Wie puzzelt met ons meel
De Knokkei*sbui*cht
ZATERDAG 16 OCTOBER 1954
DE LE1DSE COURANT
VIERDE BLAD - PAGINA 1
Horizontaal: 1. vrucht, 4. grond
slag, 8. schor, 11. stukje papier waar
op geschreven is wat men moet be
talen, 13. plaats in België, 14. komt
van de schapen, 15. slede, 17. kat
achtig roofdier, 19. zeepwater, 20. in
sect, 21. ongelijk, hobbelig, 23. het
meest vooruit, vooraan, 26. tuin, 27.
ter oorzake van, 29. vruchtje, 32.
vlaktemaat, 33. optelling, 35. zijtak
Saaie, 37. water in N.Brab., 39. ope
ning ener fuik, 41. Turks bevelheb
ber, 42. muzieknoot, 43. heideplant,
44. mondeling, 45. onstoffelijk deel
van de mens, 46. maanstand (afk.),
47. nauw, 49. wereldtaal, 51. muziek
noot, 52. tweetal, 53. bergweide, 55.
uitroep van smart, 57. ontberen, 59.
fem. in Utrecht, 62. hijswerktuig.
3. listige streek, 65. smart, 67. voor
zetsel, 68. maand van het jaar (afk.),
69. nakroost, 71. muzieknoot, 72.
stok, 73. modepop, 75. wolvlokje, 77.
gewicht, 78. losgeraakte draad van
een weefsel, 79. draagwerktuig.
Verticaal: 1. akelig, 2. rivier in
Siberië, 3. speelgoed, 5. overblijfsel
bij verbranding, 6. boom, 7. geluid
van een ezel, 8. plant, 9. lengtemaat,
10. stram, 12. godsdienstoefening,
welke gedurende negen dagen her
haald wordt, 14. onrustig, 16. onef
fen, 18. gem. in N. Brab., 19. gebod,
20 bundel, 22. meisjesnaam, 24. gem.
in N. Brab., 25. jongensnaam, 26.
eilandje in het IJ, 28. iemand, die gri
meert, 30. wapenschild, 31. gebogen
zwaard, 34. langwerpig rond, 36.
meelachtig, 38. vaartuig, 40. middel
eeuws snelzeilend koopvaardijschip,
41. meisjesnaam, 42. deel van een
auto, 48. postulant, die plechtig is
ingekleed, 50*. rijksgrond, 52L bui
tenste blad van een sigaar, 53. voor
voegsel, 54. maand van het jaar, 56.
boom, 57. ledig omhulsel van iets
dat rond is, 58. boomioot, 60. ik (Lat.)
61. vogel, 62. deel van de omtrek
van een cirkel, 64. vogel, 66. inwen
dig lichaamsdeel. 68. familielid, 70.
zeehond, 72. deel van de mast, 73.
muzieknoot, 74. voorzetsel, 76. fa
milielid.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Horizontaal: 1. Balearen, 7. lijf
wacht, 14. opdat, 16. koers, 17. Rb.,
19. eed, 20. erg, 22. rek, 23. me, 24.
dijk, 26. lijsterbes, 29. ohe, 30. laf, 32.
set, 33. eel, 34. hum, 36. sol, 38. me
rel, 40. wet, 42. os, 44. Rijn, 46. nop,
47. wee, 48. mi, 49. boom, 50 ijs, 51.
ei, 52. ruil, 53. Bk, 54. end, 56. pijn,
58. pro, 60.nl., 61. Lea, 62. kanon, 64.
gam, 66. vijl, 67. har, 68. ros, 70. mud,
72. aan, 73. firmament, 76. suf, 78.
R.K., Mia, 80. Ada, 81. ook, 83, te,
84. gelag, 86. Weert, 88. salpeter, 89.
nakroost.
Verticaal: 1. bord, 2. L.O., 3. Epe,
4. adel, 5. radijs, 6. et, 8. ijk, 9. forel,
10. wees, 11. ark, 12. Cs, 13. thee,
15. are, 18. bijl, 20. Etten, 21. greep,
23. mom, 25. kas, 27. Sem, 28. bel, 29.
hu, 31. formeel, 34. heeroom, 35. tob
be, 37. lij, 39. robijn, 40. we, 41. vil
la, 43. sok, 45. nijd, 47. wip, 48. min,
55. na, 56. Parma, 57. norma, 59. Rg,
61. lijn, 62. kar, 63. Noë, 65. mus, 66.
vak, 67. hiaat, 69. snoek, 71. dut, 72.
Ares, 73. file, 74. adé, 75. toer, 77.
feit, 79. mep, 82. Kro, 84. gl., 85. ge,
86. W.A., 87. To.
Oplossingen tot en met Donderdag
aan bureau van ons blad. Een taart,
sieraad en boek zijn beschikbaar.
Prijswinnaars zijn Lizzi Stapels,
Zoeterwoudse weg 108, Leiden, de
sigarettenkoker; Br. Acadius Moo-
yenkind O.F.M., Haagweg 13, Leiden
het boek en mevr. Hoogervorst-van
Denzen, Heliomare, Afd. 3, Wijk aan
Zee, het sieraad.
Aetherklanken
ZONDAG.
HILVERSUM I. 402 M.
8.00 NCRV. 9.30 KRO. 17.00 IKOR.
19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO.
NCRV: 8.00 Nws. en weerber. 8.15
Orgelconc. 8.30 Morgenwijding. 9.15
Gram. KRO: 9.30 Nws. 9.45 dram.
9.55 Hoogmis. 11.30 Gram. 11.45
Strijkorkest en solist. 12.20 Apologie.
12.40 Gram. 12.55 Zonnewijzer. 13.00
Nws. en kath. nws. 13.15 Amus. muz.
13.40 Boekbespr. 13.55 Gram. 14.00
Voor de jeugd. 14.30 Clavecimbelre-
cital. 15.00 Brabants halfuur. 15.30
Gitaarspel. 15.45 Gram. 16.10 Kath.
Thuisfront overal! 16.15 Sport. 16.30
Vespers. IKOR: 17.00 Verteldienst.
18.00 Zangdienst. 18.45 Pastorale ru
briek. NCRV: 19.00 Nws. uit de Ker
ken. 19.05 Boekbespr. 19.20 Klein
koor en strijk- en blaaskwartet. 19.30
„De mens in grenssituatie", caus.
KRO: 19.45 Nws. 20.00 Instr. octet.
20.15 De Instuif. 21.00 Act. 21.15 De
gewone man. 21.20 Gram. 21.30
„Festijnen en Perikelen", hoorspel.
22.15 Promenade ork. 22.40 „Het ge
tuigenis over Christus!", caus. Hier
na: Avondgebed en lit kal. 23.00
Nws. 23.15—24.00 Gram.
HILVERSUM II. 298 M.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR.
12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VA
RA. 20.00—24.00 AVRO.
VARA: 8.00 Nws. en weerber. 8.18
Orgel, harp, viool en zang. 8.50 Voor
het platteland. 9.00 Sportmeded. 9.05
Gram, met comm. 9.45 „Geestelijk le
ven", caus. VPRO: 10.00 „Geef het
door", caus. 10.05 Voor de jeugd.
IKOR: 10.30 Lutherse kerkdienst.
AVRO: 12.00 Sportsplegel. 12.05
Amus. muz. 12.35 Even afrekenen,
Heren! 12.45 Hammondorgelspel.
13.00 Nws. 13.10 Meded. of gram.
13.15 Voor de Strijdkrachten. 14.00
Boekbespr. 14.20 „Serse" (Xerxes),
opera (3e acte). 15.35 „Indonesië:
(Zuid-Java): Het Offermaal", hoor
spel. 16.00 Dansmuz. 16.30 Sportact.
VPRO: 17.00 „Gesprekken met luis
teraars". 17.20 „Van het kerkelijk
erf", caus. VARA: 17.30 Voor de
jeugd. 17.50 Sportjournaal. 18.15
Nws. en sportuitsl. 18.30 Amus. muz.
19.00 Vragenbeantw. 19.30 Cabaret.
AVRO: 20.00 Nws. 20.05 Promenade
ork., koor en sol. 20.45 „Paul Vlaan
deren en het Gilbert Mysterie",
hoorsp. 21.25 Rhythm, muz. 21.40 „Bij
ons in het dorp", hoorsp. 22.05 Gram.
22.20 Brievenbeantw. 22.30 Gram.
23.00 Nws. 23.1524.00 Disco-causerie
MAANDAG
HILVERSUM I. 402 M.
7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nws. 7.10 Gewijde
muz. 7.30 Gram. 7.45 'n Woord voor
de dag. 8.00 Nws. en weerber. 8.15
Sportuitsl. 8.25 Gram. 9.00 Voor de
zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Wa
terstanden. 9.40 Mastklimmen. 10.00
Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00
Gram. 11.20 Gevar. progr. 12.25 Voor
boer en tuinder. 12.30 Land- en tuin
bouw meded. 12.33 Gram. 12.53 Gram
evt. act. 13.00 Nws. 13.15 Vocaal dub-
belkwart. 13.45 Gram. 14.05 School
radio. 14.30 Gram. 14.45 Voor de
vrouw. 15.15 Gram. 16.00 Bijbelle
zing. 16.30 Kamermuz. 16.55 Gram.
17.00 Voor de kleuters. 17.15 Gram.
17.30 Voor de jeugd. 17.45 Regerings-
uitz.: Nederland en de wereld: „Ne
derlandse sierteelt en haar betrek
kingen tot het buitenland", door dr
J. Verhagen. 18.00 Vrouwenkoor.
18.20 Sportpraatje. 18.30 Gram. 18.40
Eng. les. 19.00 Nws. en weerber.
19.10 Orgelconc. 19.25 Gram. 19.30
„Volk en Staat", caus. 19.45 Oude
Eng. kamermuz. 20.00 Radiokrant.
20.20 Promenade-ork. en solist. 20.50
„Neem de lantaarn, Pierre", hoor
spel. 21.30 Gram. 21.50 Strijkork. en
sol. 22.45 Avondoverdenking. 23.00
Nws. en SOS-ber. 23.15 Wereldkamp.
dammen. 23.20 Gram. 23.4524.00
Evangelisatie-uitz. in de Franse taal.
HILVERSUM II. 298 M.
7.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15
Gym. 7.30 Gram. 8.00 Nws. 8.15 Gram
9.30 Voor de vrouw. 9.35 Gram. 9.40
Morgenwijding. 10.00 Gram. 11.00
Voordr. 11.15 Omr. ork. 12.00 Muset
te ork. 12.30 Land- en tuinb. meded.
12.33 In 't spionnetje. 12.38 Piano
duo. 13.00 Nws. 13.15 Meded. of gram
13.20 Amus. muz. 13.55 Beursber.
14.00 „Onze tijd in licht en donker",
caus. 14.20 Pianorecital. 14.50 Her
sengymnastiek. 15.10 Gram. 15.50
Het Spectrum. 16.15 Gram. 17.30 Voor
de jeugd. 17.45 Gram. 17.50 Militair
commentaar. 18.00 Nws. 18.15 Amus.
muz. 18.45 Voor dc jeugd. 19.00
Gram. 19.15 Idem. 19.45 Regerings-
uitz.: Resultaten van het gewason-
derzoek: Vraaggesprek met de he
ren Ir. F.'J. A. Dechering cn Ir. F.
H. B. Vermeulen. 20.00 Nws. 20.05
De Radioscoop. 23.00 Nws. 23.15
24.00 Gram.
Betrapt Directeur: „Was jij dron
ken gisteravond?"
Bediende: „Hoe komt U daar bij?"
Directeur: „Je stond op voor mijn
dochter, in de traan!"
Bediende: „Maar men behoeft toch
niet dronken te zijn, om voor een da
me op te staan?"
Directeur: „Neen, maar jullie waren
de enige passagiers."
Niet goed Een artiest vertelde de
impressario, dat zijn hond kon pra
ten. „Spaar je de moeite," zeide
impressario, „jij bent natuurlijk een
buikspreker".
De artist bleef echter voet bij stuk.
houden en tenslotte nodigde hij de
impressario uit met de hand naar
zijn privékantoor te gaan.
Zo gebeurde. Na tien minuten
kwam de impressario terug.
„Je hebt gelijk", zei hij. „Maar toch
is het niets voor me. Die hond vertelt
allemaal ontzettend kinderachtige
dingen."
Leugenaar? „Mijn
grootmoederieeft nog!"
„Zou wat. Mijn
bet-bet-bet over-
grootmoer nog!"
Zekerheid „Drinken jullie dat
water zonder meer?" vroeg een toe
rist in een Frans dorp.
„Nee, nee, antwoordde een dorpe
ling. „We doen het eerst door een
filter, dan koken we het en daarna
drinken we voor alle zekerheid toch
maar wijn."
Voorzichtig „Ik zag, dat Jansen
gisteravond in het pikdonker bezig
was in zijn tuintje."
„Dat klopt! Hij was aan het zaaien
en hij is altijd bang, dat de vogels
hean bezig zien".
Een vader zag zyn zoontje wild
een konijn heen er weer schudden,
terwijl hij riep: „Hoeveel is vyf plus
vijf?"
„Wat voer jy uit?" informeerde de
vader.
„De meester heeft vertelt, dat ko
nijnen zo vlug vermenigvuldiger.",
antwoordde de jong, „maar deze stom
meling kan nog niet eens optellen."
„Nou sta je te liegen,
vriend."
„Nee, ik stotter een
beetje."
Marietje: „En hoe
heet die nou weer".
(London Opinion)
Hoc lang Brammetjel
probeerde geld te
verdienen
Vervolgverhaal door Trudi.
De jongens grinnikten maar wat.
Er was niemand en er zou waarschijn
lijk niemand meer komen. Ze konden
wel naar huis gaan want het was al
ruim vier uur geworden. In de verte
zagen ze de dame met haar zoontje stap
pen.
„Ik lachte me slap", zei Bram, „zou
ze 't niet gemerkt hebben, dat we steeds
dezelfde grachten ingingen?"
En lachend gingen de jongens naar
huis.
„Hoe kon je 't verzinnen Peter? Ik
zou 't nooit gedurfd hebben hoor".
„Nou ik zat ook wel een beetje in de
piepzak".
„We hebben in elk geval een goede
beurt gemaakt. Reclame voor onze zaak
en dat is het voornaamste".
Langzaamaan kwamen er meer men
sen. Zondag hadden ze het zelfs druk
gehad. Mevrouw en meneer Kanters wa
ren ook geweest. En Wim zijn ouders
en die van Hans. Brammetje had 't ook
aan zijn oma gevraagd maar zij durfde
niet.
„Nee Bram, ik ga liever gewoon dood",
had ze gezegd. En wat Bram ook al zei
om haar te overtuigen dat er echt geen
gevaar bij was, ze deed 't niet.
„U hoeft natuurlijk niet te betalen",
probeerde hij nog.
„Al kreeg ik er ik weet niet wat bij
cadeau, ik deed het nog niet". En daar
mee was 't uit en had Brammetje verder
maar gezwegen. Het hielp toch niet.
Ze kregen het steeds drukker; vooral
van kinderen, maar die moesten toch
nog een kwartje betalen. Het geld liep
niet, maar stroomde binnen. Ze hadden
ook kaartjes laten drukken met: Brape-
hawi" er op. Ze hadden er 200 laten
drukken op kosten van meneer Kanters.
Nu hadden ze er nog maar honderd
twintig over. Brammetje deed al zijn
best om steeds meer bijzonderheden
over de stad Amsterdam te vinden en
zelf had hij nooit geweten dat er zoveel
te zien was. Peter nam het af en toe
van hem over als Bram boodschappen
voor oma moest doen, maar meest wist
hij het zo uit te kienen dat hij zelf die
taak op zich nam, want hij deed het
graag. Ze hadden ook een kaart gete
kend met de route er op, uitgestippeld
en de voornaamste bezienswaardigheden
hadden ze met rode vlekken aangegeven.
De kaart stond nu op 't bord vlak bij de
boot. Hans had er nog met koeien van
letters ondergeschreven: „Als je wat van
Amsterdam wil zien, vaar dan met de
„Brapehawi"
't Ging zó best, dat Olsthoorn een deel
van 't botenhuis had vrij gemaakt en bij
de deur hadden ze een loket gemaakt,
waar de kaartjes verkocht werden. Daar
stond ook een geldkistje waarin ze het
wisselgeld bewaarden, 't Grote geld be
waarde Bram bij hem op de zolder.
Iedere avond deed Bram zorgvuldig de
deur op slot en dan nam hij de sleutel
Maar op een avond moest Bram wat
eerder weg. Hij moest voor oma nog een
boodschap doen. De sleutel gaf hij nu
aan Peter en drukte hem nog eens op 't
hart vooral de deur goed te sluiten.
Peter beloofde het. Maar ja. Peter deed
't nooit en die avond vergat hij 't. Het
begon te regenen en hij wilde zo gauw
mogelijk naar huis. Ze waren toevallig
alle drie op de fiets. Ze peesden gewoon
naar huis om nog voor de bui thuis
te zijn.
's Avonds toen Peter naar bed ging
voelde hij in zijn zak de sleutel. Hij
schrok zich dood. Wat zou Brammetje
er niet van zeggen morgen, als hij hoor
de dat de deur niet op slot was gedaan.
Hij zou vast woedend zijn. Zou hij de
deur nu nog even op slot gaan doen?
Z'n vader en moeder zaten nu toch voor
in de tuin. Hij zou de achterpoort uit
gaan en vlug z'n fiets pakken, dan zou
niemand het merken. Hij werd angstig.
Er zouden nu toch nog wel geen dieven
geweest zijn? Wie wist nu, dat daar in
die schuur een kistje met geld stond?
O. hij kreeg het er warm van. Vlug deed
hij zijn das om, want het zou wel koud
zijn vanavond. Gelukkig was 't weer
droog geworden. Hij luisterde nog even.
Hij hoorde zijn vader praten. Nu maar
door de keuken gaan. Maar daar was 't
meisje. O, nee, vanavond was 't haar
vrije avond, dan bofte hij nog ook.
Zenuwachtig sloop hij van de trap. Dat
was niets voor hem om zo als een dief
in de nacht door 't huis te sluipen. Hè
gelukkig, hij was nu beneden. De keu
kendeur piepte gelukkig ook niet. Nu de
achterdeur nog en die ging altijd zo
stroef. Nou 't viel mee, 't kwam zeker
door dat regenbuitje. De schuur stond
open en hij pakte gauw zijn fiets. „Hè,
nou heb ik hem nog op slot gezet ook",
mompelde hij. „Waar is 't sleuteltje?"
Tussen een heleboel rommel voelde hij
't in zijn broekzak.
Hij beefde zo erg, dat hij 't sleutelgat
niet kon vinden. Bah wat vervelend. Hij
begon zich moed in te spreken. Onhoor
baar, zijn fiets half opgetild, reed hij nu
langs de achterkant van het huis de
poort uit en was weldra op de weg.
„Er zal toch nog niets weg zijn? Wie
zou daar nu zo laat nog komen en dan
.oevallig deze avond? Nee. er zou wel
niets gebeurd zijn". Deze vragen dwar
relden door Peter's hoofd en steeds
sneller werd het tempo waarin hij
fietste. Maar Peter was er helemaal niet
zeker van dat er niets gebeurd was. Er
lag in 't kistje nog meer dan twintig
gulden aan wisselgeld. En dan daarbij
stond het kistje zo maar open en bloot
op het tafeltje. Oef, wat had hij 't warm.
Steeds harder trapte hij verder. Het
zweet liep in straaltjes van zijn gezicht.
Daar was hij al bij de brug. De witte
verf zag hij al in de verte. Nu nog dat
rechte stuk langs de vaart. Daar stond
de schuur. Hij keek er scherp naar. Zag
hij 't goed? Stond de deur op een kier?
Nee, nee, dat kon gewoon niet waar zijn.
Dat was zeker verbeelding. Hoe kwam
hij toch zo angstig vanavond? Hè ge
lukkig, hij was er. Hij gooide zijn fiets
tegen een paal aan en liep het erf op
naar de schuur. Het was pikdonker, ner
gens een straaltje licht. Hij durfde er
niet in te gaan, want hij had het goed
gezien, de deur stond op een kier. Ver
onderstel dat er een dief in was. Op
zijn tenen liep hij verder. De lucht was
bewolkt zodat zelfs de sterren niet te
zien waren. Hij bleef op de drempel
staan en duwde de deur verder open.
Je kon vast in de schuur z'n hart horen
kloppen.
Hij luisterde scherp toe en hoorde
niets. Er was dus gelukkig niemand. Nu
naar het tafeltje. Hij stond te rillen op
zijn benen. Ha, daar stond het kistje, hij
voelde er langs. liet deksel stond open.
Zou er dan toch iemand geweest zijn?
Hij pakte het kistjeniets, maar
dan ook niets was er meer in. Het geld
was er uitDat was zijn schuld. Hij
had de deur niet gesloten. Hij had 't wel
verwacht. Het was of hij een slag in zijn
gezicht kreeg. Het geld. meer dan twin
tig gulden was weg, helemaal weg. Had
hij maar beter opgelet en dat allemaal
door ,zijn schuld. Zou hij nu nog naar
Brammetje gaan? 't Was wel laat, maar
Bram wist overal raad op. Wat zou
Bram er wel van zeggen en dan Hans
en Wim? Peter voelde al aankomen dat
Bram woedend zou zijn. 't Was dan ook
geen kleinigheid: meer dan twintig gul
den. Hulpeloos stond Peter te denken
'wat nu te doen. Zou er misschien wat
op de grond gevallen zijn? Tegelijk
bukte hij zich en schoof met beide han
den over de zanderige vloer. Niets hoor.
geen geld te bekennen. Jammer toch dat
het juist zo donker was vanavond. Hij
besloot toch maar naar Bram te gaan en
deed de deur nu goed op slot.
Wordt vervolgd.
Gelukkig maar dat jullie me niet kun
nen zien, want ik heb een buil op mijn
hoofd, die niet mooi meer is en juist
vlak boven mijn oog. 't Deed wel pijn,
maar ik zette mijn tanden op elkaar en
geen traan, echt geen enkele traan. Dat
helpt altijd goed, stijf je tanden op
elkaar; je boent dan even met je hand
over je gezicht en geen tranen. Als het
toch je eigen schuld is, moet je nooit
huilen. We waren aan 't oefenen op
onze handen te lopen. Er lagen nogal wat
keien op de grond bij de nieuw ge
bouwde huizen, 't Ging mis, jammer
want 't lukte juist zo best, maar 't ging
opeens mis en ik met mijn hoofd vlak
op de punt van zo'n kei. Gossie, ik zag
sterretjes voor mijn ogen en er druppel
de nog bloed tussen mijn haren, zo lang
zaam naar mijn oor. De jongens werden
er gewoon stil van en brachten me in
optocht naar huis. Mijn moeder schrok
gelukkig niet. Met pleisters en koud wa
ter behandelde ze mijn hoofd, maar nog
geen uur later had ik een buil zo groot
als de grootste kuister. Mijn vader vroeg
of ik een partijtje gebokst had. Nu komt
nog 't ergste. Ik mocht 's avonds na het
eten twee tientjes van de rozenkrans
meebidden en hoe ik ook voelde in mijn
zakken, mijn rozenkrans was weg. Mijn
vader zei al zo iets van: „ga nu maar
naar bed", tot ik opeens mijn jas nam
en naêr de nieuwe huizen rende. En
zie je wel, daar lag hij nog midden tus
sen het gruis. Nu mag ik gelukkig weer
iedere avond meebidden en dan lekker
even opblijven tot vader en moeder
klaar zijn en dat is lang hoof want ze
bidden nog een lang gebed tot de H.
Jozef er achter, 't Kan mij niet lang ge
noeg zijn. Heerlijk met een plaatjesboek
bij de warme kachel als het buiten al
donker en koud is. Toen ik mijn rozen
krans ging zoeken weet jullie wat ik
toen bij me zelf zei: „H. Antonius ieders
vrind, maak dat ik mijn rozenkrans
vind", 't Heeft geholpen. Dat moeten
jullie ook doen.
PE^R.
NIEUW RAADSEL.
Het geheel bestaat uit 13 letters en is
een deel van een sprookje.
9, 10, 2, 11 is een mast
1, 2, 8 is een voertuig
6, 4, 8 is een insect
3, 10, 11 is speelgoed
1, 2. 13, 6 is een bergplaats
1, 12 is een steen
1, 8, 5, 11 is een lok
De oplossingen moeten ingestuurd
worden vóór 23 October. Jullie weten
het adres? Oom Toon en tante Jo, Kran-
tentuin, Leldse Courant, Papengracht 32,
Leiden. Er ligt weer een mooi boek
klaar voor de gelukkige.
Oplossing van het vorige raadsel.
1. Twee voeten, want kippen hebben
poten.
2. Leeuwarden, leeuw, ar, den.
3. regen, neger.
Leo v. d. Veer, Dahliastr. 14a, Lelden
heeft het boek gewonnen.
Correspondentie
Mla van Rijn, Noordeinde 113, R'veen.
Natuurlijk Mia, mag jij met ons mee
doen. Ik hoop gauw een lange brief van
je te krijgen.
Ans en Wils Akerboom, Noordelnde
115a, R'veen. Kijk, kijk, zeker buurkin
deren van Mia v. Rijn en ook nieuwe
lingen. Leuk hoor. Wat wordt onze kring
toch groot. Ook van jullie verwacht ik
gauw een briefje.
Riet van Egmond, Alphen; Anneke
Akerboom, R'veen; Anneke Versluys,
Warmond; Truus v. Noort, Llsse; Cock
Warmerdam, N.w.hout; Joke Witteman,
Oegstgeest; Joke Schrama, Sasscnheim;
Joke Pauëlsen, Nieuwkoop; Corrle en
Lenie Droogh, Zoeterwoude; Ida Boxce,
Ter Aar. Al deze kinderen stuurden ons
de goede oplossingen op een briefkaart.
Ze hebben natuurlijk meegeloot, maar
ze krijgen geen briefje in de krant terug.
Wat zou ik moeten beantwoorden als ze
mij niets schrijven?
Ludy v. d. Meer, Kapteynstraat 21,
Leiden. Jij bent altijd een trouwe brief
schrijfster en je hoopte deze keer op een
prijsje. Eerlijk gezegd had je er heus
wel een verdiend, maar het lot moest
beslissen en het was voor jou Jammer
genoeg, weer mis. Volhouden maar Ludy!
De kinderen Ploeg, Leiderdorp. Wat
hebben die Ploegjes hun best gedaan
met tekenen. Zelfs de kleine Gerard van
5 jaar kwam met een mooie tekening
voor de dag. Jammer dat jullie het eer
ste raadsel fout hadden. Denk er nog
maar eens goed over na. Dat was een
hele gebeurtenis Jan, toen jij het H.
Vormsel ontving. Nog wel gefeliciteerd.
Jacques Zandbergen, Morsweg, Leiden,
komt ons nog iets vertellen over:
IN DE DRAAIMOLEN.
Het was 1 October en we zouden des
avonds naar de taptoe gaan. Gelukkig
hadden we een mooi plaatsje gevonden.
We stonden vooraan. We hoorden: Boem.
boem en daar kwam wat aan. De tam
boers in hun mooie pakken liepen voor
op. Alles was even mooi, vooral de
lichtjes "en de gekleurde lampions. Toen
het afgelopen was, gingen we naar de
kermis op het Schuttersveld en ook daar
waren alle lichtjes aan. We mochten een
keer in de draaimolen en daarna gingen
we naar huis. We hadden voor onder
weg ieder een heerlijke zuurstok gekre
gen en 's nachts droomden we nog van
het feest.
Leo v. d. Veer, Daliliaslr. 14a, Leiden.
De raadsels waren prima opgelost. Som
mige kinderen vonden het eerste raad
sel erg moeilijk, maar even goed naden
ken kan geen kwaad. Heeft je verhaaltje
nog niet in de krant gestaan? Dag Leo.
Ria Duivenvoorden, N.w.hout. Het
versje van: „De bezemjongen" vond jc
zeker erg mooi? Nou, ik vind het ook
mooi, maar toch mag het niet in de
krant. Je weet toch wel waarom. Wat
heb je weer prachtige plaatjes opge
plakt.
Ria Hogervorst, Dorpsstr., Ocgstgecst
heeft een versje gemaakt over een ko
nijntje en een poesje.
MIJN KONIJNTJE.
Ik heb een konijntje
Een schatje, zo'n kleintje.
Met oren, als zijde zo zacht.
Een snuffelend snoetje.
We noemen hem roetje.
Want o, het is zwart als de nacht.
Ik heb ook een poesje,
Een witje, een snoesje.
Laatst zaten ze vlak bij elkaar.
Poes kon het niet schelen,
Ze wilde wel spelen,
Maar Roet vond het vreselijk naar.
Die zat maar te kijken,
En wilde ontwijken.
Met oogjes van angst, eens zo rond.
Dat domme konijntje,
Och 't is nog zo'n kleintje.
Ik nam het maar gauw van de grond.
Dag allemaal.
TANTE JO en OOM TOON.