10
Wie puzzelt mee
DE CIRCUSBARON
Sint
Nicolaas-verhaal
27 November 1954
DE LEIDSE COURANT
DERDE BLAD - PAGINA 2
Horizontaal: 1. schrikbewind in
.frankrijk, 7. dag der week, 13. dorp
in N. Brab. bij Eindhoven, 14. nobele,
15. dolheid, 17. half (muziek), 19.
was landvoogd der Nederlanden, 21.
wiersoort, 23. rund, 25. metaalsoort,
26. vuil, 29. bijna, 31. koker, 32. voor
geschreven kerkgebruik, 33. onder-
bergse spoorgang, 37. stad in Duits
land, 41. meisjesnaam, 42. afval van
stro, 44. Turks bevelhebber, 45. jon
gensnaam, 47. platte gebakken steen,
49. zuilengang in 't oude Athene, 50.
electrisch geladen atomen, 52. inte
rest, 54. aanwezig, 55. witte slanke
toren by een moskee.
Verticaal: 1. soort van cement, 2.
graansoort, 3. soort van hert, 4. bij
woord, 5. stad in Wurtemberg a. d.
Donau, 6. houten hand-egge, 7. aan
wijzend voornaamwoord, 8. wereld
taal, 9. deel van een ontkenning (fr.),
10. groente, 11. alluvium bij een ri
viermond, 12. schittering, 16. berg
weide, 18. hemellichaam, 20. zwem-
wiek, 22. inhoudsmaat, 24. teken der
bisschoppelijke waardigheid, 27. kip
penloop, 28. gastvrij, 29. afval van
steen, 30. biljartstok, 33. bende, 34.
bijwoord, 35. volk, 36. korte degen,
38. tegenstelling van vroeger, 39. ik
(Lat.), 40. nevens, 42. graafschap in
Engeland, 43. kloek, 46. voorstad van
Baden-Baden, 47. voorzetsel, 48. don
kergrijs en dunbladig gesteente, 49.
gebod, 51. afkorting van neon, 53.
onbekende.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Horizontaal: 1. nabob, 5. forel, 10.
bijl, 11. gl., 13. Dee, 15. ant, 17. ma
rine, 20. reu, 22. v.a., 23. gene, 24.
P. P., 25. era, 27. reiger, 29. Mei, 30.
roe, 32. Ne, 33. ego,\35. stage, 37.
Oculi, 39. Assen, 40. meute, 42. een,
43. s.p., 45. pro, 47. ten, 49. tapuit,
52. non, 54. al, 55. Born, 56. Po, 57.
rib, 59. gerekt, 61. vat, 62. ora, 64. te,
65. Isa, 67. smelt, 68. spalk.
Verticaal: 2. obt, 3, bij, 4. olm, 6.
ode, 7. re, 8. eer, 9. haver, 11. grein,
12. Linge, 14. pupil, 16. nar, 18. age,
19. nee, 21. Epe, 26. artsen, 27. regent,
28. recept, 29. molton, 31. oase, 34.
guur, 35. sa, 36. en, 37. om, 38. i.e.,
41. start, 43. sport, 44. puree, 46.
knots, 48. Eli, 50. Abe, 51. ink, 53.
opa, 58. bom, 59. gal, 60. tip, 61. val,
63. re, 66. sa.
Oplossingen tot en met Donderdag
aan het bureau van ons blad. Op de
enveloppe „Puzzel" vermelden.
De taart werd deze week gewon
nen door mej. J. Mourits, 's-Graven-
damseweg 27, Voorhout; het sieraad:
mej. 'H. v. Noort, v. Beverninckstr.
12, Warmond en het boek door G. J.
Bosch, Johan de Wittstraat 3, Leiden.
Aetherklanken
ZONDAG.
TELEVISIEPROGRAMMA.
IKOR: 14.00 Kerkdienst.
N.T.E.: 15.30 Rep. intern, paarden
rennen te Milaan. 16.1016.40 Rep.
van een bezoek aan de „Armeria
Royale" te Turijn.
HILVERSUM I. 402 M.
00 NCRV. 8.30 IKOR. 9.30 KRO.
17.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO.
NCRV: 8.00 Nws. en weerber.
8.15 Orgelconc. KOR: 8.30 Vroeg
dienst. KRO: 9.30 Nws. 9.45 Gram.
9.55 Plechtige hoogmis. J1.30 Gram.
11.45 Vioolduo en piano. 12.20 Apo
logie. 12.40 Gram. 12.55 „Katholiek
Thuisfront overal", caus. 13.00 Nws.
en Katholiek nws. 13.15 Lunchconc.
13.40 Boekbespr. 13.55 Voor de kin
deren. 14.25 Omr. ork. en solist. 15.25
Brabants half uur. 15.55 Gram. 16.20 I
Sport. 16.30 Vespers. NCRV: 17.00
Gereformeerde kerkd. 18.30 Geeste
lijke liederen. 18.50 Nws. uit de ker
ken. 18.55 Uit de boekerij. 19.10 Mo
tetten. 19.30 „De mens in grenssitua
tie", caus. KRO: 19.45 Nws. 20.00
Gram. 20.15 Gevar. progr. 21.00 Act
21.15 De gewone man. 21.20 Gram.
21.30 „Maskerade", St. Nicolaasspel.
22.15 Instr. octet. 22.40 Het getuige
nis over Christus", caus., avondge
bed en lit. kal. 23.00 Nws. 23.15
24.00 Gram.
HILVERSUM H. 298 M.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 EKOR.
12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VA
RA. 20.00—24.00 AVRO.
VARA: 8.00 Nws. en weerber. 8.18
Orgel, harp, viool en zang, 8.50 Voor
het platteland. 9.Ö0 Sportmeded. 9.05
Gram, met comm. 9.45 „Geestelijk
leven", caus. VPRO: 10.00 „Geef het
door", caus. 10.05 Voor de jeugd.
KOR: 10.30 Kerkdienst. 11.45 Inlei
ding op de televisie-kerkdienst. AV
RO: 12.00 Sportoverz. 12.05 Amus.
muz. 12.34 „Even afrekenen, Heren!"
12.45 Lichte muz. 13.00 Nws. 13.10
Meded. of gram. 13.15 AVRO-Foto-
wedstrijd. 13.25 Voor de militairen.
14.00 Boekbespr. 14.20 Disco-caus.
15.00 „Uit 's Werelds gulden Foliant",
hoorsp. 15.25 Radio Philh. ork. 16.30
Sportrevue. VPRO: 17.00 „Gesprek
ken met luisteraars", caus. 17.20 „Van
het kerkelijk erf", caus. VARA: 17.30
Voor de jeugd. 17.50 Sportjourn.
18.15 Nws. en sportuitsl. 18.30 Amus.
muz. 19.00 Radiolympus. 19.30 Ca-
Vlug als een aap klauterde Piet naar
de bovenste verdieping van een speel
goedmagazijn en wel naar de afdeling
„boten", want die boot voor Wim de Wit
moest en zou hij hebben. Met kenners
oog dwaalde zijn blik langs de rijen keu
rig gerangschikte- boten. Allerlei soorten
waren er: stoomboten, oceaanstomers,
roeiboten, vracht boten, zeilboten maar
helaas geen woonboten. Wat nu gedaan?
Even ging Piet bovenop de toonbank
zitten en met de vinger tegen het voor
hoofd ging hij denken .Zou hij misschien
van die grote stoomboot het bovenste
stuk af kunnen zagen en er dan zelf een
kamer op timmeren? Dat was tenminste
een idee. Hij sprong op de grond, pakte
de grote stoomboot vast. daaide hem om
en om en zag opeens de prijs. Lieve
deugd, wat een geld! En dan zou hij de
helft ervan moeten wegdoen. Nee, dat
was toch te gek. Weer even denken. Hij
telde op zijn vingers hoeveel dagen er
nog waren vóór het feest en daar glun
derde zijn hele gezicht. Hij had een idee
gevonden! Zelf zou hij de boot maken
want dit moet ik jullie eerst'even ver
tellen dat boten maken zijn liefste werk
was.
Een blik op zijn horloge overtuigde
hem dat er niet veel tijd meer was dus
zo gauw mogelijk naar een timmerman
om hout te kopen. De tekening maakte
hij zelf en hij gaf ook de maten op zodat
de timmerman uit kon rekenen hoeveel
hout er nodig" was. De stukjes werden
ook allemaal op maat gezaagd. Piet hoef
de het zaakje alleen maar in elkaar te
spijkeren of lijmen. Of hij daarvoor de
tijd zou hebben, ja wist hij zelf nog niet.
Sint Nicolaas was ook al op stap ge
weest voor de woonboot, maar tussen al
lerlei soorten speelgoed zag hij er geen.
Toch deed Sint Nicolaas vele bestellin
gen en zijn auto werd vol geladen met
ballen, treinen, poppen, spellen, ook
stoomboten en kleine bootjes en kano's.
Ja, dat kleine bootje had hij al gevon
den. Toen zou hij het nog eens proberen
in een heel dure speelgoedzaak en wer
kelijk daar was er een maar toen Sint
Nicolaas de prijs hoorde schrok hij
dat hij gauw opstond en zei: „Dank u
wel juffrouw. Dat is te duur. Het vol
gend jaar dan maar eens".
Thuisgekomen zette hij zich vermoeid
c-n verdrietig in zijn stoel neer en wacht
te op Piet. Wie weet, misschien heeft hy
beter nieuws. Eindelijk kwam Piet.
„Ik ben met die boot niet geslaagd,
Piet. Het is ook zo jammer dat ik van
dit jaar niet zoveel geld heb. Ik had het
hem zo graag gegund. Je moet vannacht
maar een briefje in zijn schoen léggen
en vragen of hij niet iets anders wil heb
ben. Wat denk jij Piet".
Maar Piet zei niets. Hü krabde eens
achter zijn oor op zijn zwarte krullebol.
„Ik er iets op gevonden Sint en als u
het goed vindt zal ik proberen er aslf
een te maken".
„Wat zeg je me nou? Jij zo'n grote
boot maken?" riep St. Nicolaas uit.
..Daar heb je toch zeker geen tijd voor.
Het is me nogal geen kleinigheid. Ner
dat zou ik maar uit rrr'-n hoofd zetten
„Och, misschien gaat het wel en dit
jongen heeft er zo naar verlangt. Mag ik
het proberen?"
„Ik vind het best en als je denkt dat
het gaat, doe het dan maar".
Piet liet nu alle gezaagde plankjes
zien en begon voor de verbaasde ogen
van Sint Nicolaas de boot al zo'n beetje
op te bouwen. Het opschilderen zou nog
het meeste tijd vragen en dan het dro
genPiet ging weer in zijn denkhou
ding zitten en peinsde en peinsde. Sint
Nicolaas keek bezorgd toe. Piet deed
weer veel te veel want dat zou weer
nachtwerk worden.
De goede Sint viel haast uit zijn leun-
stoe van schrik toen Piet een wilde ron
dedans begon om zijn stoel.
„Wat heb je Piet?"
„Gevonden Sint, gevonden!"
„Wat? Een boot?"
„Nee, ik weet het al. In twee uur spij
ker ik de hele boot in elkaar en dan
breng ik hem 's nachts naar de zolder van
Wim zijn huis. Telkens als ik een uurtje
over heb ga ik hem schilderen".
„Ja, maar als de kinderen dan op de
zolder komen?"
„O, daar weet ik ook wat op. Ik ga
ren praten met de vader of de moeder
en dan vraag ik of ze de zolder willen
afsluiten, 't Is toch maar voor een paar
dagen".
De o
oude Sint schudde eens met het
hoofd. Die Piet wist overal raad op. Het
zou wel goed aflopen, daar twijfelde hij
niet aan.
Wim de Wit dacht aan niets anders
meer dan aan zijn grote woonboot. Deze
week had hij al tweemaal iets in zijn
schoen gehad, dus nu wist hij zeker dat
Piet hun boot niet oversloeg. Hij deed
nog meer zijn best dan anders. Hij speel
de lief met zijn zusje, deed boodschap
pen en had zelfs al een keer de schoenen
van vader en moeder gepoetst.
Piet deed zoals hij gezegd had. Toen
de boot helemaal In elkaar getimmerd
was, moest Sint Nicolaas hem zien en
deze knikte tevreden. Het was inderdaad
een schone boot met kamers en een keu
kentje. Net echt.
's Nachts bracht Piet het hele geval
over naar het zoldertje van de woon
schuit. 't Was er wel erg klein en op de
knieén ging Piet aan het achilderen. 't
Werd prachtig.
's Avonds van de grote dag zaten ze
gezellig bij elkaar. De schemerlampjes
waren aan en een ketel met chocolade
melk stond op de haard. Af en toe zon
gen ze een Sint Nicolaasliedje. Kleine
zus zat bij moeder op echoot en kraalde
van plezier. Wim zat naast vader dapper
mee te zingen, z'n oren gespitst om maar
't eerst de stap van zwarte Piet op de
looplank te horen. Moeder trakteerde op
speculaas en borstplastjes en ook zij
keek iedere keer veelbetekenend naar de
deur.
Daar klonk het gerammel van de ket
ting en even later een bons op de deur.
Vadwer ging open doen en daar stapte
Sint Nieolaaa gevolgd door Piet de ka
mer binnen. Wim ging dadelijk rechtop
staan en boog beleefd. Moeder zette de
leunstoel klaar. Sint Nicolaas ging zit-
moest hü een liedje zingen. "ftsen stond
Sint Nicolaas op want hij moest nog
veel bezoeken afleggen. Hij gaf zusje een
handje en verdween weer. Onderdehand
had Piet een zak met pepernoten te voor
zette hij een grote mand met cadeau*
neer en ging toe gauw Sint Nicolaas
achterna.
Daar stond de mand midden in de ka
mer en de uitpakkerij begon. Wim mocht
de pakjes aangeven en de ook namen
oplezen. Voor iedereen was wat, zelfs de
baby was niet vergeten. Toch keek Wim
teleurgesteld. Hoe leger de mand werd,
hoe meer hij zag dat er geen boot ln zat
en hij had er toch zo op gehoopt. Een ge
kleurde tol, een zak knikkers en een
vlooienspel stond al allemaal voor hem
op de tafel en daartussen nog suikergoed
en chocolade. Toen boende hij stiekum
langs zijn ogen om een traan weg te ve
gen. Oei, daar lag nog een pakje met zijn
naam er op. Wim maakte het open en
daar kwam een papiertje te voorschijn
waarop stond: „Ga eens op het zoldertje
kijken" Dat zoldertje was eigenlijk een
rommelkamertje. Vader tipte het licht
aan, draaide de deur open enWim
zag midden op een tafel de prachtige
woonboot staan. Hij vloog er gewoon op
af en met vader samen droegen ze de
boot met aanhangbootje naar binnen.
„Nee, zó groot en zó moo! had Wim hem
zelfs niet gedroomd. De kamers waren
gemeubileerd, de loopplank kon uitge
legd worden; niets was vergeten. De
eerste ogenblikken stond hij gewoon
sprakeloos, maar dan begon hij te dansen
en te zingen van: „Dank u, Sint Nico-
laasje". Die nacht droomde hij weer van
woonboten maar nu wist hij hoe de zijne
er uit zag.
CORRESPONDENTIE
Piet gaf hem het grote 1
enig zoeken bleef
Na
zijn vinger staan bij de
naaln van Wim de Wit.-O* flitste door
'nt zijn hoofd, dit was de jongen voor
- woor t. Win*, loest bij Sint komen
c. -i beani. ,or:len ook
baret AVRO: 20.00 Nws. 20.05 Omr.
ork. en sol. 20.45 Cabaret. 21.25 Char
les Trenet. 21.40 „Bij ons in het
dorp", hoorsp. 22.05 Cabaret. 22.50
Vragenbeantw. 23.00 Nws. 23.15
Dansmuz. 23.4524.00 Gram.
MAANDAG.
HILVERSUM I. 402 M.
7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nws. en S.O.S.-ber.
7.10 Gewijde muz. 7.30 Gram. 7.45
Een woord v. d. dag. 8.00 Nws. en
weerber. 8.15 Sportuitsl. 8.25 Gram.
9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de
huisvr. 9.35 Waterst. 9.40 Lichte muz.
10.05 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00
Viool en piano. 11.20 Gevar. progr.
12.25 Voor de boer en tuinder. 12.30
Land- en tuinb. meded. 12.33 Gram.
of act. 13.00 Nws. 13.15 Promenade
ork. en klein koor. 14.00 Gram. 14.05
Schoolradio. 14.30 Gram. 14.45 Voor
de vrouw. 15.15 Gram. 15.42 Viool en
piano. 16.00 Bijbelo verdenking. 16.30
Strijkkwart. 17.00 Voor de kleuters.
17.15 Gram. 17.30 Voor de kinderen.
17.45 Regeringauitz.: Rijksdelen j
Overzee: Mr. M. de Groot: „Het recht
en de juridische opleiding in Surina
me". 18.00 Meisjeskoren. 18.20 Sport.
18.30 Gram. 18.40 Engelse les. 19.00
Nws. en weerber. 19.10 Orgelconc.
19.30 Pari. comm. 19.45 Blokfluit-
ens. 20.00 Radiokrant. 20.20 Gram.
20.35 „Stenen voor brood", hoor
spel. 21.45 Kamerork. en soliste, j
22.25 Rep. 22.45 Avondoverdenking.
23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.45J24.00
Evangelisatle-uitz. i. d. Hongaarse
taal.
HILVERSUM II. 298 M.
7.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15
Gym. 7.30 Gram. 8.00 Nws. 8.15 Gram
9.00 Idem. 9.30 Voor de huisvr. 9.35
Gram. 9.40 Morgenwijding. 10.00
Gram. 11.00 Voor de vrouw. 11.15
Gram. 11.45 Voordr. 12.00 Amus. muz
12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33
In 't spionnetje. 12.38 Gram. 13.00
Nws. 13.15 Meded. of gram. 13.20
Amus. muz. 13.55 Beursber. 14.00
„ónze tijd in licht en donker", caus.
14.20 Pianorecital. 14.50 Herengym.
15.10 „La Fille de Madame Angot",
opera (gr.). 15.50 Het Spectrum.
16.15 Gram. 17.30 Voor de jeugd.
17.45 Gram. 17.50 Mil. comm. 18.00
Nws. 18.15 Amus. muz. 18.45 Voor de
jeugd. 19.00 Gram. 19.15 Amateurs-
progr. 19.45 Regeringsuitz.: Land-
bouwrubriek. Rep. over de rookactie.
20.00 Nws. 20.05 Radioscoop. 23.00
Nws. 23.15J—24.00 Gram.
DAT KOMT ER VAN
Liesje was een hele tijd ziek geweest.
Nu was ze beter en mocht weer naaf
buiten. Een dag tevoren was het nog
guur en koud geweest en een dag later
scheen de zon en ze mocht op straat.
Daar kwam juist Loesje, haar vriendin
netje aan. „Ga je mee een eindje wande
len" zei Loes. „Goed even aan Moeder
vragen" zei Lies.
Moeder was aan het eten koken en zei:
„Je mag wel wandelen, maar niet aan de
waterkant zitten"
„Nee moeder", zei Lies.
Ze gingen weg en liepen een eind tot
i aan een beekje kwamen.
„Ik ga in het water", zei Loea en be
gon meteen haar kousen en schoenen uit
te doen.
„Ik ga ook", zei Lies. terwijl ze heel
goed wist dat ze dat niet mocht. Ze deed
ook haar kousen en schoenen uit en
stapte in het ijskoude water. Het duurde
maar heel kort want het was niet pret
tig. Ze deden weer gauw de kousen en
schoenen aan en gingen naar huis.
Liesje was nog geen uur thuis of ze
riep kreunend: „O moe, ik heb toch zo'n
„Hoe kan dat nu?" vroeg moeder ver
wonderd.
„Ik weet het echt niet meer". Maar
terwijl ze het zei kreeg ze een rode kleur
tot achter haar oren.
„Liesje kom eens bij mé" zei moeder
streng. „Heb je nu toch aan het water
gezeten?"
„Ja moes".
„Naar boven, direct", zei moeder.
Gelukkig sliep Liesje gauw in en de
volgende morgen was de buikpijn ver
dwenen. Liesje is nooit meer zo onge
hoorzaam geweest.
Annie Zwetsloot, Hazerswoude, Anne
ke Mathot, Boskoop. Martin Glasmcyer,
De Kwakel en Ko Pennlngs .Noordwij-
kerhout stuurden allen de goede oplos
sing op een briefkaart. Wanneer deze
kinderen een briefje in de krant terug
willen hebben moeten ze ons eerst een
briefje schrijven. Ze hebben wel meege-
loot natuurlijk. Dag kinders.
TANTE JO EN OOM TOON
i&ie piaaijes. uau vjtjjjv-
irig briefje geschreven
sn nog een blaadje met
- Goed zo. jongens! Jul-
Klnderen v. 4. Ploeg. Eerst een pluim
voor Jan, die zijn briefje mooi beplakt
heeft met uitgeprikte plaatjes. Dan
bert, die een keurig briefje
heeft en bovendien
tekeningen maakt
lie hebben echter vergeten een adres er
bij te schrijven. Nu hoop ik dat jullie
daaraan zullen denken bij het meedoen
met de Sint Nicolaas-wedstrijd. Stel je
voor dat jullie e enprljs winnen dan zou
hij niet eens bezorgd kunnen worden.
Dag jongens.
Bertie WUermsns, Oegstgeest. Bertie
schrijft nog dat hij naar het strand ge
weest is en terwijl ik dit zit te schrijven
is het buiten helemaal geen strandweer
maar biter koud. Groeten ook van oom
Toon aan Jullie allemaal.
Oerda en Tineke Duindam, Lelden. Is
't feest bij jullie thuis al geweest? Ik zal
niets verklappen hoor. Dag meiskes..
Mi entje van Znylen, Noordwijk. Je
aardige opstelletje over kamperen heb
ik met plezier gelezen maar de vorige
week heeft er al zo'n soort verhaaltje
ln de kTant gestaan en het is niet leuk
voor dat jullie een prijs winnen dan zou
elkaar hetzelfde te lezen. Heb je de prijs
al ontvangen?
Rietje en Jantje Wanslnck, Nieuwkoop
Natuurlijk is Jantje welkom in onze
lering maar zou Jantje zelf 'geen briefje
kunnen schrijven? Het verhaaltje van
Rietje komt vandaag ook aan de beurt.
Gedurende de Lichtweek zal de
Leidse poli'.ie maatregelen net n,
teneinde zo min mogelijk harten te
doen breken.
Dierkunde. „Hé daar", riep een
verkeersagent tegen een paard,
„weet jij niet, dat je niet door een
rood licht mag rijden?"
„Natuurlijk", antwoordde 't paard,
„maar weet jij niet, dat een paard
kleurenblind is?"
Ad rem. Een motorrijder was zo
onfortuinlijk met zijn wagentje een
huis binnen te rijden. Hij was zo be
duusd, dat hij opmerkte „Hoe kom ik
nou in Rotterdam?"
De huisvrouw, die niet zo gauw de
kluts kwijt is antwoordde: „Oh, dat is
heel gemakkelijk. Als je bij de strijk
plank rechtsaf gaat en dan de deur
naast het dressoir doorgaat, kom je
in de gang en de weg wijst zich ver
der vanzelf!"
PETER VERTELT WAT HIJ DE
VORIGE WEEK HEEFT MEEGEMAAKT
Natuurlijk vertel ik jullie eerst dat Ik
op een avond m'n schoen bij de schoor
steen gezet heb met een mooie tekening
er bij. Ik had ook een paar Sinterklaas
versjes gezongen en raadt eensDe
volgende morgen vond ik in mijn schoen
een taai-taai popje en een suikerbeestje.
Fijn hé? Hebben jullie ook al je schoen
gezet? Doen hoor, je ziet nu maar dat er
wat in komt. Zal ik jullie een maniertje
leren om een mooie tekening te maken?
Je zoekt een doorschijnend vel papier op
en speldt dat op een mooie plaat uit je
prentenboek of op een aardige ansicht
kaart. De hele plaat schijnt nu prachtig
door en nu begin je maar met potlood de
hele tekening over te tekenen maar denk
er aan dat je blaadje niet verschuift. Heb
je alle lijntjes overgetekend dan ga je
voorzichtig kleuren en klaar is Kees.
Ik heb nog meer nieuws. Woensdag
middag kwam opa bij ons op bezoek. Hij
had een houten hoepeltje bij zich. Was
dat even leuk. Ik wou al dadelijk een
stok zoeken om te gaan hoepelen.
.Nee nee Peter", zei opa dat is de
bedoeling niet. Ik wilde je helpen met
het maken van een adventskrans".
„Wat ia dat voor een krans opa?" vroeg
ik nieuwsgierig.
„Kijk vent, dat zal ik je nu eens gauw
uitleggen. Weet je ook wat de Advent
is?"
Nee dat wist ik ook niet. Ik voelde me
hoe langer hoe dommer worden.
„Helemaal niet erg, Petertje, dat je
dat niet weet. Kleine kinderen moeten
nog van alles leren. De vier weken, die
aan het mooie Kerstfeest vooraf gaan
heten Advent. Eigenlijk is dat een tijd
van wachten en voorbereiden op het
schone Kerstfeest. We moeten daar 4 we
ken lang aan denken. Maar dat is moei
lijk want jullie denken nu alleen maar
aan het Sint Nicolaasfeest en snoep en
speelgoed. Dat mag gerust hoor maar
toch er tussendoor eventjes alvast aan
Kerstmis denken. Om dat nu niet te ver
geten gaan we een Adventskrans maken
en die hangen we in de kamer zodat wc
hem steeds zien en dan meteen aan Kerst
mis denken. Maar denken is niet genoeg
In de wildernis.
Een journalist, die 'n
reportage over de wil
dernis wilde schrij
ven, viel in handen
van de menseneters
en verdween in de
pan. Hij bleef zijn be
roep echter zo lang
mogelijk getrouw en
toen het water al sud
derde, vroeg hij aan
de kok: „Hoe ben je
eigenlijk menseneter
geworden?"
„Ach mijnheer", ant
woordde de kok „ik
ben begonnen met op
mijn nagels te bijten"
Keuze. Twee man
nen trachtten 'n piano
te versjouwen en een
oud heertje, dat het
gemartel enige tijd
had aangezien, stapte
op de mannen toe en
vroeg: „Heren, kan
ik soms helpen".
„Tuurlijk", antwoord
de een van de sjou
wers sarcastisch. „Ga
maar een paar flesjes
bier halen".
Doorzichtig. Mijnheer Jansen
was een paar dagen op bezoek bij een
ongetrouwde vriend en zou 's Maan
dags weer naar huis komen. Het be
viel hem echter zo goed in de omge
ving van de kelder, dat hij 's Maan
dagsavonds een telegram naar zijn
vrouw stuurde met het volgende:
„Heb de trein gemist. Kom Vrijdag
terug".
Spreker. „Dit kan ik u wel zeg
gen, mijne dames en heren", riep de
spreker uit, „de woorden die verlief
de mensen tegen elkaar zeggen, staan
in geen dictionnair".
„De woorden, die later bij ruzies
tegen elkaar gezegd worden ook
niet", schreeuwde iemand uit de
zaal".
Blind. „Er kruipt een worm door
mijn tuin die tlind is".
„Hoe weet je dat?"
„Nou, hij is al drie dagen bezig om
een boomtakje het hof te maken".
we gaan ona 4 weken lang voorbereiden
door heel goed ons beste te doen, dan
zitten we tenminste met Kerstmis niet
met lege handen bij het kribbetje. Ge
snapt Peter?"
„Ja opa, maar gaan we dan die hoe
pel ophangen?"
„Dat wil zeggen, we gaan eerst ver
sieren en dat wou ik nu vanmiddag sa
men met jou doen".
Opa haalde uit zijn zak een lange reep
donkergroen vloeipapier en daarmee be
gon hij de hoepel te omwikkelen, 't Werd
al een beetje mooi.
„Doe nu je jasje aan Peter, dan gaan
we naar de tuin".
In de tuin plukte opa lange takken van
de klimop af. Hij nam alleen de mooie
groene en toen gingen we weer naar bln-
„Vraag aan je mama een klosje sterk
garen" zei opa en in die tijd slingerde
hij de klimopranken rond de groene hoe
pel en af en toe zette hij ze met 'n draad
vast.
Opa voelde weer in zijn zak en haalde
er een opgevouwen paars lint uit. Met
een schaar knipte hij 4 even lange stuk
ken. Eerst verdeelde hij de hoepel in 4
stukken (niet doorzagen, alleen een
speld steken) en maakte daar de linten
vast. De uiteinden van de linten hield
hij bij elkaar en moeder maakte er toen
een mooie strik van. „Dat is vrouwen
werk", zei opa.
,ts Jonge, 't was al prachtig!
„Nu ophangen opa".
„Ho ho de zaak is nog niet klaar. Weer
kwam er een pakje uit zijn jaszak en
daarin zaten vier mooie witte kaarsen en
4 kaarsenprikkers. Terwijl opa de vier
kaarsen op de hoepel prikte, even ver
van elkaar af, vertelde hij dat die 4 kaar
sen de vier weken betekenden. Zondag
wordt de krans opgehangen want dan be
gint de Advent en dan wordt er één
kaars opgestoken. De volgende Zondag
2 kaarsen tot ze alle vier branden tegen
Kerstmis. Dan gaan we een kerstliedje
zingen want dan denken we meteen aan
Kerstmis.
Doen Jullie het ook allemaal? Dat zou
mooi zijn alle huizen een adventskrans.
PETER
(19)