AVONTUUR IN ZUID AFRIKA WORDT ALTIJD GEKRUID MET BLOED, ZWEET EN TRANEN Uit vrijheidsdrang geboren ZATERDAG 16 OCTOBER 1954 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 éigct- De Boeren zochten rust en huiselijkheid maar vonden goud en grijpgrage vingers I JRENLANG KUNNEN DUIZENDEN Nederlanders in ademloze spannir.g naar de trekkersfilms kijken, die een hoofdstukje verteller uit de on uitputtelijke roman van de „grote trek" naar West Amerika, en ook biblio theken hebben over belangstelling naar deze geschiedenissen die ruim een eeuw geleden de Amerikaanse prairies kleurden, r.iet te klagen. Toch is iedere geschiedenis afzonderlijk veel minder groots, dan de roem ruchte trektocht, die de nazaten van onze landgenoten in 1836 in Zuid- Afrika op touw zetten. In Amerika trokken kleine groepjes afzonderlijk naar het Westen, maar in Zuid-Afrika kwam in dat gedenkwaardige jaar oen geheel volk in bewe ging en voordat men een jaar verder was, werd er al druk gewerkt om een woest en onontgonnen gebied tot een nieuw vaderland te maken. Het wias niet de blote avontuurzucht, die de Zuid-Afrikaners tot deze trektocht verleidde, het was de bittere noodzaak, die hen dwong: De vrij heid was door de tand des tijds zodanig aangetast, dat voor de vrijheids- minnende Zuid-Afrikaner nog maar een mogelijkheid openstond: Trekken! Een volk verhuisde In het „trekjaar" 1836 hadden de „Boeren" al een aanzienlijk aantal bladzijden in hun geschiedenisboek geschreven en zij konden teruggrij pen naar bijna 200 jaren daarvoor, toen de eerste bouwsteen voor hun land werd gelegd. Het was in de helft van de 17e eeuw, toen Nederland de wereldzeeën beheerste en overal op de aarde zijn „handelsposten" uitzette, dat de Oost Indische Compagnie behoefte kreeg aan een pleisterplaats op de lange en gevaarvolle weg AmsterdamBata via. Het Suezkanaal moest nog gegra ven worden en de titel „Kaap de Goede Hoop" spreekt boekdelen: Wanneer het Hollandse zeilschip maar eerst het verradelijke Zuidpuntje van Afrika gepasseerd was, kreeg men weer hoop, dat het einde van de reis bereikt zou worden. Het land van „niemand" Het was dan ook volkomen logisch dat de „Compagnie" op dat belang rijke puntje een post wilde hebben, waar de zeevaarders op adem konden komen en verse voorraden konden innemen. Het land was van „niemand", dus trok men er op een goede dag naar toe en bouwde een post. Het vorig jaar zijn met de nodige luister de Jan van Riebeeck-f eesten gevierd ter ere van dat kleine, drif tige Nederlandertje, dat bij Kaap De Goede Hoop in 1653 een Hollandse post opzette. De post werd een vesting tegen de aanvallen van de inlanders, de ves ting kreeg bewoners uit het Moeder land, die vrouwen meebrachten of uit Hollandse weeshuizen meisjes lieten overkomen, en vrij spoedig ontwik kelde zich een kolonie. Ongewenste bescherming De kolonisten gingen zich op de landbouw en veeteelt toeleggen en noemden zich met een vertrouwd va derlands woord „Boeren". Nu heerste er in de kleine Afri kaanse kolonie weinig of geen ex- pansiezucht. Niet zoals op Java kwamen de Nederlanders naar Zuid- Afrika om producten te telen voor de wereldmarkt, maar slechts de pleisterplaats was het hoofddoel; wat erbij kwam was louter een onbelang rijke bijkomstigheid. Zo werd de kolonie niet zeer uit gebreid en na de Franse revolutie met zijn jarenlange nasleep, had En geland zich over Kaapland „ont fermd". Het Moederland had andere zorgen en alhoewel de Boeren het maar uite: t matig vonden, waren zij Engels geworden. De vrijheidminnende Bóeren pro beerden nadat praten was mislukt eerst eens enkele demonstratieve opstandjes, maar toen de Engelsen met nog overtuigender „doortastend heid" deze protesten in de kiem smoorden, besloten de Boeren het land van hun vaderen te verlaten. huifkar, enkele stuks vee en een geweer trokken zij naar het Noord oosten om een nieuw land te ont dekken. Dit nieuwe land, dat over de grensrivier de Vaal moest liggen, was allesbehalve gastvrij. Woeste Kafferstammen waren niet bereid tot enige schikking en beantwoordden de verzoeken van de Boeren tot onder handeling met speren. Bloedige emigratie. Vooral de eerste groepen, die in het gebied over de Vaal Trans vaal aankwamen moesten bloedi ge gevechten voeren en leden pijn lijke verliezen. Doorlopend moest men de huifkar ren in een grote cirkel zetten, waar binnen de vrouwen en kinderen een werden, dat dit „recht" was, bleef wederom maar één weg open: De huifkar werd weer bespannen en zij trokken Noordwaarts naar Transvaal of Westwaarts naar de Oranje Vrij staat. Een foutje hersteld. Toen maakte John Buil een klein foutje; hij ontdekte, dat ook de Oranje Vrijstaat Engels bezit was, ge bruikte wederom het geweer als spre kend argument, maar kwam al zeer spoedig tot de ontdekking, dat de Vrijstaat slechts mogelijkheden bood aan hardwei kende, sober-levende Boeren. Voor de grijpgrage vingertjes van de Londense speculanten was bitter weinig te graaien; erger nog: Er moest geld bij om de Kaffers rus tig te kunnen houden. Met een zucht van verlichting tekende Engeland op 23 Februari 1854 de overeenkomst, die zowel de Oranje Vrijstaat als Transvaal tot zelfstandige staten maakte. Enkele tientallen jaren later kwam Er was geen organisatie, geen in lichtingendienst over het toekomstig land, geen enkele zekerheid, maar niets kon de Boeren weerhouden, toen hun oude pioni^rsaard bo enk wam en in onbestemde verten de vrijheid daagde. Zij verkochten hun boerderijen, hun land en hun huisraad en met een geringe veiligheid konden vinden, terwijl de mannen tussen de wielen door met hun geweren de Kaffers op een afstand poogden te houden. De verhoudingen waren meestal zeer in het nadeel van de Boeren met I het gevolg, dat ook de vrouwen en I kinderen een handje meehielpen in het gevecht. Vele convooien bereikten nooit een i plaats, waar zij een nieuw leven kon- 1 den beginnen, want niet alleen de 1 Kaffer-aanvallen, maar ook de on- mogelijke wegen betekenden voor velen het einde. De zware, logge huifkarren moes- j ten dikwi,jls langs ongelijke rotspa- j den geleid worden, bij welke onder- neming een enkele misstap de val in een onpeilbare diepte betekende of het remloos omlaag storten langs i de rotshelling, hetgeen eveneens een definitieve beslissing van het lot der inzittenden vormde. „Handige" diplomatie Maar van de duizenden Boeren, die wegtrokken, bereikten toch vele honderden een gebied, dat mogelijk heden bood en na enkele jaren had den zich drie afgebakende kolonies gevestigd: Transvaal, Oranje Vrij- I staat en Natal. Toen de Kaffers bedwongen waren en de kolonies een ruime reden van i bestaan dreigden te vinden, begon Engeland weer belangstelling voor de Boeren te gevoelen, j Met allerlei handigheidjes, die men niet zo direct in de eerbiedwaardige Het merkwaardige houten-huis, dat zoveel trekkers maanden en maande hoofden van de toenmalige Engelse t.ot woon heeft gediend; een rijdend huis, dat alles meetorste, wat de trek politici bevroed zou hebben, kwam ker bezat en dat de enige hoop van de trekker was. j Engeland in 1843 tot de ontdekking Wanneer midden op de tocht zijn huifkar hem ontviel, werd de basis van dat het „wettelijk" eigenaar van Na- het gehele leven onder hem weggetrokken en was hij zwaarder gedupeerd, tal was en de Boeren, die met de dan een zakenman tijdens een faillissement. wapenen tot de overtuiging gebracht Engeland tot de ontdekking, dat het zich toch nog vergist had, want in 1885 deed de ontdekking van goud- I velden in de Boerenstaten een ril ling van verrukking door de wereld gaan. Duizenden gelukszoekers stroom- den naar Transvaal en de Oranje Vrijstaat, werden opgenomen in de Boerengemeenschap en groeven zich in recordtijd rijk, schatrijk. Engeland had natuurlijk meege rild van ontroering op het gouden be richt en bedacht met smart hoe licht zinnig het enkele jaren daarvoor de ze velden prijsgegeven had. Lichtzinnigheid is in de politiek de ergste zonde en Eïigeland haastte zich dan ook zijn leven te beteren. Zijn gevoelig oog viel op de „Uit- landers" en met een ontroerende zorg ging Engeland zich hun lot aan trekken. Vijf-en-vijftig jaar geleden De „Uitlanders" waren de vele dui zenden avonturiers, die rijk waren of werden op de goudvelden en die spoedig in aantal de Boerenbevolking overtroffen. Teneinde hun zelfstandigheid te bewaren hadden de Boeren bepaald, dat eerst, nadat men een aantal ja ren in het land woonde, stemrecht verkregen kon worden en dit „on recht" verdrootte Engeland. Volkomen in stijl ging een politiek steekspel vooraf. „Oom Paul", de president van Transvaal, toonde zich een ware di plomaat, maar wat vermag diploma tie, als het goud schittert? Zelfs toen „Oom Paul" teneinde raad practisch aan alle Engelse eisen tegemoet kwam, was het Engelse par lement niet tevreden en Woensdag- Dc Zuid-Afrikaanse boer leefde van de rust, die zijn eenzame boerderij hem opleverde, maar als een rode lijn loopt door geheel zijn geschiedenis de aanvallen, die deze vrede belaagden. De Boeren hadden geen leger, maar in tijden van nood reden hun voor mannen de streken door om de Boeren tot de strijd op te roepen; het gebrek aan training werd door een vloedgolf van moed en vrijheidszin ruimschoots opgeheven, zoals de Engelsen meerdere malen tot hun schade ondervonden hebben. middag 11 October 1899 te half vier brak de tragische Boerenkrijg uit. Ruim 2y. jaar duurde deze bloe dige strijd, waaraan ook vrouwen en kinderen deelnamen. Na aanvanke lijke successen moesten de Boeren het onderspit delven. En de rustige, werkzame Boer, die de goudvelden practisch links had laten liggen, die met zijn patriarcha le zin voor familileleven en tradities slechts de wens gekoesterd had om vrij met zijn vee op het land te kun nen leven, werd weer Engels onder daan. En de gehele wereld had medelij den met „die arme Boeren"; er wer den felle boeken geschreven en nog fellere redevoeringen afgestoken, maar dit was alle steun, die de oude „Oom Paul" kon vinden, toen hij met een door Nederland 'gezonden schip naar Europa trok om meer practische hulp voor zijn volk te zoeken. Modern slavendom. Inmiddels heeft de tijd weer 50 ja ren verder gedraaid en ook aan de Zuidafrikaanse staten is zij niet spoorloos voorbijgegaan. De goudvelden veranderden het gehele aanzien van deze punt in de Oceaan. De Boeren bleven Op hun boerde rijen, maar de „Uitlanders" bevolk ten de steden en richtten grote in dustrieën en kantoren op. Engeland, dat geleidelijk aan de greep op al zijn koloniën kwijtraakte maakte van Zuid Afrika een domi nion, hetgeen practisch zelfstandig heid betekent. Maar de invloed van de „Uitlan ders" heeft het eens zo romantische en gemoedelijk land van Paul Krü- ger en zijn volkje geen goed gedaan. Waar goud is, verdwijnt de roman tiek en wordt men „practisch"; de Kaffers werden uit de bossen ge haald en in de goudmijnen te werk gesteld. Teneinde door alle tijden heen ver zekerd te zijn van deze goedkope ar beidskrachten, verhindert men zo veel mogelijk de ontwikkeling van deze mensen en men kan van een moderne slavernij spreken. Volkomen gedegenereerd leven de Kaffers in aparte stadsdelen of kam pen en voor hen is maar een moge lijkheid: de mijn! Want v!a school en onderwijs komt een bewustzijn van eigen waarde, en wie zou het kostbare goud uit de mijnen moeten halen, wanneer er niet meer afgestompte wezens zouden zijn, die gelaten de hemelschreiende toestanden gedogen, waarin zij moe ten werken? De Hollandse Boeren trokken 120 jaren geleden de Vaal over om vrij heid te vinden; hun vrijheid was in het rood gekleed. Maar voor de Kaffex-s in Zuid Afri ka wordt iedere schijn van vrijheid teruggekaatst door de helle, gele glans van het goud, dat de wereld al zo dikwijls bedrogen heeft. Dat niet alleen Boeren aan de oorlog tegen Engeland deelnamen, blijkt' thans nog uit een gedenkplaat, die bij de Leidse Universiteit is aange bracht. Deze plaat vertelt in een paar trekken de geschiedenis van een: jonge Nederlander, die in Transvaal een nieuw vaderland gevonden had cn in tijd van nood dit nieuwe vaderland trouw wilde blijven. Hij be taalde deze trouw met zijn leven. De juiste tekst op de gedenkplaat luidt: Ter herinnering aan Herman Coster geboren te Alkmaar 30 Juni 1865 ingeschreven als student te Leiden in 1886 praeses collcgii 1889—1890 gepromoveerd tot doctor in de rechtswetenschap op 6 Juni 1890 ad vocaat te Pretoria sinds 1891 staatsprocureur der Zuid-Afrikaanse repu bliek van 18951897 in f'-n strijd voor de vrijheid gesneuveld bijl Elandslaagte den 21ste October *899. Hij werkte en stierf voor de; r--n» en voor het heil van zijn nieuw vaderland. Ere zij zijner nagedachtenis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 7