Kerstlicht is Licht der naasteliefde Productschap zuivel staat voor de deur Scheepsbrand in Rotterdam Watervrees bracht een soldaat uit Eindhoven voor de krijgsraad WOENSDAG 22 DECEMBER 1954 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 Ik vind het heerlijk, dat wy hier nu allen bij elkaar zijn en tezamen het Kerstfeest kunnen beleven. Wij hebben allen op de een of andere wijze gedurende het afgelopen jaar samengewerkt en, als wij gelukkig waren, hebben wij elkaar kunnen steunen en helpen, en zyn de gevoelens van kameraadschap versterkt. Ik weet van velen van u uit ervaring, dat door u het Kerstlicht het warme gevoel van naastenliefde waarlijk is uitgedragen, en wie weet niet hoeveel gelukkiger en vreugdevoller het leven van de mens dan is, hoeveel gemakkelijker alles dan gaat. Laten wij op dit Kerstfeest, ieder voor zich, ons voornemen, dat wij het Kerstlicht, dat wij allen naar ik hoop, van dit samenzijn zullen medenemen, zullen trachten levend te houden en te verspreiden, dat wij het komende jaar zullen trachten onze Kerstgevoelens onze werkelijke Christelijke gevoelens nog beter, nog inniger, in praktijk te brengen. Indien wij ons in dienst stellen van God's liefde, zal Hij ons in staat stel len verder te gaan in ons vaak zo moeilijk leven. Hij zal ons bereid maken, ons geheel voor de ander open te stellen, ons in de ander te verliezen en den naaste te dienen in een geloof, dat in liefde werkzaam is. De Nederlandse Spoorwegen nemen binnenkort een serie van ruim 100 nieuwe Diesellocomotieven voor goede renvervoer in gebruik. Deze—locomotieven zijn afkomstig van de Franse fabriek Alsthom, die ook de serie grote electrische locomotieven voor personentreinen leverde. De nieuwe locomotieven behoren tot de *">"'-2100 serie en hebben een vermogen van 720 P.K. Foto: Een van de eerste exemplaren van de nieuwe serie, die onlangs reeds is afgeleverd en in gebruik gesteld. Een automobilist, die gistermorgen over het Marktplein te Winschoten reed, vond daar een dubbele fiets tas, waarin zich een actetas bevond. Hij deed aangifte bij de politie van deze vondst en op het bureau werd een nader onderzoek ingesteld naar de inhoud. Men kwam tot de ontdek king dat de actetas pakjes bank- en muntbiljetten bevatte tot een geza menlijke waarde van 12.000,—. On geveer een half uur later kwam er een telefoontje uit Beerta binnen bij Ide politie, waarmede het raadsel werd opgelost. Het bleek, dat de ont vanger van de gemeente Beerta bij een bank in Winschoten geld had gc- haaJd en de fietstassen met de zich daarin bevindende actetas met de I waardevolle inhoud had verloren. KERSTTOESPRAAK VAN PRINS BERNHARD Tijdens het Kerstfeest, dat het koninklijk personeel hedenmiddag te Soestdijk gevierd heeft, is door Prins Bernhard wederom een Kerstrede uitgesproken, die wij hier laten volgen. Het verslag van de feestviering hopen wjj morgen te publiceren: i*\OK DIT JAAR is mij het grote voorrecht tot u een Kersttoespraak te mogen houden, en, zoals eigenlijk ieder vorig jaar het geval was, vind ik het moeilijk de gevoelens onder woorden te brengen, die mij ten aan zien van die heerlijke feest beheersen en welke ik aan u zou willen mede delen. Allen kennen wij het Kerstverhaal, zoals dat in Lucas vermeld wordt en dat ons ook zojuist weer werd voorgelezen. Als we aan de verschillende voorvallen in deze geschiedenis terugdenken, dan denken wij in de eerste plaats zo gaat het mij tenminste aan het grote licht, dat die nacht voor ons allen is verschenen, juist zo als het in het bekende gezang zo treffend wordt gezegd: Er is uit 's werelds duist're wolken een licht der lichten opgegaan Want.... Kerstmis heeft twee kanten, een lichte, maar ook een duistere. Het spreekt vanzelf, dat de lichte zijde ons het meest aantrekt, want zij vervult ons met hoop. Wij weten allen echter, dat dit licht er niet alléén is, dat er ook de duis ternis is, in ons en om ons, en als we aan de uitingen hiervan denken, aan de onvrede, de verscheurdheid, de machtswellust,, het egoïsme en gebrek aan verdraagzaamheid, dan valt het ons moeilijk de vrede, de blijdschap, de verlossing en de zaligheid van het Kerstgebeuren te aanvaarden. Vondel heeft dit ook gevoeld, toen hij dichtte: O Kerstnacht, schoner dan de dagen Hoe kan Herodes 't licht verdragen dat in uw duisternisse blinkt. Als wij feestvieren want wij „vieren" het Kerstfeest toch dan willen wij liever alleen aan gelukkige dingen denken, maar wij moeten toch ook niet vergeten, dat de duisternis bestaat, zelfs tijdens dit feest. „MACHTEN DER DUISTERNIS WOEDEN NOG STEEDS" Want over het geboorteverhaal van het Christuskindje valt de schaduw van het Kruis. Tot Maria is gezegd* Een zwaard zal door uw ziel gaan. Voor de Vredevorst, voor de Koning der Koningen zou het mooiste paleis niet goed genoeg geweest zijn, maar hij werd geboren in een stal bij de beesten. Voor het Licht der wereld, het ware Licht, is in die wereld geen plaats. En als het Kind geboren is, wordt zijn leven belaagd door Herodes, zodat niets anders overblijft dan de vlucht naar Egypte. Dat is óók en bovenal het eigenlijke Kerstmis. Hierin ligt de verschrikkelijke en voor ons veelal onbegrijpelijke paradox: dat God niet in zijn overweldigende majesteit en almacht tot de wereld is gekomen, maar in de weerloosheid van een kwetsbaar mens, die door die wereld verworpen wordt. De machten der duisternis woedden reeds in het evangelie en zij woeden nog steeds, maar.... over een hoog boven deze machten uit schijnt het Licht Ook nu. Want hoewel wij ons moeten realiseren, dat de duisternis bestaat, moeten wij toch zeker nooit vergeten, dat het Licht er is. Voor ons hier vanmiddag is het symbool van het Kerstlicht de stralende lichten van de Kerstboom en als het goed is, zal, wanneer de Kerstviering voorbij is en wij allen weer ons weegs gaan, iets van dit Kerstlicht- blijven stralen in ons hart en bij ons blijven gedurende het verdere jaar. In het ideale geval zou bij de volgende Kerstviering dit licht in ons hart nog even sterk, of eigenlijk sterker moeten zyn dan het jaar tevoren. Indien dit zo ware, dan zou het niet nodig zijn Kerstmis te vieren, aan gezien ons gehele leven dan één Kerstfeest zou zijn. „WAT DEDEN WIJ MET HET KERSTLICHT Voor ons allen zal echter dit ieder jaar terugkerende feest, waarop wij de geboorte van het Kerstkindje herdenken, een aanleiding zijn om bij ons zelve de balans op te maken van wat wij met het Kerstlichtje, dat wij van het vorige feest medegenomen hebben, hebben gedaan. Wij zullen nagaan in hoeverre wij dit licht tot uiting hebben laten komen in onze daden. Ik wil hier niet veel zeggen over de negatieve feiten die wij zullen heb ben te boeken, de werkelijk duistere daden, die wij hebben begaan, bijvoor beeld de keren, dat wij onbarmhartig, haatdragend en onverdraagzaam jegens onze naaste zijn geweest, want eigenlijk vind ik het nog veel be langrijker, dat wij bij onszelve nagaan in hoeverre door ons iets positiefs gepresteerd werd, de keren dat wij het lichtje in ons, dat toch eigenlijk de warme liefde voor onze naaste is, voor iedereen, wie dan ook, om ons heen hebben laten gelden. Hebben wij ons opengezet voor de problemen en gevoelens van anderen en getracht hen werkelijk te helpen, zonder hierby ons eigen belang in geding te brengen? Hebben wy ons licht laten uitstralen door vriendelijke woorden tot ande ren te richten, onze gevoelens van dank, medeleven, vriendschap en wer kelijke naastenliefde te uiten? Hebben wij het van onszelf weten te verkrijgen ons eigen ongelijk en het gelijk van anderen eerlijk te erkennen? Hoe moeilijk is dit alles niet; hoe vaak zijn wy niet óf verlegen, óf te hoogmoedig, óf te gehaast, óf te onverschillig te klein óf vergeten wij het eenvoudig om anderen ons lichtje, onze warme gevoelens, te laten blijken, terwijl wij toch zo goed weten hoezeer wij het zelf op prijs stellen, wanneer een ander dit tegenover ons wel doet, en wij dan zo goed voelen, dat dit één der manieren is, waarop God ons Zijn liefde kenbaar maakt. „ONNOEMLIJK V/ELE KANSEN HEBBEN U/E QEMIST" Onnoemelijk vele zijn de kansen, die wij allen, als we eerlijk zijn, moeten bekennen gemist te hebben om op deze wijze Gods licht uit te dragen. Alle maal zullen wij bij het opmaken van onze rekening voor onszelf tot een eindresultaat komen, waaraan zeker nog wel iets te verbeteren valt. En het heerlijke is nu, dat Kerstmis ons eraan herinnert, dat, wat wij ook gedurende het afgelopen jaar hebben gedaan, wij telkens weer opnieuw kunnen beginnen. Bij God is plaats voor onze duisternis, God houdt in Jezus Christus.altijd zijn armen voor ons geopend. Wij behoeven met onze zorgen ,onze schulden, ons telkens weer falen maar tot Hem te gaan, die het Licht der wereld was en is, om verlossing en nieuwe kracht te ontvangen. De lichten van de Kerstboom worden straks gedoofd, maar het échte licht van het Kerstfeest, het Eeuwige Licht, dat Jezus Christus is, zal nooit uitgaan. Daarvan kunnen wij iedere keer weer ontvangen, indien wij maar in alle nederigheid tot God gaan en ons hart werkelijk geheel voor het ontvangen van Zijn Licht openstellen. WERKVERBAND KATHOLIEK AMATEURTONEEL. Het bestuur van het werkverband Katholiek Amateurtoneel is thans als volgt samengesteld: Voortitter: mr. dr. Th. van Schaik, Utrecht. Secretaris: Fritz Bloemkolk, Waldeck Pyrmontlaan 26, Amster dam. Penningmeester B. B. Maessen, Bezuidenhout 68, Den Haag. Commis sarissen: mr. E. Meyer, Elsloo (L.), Th. Loerakker, Utrecht. Gezien de vele en drukke werk zaamheden is voorts besloten het be stuur binnenkort met twee commis sarissen uit te breiden. TOCH GRATIFICATIE VOOR ONTEVREDEN ARBEIDERS. De directie van de N.V. Gerh. Jan- nink en Zoon te Enschede heeft be sloten toch een Kerstgratificatie uit te keren aan het personeel. Onge veer 700 arbeiders van deze fabriek staakten gisteren een halve dag om dat hun was meegedeeld dat er geen Kerstgratificatie zou worden gege ven. Naar aanleiding van deze wilde staking is een bespreking gehouden tussen directie en ondernemingsraad. Het resultaat hiervan was dat als Kerstgratificatie een half weekloon zal'worden gegeven. Constant van Wessem f Spoedig wetsontwerp De regering heeft thans besloten voor de instelling van een product schap voor zuivel niet meer te wach ten of tussen betrokken partijen overeenstemming zal worden be reikt. Binnenkort zal aan de Tweede Kamer een wetsontwerp tot instel ling van dit productschap worden voorgelegd. De regering zal de Ka mer voorstellen de bestuurssamen stelling op paritaire basis te doen ge schieden. Deze samenstelling is verworpen door de werkgevers-organisaties, die een dominerende positie in het be stuursorgaan wensten. De regering zal met haar wetsontwerp dus af wijken van het advies dat de Sociaal- Economische Raad in Juli van dit jaar aan haar heeft uitgebracht en waarin werd geadviseerd niet tot de instelling van een productschap zui vel over te gaan. Dit negatief advies vond zijn oor zaak in het feit, dat de betrokken partijen het o.a. niet eens konden worden over de bestuurssamenstel ling. De werknemers-organisaties stelden zich, conform de wet, op het standpunt van pariteit. De zuivel- ondernemers waren ook na langdu rige onderhandelingen niet voor dit standpunt te winnen en wilden, zich beroepend op de bijzondere verhou dingen in hun bedrijfstak, officieel niet verder gaan dan een 95 ver houding. Hierdoor was een onoverbrugbaar gebleken tegenstelling ontstaan, die een acuut karakter had, omdat het huidige bedrijfschap voor zuivel (oude stijl) op 15 Februari zal op houden te bestaan. Het ontbreken van een regelend orgaan zou vooral in de gecompliceerde zuivelwereld tot rampspoedige gevolgen kunnen leiden. De wet op de bedrijfsorganisatie belemmert de regering niet, om na een negatief advies van de SER, toch tot het instellen van publiek rechtelijke bedrijfsorganen over te gaan. Het was echter geenszins zeker of het parlement zou willen mede werken aan het tot stand brengen van een publiekrechtelijk orgaan, zonder dat overeenstemming was be reikt in de betrokken bedrijfstak. Pas toen duidelijk bleek, dat er in het vrije overleg geen resultaat be reikt kon worden, kreeg de regering de steun van de Tweede Kamer, want tijdens de behandeiling van de begroting van Economische Zaken, verklaarde een groot aantal leden zich voorstander van het standpunt om ook zonder overeenstemming in de bedrijfstak tot instelling van productschap zuivel over te gaan. Het ontwerp zal, naar wij verne men, ook niet tegemoet komen aan het verlangen van de werkgevers organisaties om, gebruik makend van artikel 78 lid 5 van de wet op de be drijfsorganisatie, het benoemen van de voorzitter van het productschap aan dit orgaan zelf over te laten. In het wetsontwerp zal de normale pro cedure voorgesteld worden en wel de benoeming van de voorzitter door de kroon. Gistermorgen voer het Duitse schip Kandelfels met een brandende lading de Nieuwe Waterweg op en alhoewel men aanvankelijk dacht, dat de brand niet veel om het lijf had, bleek gis teravond, dat een der ruimen een vuurzee gelijk was. De brandweer die de gehele dag met materiaal in de buurt was ge weest, maar met ingrijpen gewacht had, tot de andere ruimen gelost zou den zijn, vroeg onmiddellijk assisten tie aan en wist in de loop der avond niets beter te doen, dan het schip vol water te spuiten, teneinde zo de brand te smoren. De gehele nacht is men met deze arbeid bezig geweest, maar gister avond laat bleek, dat het gevaar voor uitbreiding van de brand geweken was. TWEE WONINGEN IN POORTUGAAL AFGEBRAND. Twee woningen in Poortugaal zijn gisteravond tot de grond toe afge brand. Zeven personen werden hier door dakloos. De brandweercorpsen van Poortu gaal en Rhoon waren niet opgewas sen tegen het hoog oplaaiende vuur, dat, aangewakkerd door de krach tige wind, gretig voedsel vond in het rieten dak waarmee de aan elkaar gebouwde huizen waren bedekt Ook de assistentie van de Rotterdamse brandweer werd nog ingeroepen en verkregen, doch toen deze arriveer de viel er weinig meer te redden. Men is thans nog bezig met het na blussen. Omtrent de oorzaak van de brand tast men vooralsnog in het duister. Vermoedelijk is de gehele inboedel van beide woningen verloren ge gaan. Constant van Wessem, de bekende Nederlandse letterkundige, die in de nacht van Ma ndag op Dinsdag op 62-jarige leeftijd in de Ursula-kliniek te Wassenaar is overleden. „Ik loop nooit in de wei!" „Gaat u nooit in bad en wast u zich nooit?", vroeg de president van het Hoog Militair Gerechtshof aan een Eindhovense soldaat van het bewa kingscorps te Leiden. „Jawel, edelachtbare, maar altijd onder de douche", was het antwoord van deze militair, die geweigerd had zich te ontkleden om mee te doen aan zweminstructie, omdat hij zeide wa tervrees te hebben Deze weigering kostte hem voor de krijgsraad een maand militaire detentie, waarvan hij in hoger beroep was gekomen. De soldaat, wever van beroep, had niet alleen geweigerd te gaan zwem men, maar was ook niet te bewe gen geweest om een beetje te gaan pootjebaaien in het ondiiepe. „Doodeenvoudig, omdat u bang bent, hebt u zich steeds aan de zwem instructie onttrokken door wacht en andere dienstbezigheden. U pleegt trouwens meerdere malen lijdelijk verzet om niet mee te hoeven", zo zeide de president. „Bovendien hebt u een verhaal gefantaseerd over een avontuur, waarbij u met een touw om de nek uit het water bent ge sleept". Niet in de sloot. De soldaat gaf dat toe; hij had dat verhaal verzonnen om zijn werkelij ke motief: „Watervrees", te verber gen. „Ik durfde er niet voor uit te komèn", zeide hij. „Maar als u nu in de wei loopt en er komt een dolle stier op u af ,zoudt u dan ook niet in de sloot springen?", vroeg een der raadsheren. „Ik loop nooit in de wei", antwoord de de soldaat. „Maar wel hebt u het M.O.V.-insig- ne, het militaire vaardigheidsdiplo ma. Hoe kon u dat zonder zwemmen halen?" „Daarvan werd ik vrijgesteld, om dat ik watervrees heb". Een nieuwe loot aan de rijke N.S.-stam A-sociaal milieu". De advocaat-fiscaal vond het maar een raar geval. Een .psychiater con stateerde bij de soldaat pathologische watervrees, waardoor deze vermin derd toerekeningsvatbaar moet wor den beschouwd „Maar", aldus de advocaat-fiscaal, „blijkens myn inlichtingen bij school hoofd en badmeester te Eindhoven heeft deze man wel de instructies schoolzwemmen gevolgd. Hij heeft her-opvoeding nodig". Twee maanden militaire detentie leek de advocaat-fiscaal het juiste middel daartoe. De verdediger van de soldaat was het met die opvatting volmaakt on eens. Hij schilderde het a-sociale mi lieu, waaruit deze soldaat stamt.. De ze is gewend aan vervuiling en slor digheid. „Voordat hij naar dit ge rechtshof ging heb ik hem strenge instructies gegeven om zich goed te wassen en zijn haren te laten knip pen. Hij was gev/oon smerig en droeg leeuwenmanen", zo zeide de verdedi ger. „Ongeschikt voor dienst". En wat de mededelingen van de Eindhovense badmeester cn het schoolhoofd betroffen: Inderdaad ging de soldaat als schooljongen mee naar de zwem-instructie, maar hij bleef altijd veilig op de kant. Het psychiatrisch rapport leek de verde diger volkomen juist. De soldaat is geen normale jon gen; hij is ongeschikt voor de dienst. „Geef hem een boete en ontslag uit de dienst", zo vroeg de verdediger, die eventueel op een nieuw psychia trisch onderzoek aandrong. „Indien hy in Nieuwersluis te recht komt, dan komt hij toch in de handen van een psychiater, die hoogstwaarschijn lijk tot j dezelfde conclusie zal ko men als ik", aldus deze raadsman. FUSIE TUSSEN HALFWEG EN ZWANENBURG? Bij de algemene beschouwingen in de zitting van gistermiddag van de raad der gemeente Haarlemmerlie- de hebben sprekers van verschillende fracties de wenselijkheid geuit van het vormen van een nieuwe gemeen te, die dan bestaan zal uit wat er van de gemeente Haarlemmerliede overblijft, wanneer de door Haar lem en Amsterdam gewenste grens wijzigingen tot stand zijn 'gekomen, en het dorp Zwanenburg met omge ving. Dit dorp ligt in de gemeente Haarlemmermeer en is met het dorp Halfweg geheel aaneengegroeid, slechts daarvan door de Ringvaart ge scheiden. Bij het overgrote deel van de be volking van Zwanenburg leeft reeds jaren de behoefte om met Halfweg te worden verenigd. Bij een in 1948 gehouden proefstemming sprak 87 procent van de stemgerechtigde be volking zich hierover n.l. uit. „LATEN VA/IJ HET KERSTLICHT LEVEND HOUDEN" GEMEENTE-ONTVANGER VERLOOR 12.000,—.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 5