Het leven der Eskimo's in hun barre
woonoorden ver boven de boomgrens
DE HELPENDE
TONG
IEDERE OCHTEND IN EEN BEVROREN PAK
C IN HET NIEUWE LAND
„Ned Ontvangst Comité"
ZATERDAG 12 FEBRUARI 1955
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
GEMIDDELD 19 GRADEN ONDER NUL
Carnavalspret in Nice
naden worden dicht gemaakt met
water, dat natuurlijk ogenblikkelijk
bevriest. In dergelijke sneeuwhutten
is het gedurende de dag niet donker.
De Eskimo's zorgen namelijk ook
voor vensters Deze worden gemaakt
van stukken ijs, die zodanig worden
bij geschrapt, dat ze voldoende licht
doorlaten.
Opvallend is, dat veel gebruiks
voorwerpen van ivoor zijn gemaakt
of met ivoor bewerkt ziin. Dit ivoor
is afkomstig van walrustanden.
Geen lolletje!
Enkele jaren geleden kon men in
het Lunapark op het Schuttersveld
tegen betaling van 25 cent een dame
aanschouwen, die in haar badpakje
op pen stapeltje ijspalen zat. Vol
gens de toelichting van een breed
sprakige heer was dat de enige mo
gelijkheid, om haar in het leven te
houden, want „zij kwam uit de barre
woongebieden van de Eskimo's". Nu
sprak die dame plat Amsterdams en
wie het voorrecht genoot om na de
voorstelling door een gaatje in het
tentzeil te loeren, kon vaststellen, dat
er een halve kan gloeiende koffie
en een paar dikke dekens nodig wa
ren teneinde weer wat leven* in het
klappertandende mensenkind te bren
gen. Dat plat Amsterdams hadden
we de dame nog willen vergeven,
maar het klappertanden kon beslist
niet door de beugel Als er iets is,
wat een Eskimo vreemd is, dan is
het zeker dat!
Op het ogenblik wordt er in Mu
seum voor Land- en Volkenkunde te
Botterdam een expositie gehouden
over het leven van de Eskimo's en
wel speciaal over de verregaande
aanpassing van deze volken aan hun
barre woonstreken Zowel de Groen-
landse Eskimo's, als de centrale vol
ken van Noord en Noord-Oost Ca
nada, Alaska en Oost-Siberië zyn er
vertegenwoordigd.
Jagers en vissers.
De gemiddelde jaartemperatuur in
de Eskimo-gebieden is 9 graden on
der nul, maar men kan gerust aan
nemen, dat de mensen er vrij lange
perioden van 30 tot 40 graden vorst
verdragen
Zij wonen allen boven de boom
grens. Mos en gras, als de zomer gun
stig is, kennen zij wel.
Deze omstandigheden brengen
mee, dat de Eskimo's met jagen en
vissen in hun levensonderhoud voor
zien Walrussen zijn een zeer geziene
buit. Als men enig idee heeft van de
afmetingen dezer beesten, zijn de
bootjes de kajaks waarmee zij
worden nagejaagd bepaald griezelig.
Deze vaartuigjes hebben iets weg
van onze kano met dit verschil, dat
ze afgesloten zijn. In het midaen
bevindt zich een rond gat met een
opstaande rand. De Eskimo gaat er
in zitten met een costuumpje van
huiden, die waterdicht gemaakt zijn.
Zijn buisje om het even populair
voor te stellen wordt over de op
staande rand gedaan en met een
soort pees vastgesnoerd. De man kan
dan niet nat wórden en de boot geen
Water maken.
Deze voorzorgsmaatregel is niet
overbodig,' want de walrussen wo
nen in families bijeen en het komt
dikwijls voor, dat er een zo vrien
delijk is de kajak om te duwen. Voor
de Eskimo betekent dat niets. Hij
kent een bepaald foefje, waardoor de
boot één keer rond draait en dan
weer goed op het water komt te lig
gen.
Met een harpoen woHt de walrus
gevangen. Dat is een werostok met
een ivoren punt, waar weer een me
talen punt overheen zit. Aan die me
talen punt is een snoer bevestigd.
Zodra de walrus canriolen eaat ma
ken, raakt de metalen Dunt. die in
het lichaam zit< los van het iyoor en i
rolt het snóer vanze1! uit. Via een
aan het snoer bevèst;"de blaas kan
de Fsk^o zien, waar Het eevonde
dier blijft en zo^ra het uitgeput is,
sleept hij het mee. 1
Als een zeehond
Van zo'n bootje kan nooit iets
wegraken Alles is stevig vastge
maakt en al wordt de kajak tien
keer per uur omgeslagen, dan nog
blijft alles vast op het dek liggen.
De zeehondenjacht is ook heel
merkwaardig. In de winter leven
deze beesten onder het ijs, maar van
tijd tot tijd moeten zij even boven
komen, om een luchtje te scheppen.
Dat gebeurt in wakken. De Eskimo
houdt gewoon de wacht bij zo'n gat.
Als het beest boven komt, laat men
het rustig lucht happen. Niet uit
goedheid, maar omdat de neuzen van
zeehonden zo hard zijn, dat zelfs een
harpoen weinig kans maakt Het is
een kwestie van aanvoelen. Zodra
de zeehond wegduikt, moet men toe
slaan, want dan komt even de kwets
bare rug naar de oppervlakte.
In de zomer treft men de zeehond
aan Op drijvend ijs. Hij moet dan
beslopen worden. Dat is geen een
voudig karwei, want het zeehonden
leven bestaat grotendeels uit een
aaneenschakeling van één minuut
slapen vijf seconden rondloeren.
Om zijn prooi te benaderen steekt
de Eskimo zich in een zeehonden
huid. Tijdens de perioden van één
minuut slapen sluipt hij naderbij en
telkens 'bij de vijf seconden rond
loeren zit de Eskimo bewegingloos.
Een taak, die alleen een echt natuur
mens kan volbrengen.
Alles berust op het doorgronden
van de prooi De rendierenjacht toont
dat ook. Deze beesten leven in fa
milieverband en zodra men een
kudde tegenkomt, is het de kunst
om enkele lijken te maken Een ren
dier weigert namelijk hardnekkig
over een dode soortgenoot te
staonen en daardoor wordt het mo
gelijk om een kudde samen te drij
ven op een betrekkelijk kleme Dlek-
die begrensd wordt door lijken
Alleen voor de sterken.
Men be*riiot. dat een der**el«k
bestaan alleen is we^ele^d voor de
sterken. Daarmede hou^t het tvoi-
sche gebruik verband, dat een Fski-
mo-kind bij z"n naam eenoemd
mag worden, als h°t ongeveer een
jaar oud is en één winterseizoen
is ^<^T~ekornen.
In de mildere maanden trekt men
Few Ja*»«"e s^e die petTMrk«ui
wordt door honden, kan een flinke
jachtbuit dragen. -
Met zijn sneeuwmes snijdt de Eskimo
sneeuwblokken, die de bouwstenen
zijn van de hut
er met boten op uit en de vrouwen
genieten het twijfelachtige voor
recht om gedurende die lange toch
ten de roeispanen te moeten hante
ren. De mannen bepalen zich tot het
sturen.
In de winter woont men in hutten
van drijfhout en stenen. Traanlam-
pen zorgen voor de verwarming. In
het vroege voorjaar echter worden
er sneeuwhutten gemaakt. Deze soort
woningbouw brengt minder proble
men mee dan bij ons. De mannen zet
ten een cirkel uit in de sneeuw en
gaan dan met messen sneeuwblok
ken uitsnijden, die netjes op elkaar
gestapeld worden. Na de eerste sta
pel "worden dé" blokken steeds meer
raar binnen gelegd, zodat mèh öt>
den duur een halvs bol krijgt. De
Voor de Eskimo's met de blanken
in contact kwamen, kenden zij wei
nig ziekten. Hoe dat mogelijk is,
illustreert het volgende voorbeeld.
Door de blanken zijn vele Eskimo's
er toe overgegaan om ondergoed te
dragen. Erg mooi, denkt U misschien.
Helaas is er een grote maar aan
verbonden. Een Eskimo wast zich
zelf en ook zijn ondergoed niet. Hij
neemt zogenaamd? luchtbaden, wat
ongeveer neerkomt op: „Ik zal me
even schoon laten waaien". Als hij
naar bed gaat trekt hij zijn robben-
huid uit, maar deze wordt niet
„over de stoel gehangen". Het pakje
wordt buiten in de sneeuw gelegd
en 's morgens zit het stijf aan de
grond vastgevroren. Het pakje wordt
dan losgewrikt en meteen aangetrok
ken. Een soort koude douche dus.
Het voordeel hiervan is, dat alle
bacteriën doodgevroren zijn. Het
ondergoed echter wordt met uitge
daan en ook niet gewassen De gevol
gen laten zich gemakkeiük raden!
Fen zeker standsverschil kent men bij
de Eskimo's wel. H°t valt af te lei
den uit het a°ntal honden voor de
slee. Met v?if honden behoort m°u
tot het genre „de gewone men",
maar als men er een stuk of acht
heeft, is men een hele Piet. Heel
vaak komt het voor, dat een kind bii
de eehoorte al verloofd is; als zii
groot genoeg is, gaat zij voorgoed
naar h*ar verloofde. De mesjes, die
nog vrij z^'n. hekben een andere ma-
n;er, om d"ido1"k te maken, dat zij
huwbaar ziin. Z'i draden dan net als
de moeders een jas met een zak on
de rug, w°t de verbliifnlaats is voor
een ki°in kind. Een uitnodigend ge
baar d"s, dat van de vrouwen uit
gaat. Overigens is het huwelijk bij
de Eskimo's een tamel"k losse 'band,
die gemakkelk'k ontbonden kan wor
den. Voorts is het de man toe°e-
st""o onl meer dan één vrouw te
hebben.
(Van onze coresoondent in.
Australië.)
„Welcome in Australia", begroet
de Immigration Officer naast mij
aan het tafeltje de man, die z'n pa
pieren aan genoemde ambtenaar toe
steekt.
„Wat zeit 'ie", vraagt wat verbou
wereerd onze man, afkomstig uit een
plaatsje in het Brabantse, nadat hij
eerst het opschrift van mijn rood,
wit en blauwe armband heeft gele
zen.
„Welkom in Australië", vertaal ik.
„Gunst, dat is aardig van 'em", en
zich tot de ambtenaar wendend zegt'
hij „Senkie haeneer."
De ambtenaar lacht, dit Engels-
Hollands verstaat hij wel.
Doch er zijn lastiger taalproble
men op te lossen, en dan komen de
leden van „The Netherlands Recep
tion Committee" er aan te pas.
Zij vormen de „helpende tong"
voor de emigranten bij aankomst in
het nieuwe land.
Soms hebben zij belangrijker werk
nog te verrichten ten bate van de
mensen, die in voor hen zo vreemde
omstandigheden worden geplaatst.
Het is nog vroeg in de morgen,
wanneer aan de „Man O'War Steps"
aan de Circular Quay, één van de
talrijke havenhoofden van Sydney,
een klein groepje Nederlanders bij
een komt.
Soms is het nog héél erg vroeg,
althans naar mijn opvatting; het is
dan nog vóór zes uur en enkele le
den van het gezelschap hebben dan
Het carnaval in Nice neemt weer een aanvang, ditmaal voor de 71ste maal!
Dat de Fransen goed carnaval kunnen vieren, lijdt geen twijfel; men
bekijke slechts onze foto: een werkelijk schitterende Koning Carnaval, die
met veel zorg en originaliteit is gemaakt; en het zit nog stevig in elkaar
ook, een noodzaak, want Zijne Koninklijke Hoogheid zal straks vóórop
moeten gaan in de lange carnavalsstoet, welke door de versierde Riviéra-
stad zal trekken.
reeds een uur of langer, reizen ach
ter de rug.
Het hangt er maar vanaf hoe laat
het emigrantenschip „tussen de hoof
den" zal verschijnen, op welk tijdstip
men zich heeft te verzamelen, wil
men gebruik maken van het motor
bootje, dat de „HollandAustralië-
lijn" naar het schip, buiten de ha
vens zendt.
Gewoonlijk komt het schip om
streeks acht uur aan de steigers en
voor die tijd moet er aan boord nog
heel wat geregeld worden, alvorens
aan de emigranten kan worden toe
gestaan het schip te verlaten.
Het emigrantenschip tegemoet.
Ditmaal is het de „Johan van Olde-
barneveldt" die onze met hoop en
verwachting vervulde landgenoten
naar dit verre werelddeel heeft ge
bracht.
In onze motorboot is een zeer ge
mengd gezelschap aanwezig.
Behalve de official van de „Hol
landAustralië lijn", de heer de
Boer, zijn er de heren G. van Rijn
en M. Appeloo, van de Ned. Emigra-
tiedienst. Daar zijn de geestelijken
die hun „schaapjes" komen begroe
ten, in dit geval de predikanten M.
Goudkamp en J. v. d. Bom, resp.
van de Presbytarian en Ref. Chur
ches in groot-Sydney, benevens Pa
ter P. Jacquemoins van de Ned.
Rooms Katholieken. Verder Austra
lische journalisten en persfotogra
fen, die op elk emigrantenschip naar
„iets bijzonders" speuren.
Ten slotte: de leden van het Ned.
Ontvangst Comité.
Alles bijeen, ongeveer een twintig
man.
We stomen een flink eind buiten
de havenhoofden en komen langszij
de „Johan" die de ankers heeft la
ten vallen, in afwachting van aan
komst der vele en velerlei officials.
Maar o, die taal!"
Intussen zijn onze emigranten aan
het defileren gegran. Paspoorten
moeten getoond; geïnformeerd wordt
naar gezins-samenstelling, plaats van
bestemming, of men „assisted" is
dan wel zelf de reis betaalde; hoe
veel geld men heeft, hoeveel sigaret
ten etc. etc.
Een andere ambtenaar naast mij
deelt spoorkaartjes uit voor degenen
die door reizen naar Queensland;
moet inlichten omtrent bagage, ver
trektijd van de trein enz.
En zo schuif ik van het ene tafel
tje naar het andere, vertaal vragen
en antwoorden.
Sommigen proberen het op eigen
houtje te klaren; ze leerden Engels
op de cursus.
Nu ja, beter wat dan niets, maar
ga eerst eens met een Australiër pra
ten. Dan struikel je in je beste En
gels. Zoals dat meiske, hetwelk neus
je in de hoogte, al die gewone emi
granten even zou troeven. Maar met
al haar goed opgepoetste school-En-
gels, bezorgde ze vader, moeder en
de kleinere zusjes een teleurstelling;
nee, de zaak zat spoedig in het Ba
bylonisch en Loesje zei „Yes" tegen
de ambtenaar, als het „No" moest
zijn, want ze verstond hem niet.
De ambtenaar lachte goedmoedig;
„Ik zou het in Holland óók zo niet
redden". Hij kan uit 'ervaring spre
ken
Hij heeft het opgegeven om „Wel
come in Australia" te zeggen: „Ypu
can do that on my behalve", (je kunt
dat namens mij doen) machtigt hij
me. Maar meestal vergeet ik het, of
het schiet er bij in.
Want de mensen willen van mij
weten of het vér is naar Brisbane;
hoe het in kamp Scheyville, Creta of
Villawood is en of men daar beter
De matrozen hebben de „staatsie- heen ^an 8aaii dan huisvesting ne-
trap" neergelaten en met wat wei
felende handen en voeten bestijgen
de leden van voornoemd gezelschap
de trap.
„Wat benne dat voor mannen",
hoor ik een knulletje aan z'n moeder
vragen, wanneer we zo achter elkaar
het schip betreden.
„Van de plisie", verklaart moeder
plechtig, maar vader licht beter in:
„Dat zijn douanen", beslist hij.
Hij kan niet weten dat de politie
men.
Alsof er wat te nemen valt....
De jongeman van het R.K. Comité
kan alléén maar aan kamers voor
„single" (vrijgezellen) helpen.
Douanen en
wharfies"
Inmiddels heeft de „Johan" het an
ker gelicht en zijn we voor de stei
gers gekomen, waar gewoonlijk een
paar honderd Nederlanders zich voor
even vóór ons is gearriveerd en del de hekken verzameld hebben, ten-
douanen straks aan de steigers pas einde familie of bekenden te komen
begroeten.
Doch gewoonlijk zijn er enige uren
aan het werk gaan.
„Waar de meisies zijn
mee gemoeid, alvorens die begroe
ting kan geschieden. Want eerst moe-
Gaat U mee naar de restaurat-e- ten emigranten, die nu immigran-
zaal daar beg-nt ons werk nod.gt tcn zyn Kewordc.n, met hun b|gage
Lt,of ,7rtft0'V>!lta«! de douanen. Ze sjouwln
VI A h iv?n]f?.t ™lte me ult-1 „handbagage" voor zes handen
"tde.d?,ordat, hï Jf H zwifar genoeg naar de loodsen; of
het Ned. Consulaat te Sydney heeft. onze Jharfies" ZOrgen voor hpt
de heer Kloppenburg de leiding. transDort
Voor deze gelegenheid wordt mij
eveneens zo 'n rood, wit, blauwe band j geeft soms nieuwe botsingen,
om de arm gedaan en als „interpre-want genoemde lieden zijn n:et zo
ter" ingedeeld bij de ambtenaren! er£ gemakkelijk. En onze immigran-
van de Australische Immigratie j *en weten nog zo weinig.
Dienst. Zo werd ik betrokken in een ge-
Tafeltjes worden gerangschikt, schil tussen een landgenoot en zo'n
waarlangs straks alle ..n'euwelingen" J wharf ie, die een aantal kisten van
voor dit land moeten defileren met
hun papieren.
De ambtenaar naast me zegt dat
hij de Nederlandse emigranten graag
mag, hetgeen ik als een vriendelijk
heid jegens mij beschouw. Morgen
kan hij een dergelijk compliment
maken tegen Italianen, Maltezen,
Duitsers, of wie weet meer.
Toch weet deze ambtenaar iets
meer van Nederland en de Neder
landers.
„Ik ben een tijdje in Nederland ge
weest", vertelt hij me. Hetgeen op
zichzelf niets schokkends is, bij de
het schip naar de loods had gezeuld
en er een sixpence als beloning voor
kreeg.
„Gunst", zei onze immigrant, „is
dat niet genoeg; hij wil méér."
Toen heb ik duidelijk moeten ma
ken, dat een kwartje in Australië,
een andere waarde heeft dan in Ne
derlandse valuta. Er kwamen enige
sixpences bij
De douanen grabbelen in koffers
en k'sten, moeten verklaringen op
maken, vragen stellen.
Daar is dat taalprobleem weer en
vele tienduizenden Australiërs, die j mannen met de armband in de
ieder jaar naar Europa uitzwermen.Nederlandse kleuren, worden te
„Ik ken ook een paar Hollandse j hulp geroepen,
versjes", licht mijn vriendelijkeEr is soms byna een hele dag mee
ambtenaar verder in, en hij z;ngt: I gemoeid; de comité-leden geven hun
„Oof al, oof al, waar die meisies zijn". I tijd onbaatzuchtig; krijgen zelfs hun
„Dat is een écht Nederlands vers- reisgeld of andere onkosten niet ver-
complimenteer ik.
En „Me Sarie Marijs is so far from
me", mixed hij verder, en als slot:
„Anje Booven,anje booven", waar
op ik meen te mogen constateren
goed.
Maar wat zou de aankomst van al
die tienduizenden Nederlanders in
de havens van Melbourne en Sydney
w worden verzwaard, indien de man
dat hij op een feestdag in Holland 1 nen, soms ook vrouwen, met de rood,
was. Dat bleek juist, het was tijdens! wit, blauwe band en het opschrift
de Kroningsfeesten. „Nederlands Ontvangst Comité" niet
1 aanwezig waren?