HEI GEHEIM Villi Een zenuwslopend politie-examen bewees dat de bestuurder van auto „drankvast" was Doodsoorzaak van de doktersvrouw veroorzaakte weer 'n medisch debat Hersentumor niet onmogelijk maar niet waarsc .ijnlijk Ongelovige hospita stuurt zes mannen met 'n autoped rond het IJsselmeer Zullen de Arnhemmers in de toekomst spelenderwijs Engels gaan leren? VRIJDAG 12 NOVEMBER 1954 DE LEIDSE COURANT DERDE BLAD PAGINA 1 Tweede procesdag Berkelse moordzaak in Hoger beroep Nadat gistermorgen de president I moordenaar, zijn alle verklaringen te- van het Haagse gerechtshof de 48-ja-1 gen mij", zeide verdachte. rige arts uit Bergschehoek, die de overlijdensacte opgemaakt had na de dood van de doktersvrouw uit Berkel. medegedeeld had, dat hij weinig waarde kon hechten aan een zo op pervlakkige overlijdensacte, en de arts met een kort knikje hiervoor begrip had getoond, moest de presi dent deze getuige even later in be scherming nemen tegen een te ver doorgevoerde ondervraging door de verdediger van de Berkelse arts, mr. Huygens. Mr. Huygens vuurde een groot aan tal vragen af op getuige, die tenslot te bijna geen antwoord meer gaf. De president schoot te hulp en kal meerde enigszins de heftigheid van het stellen der vragen door de ver- diging. „Inderdaad", zo gaf getuige toe, „had ik beter als doodsoorzaak onbe kend op kunnen geven, maar zoiets le vert altijd complicaties op." Met een korte opmerking maakte de president een einde aan het on dervragen van deze getuige. De arts uit Pijnacker, die de dood- schouw had verricht de dag na het overlijden van het slachtoffer, liet niets wijzigen in zijn oorspronkelijke verklaring. Getuige had gezegd dat verdachte ongevraagd hem had gezegd dat hij kinine poeders aan zijn vrouw had gegeven als eetlust-opwekkend mid del. Theatraal. Verdachte deed toen zeer theatraal, vond getuige. Hij had gezegd „Nou, willen ze me beletten voor mijn kindertjes te zor gen." De houding van verdachte had getuige enigszins schichtig gemaakt. Aanvankelijk had verdachte er niet veel voor gevoeld in te gaan op het voorstel sectie te doen verrichten. Naderhand had hij toegegeven. Al gemeen was bekend, aldus de verkla ring van deze getuige, dat het slacht offer aan een hersentumom leed. Het verwonderde getuige daarom zeer van de arts van het ziekenhuis waar het slachtoffer was behandeld, te ver nemen dat er ondanks zeer diep gaand onderzoek geen tumor was ge constateerd. Lange tijd werd er over gesproken, waarom verdachte aanvankelijk had verzwegen, dat hij zijn vrouw kinine ads eetlust-opwekkend middel had ingegeven op de avond van het overlijden. „Ik heb er wel over gesproken", zeide verdachte nu; maar getuige kon zich hiervan niets herinneren. Getuige had later een nieuwe over lijdensverklaring opgemaakt waarin hij had geschreven dat de doodsoor zaak onbekend was. Wederom tegenspraak. Voor het hof werd hierna gehoord, de 46-jarige arts van inwendige ziek ten uit Rotterdam, die het slachtoffer had behandeld en ter observatie had laten opnemen in het St. Franciscus ziekenhuis te Rotterdam. Dit ge schiedde enige maanden voor het Overlijden. Zowel hij als een collega waren, na langdurig onderzoek, de conclusie gekomen, dat mevrouw niet leed aan een hersentumor. Des ondanks bleef verdachte volharden in zijn bewering dat zijn vrouw een gezwel in de hersenen had. Op 7 September 1952 had verdach te getuige opgebeld. Hij zeide toen dat zijn vrouw er zo slecht aan toe was, dat hij haar maar wilde laten be dienen. „Zei hij bedienen of laatste Sacra menten?" vroeg de president. „Hij zeide bedienen", antwoordde getuige. „Verdachte, wat zei u?'\ vroeg de president. „Ik zei laatste Sacramenten." „Dit is dan de tweede getuige, die u tegenspreekt, hierin'" „Sinds ik ben gedoodverfd als ,Dus u vindt dat de getuigen meineed hebben gepleegd?" „Nee, dat niet, maar misschien zegt men dit alles onbewust". Uitleg. „U ziet dit alles verkeerd, ver dachte", zeide de president. „U hebt gisteren er over gesproken, dat de rechtbank u partijdig heeft behan deld. U verwart misschien partijdig heid met onvriendelijkheid. Maar dit komt, verdachte, omdat u dwars inspreekt tegen getuigen; zelfs tegen ernstige getuigen. Dan ontstaat een zekere geïrriteerdheid, waardoor men minder vriendelijk tegen u is. Mis schien verwart u ook daardoor de onvriendelijkheid bij de rechtbank met partijdigheid. Gaat u nu maar weer zitten". Het hof behandelde, vervolgens, de verklaring van de Rotterdamse arts, waarin o.m. de behandeling van het slachtoffer werd besproken, welke tot resultaat had gehad dat er geen tu mor was geconstateerd. Theoretische mogelijkheid. De eerste getuige-deskundige tij dens de middagzitting was de 38-ja rige neuroloog dr. T. F. Berkvens uit Rotterdam. Deze had in de zomer 1952 het slachtoffer onderzocht ir het St. Franciscus-ziekenhuis te Rot terdam, en daarbij wel speciaal haar hoofd. Hij had geen enkele aanwy zing gevonden, welke op een gezwel in de hersenen zou kunnen duiden. Daarom had hij ook argwaan opge vat toen hij eind September 1952 ver nam dat de vrouw was overleden tengevolge van een epileptische aan val, die door een tumor veroorzaakt zou zijn. Dr. Berkvens, zo stond in diens ver klaring, had een zeer diepgaand on derzoek verricht, omdat hij de grote angst, die verdachte steeds liet blij ken, voor een tumor, wilde wegne men.' Er blijft theoretisch natuuurlijk al tijd de mogelijkheid, dat een gezwel niet is geconstateerd, had dr. Berk vens gezegd. „Op de conditie, dat alles mogelijk is, wil ik aannemen, dat de dokters- vrouw inderdaad aan een tumor in de hersenen overleden kan zijn" meende dr. Berkvens. Uit zijn woorden bleek duidelijk, dat deze mogelijheid door hem niet groot wordt geacht. Er zou natuurlijk een plotselinge insult kunnen zijn ingetreden we gens een diffuse hersentumor. Inwen dige bloedingen zouden dan ontstaan en onverwachte dood is dan mogelijk. Lange tijd besprak het hof deze kwestie met de deskundige, waarbij o.m. de verschijnselen voorafgaande aan een plotselinge dood door hersen tumor ter sprake gebracht werden. „Ik was niet van gevoelen, dat de psychische structuur van het slacht offer zo was, dat een zelfmoord bin nen korte tijd zou kunnen worden verwacht", had dr. Berkvens in zijn verklaring gesteld. Geen zekerheid. „Electro-encephalographie en lucht- encephalograpjiie zijn twee methodes van hersenonderzoek", las de presi dent voor uit het rapport van de neu roloog en dit citaat sloot een lang durig vraaggesprek tussen de presi dent en de neuroloog over deze me- disch-technische wetenschap af. Mr. Huygens haalde hierna de neu- roloog-psychiater dr. E. E. H. M. Hoelen uit 's-Gravenhage voor de getuigenbank naast dr. Berkvens. Het ging hier om de vraag of het voldoende was geweest dat er alleen een lucht-encephalogram was ge-' maakt. Dr. Hoelen zeide, dat het jam mer was dat in dit geval geen elec- tro-ensephalogram was gemaakt. „Zekerheid krijgt men natuurlijk nooit", zeide dr. Berkvens, „wij kun nen slechts zeggen, dat wy niets ge vonden hebben". „Kunt u het standpunt van mijn cliënt billijken, dr. Hoelen", vroeg mr. Huygens, „dat hij enige tijd de zaak wilde aanzien, toen hij niet te vreden was met het resultaat van het onderzoek in Rotterdam?" ,Dit kan ik mij levendig voorstel len". .Kent u voorbeelden", vroeg mr. Huygens, „van diffuse hersentumors die een plotselinge dood veroorza ken, dr. Hoelen?" ,0, ja, ik ken verscheidene van deze gevallen". „Dan was het toch eigenlijk wel gevaarlijk dat verdachte even de zaak heeft afgewacht?", vroeg de presi dent. „Ja, maar ik kan me toch wel voor stellen dat een huisarts, die op dit gebied niet gespecialiseerd is, toch even de zaak aankijkt", zeide dr. Hoelen. „Als verdachte nu na Rotterdam bij u was gekomen in uw kliniek, zou u dan nog hebben afgewaoht?" vroeg de president. „Nee, dan zou ik zeker niet meer hebben gewacht", antwoordde dr. Hoelen. Medische achterdocht. „Sproot uw achterdocht, dr. Berk vens", vroeg mr. Van 't Hoff Stolk, „voort uit medische overwegingen of ontstond deze uit andere gronden?" „Het leek mij zeer onwaarschijn lijk dat de dokters vrouw zo snel en onverwacht moest sterven", ant woordde de neuroloog. „Ik geloof dat de achterdocht geworteld zat in me dische gronden". Mr. Huygens stelde vervolgens vra gen op medisdh terrein tot dr. Berk vens. Daarbij bleek o.m. dat de mening van dr. Berkvens niet gelijk was aan die van dr. Hoelen. De eerste meent nl. dat, als een lucht-encephalogram geen tumor registreert in de herse nen, de kans gering zou zijn dat deze v/el zou worden gevonden met an dere middelen, zoals b.v. een elec tro-encephalogram. Dr. Hoelen verklaarde echter dat een tumor waarschijnlijk wel zou worden gevonden met electro-ence phalogram. Een 53-jarige huisvrouw uit Ber kel, wier dochtertje was gestorven aan een hersentumor, werd vervol gens als getuige gehoord. „Moeilijk contact". Mr. Huygens stelde zich vlak voor deze getuige op, hetgeen de presi dent de vraag ontlokte: „Denkt u misschien dat getuige doof is?" „Nee, mijnheer de president, ik ben bij deze vrouw thuis geweest en het is erg moeilijk contact met deze vrouw te vinden." „Och, ik heb er ook eigenlijk geen bezwaar tegen dat u daar blijft staan", vond de president. Langzaam sprekend en steeds her halend, vroeg mr Huygens naar de dood van de dochter van getuige. „Heeft de Berkelse arts niet tegen u gezegd toen hij uw dochter had onderzocht dat het er niet mooi voor stond met haar, dat uw dochter naar de hogere heren in Rotterdam moest? Is het meisje toen daarna niet in Rotterdam vruchteloos onder zocht en later teruggekeerd? En weer later in haar hersenen geopereerd? En werd zij daarna niet beter? Later is het meisje toch gestorven aan een hersentumor." Getuige beantwoordde al deze vra gen met „ja". Dr. Hoelen werd hierna onder vraagd door de verdediger omdat hij de ziektegeschiedenis van het meisje had bestudeerd. De zenuwarts Th. v. d. Werf uit Rotterdam vervolgens door mr. Huy gens ondervraagd, beriep zich op z'n ambtsgeheim en kon vrij snel de ge- tuigenstoel verlaten, waarna te om streeks 4 uur de president de zitting tot Zaterdag schorste, daar het ge bouw van de Hoge Raad, waar het proces gevoerd wordt, Vrijdags niet beschikbaar is. Maandag klinkt startsein „Als ik wil", zo vertelde enige tijd geleden de potige kaasmaker A. Boonstra uit St. Maartensvlotbrug aan mevrouw Lambarts, die zijn vry- gezellenleven verricht door 't opma ken van zijn bed en het stoppen van zijn sokken, „rijd ik makkelijk met een autoped van Amsterdam naar Friesland. De toegesproken hospita was min der overtuigd dan haar kostganger en na een hevig debat, waarin mo gelijk- en moeilijkheden aan een nauwkeurige beschouwing werden onderworpen, besloot e kaasmaker zijn hospita met daden te bewijzen, dat zijn woorden niet ijdel waren. „Ik rijd op een autoped van St. Maartensvlotbrug naar Oosterwilde", verzekerde hij de ongelovige dame en de volgende dag besprak hij de weddenschap met zijn collega's. Bondgenoten. De zuivelfabriek werd in twee kampen verdeeld en na korte strijd kwamen 5 mannen, wier leeftijd va rieert tussen de 18 en 35 jaar, tot de ontdekking, dat zij in het heetst van de strijd de uitdaging aanvaard had den om met de wedlustige kaasmaker mee te gaan op zijn autopedtooht. De directie van de zuivelfabriek raakte ook al onder de indruk van de gebeurtenissen en gaf de auto ped-enthousiasten een week extra- vacantie om het experiment ten uit voer te brengen. Training. Maandag a.s. zal de aulopedrace een aanvang nemen. In de laatste da gen hebben de wedders met bloed, zweet en tranen geoefend in de dui nen en zij menen, dat zij „in goede conditie" zijn. Om alle pessimisme volledig de kop in te drukken, hebben zij beslo ten niet alleen naar Friesland te gaan, maar zij maken er een tocht van rond het gehele IJsselmeer. De route bedraagt in het geheel 400 km. en de mannen zijn van plan, deze af- Ongeluk niet door alcohol veroorzaakt „T ropen-training" Uitvoerige medische rapporten zijn gistermiddag voor de Amsterdamse rechtbank voorgelezen over een automobilist, die er van verdacht wordt dronken achter het stuur te hebben gezeten, doch zich hardnek kig heeft verweerd met het betoog, dat hij door het jarenlange regel matig gebruik van sterke drank in Indonesië veel meer weerstand tegen alcohol heeft dan de gemiddelde man. Inderdaad kwamen de medici na een voor de verdachte zenuwslopend examen, waarbij het er voor hem om ging of hij de tegen hem geëiste 1 maand gevangenisstraf zou krijgen of niet, tot de conclusie, dat de man „in belangrijk mindere mate be- invloed wordt door het gebruik van alcoholhoudende dranken dan andere mensen". Aanleiding tot deze rechtszaak was een vrij ernstige aanrijding op 19 December van het vorig jaar, toen de verdachte inderdaad bij nevelig en regenachtig weer bij Hilver sum met zijn wagen op een langs de slecht verlichte weg geparkeerd staande vrachtwagen botste. De vrachtwagen bleek van achteren niet verlicht te zijn, terwijl de reflectoren met modder bedekt waren. De naast de verdachte zittende medepassagier liep een verwonding aan de schedel op, werd naar het ziekenhuis ge bracht en overleed enkele dagen la ter, echter niet als gevolg van de bij de aanrijding bekomen verwonding,, doch omdat hij in het ziekenhuis longontsteking kreeg. „Vaste gang". De bestuurder zelf werd door de politie mee naar het bureau geno men. „Hij riekte naar sterke drank", zei gisteren een hoofdagent als getuige, „doch wij hebben hem toch naar huis laten gaan, want ondanks het resul taat van de bloedproef (1.75 pro mille), dat hoog genoemd kan wor den, maakte hij op ons een normale indruk; hij liep b.v. met een volko men vaste gang". Zijn proces was in April j.l. aan gehouden. De officier had 1 maand geëist, doch de rechtbank wilde ver dachte in de gelegenheid stellen te bewijzen, dat hij een groot aantal borrels kan drinken en dan toch nog in staat is om zijn wagen te besturen. Sommetjes-test viel mee. Zo werd de verdachte tot tweemaal toe Js morgens op het politiebureau ontboden, waar rhen hem zonder eten 's middags in 2x/$ uur tijd 9 borrels liet drinken, nadat medici hem aller lei intelligentie en behendigheids- proeven hadden afgenomen. Deze werden na de 9 borrels herhaald en verdachte maakte wel meer fouten, doch minder dan men verwacht had. Gisteren persisteerde de officier van justitie niettemin bij zijn eis van 1 maand. Aangezien verdachte reeds 10 maanden zijn rijbewijs mist, vroeg hij slechts nog voor de tijd van 2 maanden ontzegging uit de rijbe voegdheid. „Laat deze man nu opnieuw bor rels drinken", bood de raadsman aan, „en leg hem dan geen reken sommetjes voor, doch zet hem in een auto met dubbele besturing en laat een deskundig autobestuurder con troleren of hij nog rijden kan. Want rijden is Zijn vak, niet het afleggen van kleine reactie- en intelligentie tests". De verdedigen hield met nadruk vol, dat de omstandigheden bij het ongeluk duidelijk waren: Iedere vol komen nuchtere automobilist kon te gen de onverlichte vrachtwagen zijn op gereden. Dat dit zijn cliënt was overkomen had niets met de drank te maken. Hij vroeg vrijspraak. Op 25 November a.s. volgt de uit spraak. stand binnen 6 dagen af te leggen als men bedenkt, dat de gemiddelde snelheid van een autoped 10 km. per uur is, betekent dit 40 uren steppen. Baby-Tour. Net als bij de „Tour" zijn er voor iedere dag trajecten uitgezet en ook de volgauto's met reservesteppen, voeding en reservebanden zijn aan wezig. De tocht zal worden afgelegd op gewone kinderstepjes, waarvan alleen het stuur op „manshoogte" is ge bracht. Maandagmorgen zal de ongelovige hospita om half acht de startvlag zwaaien; als alles volgens wens gaat, zullen de autopedisten volende week Vrijdag als zegevierende strijders de laatste etappe beëindigen. Gevangene ontsnapte bij Haagse bushalte Een verpleegde uit een Schevening- se inrichting, die wegens verschillen de misdrijven ter beschikking der re gering is gesteld, heejt gisteren kans gezien bij een bushalte te Den Haag zijn bewaker te misleiden en in het duister te verdwijnen. De man had toestemming gekre gen om in gezelschap van een bewa ker een bezoek te brengen aan zijn familie te Delft, daar in het gezin een ernstig ziektegeval zijn over komst gewenst maakte. Op de terugreis naar Scheveningen wist de man zich bij een Haagse bus halte, waar op vervoer naar Scheve ningen werd gewacht, van zijn be waker los te rukken en in de duister nis te verdwijnen. Nasporingen- zijn tot nu toe vruchteloos geweest. RUIM 40 PERSONEN GEDUPEERD DOOR EFFECTENKANTOOR. In verband met het verdwijnen van de directeur van het effecten kantoor aan de Marktstraat te, Gro ningen, dat thans gesloten is, verne men wij nader dat het onderzoek heeft uitgemaakt, dat er malversaties gepleegd zijn tot een bedrag van on geveer 150.000. De verdwenen directeur, de heer A. A. V. heeft 'n groot aantal bij zijn kantoor in bewaring gegeven effec ten herverpand bij diverse corres pondenten van het kantoor. Deze correspondenten zijn als pandhou ders gerechtigd tot executie over te gaan als V. zijn verplichtingen niet meer kan nakomen. Door deze malversaties zijn ten minste ruim 40 personen gedupeerd, waarvan één zelfs is benadeeld voor een bedrag van meer dan f 40.000. Bij het onderzoek is voorts aan het licht gekomen, dat de directeur ook ongeveer 14.000 aan kasgeld in zijn bezit heeft. Over zijn verblijf verkeert men nog steeds in het on gewisse. De medewerking van de ge hele Nederlandse politie is ingeroe pen om de verdwenen directeur te vinden. Raad bezint zich nog De „tweetaligheid" van Arnhem, ontsproten aan het brein van het P. v. d. A.-lid de heer H. H. Koch, is andermaal ter tafel gekomen, nadat hierover reeds was beraadslaagd in een raadsvergadering op 23 Februari j.l. toen werd toegezegd, dat zou worden getracht in een nota aan te geven of en zo ja, welke mogelijk heden er zijn om tot een practische oplossing van het vraagstuk te ko men. Die nota is thans verschenen en als mogelijkheden ter verwezenlijking van de „tweetaligheid" worden ach- tereenvoigens genoemd het stimule ren van het volgen van cursussen in de Engelse taal door volwassenen, het brengen van een „tweetalige sfeer" in de stad door middel van aanduidingen en aankondigingen, als mede het geven van „onderwijs" in het Engels aan leerlingen van de lagere scholen. Engels komt het meest in aanmer king om als de gemeenschappelijke Europese taal te worden beschouwd. Voor de overheid wordt gedacht de eigen verkeersaanduidlngen naar be paalde pleinen en punten in de stad mede te voorzien van een opschrift in het Engels. Ook culturele evenementen zou den in het Engels kunnen worden aangekondigd. Met „onderwijs" wordt niet bedoeld het onderwijs, zoals dit door school en cursus pleegt te wor den gegeven, maar ook het doen spre ken en verstaan van een vreemde taal. Het Arnhems gemeentebestuur is bereid na te gaan of op lagere scho len, ev. ook kleuterscholen, bij wijze van proef niet een begin kan wor den gemaakt met dit „onderwijs" na schooltijd. Op 18 November a.s. zal men zich over deze aangelegenheden uitspreken. ^de 7 wijzerplaten^ door AGATHA CHRISTIE 16) „Dat is verduiveld gek, Stevens. Verduiveld gek! Hoor eens, hoe laat kwam ik gisterenavond thuis?" „Tegen vijf uur mijnheer". „En was ik... hm... merkte je niets aan me?" „U was nogal vrolijk mijnheer, meer niet. U wilde Rule Britannia zingen". „Dat is iets bijzonders", zei Jimmy. „Rule Britannia, zei je? Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit Rule Bri tannia zou zingen als ik nuchter was. Een beetje slapende vaderlandsliefde moet te voorschijn gekomen zijn on- der een prikkel van... hm... een paar 'te veel. Ik heb gefuifd ik herin ner me dat in „Mosterd en Veld sla". Niet zo'n onschuldige plaats als je zou denken Stevens". HU zweeg. „Ik vraag me af..." „Ja mijnheer?" „Ik vraag me af, of ik door de boven genoemde prikkel soms een adver tentie in de krant gezet heb voor een kindermeid of iets dergelijks". Stevens knikte. „Twee meisjes, die daar; op komen. Dat lykt me vreemd. Ik zal voortaan „Mosterd en Veldsla" schuwen. Dat is een goed woord Stevens, schu wen; dat kwam ik laatst tegen in een kruiswoordpuzzle en het viel in mijn smaak". Onder het praten kleedde Jimmy zich vlug aan.. Na tien minuten kon hij zyn onbekende gasten te woord staan. Toen hij de deur van zijn zit kamer opende was de eerste die hij zag een donker slank meisje, dat hy absoluut niet kende. Ze stond tegen de schoorsteen geleund. Toen keek hij naar de grote, leren fauteuil en zijn hart klopte sneller. Loraine! Ze stond op en begon te spreken, eerst een beetje zenuwachtig. „U zult wel heel verwonderd zyn mij te zien. Maar ik moest komen. Ik zal het u aanstonds uitleggen. Dit is Lady Eileen Brent". „Bundie word ik gewoonweg ge noemd. U hebt Bill Eversleigh waar- schynlijk wel eens over me horen spréken". „O, ja natuurlijk", zei Jimmy, ter wijl hy trachtte zich in de situatie terecht te vinden. „Gaat u zitten en laten we een cocktail gebruiken of iets anders". Maar de beide meisjes bedankten. „EerlUk gezegd", vervolgde Jimmy, „ben ik pas op". „Dat zei Bill ook", merkte Bundie op., ,Tk zei hem, dat ik naar u toe ging en hij zei dat u nog niet op zoudt zijn". „Nu, ik ben nu toch op", zei Jimmy aanmoedigend. „Het gaat over Gerry", zei Loraine. „En nu over Ronny" „Wat bedoelt u met „En nu over Ronny". Hy werd gisteren doodgeschoten. ,,Wat?" riep Jimmy. Bundle deed voor de tweede keer haar verhaal. Jimmy luisterde als in een droom. „Die ouwe Ronny doodgeschoten", mompelde hij. „Wat is dat toch voor verduivelde historie!" Hij ging op het randje van zijn stoel zitten, dacht een minuut of wat na en zei toen op rustige effen toon: „Er is iets dat ik geloof, dat ik moet vertellen". „Ja", zei Bundie aanmoedigend. ,,Het gebeurde op de dag, dat Gerry Wade gestorven is. Toen we op weg waren u het nieuws mede te delen". Hij knikte tegen Loraine. „In de wagen zei Ronny iets tegen me. Dat wil zeggen hy begon me iets te vertellen. Er was iets dat hij me wilde zeggen en hij begon ermee en toen zeide hy dat hij door een belofte, gebonden was en niet verder kon gaan". „Gebonden door een belofte?" zei Loraine nadenkende. „Dat zei hy. Natuurlyk drong ik toen niet meer aan. Maar hij deed de hele tyd raar verduiveld raar. Ik kreeg de indruk, dat hij vermoedde, dat... enfin dat er misdaad in het spel was. Ik dacht dat hy het wel te gen de dokter zou zeggen. Maar nee, hij zinspeelde er zelfs niet op. Dus ik dacht dat ik me vergist had. Ën na derhand scheen het heus een heel duidelyk geval. Ik dacht dat myn verdenkingen onzin waren". „Maar denkt u dat Ronny toch ver denkingen had". Jimmy knikte. ,,Dat denk ik nu tenminste. We hebben hem immers geen van allen meer gezien. Ik geloof dat hij op zijn eentje de zaak onderzocht dat hij probeerde de oorzaak van Gerry's dood te vinden en sterker, ik geloof dat hij die vond. Daarom schoten die ploerten hem dood. En toen probeer de hy het my te laten weten, maar kon de woorden er niet uit krygen. „Zeven Wijzerplaten", zei Bundie en huiverde lichtelyk. „Zeven Wijzerplaten", zei Jimmy ernstig. „Daar kunnen we in ieder geval op doorgaan". Bundie keerde zich naar Loraine. ,,U wilde me j/ist vertellen". „O ja, eerst over de brief". Ze sprak tegen Jimmy. „Gerry heeft een brief achtergela ten. Lady Eileen..." „Bundie". „Bundie heeft hem gevonden". Zy legde de omstandigheden in enige woorden uit. „Jimmy luisterde ten zeerste geïn teresseerd. Hy hoorde voor het eerst van die brief. Loraine nam hem uit haar tasje en gaf hem aan Jimmy. Hij las hem en keek haar toen aan ...U kunt ons hier helpen. Wat wilde Gerry dat u vergat?' Loraine's voorhoofd rimpelde zich van verwarring. „Het is zo moeilyk om me dat nu precies te herinneren. Ik opende bij j vergissing een brief van Gerry. Hij I was op goedkoop papier geschreven, herinner ik me, met zeer onduidelijk schrift. Bovenaan stond een adres in Zever Wijzerplaten. Ik bemerkte dat hij niet voor mij bestemd was dus stak ik hem terug in de enveloppe zonder hem te lezen". „Heus?" vroeg Jimmy heel voor zichtig. Voor 't eerst lachte Loraine. „Ik weet wat u denkt en ik geef toe, dat vrouwen inderdaad nieuwsgierig zyn. Maar weet je hij zag er hele maal niet interessant uit, het was een lijst van namen en datums". „Namen en datums", zei Jimmy peinzend. „Het scheen Gerry niet veel te kunnen schelen", vervolgde Loraine. „Hij lachte. Hij vroeg of ik ooit van de Mafia gehoord had en zei dat het zonderling zou zijn als er zo'n genoot schap als de Mafia in Engeland zou gesticht worden maar dat dat soort geheime genootschappen niet veel succes had bij het Engelse volk. On ze misdadigers hebben geen levendi ge fantasie". Jimmy vertrok zijn mond of hij wilde gaan fluiten. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 5