UIT
EIGEN
BODEM
Levenssap dei*
uit de Delftse
industrie
poldei*s
Boren en nog eens boren
Hoe gaat dat
eigenlijk, ingenieur
ZATERDAG 13 NOVEMBER 1954
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
wisten wij. De aardolie, ontstaan in
verschillende geologische tijdperken,
uit plantaardige en dierlijke stoffen,
bevindt zich immers in het hoogste
gebied van zo'n welving."
Een luide knal.
„Vernuftig", vonden wij.-
„Inderdaad",, antwoordde de geo
loog, „maar denkt u nu vooral niet,
dat deze methode alléén voldoende is
om tot resultaten te komen. Belang
rijker is het z.g. seismisch onder
zoek".
Hij had deze woorden nog niet ge
sproken of wij werden opgeschrikt
door een luide knal. Een wolk Van
stof en modder zeulde omhoog. Even
dachten wij, dat de aarde toornig was
geworden bij al dat geprik en ge
zoek van op olie beluste mensen.
Maar nee. De geoloog bleef heel
rustig kijken naar een groepje arbei
ders met helmen op in de buurt van
deze explosie.
„Dit is nu het seismisch* onder
zoek", zei hij. „U bent wat laat, an
ders had u kunnen zien, hoe de men
sen een gat van een meter of vijf
tien hebben gemaakt en op de bo-
Het kostte ons op het terrein nog
wel wat moeite om één van de bazen
op te scharrelen. Eindelijk stond zo'n
gehelmde baas tegenover ons.
„Dus de pers komt eens een neusje
in de olie steken", veronderstelde hij,
toen wij het doel van ons bezoek uit
een gezet hadden.
Hoewel wij zelden in de olie zijn,
moesten wij dit nederig bekennen.
„Welnu dan", hernam de gehelmde
employé van de N.A.M.; „dit is nu
onze boortoren".
Hij wees met een bezitters-air
naar zo'n „Eiffeltoren in miniatuur".
Het bleek ons al pratende en luiste
rende, dat de boortoren in feite een
hoog hijsblok is, dat o.a. dient om bij
het wisselen van de beitel het boor-
gereedschap in zgn. „stands" (tel
kens bestaande uit drie draaiboorpij-
pen van elk ca. 9 meter lengte) uit
het boorgat te trekken en ze in na
genoeg verticale stand terzijde te
kunnen stellen op de boorvloer. Op
deze boorvloer bevindt zich o.a. de
draaitafel, welke wordt aangedreven
door dieselmotoren. Deze motoren,
die tevens het hijswerk en de spoel-
pompen in beweging brengen, zijn
opgesteld in het machinehuis, dat te
gen de boorvloer is aangebouwd.
,£"«SS5SÏ"r—
Een toren ergens in de wereld.
Aan de onderste boorpijp is de
boorbeitel geschroefd. Door het ge
wicht van de boorpijpen, dat gheel
of gedeeltelijk op de beitel kan rus
ten, baant de beitel zich al schrapen
de of vergruizende een weg door de
aardlagen. De snelheid van de boor
beitel bedraagt 50200 omwentelin
gen per minuut, afhankelijk van de
aard van de te doorboren formaties.
Houdt de boren nat!
„Wordt die boor nooit stomp?",
vroegen wij, nadat wij een tijdje naar
zijn uiteenzetting hadden geluisterd.
„Een precair punt, meneer", zei de
baas, terwijl hij 'n sigaret accepteer
de; „een zeer precair punt noemt u
daar".
„Als de beitel (wat des beitels is)
stomp begint te worden, dan moeten
al die pijpen uit het boorgat getrok
ken worden en in stellen van drie
terzijde op de boorvloer worden op
gesteld. Een tijdrovend werkje, dat
kan ik u verzekeren".
„Het is nog een geluk, dat door
die oplossing van stellen niet alle
verbindingen tussen de boorpijpen
moeten worden losgeschroefd".
Wij zagen, dat bij het boren ook
nog wel wat water te pas komt.
„Ja", zei onze woordvoerder, „tij
dens het boren wordt door de boor
pijpen een spoeling hoofdzakelijk
bestaande uit een mengsel van klei
en water onder druk naar beneden
gepompt. Door het boorgat komt deze
spoeling ook weer bóven de grond.
Gesteentegruis wordt daarbij meege
voerd".
„Daar gaat het juist om, om dat
gruis", vervolgde hij, nadat hij uit
zijn hutje met een hand vol gruis
was teruggekeerd.
Van dit gruis worden monsters
verzameld en hier op olie- of gas-
aanwijzingen onderzocht en voor na
der onderzoek naar het laboratorium
gezonden".
„Vooral het bepalen van de geolo
gische ouderdom is daarbij van be
tekenis".
VLOEISTOFFEN OF GASSEN
IN BEDWANG
7 O LEERDEN WIJ ook nog, dat
men met de spoeling nog andere
doelen beoogt n.l. het koelhouden
van de boorbeitel en het afpleisteren
van de boorgatwand, waardoor on
tijdige instorting kan worden voor
komen. Bovendien en dit is mede
zeer belangrijk heeft de spoeling
door middel van haar groter soorte
lijk gewicht tot taak de onder hoge
druk staande vloeistoffen of gassen,
„En hier hebben we d&n een voor
beeld van het aanboren van een olie-
voerende laag", sprak enige dagen
later een andere deskundige van de
N.A.M.
„Van de olie tot het aardoppervlak
wordt de leiding van bekledingsstuk-
zen voorzien. Die buizen worden met
cement vastgezet".
Wij konden de vette olie kolkend
in de buis omhoog horen komen.
En wij zagen de aardolie, de dikke
substantie, waarvan de kostbare
vloeistoffen worden gemaakt. En dan
te denken, dat menige oorlog in deze
dwaze wereld werd gevoerd alléén om
deze vloeistof te kunnen bemachti
gen.
Oorlogen zijn gewonnen of verlo
ren door overvloed of gebrek aan
aardolie.
En hier stonden wij op onze eigen
vaderlandse wei midden tussen de
koeien en schapen met in de verte
het gezicht op de aardappeloogst
naar het winnen van olie te kijken.
Heel toepasselijk bij de vredige ge
dachten, die ons op dit moment be
zielden, klonk ons in de oren de
naam van het vierarmige buizen
systeem met afsluiters, dat aan de
put gemonteerd zit.
„Wij noemen dit een „Christmas
tree", zei onze begeleider.
Een kerstboom dus.
Dus lezeres, de olie, die u in uw
stelletje in de keuken giet, komt uit
een „kerstboom".
En wellicht niet uit Mexico, Iran
of Chili, maar een paar uurtjes fiet
sen verder dan de winkel van uw
petroleum-boer.
Toren bij Rijswijk.
heeft een olie- en/of gashoudend ge
steente aan te treffen."
We zeiden, dat het ons speet, dat
de natuur- het zo moeilijk voor de
geologen had gemaakt.
„Geeft niets, meneer", zei de in
genieur, „de geleerden hebben me
thoden genoeg bedacht om de olie
toch aan moeder aarde te ontfutse
len."
„Maar gaat u eens mee, met onze
onderzoekers, van de „koude grond",
dan kunt u met eigen ogen zien hoe
dat allemaal te werk gaat en behoeft
u uw1 lezers niet af te schepen met ge
leerde termén, die u zelf ook maar
half snapt."
Onze hulpeloze interrupties waren
hem dus toch niet ontgaan.
IN HET VRIJE VELD
„Dit is nu een gravimeter", zei
enige tijd later een jonge geoloog te
gen uw verslaggever, ergens in het
Zuid-Hollands polderland.
Het was een bijna zomerse dag,
maar de wind die over de warme
weidegrond streek, geurde naar de
naderende herfst.
Even volgden wij met de ogen een
wolk spreeuwen boven een boerderij.
„In totaal hebben we nu sinds
1935 zo'n dikke 17.000.zwaartekracht
metingen verricht. Dat is in 't gehele
land gebeurd met uitzondering van
Limburg en oostelijk N.-Brabant.
We trokken de ogen omlaag van de
spreeuwenzWerm en zagen een toe
stel met zeer fijne ledematen. De
fijne instrumenten maakten mogelijk,
dat de zwaartekracht met zo groot
mogelijke nauwkeurigheid gemeten
wordt.
„Kijk", legde de geoloog uit, „men
baseert dit werk op het soortelijk
gewicht der gesteenten, die bij uit
eenlopende ouderdom niet overal ge
lijk is. Zo draagt een ouder, meestal
zwaarder gesteente, meer tot de to
tale zwaartekracht bij dan een licht,
meestal jonger gesteente. Zijn er nu
plaatsen waar dat zwaardere ge
steentje dichter bij het aardopper
vlak komt dan een jonger, dan is
daar derhalve een vergroting van de
totale zwaarekraoht te verwachten.
In een gebied, waar de oudere „op-
welvingen" verborgen zijn door een
dikke laag vlakke jongere gesteen
ten, zoals in Nederland veelal het
geval is, kan men dus de „anticlina-
len" in de oude en onzichtbare la
gen vinden door overal zeer nauwkeu
rig de zwaartekracht te meten met
behulp van dit apparaat. Waar deze
zwaartekracht het grootst is, mogen
de deskundigen zo'n „anticlinaal"
verwachten."
„En in een anticlinaal, zo'n opwel-
ving van het gesteente diep onder de
klei, het veen of de zandgrond, is de
mogelijkheid van aardloie aanwezig,
OLIE
welke in de formaties kunnen voor
komen in bedwang te houden.
Mochten in aangeboorde lagen
drukken worden ontmoet, waarbij
het gewicht van de kolom spoeling
in het boorgat toch onvoldoende zou
zijn, dan kan het boorgat onmiddel
lijk worden afgesloten door hydrau
lisch bediende explosie-afsluiters,
welke boven elk boorgat zijn gemon
teerd. Op diepboringen zijn drie van
deze afsluiters aangebracht.
Hoe diep?
Nog één vraag stelden wij: „Hoe
diep boort u eigenlijk?"
„De gemiddelde diepte, waarin wij
boren is gemiddeld anderhalve kilo
meter. Dat varieert uiteraard nog
wel eens. Ik herinner me, dat we bij
Groningen nog wel op een diepte van
een dikke drie en een halve kilome
ter geboord hebben. De boorputten
bij Schonebeek in Drente echter
gaan niet dieper dan 7 a 800 meter.
Eindelijk olie!
De „ja-knikker" doet onafgebroken
zijn werk.
Het feit dat de Nederlandse Aard
olie Maatschappij (N.A.M) haar acti
viteit op het gebied van de aardolie
winning thans ook uitstrekt tot de ge
bieden rond Rotterdam, Dejft en Den
Haag, was voor ons aanleiding een
uiteenzetting van deskundige zijde
te vragen over het werk, dat door de
N.A.M. verricht wordt ter onderzoe
king.
Links boven ziet u een boortoren. De
korenoogst heeft plaats gemaakt voor
een rijke oogst aan aardolie. (Olie
veld Schoonebeek).
Rechts boven en midden onder. De
verhuizing wordt ingelaten.
Exploratieboringen in Nederland.
dem van dit gat een lading dynamiet
aanbrachten.
Op een rij hebben wij de zeer ge
voelige seismometers opgesteld aan
weerszijden van dit gat".
„Hier heeft u er één". Inderdaad
zagen wij 'zo'n donker instrument
.staan.
„De trillingen, die na de ontplof
fing ontstaan, worden na terugkaat
sing van de verschillende aardlagen
door dit instrumentje omgezet in
sLroomtrillingen.
„En waartoe dienen dan al die ka
bels", vroegen wij. Over het hele ter
rein lag als een machtig spinneweb
een kabelnet uitgespreid.
„De kabels leiden de trillingen
naar het centraal opgesteld instru
ment, daarginds, waar tenslotte een
foto van deze trillingen, de z.g. seis
mogram gemaakt wordt. Dit is in
feite dus een registratie van de ont
ploffing en de ontstane echo".
„Op deze wijze", aldus onze leids
man, „zal het mogelijk zijn het ver
loop van de onzichtbare aardlagen
in kaart te brengen".
Later' hoorden wij nog, dat de N.
A. M. sinds 1947 tienduizenden seis
mogrammen heeft opgenomen langs
schotlijnen over geheel Nederland
met een totale lengte van 7300 km.
We nemen aan, dat alle plooitjes en
golven, heuvels en dalen in de huid
van vrouwe Holland nu wel aan de
geologen bekend zijn.
WIJ KWAMEN in het grote B.P.M.-
gebouw in Den Haag te lande, te
genover een ingenieur, die ons aan
keek alsof we naar de uitkomst van
één maal één hadden gevraagd.
„Gezien de gecompliceerdheid van
de Nederlandse bodem is het een
gelukkige omstandigheid, dat syste
matische opsporing van aardolie en
aardgas hier te lande heeft kunnen
profiteren van de ontwikkeling van
de moderne, z.g. geophysische seis
misch onderzoek, waarmede elders in
de wereld in de jaren 1930 de eer
ste bemoedigende resultaten wer
den verkregen", zei de ingenieur bij
na in een adem, terwijl hij keek als
of hij aan zjjri kruidentuintje dacht.
Onze bescheiden interrupties negé
rend ging hij vóórt;
„Wanneer u echter denkt, dat de
deskundigen, na op deze wijze de bo
dem te hebben bestudeerd, vervol
gens direct weten of aardolie of
aardgas aanwezig is, hij wees ons
plotseling aan met een betraffende
vinger slaat u de plank mis, ver
mis.
Aanwijsbaar zijn olie of gas niet.
Wel kan men door toepassing van de
genoemde methode de plaats aange
ven waar men vermoedelijk kans
EEN TIJDJE LATER zijn we eens
een kijkje gaan nemen bij de
boortorens in de buurt van Rijswijk.
Inmiddels was de herfst een eind ge
vorderd.
Het kleine tankje van het patro-
leumkacheltje op onze kamer herin
nerde ons aan de reportage over de
Nederlandse oliebronnen, die nog in
het vat zat. Eigenlijk hadden wij het
literblikje wel mee willen nemen.
„Bij die duizenden liters, die men
uit de Rijswijkse bodem zuigt, zal
men een paar liter wel niet missen",
dachten wij. Achteraf bleek, dat het
maken van een aftapping wel wat
moeilijkheden gebracht zou hebben.
Bovendien komt er nog wel wat „raf
finement" §ian te pas voor de ruwe
aardolie voor het kamerkacheltje ge
schikt is.
Eiffeltoren In miniatuur.
„KIJK DAAR HEB JE ONZE OLIEBRONNEN!" Mensen, die met de trein
Delft voorbijdenderen, wijzen het elkaar aan. Zij zien de hoge boortorens
en de eeuwig-brandende vlam.
Ook koeien kijken er naar. Rustig herkauwend. Zij zijn al gewend ge
raakt aan de vreemde, doorzichtige bomen, die uit de sappige weidegrond
zijn opgerezen.
Nederland wint aardolie uit eigen bodem. Hijgend en zuchtend brengen
de „ja-knikkers" ergens heel diep vandaan het kostelijke vocht, levenssap
van de moderne wereld, naar boven.
Jn Nederland werden van 1937 tot eind 1953 in totaal 137 exploratie
boringen verricht. Zij hadden tot resultaat dat in 1944 het Schoone-
beek-veld werd aangetoond, waar tot heden ca 300 putten werden geboord.
De productie van het veld, welke in het lopend jaar 900.000 ton aardolie zal
bedragen, dekt ca. 25 van de Nederlandse behoefte aan aardolie-producten.
Voorts werden tussen 1948 en 1953 naast de aardolie enkele gasvond-*
sten gedaan in de provincie Drente en Overijssel en werd sinds Septem-.
bcr 1953 aardolie in kleine hoeveelheden in het Westen van ons land
aangetoond bij Rotterdam, Delft en Rijswijk.