Eeuwen lang heeft bijna geen sterveling zich laten weerhouden om eens lekker toe te tasten CONCORSfft Vader van de stofzuiger overleden KONINGEN ATEN UIT DE HAND VAN BACCHUS Han de Mate aufat nawt de tafetmatiieiea De zonnekoning ging er prat op nooit bestek te hebben aangeraakt Mist, een verzameling druppels ZATERDAG 22 JANUARI 1955 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 De velen, die zich tegenwoordig de eetlust ontnomen zien door de gewel- weldige hoeveelheid tafelmanieren, waar zij zich eerst doorheen moeten worstelen, om tot de lekkernijen door te dringen, hebben reden om met weemoed aan de goede oude tijd terug te denken. Het voorrecht namelijk om de etenswaren met de handen in een consumabele positie te brengen, was vroeger immers niet alleen weg gelegd voor de jongsten en oudsten onder ons. Het couvert of bestek, dat tegenwoordig bij een dinertje van enkele gangen, door zijn omvang het etentje schier van de tafel schijnt te verdringen, behoort tot de beschavingsbelasting, die de mensheid zich pas de laatste eeuwen heeft opgelegd. ALS WIJ HET BESTEK in zijn onderdelen ontleden, vinden wij drie groepen, die verschillende ken merken met elkaar gemeen hebben. De geboortedata van deze verwand- te groepen lopen echter nogal uiteen De stamhouder van onze tafelmanie ren is ongetwijfeld het mes. Onze voorvaderen in het stenen- tijdperk slingerden elkaar bij ge brek aan veelzeggender middelen grote stenen naar het hoofd. Waar schijnlijk had de tegenstander er af en toe zo'n hard hoofd in, dat de steen van een dergelijke tegenstand niet terug had en de splinters er af vlogen. Deze splinters hadden ver der weinig betekenis in het gooi- en smijtwerk van die tijd en dit bracht de oermens ertoe, er een andere be stemming aan te geven. Grote voorsprong. rvOOR DE SPLINTERS wat tegen U elkaar te wrijven werd een scherp voorwerp verkregen, waar mee men de buit vilde en waarmee men thuis de dingen, die nu een be langrijk deel van de inventaris van onze musea uitmaken, een beetje kon versieren. Terwijl de oermens in Europa nog nauwelijks aan het bijvijlen van zijn nagels toe was, vervaardigde men in Egypte en Voor-Indië reeds kunst voorwerpen, die nauwelijks nog de naam mes verdienden. Volgens en kele historici moet men daar reeds 3000 jaar voor Christus de beschik king hebben gehad over ijzeren mes sen. Nog altijd kluivenwerk. Lang voordat de stamva deren van Columbus do fut konden opbrengen zelf hun eitje te pellen, maakten de veelgesmade In dianen in Amerika messen, die in het vuur een bijzondere hardheid ge kregen hadden. Het spreekt echter vanzelf dat al had men een tafel be zeten, deze messen toch voor grove re doeleinde dan het wiskundig ont leden van een biefstukje gebruikt werden. Bekend mag verondersteld worden dat de machtige keizers uit de renaissance de ossen, die toen hun tafels sierden, hoog stens met het mes vierendeelden en verder geen concessies aan madame etiquette deden. Enke le eeuwen later toen de ossen en ezels democratischer over het volk verdeeld werden, kreeg men meer zin voor de goede orde. Waarschijnlijk om het genot wat1 te rekken, hanteerde men toen een mes. Op de plaats echter waar thans een vork zich met de verdere trans-1 portatie van het voedsel bezighoudt, I zat toen nog gewoon een of de an- dère „kluif". Na verloop van enige tijd kon niemand er meer onderuit en werd het mes officieel als tafel-1 gereedschap aanvaard. Een keurig opgemaakte tafel uit de 18e eeuw. Het geheel staat opge steld in de Lakenhal en noodt tot aanzitten. De schalen zijn echter leeg. vork wist om te gaan. Meer kon men echter niet voor haar doen en men at zelf rustig met han den en voeten verder. Toch kan men de Venetianen dit niet kwalijk nemen, omdat het vork je van de prinses in afmeting nauwelijks voor een hooivork onder deed. Beneden alle peil. rvE lepel ontstond uit ge- U HEEL andere noden. In de tijd I dat de aarde zich nog ongepolijst' door het luchtruirr bewoog, poogde de oermens reeds water en andere vloeibare stoffen in de holle hand naar de mond te brengen. Het moet de goede zielen echter al direct zijn opgevallen, dat deze manipulatie hen dikwijls alleen maar met de mond vol tanden liet staan en de vloeistof onbelemmerd de vrijheid verkoos. In het begin zal deze voor zijn tijd beschaafde oermens er wel eens de brui aan hebben gegeven en de mond weer gewoon op Amster dams peil hebben gebracht. Maar la ter vond hij iets anders op dit laag bij de grondse slurpen. De dop van een kokosnoot kwam hierbij te hulp en weldra kon de man ook staande water tot zich nemen. Een vernufte- ling is toen op het idee gekomen om een stokje door de nap te steken en de lepel kon in de breipot gezet wor den. Omstreeks het jaar 1100 werd de houten lepel in Europa reeds veel vuldig gebruikt. ïyjENDER GEMAKKELIJK KWAM de geboorte van de vork tot stand. Weliswaar gebruikte Neptu- nus en de boeren reeds zeer vroeg een soort vork om aan de macht te blijven, maar verder dan vis of buur man er aan te steken kwam men nog niet. Toch oogstte in het jaar 1095 een Oosterse prinses, echtgenote van de doge van Venetië, menig opendoekje door de wijze, waar op zij met een zelf meegebrachte Gedurende ruim vijfhonderd jaren begon men snel over iets anders, als iemand het idee opperde om de vork te verkleinen. In 1611 moest men er echter aan geloven toen een voort varende Engelsman een paar hon derd vorkjes uit Hindoestan impor- teerde. Weldra at heel Europa net- "Jdperk van de gemak jes met mes en vork en konden al-1 i ippn pPn mar financieel Pereehtiedeheeft, ingeluid. De stofzui- leen een paar unancieei gerecntigae doemde plotseling heren zich de luxe permiteren om nog met de handen te eten. de brave man met het puntige mes zijn kiezen zat uit te halen, dat hij voorstelde de scherpe punten af te ronden. Vlekken en etiquette. Mes en vork raakten lang zamerhand zo volkomen in geburgerd, dat niemand het meer zonder durfde stellen. Lange tijd bleef het echter gewoonte om, wan neer men te eten gevraagd was, zelf zijn mes mee te brengen. Hoe het met de afwas ging, vermeld de his torie niet, maar wij vrezen dat onze voorouders dezelfde vlekken oplie pen als de onverlaten, die thans na de maaltijd het restauraritbestek bij zich steken. Tot de helft der negentiende eeuw' werden vorken, lepels en messen geheel met de hand vervaardigd. Op een aanbeeld werden de staven goud of zilver tot een bruikbare vorm ge dreven. Thans verlaten er in Neder-1 Dit is niet de instrumententafel van een chirurg, maar het gereedschap, land maandelijks meer bestekken dej waarmee de gastronoom van de 17e eeuw zijn dinertje te lijf ging. Meestal fabrieken, dan er monden door ge-l deed hij om gemaksreden slechts een zeer beperkte keuze uit dit vuld kunnen worden. instrumentarium. Maximale zekerheid Minimale premie Ook voor collectieve peraoneelvertekeringen Coöp. Levensverzekering Mij. Hoofdkantoor) UtracM •I. 16591 (3 lijnon) Hubert Cecil Booth is kort geleden gestorven. Voor heel veel mensen zegt deze naam niets, maar toch was hij een man, die zich vooral voor de huisvrouwen bijzonder verdienstelijk heeft ge maakt. Hij vond namelijk de stofzuiger uit! brein en van die dag af ging hij aan het experi menteren. Nog in hetzelfde jaar werd de stofzuiger geboren. Een fraai uiterlijk had de baiby niet. Vergeleken bij onze moderne stofzui gers had het apparaat iete weg van een baggermachd- In Engeland beschouwt ne maohine Mlf hem per paard en wagen rondrijden. Uitvinder Booth heeft in de eerste periode van het machinale stofzuigen vele Intussen trok het appa raat ook nog op andere wijze de aandacht. Koning Edward VII had een demonstratie op Buc- men Booth als de man, die Vorstelijke tafelmanieren. yo kon de zonnekoning er bij zijn dood prat op gaan nooit een vork of mes te hebben aan geraakt. Andere vorsten gingen zelfs nog verder. Bekend is dat een niet nader te noemen persoon in een soort tafelstoel zat te schranzen en bedienden en lakeien druk in de weer waren om de lucht van vreem de smetten vrij te maken. Nu waren er meerdere lieden, die zijn afkeer voor het bestek deelden, zij het dan om geheel andere rede nen. Predikanten bijvoorbeeld dreven vanaf de preekstoel geruime tijd hun afkeer voor de puntige nieuwigheden op de spits. Oog voor de hygiënische voordelen van de vork had men nog niet, zodat men in die dagen meer met „gewassen" handen van dan aan tafel ging. Mes als tandenstoker. 17ERSCHILLENDE STAATSHOOF- DEN hebben hun stempel op het bestek gedrukt. Zo hebben we aan kardinaal Richelieu de ronde mes punt te danken. De kerkvorst ergerde zich name lijk tijdens een maaltijd met kanse lier Seguier zo sterk aan het feit dat zijn brein op, toen hij in 1901 een demonstratie bij woonde, waarbij een Ame rikaan een blaasimachine toonde. Met deze blaasma- chine kon een karpet ge reinigd worden. Maar zoals de naam reeds verklaart, werd het stof niet opgezo gen, maar weggeblazen. Alles bij elkaar was het een onhandelbaar instru- boetes opgelopen, maar we kingham Palace gelast en kunnen er d'irect aan toe- was er zo enthousiast over, voegen, d'at hij later best dat hij een stofzuiger aan- uit de kosten gekomen zal schafte. De Russische tsaar zijn. Deze boeten hielden en de Duitse keizer volg- hoofdzakelijk verband met den, waarna ook de sultan van Turkije; niet wilde achterblijven. En daarmede maakte het apparaat, hoe onhandig het in onze ogen ook nog was, een goede naam. De stof zuiger werd een bewijs van stand/ing en ieder, die het maar even kon betalen, schafte er een aan. xiooooooooooooooooocxMeoocxxopooooGcooooooixeoccociccoooa Het eeute ofifiatoat teek op een, kag,g,e>iniacAinc OC<»D000(M000C»00C<X)0000000C30000000000CXXXXXX300000000C»C>CO tamelijk groot en er was een zeer lange, omvangrij ke slang bij. Als er stof ge zogen moest worden, werd het apparaat voor het be treffende perceel geplaatst, ment, dat flinke verstuivin- waarna de slane werd uit- gen veroorzaakte. gerold. Men zou het met een brandweerdemonstratie Toen Booth de demon- kunnen vergelijken, stratie gadesloeg, kreeg hij een idee. Niet blazen, maar De eerste stofzuiger was zuigen flitste het door zijn niet te tillen. Men moest hinder, veroorzaakt door de lange slang, en met het op hol slaan van paarden. Want in die goede, rustige wereld van rond de eeuw wisseling waren de paar den nog niet veel gewend plotseling stoeprand de machi een stofzuiger werd aan gezet, kwam er vaak na righeid van. De sprookjes over uit vinders eindigen meestal met de dood op een zol derkamer, maar de heer Booth was zakelijk genoeg, om zijn verdienste te ex ploiteren. In 1914 begon hij met de massa productie aan de van de inmiddels sterk ver- 1952 was J Engelands grootste zuigeronderneming. Verschillende soorten Mist, die grote vijand van het ver keer te land en in de lucht, bestaat uit allemaal kleine waterdruppeltjes. „Er komt mist opzetten", zegt men, maar waar komen die waterdruppel tjes dan ineens vandaan? Mist ontstaat gemakkelijker in het koude jaargetijde dan in de zomer; dat weet iedereen uit ervaring. Dat Zonnekoning tijdens de maaltijd. en daarmee de kans op vorming van mist. Ook treft men in zo'n situatie wel een laag hangende bewolking aan, die dus alleen voorkomt aan de lijzijde van de stad. Dat mist niet onmiddellijk na zijn vorming naar beneden valt al die druppeltjes hebben toch een zeker gewicht korpt door de geringe af meting van de druppeltjes. Inder daad hebben zij enige massa, waar- o_ op dus de aantrekkingskracht van bieden, waar weinig of geen windde aarde werkt, maar deze is zo wijst erop, dat de temperatuur van de lucht om ons heen blijkbaar een rol speelt in de vorming van mist. De lucht om ons heen, d.w.z. de dampkring die om de aarde hangt, werkt onder bepaalde omstandighe den precies als een deken. In die ge- waait en waar geen wolkenvorming optreedt, is die „deken-functie" heel duidelijk. De aarde ontvangt overdag warmte van de zon en straalt die warmte des nachts weer uit. Maar in de winter, als de zon laag staat, is de hoeveel heid ontvangen warmte maar gering; bovendien zijn de dagen dan korter dan de nachten. Als er dus geen be wolking is, ontstaat er een vrije, on belemmerde uitstraling van warmte uit het aardlichaam. En er straalt meer warmte uit, dan er is ontvan gen. Met andere woorden: de grond wordt kouder. En daarmee ook de lucht, die boven de grond hangt. In die lucht bevindt zich vocht. Geen gewoon, zichtbaar water, maar water in gasvormige toestand: wa terdamp. Koelt nu de lucht af tot beneden een bepaalde temperatuur- grens („het dauwpunt") dan con denseert die waterdamp: van gas vormige deeltjes worden het vloei bare deeltjes. Al deze microscopi sche druppeltjes water vormen teza men de mist. De hier beschreven soort is de zg. stralingsmist, die 's winters vooral in de nanacht en de vroege ochtend wordt aangetroffen. Later op de dag, als de zon hoger stijgt, kan zij ver dampen onder de invloed van die zonnestraling. Er zijn uiteraard nog meer soorten mist; één daarvan kan men dikwijls signaleren in de buurt van een stad en wel aan de van de wind afgekeerde zijde (de lijzyde) van de bebouwde kom. Die mist wordt dan veroorzaakt door de aan wezigheid van een betrekkelijk hoog aantal zg. condensatie kernen in de lucht (uit de stad daarheen ge waaid). Door de aanwezigheid van die kernen wordt namelijk de rela tieve vochtigheid van de lucht groter uiterst gering, dat het vallen maar zeer traag in zijn werk gaat. Het overgaan van mist in regen wordt verder nog tegengehouden door de omstandigheid dat elk exemplaar van het (enorme) aantal waterdruppel tjes maar een betrekkelijk geringe hoeveelheid waterdamp „toegewe zen" krijgt; deze hoeveelheid is per exemplaar veel te klein om aanlei ding te geven tot het vormen van een regendruppel. s. TELLA. ZIE, ZOEK EN VIND! Horen kunnen jullie hem niet, maar je kunt wel zien, dat de man op dit plaatje roept. Hij zoekt zijn twee zoontjes. Zien jullie de twee jongens? Nee? Nou kijk eens goed. Ze staan op het plaatje, hoor!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 5