Voorschoten was ook vroeger
de droom van vele forensen
Gezellige „kleine historie"
RX Bibliotheek annex leeszaal
ZO MAAR WAT GREPEN
Dili LLlDor) CUu
t-ftuilNA i
PJET DORP VOORSCHOTEN IS ONTSTAAN langs de oude Hollandse
heerbaan, die over de rug van de voormalige binnenduinen liep. Zijn
tegenwoordige omvang kreeg het althans in grote lijnen toen het in
1646 als een afzonderlijke heerlijkheid van Veur werd afgescheiden. Ge
makkelijk bleek de scheiding van deze tweeling echter niet, want einde
loze processen over de verdeling van baten en lasten waren het gevolg.
In de vorm van Forescate kwam de naam van de gemeente reeds voor in de
8e eeuw, zodat zij op een oude historie kan bogen. Het dorp ontwikkelde
zich gestadig, doch zeer langzaam. In het begin van de 19e eeuw telde de
gemeente nog pas 1000 inwoners. Sindsdien ging de bevolkingsaanwas snel
ler, maar het duurde toch nog tot in de 20e eeuw, eer het agrarische ka
rakter ingrijpend werd gewijzigd door de vestiging van forensen, die in de
omliggende steden hun werkkring hadden. In zekere zin herhaalde de ge
schiedenis zich toen, want bij het afgraven van de oude binnenduinen in
vroeger eeuwen had men niet alleen het uitbreiden van landbouwgronden
op het oog, maar ook het scheppen van mogelijkheden tot vestiging van
welgestelden, die van het buitenleven wilden genieten. In 1815 had Voor
schoten 8 grote buitenplaatsen, maar de meeste verdwenen nog in de loop
van dezelfde eeuw, waarna de gronden verkaveld' werden en ten goede
kwamen aan de landbouw.
WAPENSCHOUW.
Ï"VE HEER J.L. VAN DER GOUW
heeft bij zijn historische arbeid,
waarvan de vruchten voor een ge
deelte in het Voorschotens gemeente
archief rusten, tal van aardige kleine
gebeurtenissen beschreven.
Zo lazen wij met groot genoegen
een stukje over de wapenchouw,
welke in Augustus 1542 werd gehou
den. In die tijd bestond er geen
dienstplicht en ook de herhalings
oefeningen kende men derhalve niet,
maar zo af en toe werd de weerbaar
heid van óe. plattelandsbevolking ge
controleerd. Men moest zijn beste
wapens meebrengen.
Het tafereel van zo'n wapenschouw
was allerkostelijkst .In de Voorscho-
tense Voorstraat stonden alle mannen
aangetreden met knuppels, zeisen en
hooivorken.
De schout had de schone taak om
de vechiinstrumenten te bekijken en
zijn goedkeuring of misnoegen er
over uit te spreken.
Na de schouw ging men gewoonlijk
niet direct naar huis. De „militaire
Voorschoten: Tweesprong.
U komt vanuit Veur
Leidsendam Voorschoten
binnen. Nabij de Bijdorp-
straat voorheen Katten-
laan begint de splitsing
Schoolstraat—-Voorstraat.
De tram rijdt de School
straat in en rechts begint
de Voorstraat. De boerde
rij van Wassenaar, nee die
staat er niet meer. Ook die
schuur niet meer. Toch kon
men heerlijk koekslaan op
Paardenmarkt op de kleine
ruimte voor die boerderij.
Dit beeld is totaal gewij
zigd. De entrée naar de
Schoolstrat is nu heel an
ders en al die huizen van
de Voorstraat op de foto
zijn gesloopt.
Voorschoten heeft een weinig
schokkende historie achter de rug.
Alleen het beleg van Leiden heeft de
gemeente in de kruitdamp en ellende
gebracht. In die moeilijke jaren is
ook' het archief, dat in zakken en
kisten werd bewaard, op de kerke-
kist na verloren geraakt. Na de
bouw van het Ambachtshuis in 1636
kreeg het archief een net onderko
men, maar bij de verkoop van dit
gebouw in 1811 bleef er slechts een
openbaar gebouw over..-., de dorps-
toren. In 1878 werd het archief daar
in een zeer treurige toestand aange
troffen. Men ontfermde zich erover
en het verhuisde naar de consistorie
kamer van de Hervormde Gemeen
te. Tenslotte is het terécht gekomen
in het gemeentehuis en Op een over
zichtelijke manier geïnventariseerd
door de heer J. L. van der Gouw.
KLEINE DINGEN.
JUÏAAR ALS WIJ NU van de grote
historie van Voorschoten mogen
afstappen, dan blijken er een hele
boel kleinere dingen te zijn, die in de
harten van de Voorschotenaren in de
loop der eeuwen een rumoerige
„kleine historie" hebben bewerkt.
Enkele tientallen jaren geleden
kreeg de burgemeester een brief op
zijn bureau, waarin gereageerd werd
op een discussie in de dorpskrant
betreffende de verlichting. De mo
derne verlichting van de Schoolstraat
was een doorn in het oog van de
bewoners der straten, waar men po
vere gaspitjes liet gloeien. Een dich
teres had de dorpspomp laten ver
zuchten: Waarom krijg ik geen boog
met electrische lampjes, want de gas
lantaarn op mijn hoofd is niets.
Daar was de dorpspomp het niet mee
eens. De burgervader kreeg prompt
een gedicht van deze oud-waterver
strekker, waarin o.a. stond:
Geen arm meer! 't Is niet het
ergste
Dat mij werd aangedaan
Doch zonder hoofd te prijken
Dat grijpt mij vreselijk aan.
gebeurtenis" had de mannen dorstig
gemaakt en in het café van de schout
bestond gelegenheid, om de kelen te
spoelen.
Overigens een gevaarlijke bezig
heid voor mannen, die „tot de tanden"
gewapend zijn.
Laat mij dus nog wat blijven
Als glorie van voorheen
'k Zal de lichtbron blijven torsen
En uitstralen om mij heen.
Aan dit dichtwerk was een schrij
ven toegevoegd van de chef der be
drijven, die het hoofd van de ge
meente ervan in kennis stelde, dat de
lantaarn op de dorpspomp was uit
gevallen wegens de dooi. Slechts twee
dagen brandde het „gashoofd" niet!
baljuw kon er een knappe duit mee
verdienen. Een dergelijke man moest
zijn functie pachten en daarvoor in
ruil ontving hij alle boeten en com
posities. Indien hij een doodslag voor
de competente rechters bracht, ont
ving hij slechts een kleine boete voor
ordeverstoring en ging de grote bom
duiten naar de familie van het slacht
offer, omdat de kwetsuur, waaraan
het slachtoffer overleden was, „ge
zoend" moest worden.
Zodoende stopte de bkljuw de man
netjes, die bij, doodslag betrokken wa
ren, in de gevangenis en ging dan
met de familie onderhandelen over
een schikking. De gevangenen kon
den wel een request indienen, om de
zaak voor de competente rechters te
brengen, maar dan bestond de mo
gelijkheid, dat de familie de baljuw
al betaald had als het verzoek werd
ingewilligd, zodat men nog eens voor
de rechter mocht verschijnen en nog
eens opnieuw kon betalen, om niet
voor de tweede maal in de gevangenis
te geraken.
OORD VAN GERECHTIGHEID.
J. L. VAN DER GOUW vertelt npg
een zonderlinge geschiedenis over een
zekere Jan Wijdoog. Deze Jan had
de gewoonte om 's avonds de huis
deuren en de mensen, die hij ont
moette, met de inhoud van de beer
put vol te smeren.
Sommige mensen namen dat rus
tig op, want een zekere Adolph Paen,
die met een kennis stond te praten,
merkte na versierd te zijn heel droog
op: „Wel Jan, wat smeert ghij nu aan
mijn hant?"
Toch trok deze kunstschilder aan
het kortste eind en gedurende enige
tijd konden de dorpelingen hem be
wonderen aan de kaak in het dorp.
Daar kon men niet alleen voor schan
de staan, maar ook flinke geselingen
ondergaan of van een brandmerk
worden voorzien.
De Papeweg was meestal de laat
ste wandeling voor de zware jongens,
die bij gebrek aan geld voor een
schikking aan de galg moesten.
De Heer van Voorschoten had een
complete tarieflijst. Iemand een schop
geven of hem dreigen met een bier
kan kostte tien gulden; 'n blauw oog
slaan vijftig gulden. Tussen zonson
dergang en zonsopgang was het dub
bel tarief!
De schout en de baljuw vingen de
centjes hiervoor.
Voorschoten: Achterstraat.
Ja, zo heette die vroeger.
fThans is het de School
straat. Ook hier zijn de
bomen weg. De tram rijdt
er nog door maar twee
baans. Een hondenkar rijdt
er niet meer en ook zijn
mooie landelijke boerenkar
z:>t men niet meer. De
smederij, let eens op het
uithangbord staat er niet
meer. En die poort en die
huisjes weg. Op de plaats
van die smederij staat nu
meer achteruit nog wel
een werkplaats van een
smid. Op de plaats van die
huisjes een stenen muur,
met daarachter een snack
bar.
OOK DAT KONDEN ZE.
jLfET MESSENTREKKEN WAS in
**die jaren trouwens toch een zeer
geliefde bezigheid. In de periode van
1640-'49 werden er bij voorbeeld in 't
kleine dorpje veertien dodelijke mes
steken uitgedeeld. Wapenschouw,
paardenmarkt e.d. waren de meest ge
kozen dagen voor vechtpartijen.
Juridisch lagen dergelijke kwesties
ook niet zo eenvoudig. Een handige
DE SLANG EN ZIJN PROOI.
rpULKE FEITEN UIT de „kleine his-
torie" van Voorschoten, in groot
verband niet veel betekenend, maar
zo op 'n afstand bezien bepaald amu
sant, kan men zich moeilijk inden-
De oudste inwoner van Voor
schoten is de heer J. D. Brauck-
man, geboren 14 October 1855,
wonende op de Leidseweg 64.
De Papelaan in 1905. De bomen zijn weg; de laan
is bebouwd met mooie en minder mooie huizen.
ken, als men nu bij avond door het
dorp rijdt. Ergens in de grond zitten
misschien nog een paar botten van
Jan Wijdoog, van de wapenchouw
houdende schout of van de handige
baljuw. Geen van de drie zou er zich
nu nog thuis voelen.
Voor de stad blijkt Voorschoten
nog steeds aantrekkelijk. De forensen
vestigen er zidh graag en het dorp,
dat zich als een slang slingert van
Leiden naar Leidschendam, begint
te lijken op een python, die zich aan
een paar slachtoffers te goed heeft
gedaan. Midden in het lange lichaam
zit nu immers een geweldige bult,
die het aankomende dorpskommetje
vertegenwoordigt. Hier verrijzen de
nieuwe huizen en trachten de tegen
woordige bestuurders nog iets goed
te maken van de jarenlange lintbe
bouwing.
De forensen stromen tóe en daar
toe was het dorp vermoedelijk voor
bestemd. Want een oud gedichtje
zegt:
Maar is dit heerlijk dorp, welks
straat wij nu inrijden
Voorschoten niet? O ja, en zie
aan wederzijden
Hoe net, hoe zindelijk, zig alles
hier vertoontt
Geen wonder, want het wordt
door Renteniers bewoond.
WENS VAN J. W. M. SIMONS
In de Voorschotense gemeenschap
bevindt zich op de Veurseweg 18 een
gebouw, de voormalige R.K. Kleuter
school, waar thans gevestigd is de
R.K. Leesbibliotheek. Het staat er be
grensd door een dokterswoning en
een slijterij. Het zijn beide goede bu
ren. Om op te knappen kan men naar
behoefte hij elk van deze terecht.
Doch, lezer, bewandel de gulden
middenweg en treedt eens binnen op
Veurseweg 18. Daar treft u een
flink ruim lokaal met ruim 2600 boe
ken, ingedeeld in 3 categorieën: vol
wassenen, jeugd, kinderlectuur. Het
is de pas overgeplaatste en geheel
?erestaureerde R.K. Leesblibliotheek.
De heer J. W. Simons, de alge
meen leider vertelde ons een en an
der van zijn bibliotheek. In 1945
is hij met zijn taak begonnen. Er werd
een voorlopige catalogus opgesteld en
in 1948 was de officiële catalogus ge
reed. Al de boeken staan daarin
vermeld, aangeduid naar inhoud eh
gehalte. Er wordt gewerkt met de
gegevens van TDIL uit Tilburg.. Mo
menteel wordt er alweer gewerkt
aan een nieuwe catalogus. De biblio
theek is zeker nog voor uitbreiding
vatbaar, maar de financiën daartoe
zijn beperkt. Er wordt gewerkt met
de leesgelden en de jaarlijkse bij
drage van het kerkbestuur, waaruit
alles moet worden gedaan: aanschaf
fing van nieuwe boeken, de repara
tie van de oude en de onkosten. Er
is een bepaalde kern van vaste le
zers, ongeveer 250, maar dit aantal
moet minstens te verdubbelen zijn.
Er is een staf van vast personeel,
dat het bibliotheekwerk reeds jaren
belangeloos en met liefde doet. Het
zijn de dames M. Groenewegen, Th.
v. d. Berg, A. Peeters, R. v. d. Werf.
J. v. d. Werf en R. Kleys en de heren
G. Smit en Ant. Peeters. Een Open
bare R.K. Bibliotheek annex lecaal
is de grote wens van de heer Si
mons. Het moet kunnen! Voorscho
ten wordt steeds groter. Maar om dit
te bereiken moet aan bepaalde voor
waarden worden voldaan. Immers
men krijgt dan rijkssubsidie. Voor
waarden zijn: minstens 1 gediplo
meerde kracht en minstens een R.K.
inwonertal van 6.600 zielen, omdat
het hier een R.K. bibliotheek betreft.
Maar dit is nog slechts toekomstmu
ziek, die erg mooi klinkt. De R.K.
Bibliotheek te Voorschoten doet niet
onder voor bibliotheken in de andere
gemeenten. Er is hier een goede
grondlaag. De biblotheek heeft nu
een goede behuizing en is steeds
groeiende. Een groot gedeelte van
de Voorschotense katholieken zou
nog kunnen komen.
De heer Simons en zijn staf zullen
hen liefderijk ontvangen en van lec
tuur voorzien. De bibliotheek staat
thans in het centrum van het dorp
en men kan er terecht Woensdag
avond van 7.308.30 uur en Zater
dags van 45 en van 78.30 uur.
NIEUWE WIJK IN DE RICHTING VAN HET STATION.
(Foto's: v. d. Horst),
VOORSCHOTEN GEZIEN VAN UIT 'T DORP IN RICHTING R.K. KERK.