spannende roman. Hij werd
in 1862 in Leiderdorp geboren. Met
zijn tiende jaar moest Jan Piet van
school af, maar ook vóór die tijd had
hij de harde arbeid al leren kennen.
Vanaf zijn zesde jaar werkte hij al
op het land van vijf uur in de mor
gen tot de schooltijd en na school
tijd tot de zón achter de horizon was
gezonken. Van school af werd hij
eerst verhuurd als een jager op de
pakschuiten, die op Haarlem,
Utrecht, Gouda of Den Haag voeren.
Dag en nacht zat Jan Piet op het
paard. Hij sliep op de rug van zijn
trouwe viervoeter. Hongerig at hij
met het paard mee van de paarden-
koeken. Op een keer is hij onder
Delft slapende van het paard in het
water gevallen.
„Is er wat?", riep de schipper.
„Nee", riep Jan Piet klappertan
dend. „Want", zo vertelt Van Schra
vendijk gniffelend, „ik had de gras
rand al weer te pakken".
Van Schravendijk vertelt nog meer
over die trekschuitperiode in zijn le
ven. Hij herinnert zich hoe de schuit
bij Leidschendam geschut moest wor
den, omdat het trekpad niet verder
liep.
Bij de Neksluis aan de (wat nu
heet) Jan van Gooyenkade werd
het paard uitgespannen (zie foto).
De schipper en het knechtje boom
den de schuit door de schutsluizen
heen en brachten het schip naar de
Nieuwe Rijn.
De tram verdrong de trekschuit.
Later moest de trekschuit door ge
brek aan passagiers worden opgehe
ven. De tram was een rivaal, waar
tegen niet te concurreren was. De
trekschuit, die om half acht uit Lei
den vertrok, was dik elf uur pas in
Den Haag. Dat kon de tram wel wat
vlugger. De spoorwegen, die in die
dagen al enige tijd bestonden, waren
klaarblijkelijk te duur om tegen de
trekschuit te kunnen concurreren.
Want een tochtje met de trek
schuit was niet zo duur. De reizigers
voor het ruim betaalden één dub
beltje voor het ritje Leidschendam
Leiden, voor roef en stuurstoel be
taalde men het dubbele tarief.
Op de pakschuit.
Toen de trekschuit voor het per
sonenvervoer opgeheven was moest
Jan Piet naar iets anders uitkijken.
Hij werd schippersknecht op een
nagelnieuwe pakschuit. Hij herin
nert zich nog goed hoe hij voor de
eerste maal met deze schuit met de
vlag in top naar Den Haag voer.
Met deze eerste tocht begint
eigenlijk de carrière van Jan Piet.
Want hij was in staat om zestig
gulden over te sparen.
„Laat-ie tooh voor zich zelf be
ginnen", zei de Brander van de
oliemolen aan de Vliet. Maar Jan
Piet merkte schuchter op, dat je
voor 60 gulden nog geen paardje
kon kopen. „Dan sta ik garant voor
de rest", stelde de Brander goed
hartig voor. En zo is het gebeurd.
Het is de eerste en tevens de laat
ste keer geweest, dat Jan Piet
Schravendijk een lening heeft ge
accepteerd. En moderne crediet-
theorieën ten spijt, kan men toch
niet zeggen, dat het hem niet voor
spoedig is gegaan.
Hij kocht een goed paardje voor
110 gulden en verhuurde zich als
jager. Een half jaar later kocht hij
nog een paard en nam hij een
knechtje in dienst. Weer een jaar
later had hij honderd gulden over
gespaard en kon hij gaan trouwen
22 jaar oud met het meisje
uit Zoeterwou, waarop hij met wel
gevallen het oog had laten vallen.
Altijd gewerkt.
„Gingen u en uw vrouw wel eens
uit?", vroegen wij, want we wilden
zo graag eens te weten komen, hoe
de jongelui in de vorige eeuw zich
in Leiden konden amuseren.
„Nooit", zegt de heer Sohraven-
dijk beslist. „Ik heb gewerkt van
de vroege morgen tot de late avond,
mijn vrouw vond ik als een trouwe
steun naast mij.
Jan Piet kocht een pakschuit en
Opende een veerdienst op Delft. Hij
had maar -één concurrent, een veer
schipper, die tweemaal in de week
op Delft voer. Als de een van Delft
vertrok, startte de ander met zijn
schuit in Leiden. Zo hadden zij
beiden ruime klandizie, want er
waren vrachtjes genoeg. Maar op
een kwade dag kreeg zijn rivaal het
in zijn hoofd om met de pakschuit
zesmaal per week te gaan varen.
De man kocht er enige schepen en
paarden bij. Dat was de dood voor
de veerdienst van Jan Piet. Hij
plaatste een advertentie in de Leid
se en Delftse kranten.
Jan Piet van Schravendijk heeft
de veerdienst LeidenDelft
opgeheven wegens te
drukke dienst.
Hij woonde toen aan het „Schil-
penpad" (nu Schelpenkade) waar
thans de kousenfabriek van Parmen-
tier staat.
Transport in Leiden.
Achteraf gezien is het opheffen
van de veerdienst voor zijn verdere
levensloop van grote betekenis ge
weest, want tóen eerst kwam hij
tot het werk, dat hem later een
bloeiende zaak en een welvarende
oude dag heeft opgeleverd.
In Leiden was er namelijk nog
geen sprake van expedite, zoals wij
die nu kennen. Als iemand wilde
verhuizen stapelde hij zijn spulletjes
op een berrie en wandelde zo dik
wijls als nodig van het ene adres
naar het andere.
Dit gold ook grotendeels voor het
bedrijfs ver voer. Verder was er veel
transport te water, want bijna ieder
straatje en steegje was in die dagen
over grachten en grachtjes te berei
ken.
Jan Piet werd veel gevraagd om
bij die vervoers-kar weitjes met
mankracht en paard bij te staan. Hij
spaarde wat geld over en op een
goede dag kocht hij een levensgrote
sleperswagen. Jan rekende geen „of-
zettersprijzen" en het bleek de Leid
se ondernemers al gauw, dat zij bij
Jan goedkoper terecht konden, dan
wanneer zij een paar man moesten
huren.
Leeuwen van paarden.
Zo is de carrière van Jan Piet van
Schravendijk begonnen.
Het eerste jaar al kocht hij twee
paarden er bij, het tweede jaar weer
twee paarden; geen beesten van 110
gulden, zoals zijn eersteling, maar
van vijfhonderd gulden en duurder.
„Leeuwen van paarden", die in
staat waren de zwaarste vrachten in
galop de helling van het stations
emplacement op te slepen.
Opdracht uit Den Haag.
Van Schravendijk stond tegen de
tijd van de kroning van koning Wil-
helmina op het toppunt van zijn loop
baan als expediteur. Toen is er voor
hem iets onvergetelijks gebeurd.
Goederen van de erewacht van de
Koningin te Den Haag moesten op de
dag van de kroning om negen uur in
de morgen in Amsterdam zijn.
De Leidenaar Van Schravendijk
kreeg uit Den Haag de speciale op
dracht om de goederen naar Amster
dam te brengen. Hij vertrok om
twaalf uur uit Den Haag. Bij de
Haagsche Schouw stond zijn vrouw
klaar met verse paarden en te ne
gen uur waren de goederen in Am
sterdam gelost en binnen.
„Wat kost dat,, Schravendijk?-',
vroegen ze in Den Haag.
„Vijftig gulden", zei Jan Piet.
„Wel allemachtig", zeiden de of
ficieren in Den Haag, „als je vijf
honderd gulden gezegd had, had
den we het nog niet te duur gevon
den."
Zo is hij altijd geweest; nooit te
veel gerekend, nooit iemand „ofge-
zet". Er was geen cent in huis, die
niet van hem was.
Kreeg hij een rekening binnen dan
was hij een uur later op weg met
het geld in zijn zakken.
„Anders wist ik immers niet, welk
geld ik nou werkelijk van me zelf
kon noemen."
Het oude Leiden.
50 Jaar oud heeft de heer Van
Schravendijk zijn zeventien paarden,
zijn acht sleperswaens en zeven ver
huiswagens, zijn stallen en remises
verkocht. Hij vestigde zich op, de
boerderij die nu nog aan het eind
van de De Genestetstraat ligt. Al
het land, dat hij bezat is intussen
met huizen bebouwd.
Van Schravendijk is tweemaal
geannexeerd door Leiden. Éénmaal
aan het .Schilpenpad (Schelenkade)
dat toen nog aan Zoeterwoude be
hoorde en éénmaal aan de Haag-
weg, dat eveneens van Zoeter
woude was. Hij herinnert zich nog
goed, dat de Zijlsingel bij Leider
dorp hoorde; de Rijnsburgersingel
was Oegstgeest.
Hij weet ook nog te vertellen van
de tijd toen hij voor Leiden water
haalde in Vogelenzang bij de
Duinwater-Maatschappij. Bij het 70-
jarig bestaan van de Leidse Duin
water Mij. in 1948 is nog eens aan
die tijd herinnerd. Toen heeft hij
nog eens goed aan de burgemeester j
moeten vertellen, hoe dat vroeger
allemaal toeging.
Water: 1 cent per emmer.
Hoe hij met de schuit zes uur
onderweg was en hoe het water in
Leiden op verschillende plaatsen in
putten werd gepompt, die zuinig op
slot gingen. Voor een cent kon de
burger van de waterstoker of een
andere winkelier in de buurt de
sleutel lenen en één emmer water
putten.
Van Schravendijk is nog een
tijdje lid van de Zoeterwoudse ge
meenteraad geweest. Toen hij van
plan was hiervoor te bedanken
werd hij door professor Kamerlingh
Onnes ontboden.
„Waarom wilt u zioh van uw
raadsfunctie terugtrekken!" vroeg
de professor.
„Professor", zei Van Schravendijk.
„Ik heb maar een gebrekkige school
opleiding gehad. Ik ben bang, dat
ik schrijffouten maak en dat past
toch niet voor een gemeenteraads
lid."
„Van Schravendijk", antwoordde
Kamerlingh Onnes, „één man kan
niet alles kennen. Een degelijke za
kenman is ook een boel waard."
Van Schravendijk is kennelijk
trots op deze hooggeleerde uitspraak;
en met reden.
Daarom eindigen wij dit levens
verhaal met dit gezegde, dat de man,
die zijn loopbaan als het jagertje van
de trekschuit begon, heus niet te
veel eer aandoet.
Jan Piet van Schravendijk met zijn jaagpaard aan de Neksluis te Leiden. De foto geeft een gezicht op wat
nu de Jan van Goyenkadc is. Men ziet het sluiswachters huisje- met daarachter het buiten van prof. Bookers.
Links is nog een klein gedeelte van het jaaghuis te zien. De tol aan de sluis bedroeg 37^£ cent. J
Vroeger was het kopen van
meubelen geen probleem, althans
niet voor de mensen met 'n klei
ne beurs. In de lagere prijsklas
sen trof men weinig variatie aan
en men ging vaak van het stand
punt uit: 'n stoel is 'n stoel! Te
genwoordig is dat anders. Hoe
wel we door de jaren heen een
huiselijk volk bleven, zijn we
vooral ten aanzien van onze wo
ninginrichting eisen gaan stel
len aan de huiselijkheid. Als va
der van zijn werk komt, de kin
deren van hun scholen en zó het
gehele gezin weer bijeen is, dan
voelen we, dat in de gezellige in
tieme sfeer ook de wijze, waar
op de huiskamer is ingericht, een
rol speelt.
Het .aanschaffen van meubelen,
fordijnen en verlichting is daar-
oor een belangrijke zaak gewor
den en vaak ook een probleem.
In de afgelopen maand zijn de
fabrikanten en importeurs van
meubelen en textiel weer met de
nieuwste snufjes op de markt ge
komen. Naast het goede was er
helaas weer de nodige rommel in
wilde vormen van uitgezaagd
multiplex, staal bn geperst hout.
U kunt niet alles weten
Lysol vlekken verwijdert men
met water, waaraan een weinig
ammonia is toegevoegd. Goed na
spoelen.
Jodiumvlekken op de handen
verwijdert men met geest van
salmiak.
Indien U de rand van Uw melk
koker insmeert met wat boter,
hebt U niet spoedig last van over
koken.
Dof geworden eikenhouten
meubelen krijgen weer glans, in
dien men deze inwrijft met een
doekje, gedrenkt in lauwwarm
water waaraan een paar drup
pels citroensap zijn toegevoegd.
Biervlekken in licht gekleurde
stoffen kan men verwijderen
met een mengseltje van spiritus
en water. Zonodig nabehandelen
met wolblank.
Mattenkloppers blijven langer
goed als men tijdens het kloppen
een doek om de klopvlakte bindt.
Het te kloppen goed heeft dan
ook minder te lijden.
Voor het stikken van nylonkle-
ding neemt men bij voorkeur ny
longaren, aangezien dit even
sterk en elastisch is als de stof
zelf.
De voedingswaarde van geste
riliseerde melk is niet zo hoog als
van gewone of gepasteuriseerde
melk in flessen.
Het wordt steeds moeilijker in
deze doolhof van snufjes de weg
te vinden.
Wij zouden U graag de weg
willen wijzen, maar en dat is
de tragiek in deze kwestie
men kan nooit zeggen: „Dat is 't
nou!"
Want voor ieder gezin ligt de
zaak anders en bij iedere aan
koop epeelt de eigen keuze de
eerste' viool. En dat is maar goed
ook, want anders zouden we tooh
in een saaie gestandaardiseerde
woninginrichting vervallen. We
kunnen U echter enkele tips ge
ven!
Op de eerste plaats is de ruim
te van belang. In deze tijd van
woningnood hebben de meeste
gezinnen ruimtegebrek. Dat
brengt mee, diat men moet roeien
met de riemen, die men heeft. U
kunt gerust een heleboel dingen
aardig vinden, maar als U er
geen ruimte voor hebt, wordt
zelfs het aardigste meubel een
sta-in-de-weg.
Naast de vraag „Over hoeveel
geld kan ik beschikken?" staat
dus direct „Hoeveel ruimte heb
ik?"
En dan komen de personen!
Trekt Uw man 's avonds zijn
pantoffels aan en zit hij tot het
naar bed gaan bij de radio te
luisteren of zijn krantje te lezen?
Of gaat hij na het eten direct aan
het knutselen? En wat doen de
kinderen? Maken zij schoolwerk?
Gaan ze aan 't rommelen of le
zen? En wat doet U? Al deze vra
gen zijn belangrijk!
•Met deze vragen in Uw Ihoofd
dient U de meubel- en textielex-
posities in de winkels te bekij
ken.
Dan zal U denken: Een schat
tig dressoir, maar wat erg fijn.
Piet loopt de halve avond met
zijn brandweerauto door de ka
mer te jakkeren.... Nee, niets
voor ons. Dat zou niet lang mooi
blijven.
Maar U zal b.v. een aardige ta
fel zien en denken: Die moet ik
kopen! Hij zal het in onze kamer
erg leuk doen en dan kunnen we
de oude tafel misschien in de
hoek zetten als knutseltafel voor
vader. Voor mij ook een oplos
sing, want ik kan niet met mijn
naaiwerk uit de weg als die man
er zoveel rommel heeft liggen.
Zo zijn er duizenden voorbeel
den.
Veel mensen kopen dingen, die
ze leuk vinden en pias als ze thuis
zijn gaan ze zich afvragen:
„Waar zet ik 't nou?"
Wees op de eerste plaats prac-
tisdh. Zorg ervoor, dat ieder ge
zinslid zoveel mogelijk zijn eigen
liefhebberijen kan doen. De ka
mer is een ruimte, waarin het
gezin moet leven en geen meu
beltentoonstelling. En als U prac-
tisch bent, dan blijft er nog vol
doende gelegenheid om het ook
voor het oog dat nog steeds
wat hebben wil zo aardig te
doen als ruimte en beurs toe
staan.
Handgeknoopt is het laatste modesnufje.
Dit aardige gestreepte jasje en de sweater zijn van wol.
Maar de wol is op een bijzondere wijze verwerkt. In Enge
land is een firma, die over het gehele land minstens 5000
handknopers(sters) aan het werk heeft om de vlotte mo
dellen van een dikke wollen draad met de hand te knopen.
Deze soort jasjes en sweaters zijn ideaal voor de water
sport of vacanties in de openlucht. Maar goedkoop, nee.