Columbus dacht met het eiland een ontbrekend stukje in legpuzzle van 't geluk gevonden te hebben Uit echtelijke ruzie werd 'n handig instrument van Nederlands Fabrikaat geboren Paradijselijk oord eens Nederlands bezit Aardbevingen of stroompjes scheurden Trinidad los van het vaste land Het devies van de V.N.F. is niet koop!", maar kijk en koop ZATERDAG 22 JANUARI 1955DE LEIDSE COURANTTWEEDE BLAD PAGINA 4 zeker in de grond wegzakten en dat het vrij grote moeite kost hen weer aan de aarde te ontrukken. Charmant asphaltmeer. De kust van Trinidad is hier en daar van een paradijselijke schoonheid. van de Amerikaanse zeden, dragen nog hun nationale dracht en leven ook verder het leven van hun voor ouders. Geen moderne stad. Hond dit meer geeft moeder aar de een weinig van haar rijke inhoud prijs. De aardkorst is daar kennelijk zo dun, dat een smeuïge brei kans ziet naar de oppervlakte te komen en daar de verrukte mens een soort asfalt levert. Het prettige van deze levering is, dat de voorraad nooit uitgeput raakt, want hoe hard men ook graaft en schept, de natuur zorgt steeds, dat de kuilen weer vol ko men. De hoofdstad van Trinidad, die op de landkaart Port of Spain, doch voor het gemak door iedereen ook maar Trinidad genoemd wordt, is een belangrijke wereldhaven, zowel voor de scheep- els voor de lucht vaart. Vanaf Curasao onderhoudt de K.L.M. er een verbinding mee. De stad zelf, die ongeveer 100.000 inwoners telt ongeveer het vijfde gedeelte van de gehele eilandbevol king, maakt geen bijster moderne indruk. De straten staan loodrecht op elkaar hetgeen wel de Ameri kaanse stedebouwkunde verraadt maar voorts heerst er de rommelige sfeer, zowel wat woningbouw als be drijvigheid betreft, die Oosterse ste den kenmerkt. Voor de Indië-kenner zij een kwalificatie als „Passar Ba- roeh" voldoende ^MANNEER MEN TRINIDAD het eiland aan de NoordKust van Zuid Amerika, dat enige tijd geleden „in het nieuws" kwam door een opstand in de aldaar gelegen leprozeniinrichting wanneer men dit eilandje vanuit de lucht nadert, krijgt men het idee, dat het van de Oostkust van Zuid Amerika is afgescheurd en puzzeldeskundigen zouden onmiddel lijk ontdekken, dat het een prachtig stukje van een legkaart is, dat precies tegen de kust van het vasteland aangepast zou kunnen worden. Het is een indrukwekkende geschiedenis, die al de kleine landjes, welke zibh langs de kust van Zuid Amerika samendringen, tot eilandjes gemaakt heeft. De geschiedenis heeft eeuwen geduurd en daarom spreekt zij wel licht niet zo tot de verbeeldingskracht, maar de meeste eilandjes hebben hun ontstaan te danken aan een klein waterstroompje, dat tussen de kal'k- bodem doorsijpelde en langzaam maar zeker een gleuf groef, dat tenslotte een geheel stuk land een zelfstandig bestaan gaf. We schreven bijna alle eilanden, want sommige zijn .gegroeid" uit zee; zij zijn de stoffelijke resten van milliarden koraaldiertjes, die met hun lij ken riffen in zee bouwen en deze riffen doen uitgroeien tot eilandjes. Wjj weten niet precies hoe Trinidad ontstaan is, want voor dit eilandje geldt nog een derde mogelijkheid. Vooral zijn kartelvormige kust en de kartelvonmige oever van het vaste land tegenover het, doen denken aan een fcardlbeving, die het eilandje los gescheurd heeft van het vaste land. riode van zijn bestaan. Tot dan toe had de 'bevolking voor een groot gedeelte uit negers bestaan, die als slaven op de plantages en in de mij nen werkten. Daarvoor waren de inwoners Indianen geweest, maar de koloniserende Spanjaarden en En gelsen, benevens de vrijheidsminnen- de Amerikanen hadden voor deze „Amerikanen" niet zo heel veel vrij heid in voorraad en Amerika was kennelijk niet voor hèn bestemd! Toen echter met de vrijheidsoor log ook de vrijheid voor de negers kwam, trokken dezen van Trinidad weg en tenëinde de plantages niet geheel tot ruïnes te laten vervallen, ging men Brits Indische werkkrach ten „invoeren". Ook dit had weer een vrij onverwacht gevolg, want de Brits Indiërs gedijdden zo goed op Trinidad, dat zij momenteel het merendeel der bevolking uitmaken. Zij geraken weinig onder de indruk Engelsen plukten de rijke vruchten Hoe het zij, Trinidad is een eiland met een grote geschiedenis, dat zelfs door zijn ontdekker, Columbus, even voor het Aards Paradijs gehouden is. Ten tijde van Columbus was men namelijk van mening, dat het meest Oostelijk deel van de aarde het punt moest zijn, waar eens het Aards Pa radijs aan de eerste mensen een ge lukkig leven geboden heeft. Columbus meende nu, dat hij door steeds Westwaarts te varen, vanzelf dit meest Oostelijke puntje moest be reiken, want de stelling, dat de aar de rond was, werd in die tijd door wetenschapsmensen niet meer in twijfel getrokken. Foutieve berekening. Columbus rekende echter met de cijfers, die een geleerde Griek met behulp van een put in Egypte en een I helder hoofd de wereld verstrekt had. Daar deze Griek echter een I paar foutjes in zijn berekening had gemaakt, meende Columbus al een heel eind rond de wereld te zijn, toen hij pas halverwege was. Op deze foutieve berekening berust ook zijn foutieve veronderstelling in In- dië te zijn. Toen Columbus echter op zoek ging naar het Aardse Paradijs, was Amerika al ontdekt, want het was zijn derde reis. Als Trinidad dezelfde schoonheid en weelde gehad heeft, als men er mo menteel kan bewonderen, dan kunnen wij ons voorstellen, dat hij werke lijk een ogenblik gemeend heeft in het Aards Paradijs beland te zijn. Zeeuwen verdreven. Hij noemde als godsdienstig man het eiland naar de H. Drieëenheid en liet het verder een beetje aan zijn lot over. Ook de latere bezetters, de Span jaarden, bemoeiden zich lange tijd niet met het eiland en eerst tegen einde van de 16e eeuw begonnen zij met het koloniseren van Trinidad. De Engelsen ontfermden zich in 1797 over deze kolonie en verdreven tegelijk maar de Nederlandse Zeeu wen, die het eilandje vóór Trinidad, Tobago genaamd, in cultuur hadden gebracht. De Engelsen hebben het vanaf toen in bezit gehouden, totdat in de na- Napoleontische tijd aan alle Euro pese kolonisatie in Amerika een ein- de kwam en „Amerika voor de Amerikanen" werd bestemd. Mensenimport. Omstreeks die tijd begon het eilandje aan een geheel nieuwe pe- Oord vol verrassingen. Het gehele eiland, dat ongeveer de uitgestrektheid van onze provincie Friesland heeft, is in feite een oord vol verrassingen. In het noorden stuit men plotseling op een bergrug- Vanaf het zuiden komend heeft men de vlucht, die deze bergrug neemt, nog niet zo in de gaten, want de stij ging is aan de landzijde zeer gelei delijk. Heeft men echter de top be reikt en kijkt men over de rand heen, dan blijkt, dat men een on neembare rots beklommen heeft, die bijna loodrecht uit zee oprijst. Dit brokje doet dus vanuit een zekere hoek bezien althans een weinig onherbergzaam aan. Maar het eilandje doet voor de rest zijn uiter ste best om zo'n prettig mogelijke in druk te maken. Eindeloze suikervelden. De plantengroei is overdadig tro- oisch, terwijl het klimaat de slopen de kracht van de tropen mist. In de vlakke gedeelten van Trini dad kan men eindeloze suikervelden vinden met daar in de buurt grote fabrieken, die de zoete stengels ver werken tot suiker en de zo befaamde Zuidamerikaanse rum. In de meer bergachtige bosstreken vindt men verrassend schone dalen met cacao-aanplantingen en boom gaarden, waar vooral de beroemde „grape-fruit" tot leven komt. Maar met' al deze surprises is het verrassende element van het eiland je nog niet uitgeput. Wanneer men met een auto op ongeveer honderd kilometer van de hoofdstad verwij derd bij een uitgestrekt meer énige verkoeling of verpoging zou gaan zoeken, moet men wel oppassen niet te lang op een en het zelfde punt te blijven staan, want dan zou men op zeker moment tot de ontdekking komen, dat de voeten langzaam maar De iwyntjes op het gelukkige eiland zijn nog paradijselijk genoeg om zich aan een halsband naar de markt te laten leiden. De onderlegger van gebogen ijzer- draad is de vrucht van een echtelijke twist. (Foto's: „De Leidse Courant"). Er was eens een man, die vreselijk boos werd op zijn vrouw, omdat zij de pannen zo maar op tafel zette zonder onderlegger. De vrouw ging tegels gebruiken, maar de man werd nog bozer, omdat zij de tegels steeds brak. Wij kunnen ons het verloop van deze echtelijke onenigheid goed voor stellen. Op een kwade avond (of liever een goede, want dit verhaal krijgt een verrassende wending), toen dit meningsverschil een hoogtepunt had bereikt, sprong de verbolgen echtgenoot op van zijn stoel, wierp met een slag zijn servet in de soep en snelde naar zijn knutselhok. Daar werd de onderlegger van deze eeuw geboren. Een ei van Columbus werd daar(onder) gelegd. Daar kwam maar w^nig onderleg-overleg bij te pas. De man boog van wat ijzerdraad een appa- raatje, waarmee hij triomfantelijk naar zijn vrouw wandelde. „Alsjeblieft, één onderlegger", moet hij op dit historisch moment gezegd hebben, want het was een historisch moment. Allemaal zo'n onderlegger. De volgende dag namelijk wandel de hij met het eenvoudige instru mentje naar zjjn directeur, die wel wat in de verkoop van zo'n serie product zag en door vertegenwoordi gers liet onderzoeken of er op de markt belangstelling was voor een onderlegger van ijzerdraad, waarbij het uitgesloten is, dat de pan het tafellaken besmet. Het ding werd verkocht, steeds méér verkocht. Alle huismoeders roe pen nu om deze bepaalde onderleg ger. Dat heeft de uitvinder géén windeieren gelegd en wij kunnen ons goed voorstellen hoe man en vrouw na het verzilveren van de eerste chèque als provisie van de onder legger-verkoop in eikaars armen ge vlogen zijn. De geschiedenis van dit product van Nederlands fabrikaat is waar. Op de tentoonstelling in de .Boer- haavezalen kunt u de welgeschapen vrucht van deze echtelijke onenig heid aantrefen. Maar u vindt daar nog veel meer. Welke dop voor uw ei? Als u wilt weten welk kopje het best bij uw blank-eiken stelletje past, dan moet u eens gaan kijken bij de aardewerkafdeling. Zie zo'n boter vlootje eens aan; waarin de boter zo smakelijk gelen kan of een eierdop je, dat een romig, donzig eitje kan omvatten. Bij al dat moderne aarde werk van zuiver Nederlands fabri kaat valt ook weer een hele historie te vertellen. Het wordt namelijk in Edam ge maakt door een vissersbevolking, die door de afsluiting van de Zuiderzee brodeloos was geworden. Nu zitten de jongelui in de fabriek in pillow-broek of in baaien rok over de potjes en pannetjes gebo gen. Nederlands fabrikaat. De vis sers zijn van het water naar de aar de teruggekeerd. Samen er naar toe. Wilt u weten wat er allemaal van schuimrubber gemaakt wordt, of hoe uw wollen deken van 't schaap, via de wolfabriek op uw bed kwam? U kunt het allemaal vinden op de tentoonstelling Nederlands Fabri kaat, die gisteravond in de Boerhaa- yezalen te Leiden is geopend. Maar denkt u er wel aan: dit is géén openbare expositie. De eenling wordt daar geweerd. De 1 tentoonstelling kan slechts bezocht worden door groepen personen, per soneelsverenigingen, vakverenigin gen, verenigingen voor huisvrou wen e.d. Daar kunt ge weer worden als de j kinderen, want twee deskundige 1 krachten geven lessen van één uur over de mogelijkheden van de Ne derlandse industrie. Overdag geven zij les aan de jeugd van de zesde klassen van de lagere school, van de U.L.O. en Nijverheidsscholen. Contact. Zo komt de jeugd in contact met het Nederlandse bedrijfsleven op een prettige en leerzame wijze. De Ver eniging Nederlands Fabrikaat is al jaren met deze vorm van onderwijs bezig. In een eerste bescheiden opzet heeft zij met een verplaatsbare ten toonstelling Leiden al eens aange daan. Dat was zes jaar geleden. Het succes is zo groot geweest, dat het verzoeken om een herhaling is blij ven regenen. Nu men met de grote nieuwe ten toonstelling weer in de buurt van de Sleutelstad kwam, vond men een unieke gelegenheid om deze stad weer eens aan te doen. Géén koop!, maar denk! We herinneren ons nog wel de gro te leuze van vroeger: „Koop Nederlandse waar, dan hel pen wij elkaar". Deze slagzin heeft de vereniging na de laatste oorlog verre van zich geworpen. Het is he lemaal niet de bedoeling koste wat kost Nederlandse producten te laten kopen. Het publiek moet kopen wat het beste is. Deze tentoonstelling wordt slechts gehouden om de mensen met het Ne derlands product in contact te bren gen. Sinds de conclusie: „Het Neder lands product is doelmatig, mooi en goedkoop" dan volgt wel een „ko pen na het kijken". Welke industrieën? Men heeft voor de samenstelling van deze tentoonstelling een keuze gedaan uit de verschillende indus trieën. Men vindt er vertegenwoor digd: de wolindustrie (een inzending van de gezamenlijke wolfabrikan ten), de pottenbakkersindustrie met luxe- en gebruiksaardewerk (Delfts blauw o.m.), de Hoogovens en de plaatverwerkende en profielverwer- kende industrie en de rubberfabri katen. Bovendien wordt nog ruime aan dacht besteed aan het scheppende handwerk van de pottenbakker, de edelsmid, de boekbinder en de grof- smid. De tentoonstelling reist Nederland af onder auspiciën van de ministe ries van O., K. en W. en Sociale Zaken. Welk beroep? Met deze tentoonstelling beoogt men nog een ander doel. Men wil n.l. de jeugd een inzicht geven in de toe komstmogelijkheden voor arbeiders in de industrieën. De heer J. Swanenburg, gemeente lijk inspecteur van het onderwijs vestigde hierop nog eens de aan dacht, toen hij gisteravond officieel de tentoonstelling in gebruik stelde. Bij deze opening, die werd geleid door de algemeen secretaris van de Vereniging Nederlands Fabrikaat, de heer J. P. Duyverman, waren vele leden van het onderwijzend personeel te Leiden en leden van de Vereni ging Nederlands Fabrikaat aanwezig. Bekend werd nog, dat in de aan staande weken de tentoonstelling be zocht zal worden door 2400 leerlin gen van de diverse Leidse scholen. ....de boter roomt donzig in een geel "ootje... Zo in vogelvlucht over Trinidad heenzwevend, krijgt men de indruk een parel schitterend van schoon heid ontdekt te hebben en het eiland je biedt dan ook inderdaad veel aan zijn bewoners. Ook de touristen ko men kennelijk onder de bekoring van zijn charme, want alvorens een tocht door de binnenlanden van Zuid- Amerika te maken, zullen zij meest al enkele dagen blijven rondzwerven door Trinidad, door de rommelige havenstad, door de plantages en sui kervelden, langs het asfaitmeer en de spaarzame badplaatsjes, om vast de avontuurzin en vacantiestemming te bemachtigen, die zij voor hun verdere tocht nodig hebben. De grote hoeveelheid lianen, die deze typische boom laat afhangen, geeft de jeugd van Trinidad volop gelegenheid tot vermaak. Tentoonstelling in Boerhaavezalen te Leiden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 8