Hartelijkheid van de Canadees maakt begintijd minder moeilijk NEEM UIT DE GULLE HAND Ervaringen in den vreemde RU ROL MATROOSJES IN ROK DEFILEERDEN TE AMSTERDAM ZATERDAG 23 OCTOBER 1954 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 N' 'IEMAND ZAL ER NOG AAN TWIJFELEN, dat emigratie voor de thuis blijvers meer betekent dan het vertrekken van duizenden landgenoten in-ar de andere zijde van de oceaan, waardoor binnen de nauwe grenzen» van het vaderland weer een klein beetje ruimte komt. Het is immers niet zó, dat men de mensen op een schip brengt en denkt: Verder zoek je het zelf maar uit! Vele instanties gaat het lot van onze emigranten ter harte en gelukkig hebben we ook katholieke organisaties, die contacten overzee heb ben. Niemand behoeft onvoorbereid naar de vreemde te gaan. De moeilijk heden en de mogelijkheden, welke in het nieuwe vaderland op hem wach ten, zal hij bij een ernstige voorbereidingniet onverwacht ontmoeten. Reeds maanden voor de emigrant met het passage-biljet in zijn portefeuille naarf de vertrekhaven reist, heeft hij een vrij duidelijk beeld van: „Hoe kan ik slagen". Deskundigen hebben hem dit bijgebracht. Ervaringen van pioniers en van geestelijken, die onder de immigranten werken, briefwis seling met overzee en studiereizen door de betreffende landen hebben het mogelijk gemaakt in Nederland goede voorlichtingscentra te stichten. Een van die centra is de Katholieke Centrale Emigratie-Stichting In het kan toor van deze stichting hadden wij deze week een onderhoud met mej. Schouten, een maatschappelijk werkster, die een studiereis door Canada heeft gemaakt. Zij vertelde ons haar ervaringen en gaf ons tevens een aan tal geschriften ter inzage, waaruit wij de navolgende facetten van het im- migrantenleven in Canada hebben geput. Over de overtocht zullen we niet veel schrijven. De scheepvaart-maat schappijen raken steeds beter inge steld op het emigranten-vervoer, zo dat men op de boot geen reden tot klagen heeft. Maar hoe het gaat nu by aankomst in Canada? Vol onrustige gevoelens zal men vermoedelijk voet aan wal zetten in het nieuwe vaderland. Van Neder land is men gescheiden door een oceaan en men staat ineens midden in „het nieuwe". Veel gelegenheid tot piekeren krijgt men niet. In de morgenuren begint de debarkatie en nog dezelfde dag vertrekt men per trein naar de plaats van bestemming. Voor de trein vertrekt, verzamelen de Canadese immigratie-ambtenaren de nodige gegevens. In het station van Halifax is een cantine, waar men goedkope maaltijden kan krijgen en het Roode Kruis heeft er zelfs een speciale kinderkamer. Het is een merkwaardige ervaring, om in zo'n immigrantentrein mee te rijden. Soms dendert de locomotief anderhalf uur lang door de onmete lijke vlakten en dan wordt er plot seling halt gehouden aan een pie tepeuterig stationnetje. Er stapt een gezin uit en terwijl de trein alweer vertrekt, ziet men nog juist, hoe een Canadese boer een beetje onwennig zijn verlegen knecht uit Holland be groet. BIJZONDER HOFFELIJK. Heel dikwijls zal het ijs spoedig ge broken zijn. Terwijl de Nederlander transpirerend een Engels zinnetje voor dagelijks gebruik uit zijn brein staat op te vissen, vertelt zijn baas hem vermoedelijk reeds, dat hij een aardig mondje Engels spreekt. De Canadees is bijzonder hoffelijk en tegemoetkomend. Als men spreekt over „het goede overnemen van het nieuwe land" dan kunnen de Neder landers ten aanzien van hartelijk heid en spontaneïteit direct college lopen. Velen zullen hierdoor een beetje overdonderd worden. Bij ons gaat het er over het algemeen nogal stug naar toe. Ook het standsverschil is er veel minder sterk geaccentueerd. Van de nieuwe Canadees vraagt dat enige zelfbeheersing. Een Nederlander is geneigd in zo'n vriendelijke omgeving een tikje te amicaal te worden en de juiste ver houdingen uit het oog te verliezen. Hij gaat zich soms met teveel dingen bemoeien. Een Canadees is soms te goedig, om daar direct over te val len en het gevolg daarvan kan zeer onaangenaam zijn Wie een vinger krijgt, moet nooit trachten de hele hand te nemen. TAAK VAN DE VROUW. De taak van de vrouw is in het im migrantengezin zeer zwaar. Er is ech ter nog een belangrijk verschil tus sen de steden en het platteland. Som mige gezinnen wonen vrij afgelegen, waardoor er niet zoveel mogelijkhe den zijn om met andere vrouwen in contact te komen. Voor een dergelijk contact moet overigens ook een zekere schroom overwonnen wordefl. De taal is hier bij het grootste obstakel. Bij de man ligt deze zaak enigs zins anders. Hij moet zijn werk doen en ontmoet daarbij uiteraard Cana dezen. Van het begin af moet hij zijn mondje Engels spreken. De vrouw voelt deze noodzaak minder sterk. Als zij contact zoekt met vrouwen uit de omgeving, moet zij ook Engels spreken, maar zij kan zo'n contact juist om de taal verwaarlozen. Zij is dus min of meer geïsoleerd en voelt de eenzaamheid van het nieuwe land zeer sterk. Haar man maakt kennissen op zijn werk, de kinderen hebben direct hun speelka- Foto links: In Nederland is het nog een min of meer ongewoon verschijn sel, de zelfbedieningswinkels, waar de winkeljuffrouw bijna geheel ver dwenen is en waar de klant helemaal koning geworden is, omdat hij mag remen, wat hij wil. In Canada is de zelfbedieningswinkel echter een ge woon verschijnsel en de foto laat een \an de grote bedrijven zien, waar de huisvrouwen wekelijks komen snuf felen om met een gevulde bood schappentas naar huis terug te ke ren. Rechts: Huizenbouw Is in Canada een kwestie van passen en meten; vlak na de Sinterklaastijd worüen duizenden jongetjes uren zoet ge houden met een legpuzzle of een me canodoos; in Canada is het echter geen spelletje, maar het gewone nuchtere dagelijkse leven en in snel treinvaart schiet zo'n praefabricage huis uit de grond en heeft de huise lijke haard weer een jasje gekregen. meraadjes, maar voor haar is het allemaal veel moeilijker en daarbij is ze het meest in de gelegenheid om te gaan tobben. Bovendien rust op haar de taak vaak in een zeer sobere behuizing voor huiselijk heid te zorgen. Man en gezin hebben dat Zij zal voorts gaan ontdekken het verschil in huishouden en ook in aan- raking komen met het afbetalings systeem. Allemaal zaken, waaraan men niet alleen moet wennen, maar waarbij men ook het juiste midden moet weten te houden. KANSEN GENOEG. Overigens mag men niet veronder stellen, dat de Canadese vrouwen een nieuwkomertje zonder meer afcn haar lot overlaten. Women's Institu tes, welke van regeringszijde worden gestimuleerd, doen al het mogelijke, om met de „new Canadians" in con tact te komen. Het is werkelijk aar dig om het overzicht van de activi teiten der districten door te lezen. Men merkt al spoedig, dat de Hol landse vrouwen haar duit in het zak- den ze wat vaderlandse gerechten' meegenomen. De Canadese dames proefden er van en volgens de dame, die het rapport samenstelde „smaak te het heerlijk en waren de aanwe zigen zeer blij met de recepten". In een andere plaats vertoonde een landgenoot films over Nederland. Zijn vrouw, die het costuum van haar geboortestreek droeg gaf commen taar. De overige Nederlandse fami lies vormden op deze avond een koor, dat vaderlandse liederen zong. Een dergelijke manier van optre den wordt bijzonder op prijs gesteld. De Canadezen stellen het op prijs, dat men zich niet onttrekt aan het ge meenschapsleven. Anderzijds verwacht niemand, dat men zich op stel en sprong voor hon derd procent Canadees voelt. In plaatsen, waar dat mogelijk is, be staan er Hollandse clubs, die zijn af gestemd op een geleidelijke in- groeiïng. Deze ontwikkeling van langzaam ingroeien vindt men sym bolisch terug in de naam van het blad voor Nederlandse immigranten, dat Compass heet en een Nederlandse ondertitel draagt: Onder Ons. SPONTANL REACTIE. Een indruk van de wijze, waarop men in Canada iets organiseert, geeft bij voorbeeld het tragische ongeval, dat een Zeeuws jongetje, André Schrijvershof, trof. Het kind was pas korte tijd in Canada. Zijn vader had een baantje bij een bioscoop voorlopig en hoopte gauw iets be ters te krijgen. Tijdens het spel voor de ouderlijke woning kwam het jon getje onder een auto en zijn beide beentjes moesten geamputeerd wor den. De eigenaar van de bioscoop was niet meer bij de telefoon weg te krij gen. Om de haverklap belde hij het ziekenhuis op en na enkele dagen hield half Montreal zich bezig met de toekomst van het invalide ventje. In no time had men de „Heartsclub of Montreal" opgericht, welke ten doel !a 7c "Cfc 7*" had gelden in te zamelen voor het je doen op dergelijke byeenkomsten. 1 d stroomde toe en men In Bowmanville waren er zelfs twee, die een lezing hielden over de Hol landse keuken. Ter illustratie had- Canada is min of meer Amerikaans ingesteld en men vindt er dan ook alles op reuzenformaat. Dit warenhuis is nu ook niet direct het bedrijf van een kleine zakenman te noemen, maar het moet dan ook meestal duizenden en duizenden vrouwen wekelijks de proviand voor het gezin leveren. kind. Het geld stroomde toe en men zag zich genoodzaak een kantoortje in te richten. Een oude zolder werd hiertoe uitgekozen. Er moest het nodige verbouwd worden, maar dat gaf niets. Temidden van timmerlie den en metselaars zat er een secreta resse aan een tafeltje en bij haar kon men zijn geld kwijt. Al heel gauw was de toekomst van André Schrijvenihof financieel ge zien geen probleem meer. Maar het geld bleef rollen. Men zette grote shows op touw en de doelstelling van de Heartclub werd uitgebreid tot alle invalide kinderen. Een dergelijke spontane manier van organiseren zonder een financiële basis en de toezegging van een kan toorruimte vindt de Canadees ge woon. Men houdt er van de zaken ineens aan te pakken. GAAT VANZELF. Zoals u bemerkt, doen we maar lukraak enkele grepen uit het Cana dese leven. Er is al zoveel geschre ven over geslaagde emigraties, over de mogelijkheden voor agrariërs, in Canada, over de trek naar de steden en het vrijkomen van boerenbedrij ven, over het harde begin en de Huidgenezing I Huidzuiverheid - Huidgezondheid (Advertentie). noodzaak van doorzetten, dat we deze keer eens enkele andere aspecten uit het jonge land naar voren willen brengen. Het blad voor katholieke immigran ten heeft een rubriekje „Van eigen erf", dat voor ons buitenstaanders een zeer geslaagd beeld geeft van de pioniersgeest, vooral ook onder het geringe aantal Nederlandse geeste lijken, die zulke uitgebreide gebie den moeten verzorgen. Zo lezen we b.v.: „Ofschoon het district Ottawa nu niet bepaald een uitgelezen immigra tiegebied is, weinig industrie en geen bijzonder farmland, wonen er in en rond deze stad toch nog ruim 1000 katholieke Nederlanders, waarvoor pater G. Wubbels SJC, oud-legeraal moezenier, sinds November 1953 de geestelijke zorg heeft. Dit betekent, dat hij tevens huisvestingbureau, ar beidsbureau, taxi-chauffeur en zelfs op zijn tijd babysitter is. Deze veel zijdigheid van beroep en talent gaat gepaard met voortdurende financiële zorgen en een constante aanwezig heid van een onverwoestbaar hu meur. Even verder wordt medege deeld, dat er een speciale geestelijke voor de ontvangst van immigranten in Halifax is benoemd. Father Ren ders, die zeer veel werk heeft, wordt daarmede ontlast van een bij baantje, dat bestond uit het regelma tig naar Halifax gaan, een afstand van 300 mijl! DE BOERENLEENBANK. Zowel uit periodieken als stencils e.d. blijkt, dat de boerenleenbanken in de vorm van Credit Unions opgang maken. Enkele jaren geleden is hier mede geëxperimenteerd en momen teel ziet men een uitbreiding van deze instellingen. Het zijn spaar- en credietbanken voor de katholieke im migranten uit Nederland en Vlaan deren. Bij sommige banken wordt reeds een rente van 2 of 3 pet. gege ven voor de spaargelden. Wanneer men hoort vertellen of in bladen en brochures leest, wat er door de Nederlanders in Canada reeds bereikt is en tot stand ge bracht, dan moet men ineens weer denken aan de eerste dag in de ha venplaats. Aan de mensen, die zo schuchter het nieuwe land binnen kwamen en zich met veel moeite een beetje verstaanbaar konden maken. Er waren genoeg dingen, om de moed te laten zakken, maar men heeft dat gelukkig niet gedaan. Men heeft doorgezet. En dit doorzettingsvermo gen van zovele emigranten heeft ge leid tot prachtige resultaten. En toch is men het oude vaderland niet vergeten! Dat valt af te leiden uit de talloze foldertjes met „St. Nicolaas- en Kerstreizen naar Nederland". We gaan er graag weer eens een kijkje nemen, maar we gaan ook weer terug naar Canada. En met plezier! Dat is de goede mentaliteit. De huisjes zijn nog niet op de drie-en-tachtigste verdieping van een wol kenkrabber gebouwd, en deze huisjes doen zelfs een beetje Hollands aan. Maar men vindt ze nu niet direct in de grote steden, waar evenals elders op de wereld om iedere centimeter grond gevochten moet worden. Voor het paleis op de Dam stonden gistermiddag 300 marva's aangetre den met de marinierskapel van de Koninklijke Marine, die kort na half drie het Wilhelmus inzette toen Ko ningin Juliana het paleis verliet voor de inspectie. Op de kleine steen tjes begroette de staatssecretaris van marine, vice-admiraal b. d. H. C. W. Moorman, de landsvrouwe en stelde de chef van de marine-vrouwen-af deling, hoofdofficier Marva der twee de klasse mevr. mr. E. G. van Die- men-Mekking aan haar voor. Het was een aardig gezicht alle hoofden te zien meedraaien tijdens de inspectie door de koningin. Voorafgegaan door de Mariniers- kapel van de Koninklijke Marine met de drumband marcheerden de Mar va's de Dam op. Toen zij een groep oud-Marva's passeerden klaterde een hartelijk applaus op van deze oud-ge- dienden. En op het moment, dat de laatste gelederen het podium voorbijgingen klonk uit het publiek een driewerf hoezee op voor de jongste, tien jaar bstaande, telg van de Koninklijke Marine. Alvorens naar Soestdijk terug te keren heeft H.M. nog een kort "be zoek gebracht aan het museum Fod'or, aan de expositie „Goed Handwerk".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 7