Het NOC-dubbeltje moet er dit jaar komen Zwaar werk voor Rallye-rijders de n (Wie fa de dode* WOENSDAG 19 JANUARI 1955 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 3 Niet-bijdragende bonden worden anders uitgesloten Over het dubbeltje van het NOC is al heel wat gesproken en nog meer Is er over geschreven. Voor degenen, die het nog niet wisten: dit dubbeltje is de bij drage, die het Nederlands Olympisch Comité moet ontvangen van ieder sport beoefenaar groot of klein om zijn taak naar behoren te vervullen. Menig sportbeoefenaar zal zeggen wat hij by de beoefening van zyn sport met het Olympisch Comité te maken heeft, omdat hy toch nimmer aan de Olympi sche Spelen zal deelnemen, maar zo is de toestand feiteiyk toch niet. Want het NOC doet meer, veel meer dan alleen te zorgen, dat Nederland, wanneer het aan de Olympische Spelen deelneemt, waardig vertegenwoordigd kan worden. Om hierop met het oog op de in Mei te houden jaarvergadering nog eens de aandacht te vestigen, heeft het, bestuur van 't NOC gistermiddag in een persconferentie te Den Haag nog eens zijn standpunt uiteengezet. Dr. J. N. van den Houten, die de ver gadering leidde, memoreerde in enkele korte trekken allereerst het overlijden van de vroegere secretaris van het NOC, majoor van Rossem, om daarna de visie van het bestuur op het NOC-dubbëltje te geven. De sport in Nederland was de enige organisatie in ons land na de oorlog, die niet verenigd was in een federatief or gaan. Alle bonden werkten naast en door elkaar voor hun eigen belangen, hoewel zij toch, wat de Olympische Spelen be trof, op het NOC waren aangewezen. Wat was dan billijker, dan dat de bon den ook een financiële bijdrage gaven aan het NOC, dat t.a.v. de Olympische Spelen de belangen der in verschillende bonden verenigde sporters behartigde? Het NOC te bestempelen als een over koepelend orgaan voor alle sportbonden, was een kwestie, die tenslotte door deze sportbonden werd ingezien, maar de fi nanciële consequenties hebben velen nog steeds niet willen inzien. En toch heeft het NOC na de oorlog klaar gestaan om de belangen der sport op allerlei gebied te behartigen. De stryd om de ruimte. Veel meer dan vóór de oorlog deed zich daarna de strijd om de ruimte gel den. Nederland is het dichtst bevolkte land ter wereld, het probleem van be huizing en woningbouw deed zich der halve in al haar hevigheid gevoelen en is de eerste jaren nog niet opgelost, maar hét vraagstuk der sportterreinen en -za len is even groot. Een sportveld, dat vroeger aan de rand van een stad lag, ligt nu ongeveer in het centrum daar van. Daarom werd een technische raad ge vormd, bestaande uit technici en deskun digen, die bij de aanleg van sportvelden van advies zou kunnen dienen. Het feit, dat zeven regeringsdepartementen in de ze raad mede zitting hebben, bewijst* de gedegen opzet ervan. In de afgelopen vyf jaar werden 3278 adviezen gegeven met technische mede werking in vele gevallen. Aangelegd werden 1402 sportaccomodaties, waarvan 657 voetbalvelden. Alleen het grondwerk hiervoor benodigd, vorderde rond dertig millioen gulden. By die aanleg waren voorts betrokken voor handbal 35, hoc key 83, korfbal 103, kaatsen 6, speelwei den en oefenvelden 203, volleybal 39, basketball 3, golflinks 2, paardenrenba nen '9, motorbanen 7, tennis 109, athle- tiek 35, zwemmen 21, ijsbanen 8, kleed gelegenheden 65 sportaccomodaties. Voorts werd nog advies gegeven bU de aanleg van 7 tribunes en 13 clubgebou wen en sporthallen. Het NOC ging daarbij van het stand punt uit, dat een eerste vereiste om aan sport te doen is: de mogelijkheid te scheppen om die sport te kunnen beoefe nen. Men kwam tenslotte tot de conclusie, dat het NOC al zijn werk niet meer kon doen uit de gewone middelen. En terecht deed het bestuur een beroep om de fi nanciële bijdrage van één dubbeltje van elk bij een bond aangesloten sportbe- OLYMPISCHE DAG IN OUDE VORM De Olympische Dag zal dit jaar op Zondag 19 Juni in het Olympisch Sta dion te Amsterdam worden gehouden. Er is veel gesproken over de mogelijk heid om het programma van deze dag op een andere wijze in te kleden, maar het bestuur van het NOC en de com missie Olympische Dag waren van me ning. dat de tijd hiervoor nog .niet is aangebroken. De moeilijke periode van de voetbalsport in Nederland heeft zijn dieptepunt achter de rug en van de zijde van de KNVB is de toezegging gedaan, dat al het mogelijke zal worden gedaan om het sterkste Bondselftal op 19 Juni te formeren met een gerenommeerde buitenlandse ploeg als tegenstander. Het programma, dat gewoonlijk van half 2 tot ongeveer half 6 duurde, zal echter worden bekort, omdat men deze tijds duur te lang acht. Athletiek, gymnastiek en ruitersport zullen wederom medewer king verlenen. oefenaar (ster). Reeds hebben veertien bonden op zich genomen te zorgen, dat ieder lid dat be wuste dubbeltje per jaar bijdraagt, doch een nog groter aantal staat afzijdig, hoe wel zij toch mede profiteren van de nieuwe taken, die het NOC op zich ge nomen heeft. Verzoek aan alle organisaties. Daarom heeft het bestuur van het NOC aan alle aangesloten organisaties een schrijven gezonden, waarin gezegd wordt, dat 't op de eerstvolgende leden vergadering met een positief voorstel.zal komen tot contributieheffing. „Het bestuur acht zich niet langer verantwoord een begroting in te dienen, waaruit blijkt, dat onvoldoende midde len aanwezig zijn om de gewone huis houding van het NOC te bekostigen; on der gewone huishouding te verstaan de kosten van huisvesting, salarissen, ad ministratie enz. zowel voor de afdeling algemene zaken waaronder de voor bereiding voor de deelneming aan de Olympische Spelen als voor de afde ling technische zaken, derhalve niet de kosten voor de uitzending naar de Olym- sche spelen. Het bestuur is tot de overtuiging ge komen, dat een contributie van 10 ct per aangesloten lid verplicht zal moeten worden gesteld, nu na een aantal jaren is gebleken, dat het gewenste resultaat op vrijwillige basis niet is bereikt. Op dit ogenblik hebben immers slechts 15 le den deze contributie van 10 ct. per lid aanvaard, 8 onder zekere restricties en 14 nog niet. Het bestuur heeft zich met te meer klem unaniem voor het verplicht stellen van een contributieheffing van 10 ct. per lid uitgesproken, omdat zoals Ir. Otten in zijn toespraak ter vergade ring van het NOC op 18 December a.p. terecht liet uitkomen alleen dan fi nanciële steun van anderen kan worden gevraagd, wanneer de huishouding van het NOC uit eigen kracht op gezonde basis staat. Op de a.s. voorjaarsvergade ring, welke men einde Mei dient te hou den, zal het bestuur daarom het voorstel doen de contributie te stellen op 10 ct. per aangesloten lid, d.w.z. dat voor ieder aangesloten lid van iedere aangesloten vereniging of club van iedere bij het NOC aangesloten organisatie jaarlijks 10 ct. aan het NOC wordt afgedragen". Het bestuur heeft dit thans medege deeld. om de bonden in de gelegenheid te stellen dit voorstel in eigen kring te behandelen, zodat de vertegenwoordi gers op de NOC-vergadering met een mandaat kunnen komen. Het NOC staat daarbij op het stand punt, dat het nu maar eens moet uit zijn, dat een deel van de Nederlandse sportwereld klaploopt op het andere deel dat zyn verplichtingen wél nakomt. Nog verschillende punten zyn op de persconferentie besproken, maar we ach ten dit 't voornaamste enhet woord is nu aan de sportbeoefenaars van heel Nederland! Om één dubbeltje! Maar uiteindelijk valt het nog mee Voor de Duitsers Hans John en Joachim Meyer verliep de reis door De nemarken minder plezierig. Met hun Fiat 1400 slipten zij in de omgeving van Kolding, waarna zij op een vrachtwagen inreden. De Fiat werd aan de voorkant beschadigd, doch na andèrhalf uur re pareren konden de Duitsers de tocht voortzetten. Zy gingen als laatsten van het Stockholmcontingent de Deens- Duitse grens over. Weinig belangstelling in A'dam. De Amsterdamse politie had bij het Apollopaviljoen in de hoofdstad voor een perfecte afzetting gezorgd om het publiek op veilige afstand van wagens en deelnemers te houden. Maar die af zetting had ditmaal gerust achterwege kunnen blijven, want toeschouwers wa ren er bijna niet. En dat was niet te verwonderen, omdat de deelnemers van de rallye pas diep in de nacht in de hoofdstad verwacht werden. Behalve een enkele enthousiast waren er nu voornamelijk familieleden en vrienden van de ryders die acte de presence ga ven. Op de besneeuwde straten en kaden rondom de Apollohal hadden de hulp diensten weer een plaatsje gevonden. Alles konden de deelnemers daar voor hun wagens krijgen. Trouwens de orga nisatie was zoals gewooniyk in Amster dam weer perfect in orde. In het pavil joen recipieerde de staf van de KNAC en bij de invalswegen naar de stad wa ren door de Amsterdamse politie pijlen geplaatst die de richting aangaven. Omstreeks kwart over drie kwam de eerste wagen, de equipe Frolich en Wild (G.B.) met Porsche, het Muzenplein op stuiven, voorafgegaan door een wagen van de radio-autodienst van de politie, die hen veilig en vlug door het oostelijk en zuidelyk stadsdeel had geloodst. Volgens het oordeel van het Engelse tweetal waren de wegen in Nederland minder moeilijk te berijden gewiest dan tijdens het eerste gedeelte van de tocht van Glasgow naar Dover. Tussen half vier en half vijf noteer den wij een Engelse invasie in het Apollopaviljoen. Op de gezichten van de Glasgow-rijders, die met hun aanloop route tot Dover het zo moeiiyk hebben gehad, zag men duideiyk sporen van vermoeidheid. Dr. Verschuur moest vele pijnlijke ogen verzorgen en hier en daar opwekkende middelen uitdelen. Over één ding waren de Glasgow-rijders het eens: de rechte wegen in Nederland had den zij zeer geapprecieerd, want nu kon den de motoren van hun wagens loeien en er een gemiddelde van 100 km. uit draaien, ondanks het feit, dat dp som mige plekken yzel en hard bevroren sneeuw de routes bedekten. In de Apollohal hoorden de deelnemers, dat de Wegen tot Brussel plaatselijk even eens moeilijk berijdbaar zouden zUn, met hier en daar sneeuw en yzel. Maar voor de geroutineerde rallyeryders betekende dat niets. Mr. James Risk zagen wij achter een bord dampende snert zitten en nadat hy deze Nederlandse winter- kost, die hem best smaakte had veror berd kocht hy, die immers niets wilde riskeren, meteen 5 kistjes sigaren van elk 50 stuks. Tenslotte hebben wy nog 36 uur ryden voor de boeg alvorens wy in Monte Carlo aankomen en dan moe ten wij toch iets bij ons hebben om te roken, luidde het laconieke antwoord, toen wy hem vroegen of die 250 sigaren misschien voor zijn Engelse vrienden waren bestemd. De bekende rallyerijder Ian Appleyard was by zyn binnenkomst het middelpunt van een grote schare journalisten en radioverslaggevers. Maar ook hy kon alleen maar herhalen wat zijn mededin gers reeds tot in den treure hadden ver teld: de wegen in Nederland vallen toch mee en deze rallye is wel erg zwaar. Appleyard stak Nederland nog een pluim op de hoed toen een Engelse radioverslaggever hem vroeg welke rallye hy nu verkiest: de rallye van Monte Carlo of de Alpenrallye. Het ver rassende antwoord luidde: „geen van beide, geef mij maar de Tulpenrallye!" Toen Appleyard nadat hij zich met zijn charmante vrouw verfrist en ge laafd had, weer ging vertrekken en hij zich by de controletafel meldde werd van achter de tafel de opmerking ge maakt: „u bent een halve minuut te vroeg". De laconieke reactie van de En gelsman hierop was: „myn chronometer is een der beste, die er bestaat maar u zult wel gelijk hebben", en weg was Appleyard. De Engelsen Eanks en Porter, ook al oude bekenden van de Tulpenrallye, zijn op de slecht berydbare wegen naar Boulogne van de weg geschoven, maar konden de tocht toch ruimschoots op tijd vervolgen. Om vijf voor zes meldde zich de eerste equipe uit Stockholm, het waren de Denen Glad en Naested met Ford Zephlr. En niet lang daarna kwam Greta Mo- lander binnen, de Noorse rallyerydster, der traditie getrouw met haar vuurrode mutsje op. Aan de controletafel groette zij iedereen, omdat zy al zovele jaren aan de rallye deelneemt en aan elke controle ontmoet zij bekenden. In haar fanstastische kledij trekt zij overal de aandacht. Op de vraag of zij, het een moeilijke rallye tot nu toe had gevonden, antwoordde zy: „het ging nog al, sneeuw, wat ijzel, maar ik ben toch niet ver moeid". Greta Molander heeft sinds Hamburg verschil van mening met de Zwitsers Hubert Patthey en Charles Renaud. On geveer 8 km. buiten Hamburg is de Porsche van de Zwitsers tegen een boom gevlogen en liep schade op. Zij konden de strijd voortzetten en stonden van nacht, nadat zy veel tijd hadden inge lopen, in de Apollolaan te repareren. Volgens hen heeft mevrouw Molander hen van de weg gedrukt. De lezing van de Noorse is iets anders: „zij wilden my inhalen en reden toen tegen een boom", zei deze dame. Tot in Monte Carlo heb ben beide equipes dus iets om over te redetwisten bij elke volgende controle. BLANSJAAR IS TEVREDEN Alle deelnemers, die te München zijn gestart zyn op tijd aan de controle te Frankfort aan de Main gearriveerd. De zwaargewicht Blansjaar uit Leidschen- dam, die reeds voor de 7e keer aan de sterrit naar Monte Carlo deelneemt, stapte met een tevreden gezicht uit zyn DKW. Tegenover een verslaggever van het ANP vertelde hy, dat hy geen al te grote moeilijkheden had gehad op het traject tussen München en Frankfort. Wel waren enkele delen met yzel be dekt en och, dan reed je wat minder hard maar voor het overige zyn er toch niet al te hoge eisen aan onze rytechni- sche en lichamelyke capaciteiten ge steld. Wim van Zyll uit Arnhem en Jan Blee- ker hebben voor de eerste maal inge schreven. Deze beide jonge ryders. die overigens routine in enkele Tulpenral- lye's hebben opgedaan.hadden schik in de rit en beiden spraken de hoop uit dat zy, als debutanten, zonder strafpunten in Monte Carlo zouden aankomen. Wilhelm Herz is wel op zeer enthou siaste wijze te Frankfort a. d. Main be groet. De dag vangt goed voor my aan, zei Herz toen hij een ruiker bloemen in ontvangst mocht nemen. Hij was name lijk jarig en 43 jaar geworden. Trouwens hij had Sheila van Damm ook al geluk gewenst met haar verjaardag, waar hij toevallig achter was gekomen. Maar bij de wederzijdse felicitaties had men el kanders leeftijd verzwegen. Sheila van Damm en haar teamgenote Ann Hall zyn met haar Sunbeam Talbot zonder straf punten Frankfort gepasseerd. Zij misten de boot. De zes equipes, welke te Dover uit de richting Glasgow letteriyk en figuurlijk de boot hebben gemist (de „Lord War ren" verdween precies op tyd uit de ha ven van Dover) bleken te zyn Eileen Cullen en Cyril Graves met Austin, Ri chard Davis en Pat Azanne met Sun beam, Peter R. Bolton en T. E. B. Sop- with met Armstrong, May Aireland en James Mulhearn met Riley, Kenneth D. Fraser en Charles Jeffrey met Riley en John Boardman vergezeld van John Duckworth met Jaguar. Intussen werd gisteren nader gemeld, dat reeds 9 equipes van de Glasgow-rou te de stryd hebben gestaakt. 87 wagens zijn te Dover en te Boulogne gecontro leerd bij het oversteken van het Kanaal. Reeds was er een melding binnengeko men, dat drie teams de stryd voor Don- caster hadden opgegeven, maar te Dover bleek, dat nog 6 wagens niet op tyd de controle van de Kanaalhaven hadden kunnen bereiken. Geen wonder, want Ian Appleyard, die met zijn vrouw in een Jaguar zit, beweerde, dat het tot nu toe voor hem en zijn echtgenote de zwaarste ralley is geweest, welke zy ooit hebben meegemaakt. Als Appleyard, een man van enorme ervaring, die reeds enkele keren in de Tulpen-rallye is uitgekomen en houder is van de gouden beker hy heeft driemaal in successie de Interna tionale Alpenrit gewonnen dat zegt, is het beslist geen overdryving. „Het leek wel of de wegen bezaaid waren met stukken glas, zo zwaar waren zy be ijzeld". De damesequipe van Lilian Ashfield en mevr. J. K. Clark met een Ford Ze phyr rijdt met menseiyke en kunstmati ge hersenen. De wagen is namelijk uit gerust met een electronisch brein, dat de dames in staat stelt op elk gewenst mo ment het gemiddelde te controleren. Het behoeft dus niemand te verbazen dat zy op tijd het traject van Glasgow naar Do ver hebben afgelegd. 14 Van de 15 deelnemers, die te Athe ne zijn gestart, zijn Dinsdagmorgen de controle te Skoplje gepasseerd. Eén uit valler viel te noteren. Het was Marcel Noix met een Peugeot,.die met motor- pech in de buvlrt van de Zuidslavische grens was biyven steken. VOLLEYBAL APSV. De Politie Sportvereniging Alphen II speelde Dinsdagavond een wedstrijd tegen Donar II (Leiden), voor de competitie 2e kl. Nevobo. De Alphe- naren wonnen met 30. Vrijdagavond speelt het eerste team tegen DES (Alphen), welke ontmoeting, wegens gebrek aan een geschikte zaal te Alphen aan den Rijn te Leiden zal plaats hebben. SCHAKEN COMPETITIE LSB. De Alphense Schaakclub II speelde een wedstrijd tegen Hazerswoude I voor de competitie van de 2e kl. van de Leidse Schaakbond. De Alphenaren heb ben zich in deze zware wedstryd flink geweerd. Toch verloren zy voorlopig met 63. De party van Kroon, die afge broken moest worden zal waarschijnlijk voor Alphen gewonnen verklaard wor den. Te Gouda is een begin gemaakt met 't Kaarsenstadschaaktournooi, een vier kamp, waaraan Donner. Bouwmeester, Van Roessel en Van Gee deelnemen. De resultaten van de eerste ronde wa ren: BouwmeesterVan Roessel 10 na 40 zetten; DonnerVan Geet V%na 41 zetten. KALOPERMA GELEE BKÜ3 maakt handen zacht a/s Jiuweel (Advertentie). Unze m Damrubriek Alle correspondentie betreffende deze ubriek gelieve men te zenden aan W I. v. d Voort, Rustoordstraat 3. Nieuw '«nneD We hebben wederom het genoegen on ze lezers een tweetal fraaie problemen te kunnen brengen van voorname pro blem isten als gasten rondom de proble matieke dis van onze rubriek. Wy nodi gen alle liefhebbers uit hierbij aan te zitten. Ook kunnen wü mededelen, dat de geplaatste vraagstukken, vooral de laatste tijd, zeer in de smaak van de op lossers zijn gevallen. Men was algemeen vol lof over het werk onzer problemis- ten, een mooie beloning dus voor hen, en wy hopen van harte, dat dit een aan sporing moge zijn ons geregeld hun geestesproducten af te staan. Ditmaal komt eerst onze vakman, de heer v. d. Boogaard aan de beurt met een fraai stuk. Wedstrijdprobleem i 359 15 m SI ■Ui 'm a ft 11 S a ÉS IS m mm PI 9 3 fü m. Zwart 10 schijven op: 14, 16/20, 22, 24. 25 en 41. Wit 10 schyven op: 15, 29, 33, 34, 37, 40, 42, 43, 46 en 48. Ook de heer Kollenburg, die het sa menstellen ook wel verstaat, heeft voor iets fyns gezorgd, waarvan onze oplos sers kunnen smullen. WATERPOLO SLEUTELSTAD—RPC (DAMES) 4—0. Een wedstryd, waarin de Leidse da mes sneller en schotvaardiger waren en verdiend wisten te winnen. Reeds voor rust gaven beide ploegen elkaar niets toe, maar door beter schieten werd het door Lies Wolters en Annie Oostrom 20. In de tweede helft kreeg de stryd een fel karakter en nadat eerst een speel ster van de thuisclub naar de kant werd verwezen, volgde ook een RPC-speelster. Elly Stouten, alléén voor de RPC-keep- ster schoot eerst tegen de paal en ver volgens over het doel. Toch maakte zy haar fout goed door even later de stand op 30 te brengen. Vlak voor 't einde zorgde Annie Oostrom voor een 40 eindstand. LWV—HWV n (DAMES) 3—0. Een goede wedstryd voor de thuis club, waarin T. Lambooy voor rust de stand op 10 bracht. In de tweede helft volgden twee goede doelpunten van W. v. d. Wilk (30) en ondanks een speel ster van de thuisclub het water moest verlaten bleef de stand onveranderd. WIELRENNEN BESTRIJDING VAN „DOPING" Het bestuur van de Italiaanse wieler bond heeft in Rome vergaderd om voor bereidingen te treffen voor het komende wegseizoen. Behalve een strenge regle mentering van de reclame, die by de wedstrijden mag worden gemaakt, heeft de bestrijding van „doping" een zeer be langrijk punt van de bespreking uitge maakt. Er is een overeenkomst gesloten met de Italiaanse artsen-organisatie, waarbij o.a. de volgende afspraken van kracht werden: 1. De artsen-organisatie krijgt een lyst van alle op handen zynde wielerwed strijden. 2. Voor iedere wedstryd wordt een „medisch inspecteur" aangewezen, die het recht heelt, de voedselzakjes en „bi dons" van de renners te controleren en de hem verdacht voorkomende renners aan een klinisch onderzoek te onderwer pen. De inspecteur begeleidt de renners karavaan in een eigen, officiële auto en kan onderweg eventueel opnieuw het aan de renners versterkte voedsel of de dranken onderzoeken. 3. De renners, die aanwyzingcn van de medisch inspecteur in de wind slaan of zich tegen diens wensen verzetten, kun nen op elk willekeurig tijdstip worden gediskwalificeerd of voor schorsing wor den voorgedragen. „Lenig en Snel". Uitslag cycle-cross wedstryd om de Gebr. Bink-beker, 25 ronden: 1. C. W. v. Wanrooy, tyd 42.09; 2 P. Janssen; 3. S. Gommans; 4. A. Gommans. Wedstrijdproblecm no. 360 m J ^m0m 0 i! ft ék m s» .ft S3 S m p M n M a i' l M Zwart 11 schyven op: 2, 5, 8, 9, 12, 17, 19, 21, 22, 24 en 30. Wit 11 schijven op: 15, 25, 32/34, 36, 37, 39. 41. 44 en 46. Voor beide vraagstukken geldt: wit speelt en wint. Oplossingen van alle ge plaatste vraagstukken over de maand Januari kunnen worden ingezonden tot 10 Februari a.s., aan bovenstaand adres. Oplossingen pr. 23 en 24 A No. 23. Wit 1410, waarop zwart vier antwoorden heeft: le 3136; 2822; 21 26A22—17, 26—31; 10-^1. 31—37; 4—15, 3611; 1547 en wit wint. A 6—11; 10—5, 21—26a; 5—10, 26— 31b; 10—4, 11—16; 22—17, 31—37; 4—15, 36—41; 15—47 w.w. a 11—17!; 22x11, 21—27; 5—37, 36 —41; 37—31!, 27x36; 46x37 w.w. b. 11—16; 10—15 (of 22—27 w.w.) 16—21 of 26—31; 15—38 of 42 w.w. 2e. 21—26; 10—4, 31—36 (op 31—37; 4—31 wint); 28—22, 26—31 (op 6—11; 28 —22. 11x22; 4x27 w.w.); 22—17 w.w. 3e. 21—27; 28—22, 27x18; 10—4, 18—23; 4x36, 23—28; 36—27, 28—33; 27—43 en wit wint. 4e. 6—11; 10—5, 21—27 (op 21—26 als voren); 5—14; 11—17 (op 11—16; 26—22, 14—4 w.w.)14—3, 17—22; 28x17, 31—37 of 2732; 320 wit wint. Een zeer leer zaam en vry moeilijk oplosbaar stukje, dat de meeste onzer oplossers onvolle dig uitgewerkt werd ingezonden. No. 24. Van dit vraagstuk luidt de winnende oplossing: 1914! (10xl7x) 13—8, 24—20, 34x25, 33—28, 49—43, 47x 18. 21x12, 16x7, 48—42, 26x10, 46—41, 50 —44, 45x34, 35x24. 25x3 enz. Wy mer ken nog even op. dat op 1914 van wit, 10x17 voor zwart wel gedwongen is. want op 30x17 volgt 14x5 112x23) 29x18! (38x40) 49x38 (42x44 beste) 50x39 enz. geen ontkomen meer aan voor zwart. Een zeer moeilijk vraagstuk, waarmee alle deelnemers op twee na, verstek moesten laten gaan. Hierover meer in onze volgende rubriek, alleen dit alvast, dat ik wel geloof, dat nu alle deelne mers de heer v. d. Linden een pluim op zyn hoed willen plaatsen. Oplossingen pr. 23 en 24 B No. 23 Wit wint door: 11—7 (32—38A); 7—2, 19—23; 2—7, 23—28; 7—11, 28—32; 11—16, 32—37; 16x43, 37—42; 43—48, 42—47; 48—30 wit wint. A. 19—24; 7—2, 32—37; 2x30; 37— 42; 30—48; als voren wit wint. Een, vooral voor de B-klassers, leerzaam stukje. No. 24: Wit wint door: 35—30, 22—18, 27x7, 3228 (49x47, dit is juist het leuke moment). 28x10, 3024 en 25x3. Mooi is hier de grote reis van schijf 40, die achtervolgd wordt door zijn vijand die op post 30 is gaan staan, welke hem de doodsteek toebrengt. Ook deze vraagstukken hebben slacht offers geëist. In verband met het feit, dat wij de oplossing van pr. no. 22 a nog niet konden publiceren, krijgen wij de uitslag van onze extra-oplosserswedstrijd ln onze volgende rubriek. Dus, pryswin- naars, nog even geduld! Wel kunnen wy alvast vermelden, dat de heer Zuider duin uit Voorschoten, de eerste is ge weest, die het probleem no. 24, waarvoor door de heer v. d. Linden voor de eerste inzender een cahier van 100 problemen was beschikbaar gesteld, heeft ingezon den. zodat het hem inmiddels is toege zonden. EINDSPELEN Voor onze eindspelliefhebbers, volgen hieronder een 4-tal vraagstukken van het eindspel-Milleret. Deze eindspelen zyn al jaren geleden gepubliceerd in H.D., doch wij vonden ze wel interessant en leerzaam genoeg om ze ook onze le zers ter bestudering aan te bieden. I. Zwart 2 schijven op: 12 en 20. Wit. 3 schyven op: 26, 29 en 41. II. Zwart één schyf op 35. Wit 3 schijven op: 11. 13 en 16. III. Zwart 2 schijven op: 5 en 36. Wit. 3 schijven op: 8, 9 en 48. IV. Zwart 1 schyf op 16 en dam op 8. Wit 3 dammen op: 40, 46 en 50 Voor alle vier geldt: wit begint en wint. Oplossingen zien wij gaarne tege moet tot 3 Februari a.s. CORRESPONDENTIE L. W. T. te N.: pactijfragment in dank ontvangen, doch nu zou ik weer gaarne de afwikkeling willen ontvangen. B. W. B.: inderdaad is dit jammer! J. A. J. W. te II.: problemen in dank ontvangen G. v. d. L. le Z.: problemen in dank ontvangen en ik ben U zeer erkentelijk voor de opdracht. Wat uw vraag betreft: natuuriyk waarom niet! Wat het eind spel betreft, dit is m.i. nieuw! Oorspronkelijk detective-verhaal door F. J. 6) Mr. Brooks slikte eens. U bedoelt, als De detective knikte. Als er iets gebeurd is, juist. Zij gingen alle drie weer over het terras naar de deur van kamer 10. De detective haalde een pennemesje uit zijn zak en peuterde net zo lang in het sleutelgat, tot de sleutel er aan de andere kant uitviel. We mogen van geluk spreken, dat er geen knippen op de deur zit ten, zei hij. Of u moet ze in die tussentijd hebben laten aanbrengen? Neen? Best. Daar gaan we dan. Opnieuw werkte hij een poosje aan het slot, zoals een slotenmaker het hem niet verbeterd zou hebben en even later hoorde men een klik. Het slot was open. Met zijn hand op de deurknop keerde de detective zich tot mrs. Brooks. Nu is het beter, zei hij zachtjes, als even hier in de zaal blijft. We weten niet, wat we vinden. Mrs. Brooks knikte, en de detec tive opende voorzichtig de deur. Hy stak zyn hoofd om de hoek en keek naar binnen. Dan wenkte hy mr. Brooks hem te volgen en sloot de deur. Beiden bleven zy by de ingang staan. Het was geen opwekkend schouw spel, dat zy zagen. Het bed stond met het hoofdeinde naar de wand naast de deur, recht tegenover de tuindeuren. En op dat bed lag, half uit de dekens gewoeld, met ver wrongen gelaat en met samengene- pen handen, als van pyn, het in nachtgewaad gehulde lichaam van de Australiër. Men behoefde geen dok ter te zyn, om onmiddelyk te zien, dat de man dood was. Hoe was hij aan zyn einde gekomen? Zyn linker arm hing over de rand van het bed, zoals trouwens zyn hele lichaam min of meer naar de linkerkant van het bed overhelde. Aan de pols van zijn rechterarm tekende zich een kleine wonde af, die enigszins was opgezet. En op de grond naast het bed, vlak voor de voeten van de beide man nen, juist onder de linkerhand van de dode, lag een injectiespuit. Mr. Fielding duwde de herbergier, die op zijn benen trilde, zachtjes de kamer uit. Hier moet onmiddellijk gehan deld worden, zei hij op vaste toon. Niemand mag in deze kamer ko men. Waarschuw de dokter en in specteur Stanley. III. Mr. Fielding heeft een theorie. Mr. Brooks was dusdanig over stuur, dat hij slechts met de grootste moeite er toe kon gebracht worden, de dokter en het hoofd van de plaat- selyke politie op te bellen. Mr. Fiel ding had zijn handen vol. Voor alle zekerheid stelde hij zich eerst in het bezit van de sleutel, die in kamer 10 op de grond gevallen was, sloot de deur af, en stak de sleutel in zijn zak. Vervolgens belastte hij zich met de zorg voor mrs. Brooks, die als een verschrikt kind in de gang stond rond te kijken, en wist haar te over reden, zich rustig naar de keuken te begeven, en voort te gaan met haar toebereidselen voor het ontbijt. Op dat ogenblik kwam Lisette, het dag meisje binnen en mr Fielding haastte zich, haar naar mrs. Brooks ^e stu ren, met de strikte opdracht, voor lopig by haar te blyven. Daarna ging hy naar de gelagkamer, waar hy mr. Brooks juist uit zijn kantoortje zag komen, en verzocht hem, de gasten, die zich nu weldra in de eetzaal zou den verzamelen, voorzichtig op de hoogte te brengen, en hun mee te delen, dat zy binnenshuis dienden te blyven, tot de autoriteiten hun ver lof gaven, het huis te verlaten. Zelf begaf hy zich nu naar mr. Brooks' kantoortje, om de aankomst van ge noemde autoriteiten af te wachten. De dokter verscheen het eerst. De detective deelde hem in het kort mee, wat hy en mr. Brooks die mor gen ontdekt hadden, en nodigde hem uit, hem naar kamer 10 te volgen. Dokter Froud bekeek het lijk aan dachtig, en onderzocht daarna de wond aan de rechterpols. Hij richtte zich op, en keek de detective ernstig aan. Vergiftiging door injectie, ver klaarde hij. Dan keek hy om zich heen. De detective begreep hem, en wees naar het voorwerp, dat onder de linker hand van de dode op de grond lag. Ja juist, zei de dokter. U zei me, dat u ook de politie gewaar schuwd hebt. Is er reden om aan te nemen, dat hier iets.,., byzonders gebeurd is? Meer een kwestie van gewone voorzorg, zei mr. Fielding. Ver geet u daarbij niet zoals ik u al zei dat ik op eigen gelegenheid hier ben binnengekomen. Dokter Froud knikte. Hij keek weer naar de injectiespuit. Als erva ren geneesheer begreep hy, dat hij voorlopig alles moest laten, zoals het was, tot de politie kwam. Wanneer kan dit gebeurd zijn, dokter? vroeg mr. Fielding. De ander liet nog eens zyn blik ken over de dode gaan. Naar myn schatting een uur of tien geleden, luidde het oordeel. Misschien wat meer, misschien wat minder. Laten we dus zeggen, tussen tien en elf uur gisteravond, zei mr. Fiel ding. De dokter raadpleegde zijn hor loge en knikte. Dat lykt mij vry wel juist, zei hy. Op dat ogenblik werd inspecteur Stanley aangediend. De forse ge stalte van de politieman schreed langs de nog altyd als verdwaasd ky kende herbei gier de kamer bin nen. Evenals de dokter was hij al een man op jaren, met een bijzonder schrander gezicht, een gezonde kleur en met voor een politieman hoogst aangename manieren. Hij boog, zodra hij de dokter bemerkte, en wendde zich vervolgens tot mr. Fieldihg. Hy stak hem de hand toe. Blij je te ontmoeten, zei hy har- telyk. Dat is lang geleden, Fiel ding. Dan werd hij zakelijk. Ik heb al zoveel begrepen, zei hij, dat je hier voorlopig de lei ding genomen hebt. Beste Stanley, antwoordde Fiel ding, ik heb alleen gedaan wat ik nodig vond, om mr. Brooks en zyn vrouw gerust te stellen. Helaas heeft de uitkomst hun zwartste vermoe dens bewaarheid. Hy vertelde zyn collega in 't kort, wat er gebeurd was, en deelde hem tenslotte mee, wöt de dokter zojuist verklaard had. Mr. Stanley knikte. Laten we dan nu de dode eens bekyken, zeide hij. Met kennersblik overzag hy het toneel, zonder een stap van zijn plaats bij de deur te verzetten. Als hij zich al een mening mocht vor men, dan liet hij daarvan toch niets blijken. Eindelijk en ten laatste wendde hy zich weer tot Fielding. Zo op het eerste gezicht een ge woon geval van zelfmoord, meende hij. Wat zeg jij, Fielding. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 7