Janus Dousa, krijgsman, letterkundige, diplomaat, verdient de dank van Leiden Sleutels van „St. Petrus" nu in handen van pastoor Vollaerts De jeugd en de moderne kunst Ter gelegenheid van de tentoonstelling ..Beelden op den Burcht" in de af- Leidse fotohandel een fotowedstrijd uitgeschreven „Uw camera ontdekt gelopen zomer is door het tentoonstellingscomité in samenwerking met de Enorme belangstelling voor installatie-plechtigheid begroeten wij een nieuwe herder" tof pastoor Vollaerts. Een herder moet wennen aan zijn kudde, weder kerig moet de kudde wennen aan haar herder. Hij hoopte dat de pa rochianen de nieuwe pastoor met hetzelfde vertrouwen tegemoet zou den treden, blijk gevend van volg zaamheid aan de bisschop, die pas toor Vollaerts waardig heeft geacht deze grote parochie te leiden. Gelei delijk aan, aldus deken Jansen, is de Petrusparochie van de binnenstad naar de stadsrand verplaatst. Ver schillen in de constellatie van de pa rochie btengen grote problemen met zich mede. Daarnaast staat pastoor Vollaerts nog voor de realiteit, dat de Petrusparochie niet die rijkdom heeft, als men wel zou verwachten. Men spreekt wel van „de rijke St. Petrus", aldus de deken, maar de re aliteit is anders. De kerk kan zich met de gewone exploitatie niet be druipen. Daarom zullen in de toe komst grotere financiële offers van de gelovigen gevraagd worden. Pas toor Beukers heeft daartoe de nieu we pastoor de weg gewezen. Na pas toor Vollaerts veel kracht bij zijn mooie, maar zware taak toegewenst te hebben besloot de deken met de woorden: „Moge er een geest van eenheid zijn in deze parochie. Dan zal Gods zegen op al het werk rus ten". Terwijl het koor van de parochie het ,Ave verum" zong, lagen pries ters en gelovigen enige tijd neerge knield om zegen over dit nieuwe tijd perk af te smeken. Hierna volgde een kort Lof, dat door de nieuwe pastoor werd gecele breerd. Pastoor J. A. van Kleef en rector L. P. M. Vester woonden de plechtig heid op het priesterkoor bij. Nieuwe herder vond in Leiden een open hart en sympathie Wederom was gisteravond de St. Petruskerk tot de laatste plaats bezet. Be parochianen begroetten in pastoor Augustinus Martinus Antonius Vol laerts de nieuwe herder. In afwachting van zijn komst stonden de jeugdbe wegingen in een erehaag voor de kerk opgesteld. Een lichte regenval deerde de jeugd niet. De klokken luidden onafgebroken als om met iedere sla J van de klepel het belang van de plechtigheid, die zich binnen de muren der kerk ging afspelen, te benadrukken Op dit moment waren deken M. A. Jansen, enige kapelaans van de parochie en het kerkbestuur naar het sta tion onderweg om pastoor Vollaerts af te halen. Om half acht precies vielen de luidruchtige stemmetjes van de jeugdige vlaggen- en vaandeldragers stil. Twee auto's naderden en hielden vóór de kerk stil. Uit de eerste wagen stapten de ontvangers, uit de tweede hij, die ontvangen moest worden, de nieuwe pastoor, vergezeld van enige familieleden. Na een hartelijk welkom begaf het gezelschap zich naar de ingang van de kerk, waar een rij fleurige bruidjes, acolythen en misdienaars klaar ston den om de pastoor naar het altaar te geleiden. De parochie zong uit volle borst het welkomstlied, dat op de wijze van „Aan U, Koninginne" aanving met de woorden: „De klokken, zij zenden met jub'lende klank, door Petrus' parochie een loflied van dank". Promotor van het jeugdwerk. Toen allen wederom gezeten wa ren nam kapelaan J. F. Franse het woord om de nieuwe herder als oud ste kapelaan namens de parochie wel kom te heten. „Met gemengde gevoelens", al dus kapelaan Franse, „spreken wij dit welkom uit". Hedenmor gen immers nog hebben wij, kerkmeesters en kapelaans, uw voorganger uitgeleide gedaan naar huize St. Willibrord te Was senaar. Het is een onvergetelijk afscheid geworden. Jong en oud, katholiek en niet-katholiek toon den sympathie voor hem. Het zal voor u géén gemakkelijke taak zijn hem op te volgen. Wij twij felen er echter niet aan of gij zult door Gods Voorzienigheid deze taak op uitstekende wijze volbrengen. In Velsen-Noord hebt gij u be ijverd om de liturgie te bevorde ren. Gij hebt de gelovigen actief in de eredienst laten deelnemen. Geholpen door uw muzikaal ta lent heeft u dit kunnen berei ken. Ongetijfeld zult gij, aldus kapelaan Franse, op dit gebied in deze parochie een en ander tot stand kunnen brengen. U bent ook jarenlang diocesaan di recteur geweest van het vrou welijk jeugdwerk. Met het oog hierop vertrouwen wij, dat gij ook hier promotor van het jeugd werk zult worden. Wij kapelaans hebben het voor recht gehad, zo vervolgde kape laan Franse, het parochiehuis in uw laatste parochie te zien, dat u vorig jaar gebouwd heeft. Het kan niet anders of ook u heeft uw oude parochie met gemeng de gevoelens verlaten. In de moeilijke na-oorlogse jaren hebt ge in Velsen-Noord dé liefde en de sympathie van de parochianen gekregen. Dit vertrek moet in De ontvangst in het kerkportaal. V.l.n.r.: kapelaan Thomas, deken Jansen, wethouder S. Menken, kape laan Van Ingen en pastoor Vollaerts. (Foto's „De Leidse Courant"). Direct na het uitstappen drukte pas toor Vollaerts hopman Duindam van de St. Lodewijksgroep de hand. uw hart wonden hebben achter gelaten. Wij allen zullen tot taak hebben deze wonden te helen door u open tegemoet te treden, door u alle medewerking bij het vervullen van uw zware taak te verlenen. Aldus kapelaan Franse. Vervolgens had de installatie plechtigheid plaats. De deken, die de nieuwe pastoor installeerde, geleidde hem naar het hoofdaltaar, waar tevoren de sleutels van de kerk en de priesterlijke ge waden samengevouwen neergelegd en het missaal en de kelk geplaatst waren. Hij las de benoemingsbrief van mgr. Huibers voor, waarin de bisschop de pastoor de opdracht geeft het pastoraat in ,Lugdunum Ba- tavorum" te gaan vervullen. De pastoor legde hierop de eed af: beloof en zweer ik mijn paro chie getrouwelijk te zullen bedienen, en er persoonlijk te resideren naar de eis van de lasten daaraan verbon den Hierna reikte de deken de sleutels van de kerk aan de nieuwe pastoor over: door de overgave van deze sleutels stel en bevestig ik u in het zakelijk en werkelijk bezit van deze parochie Vervolgens werden missaal, kelk en gewaden overhandigd. Pastoor Vollaerts werd door de de ken geleid naar preekstoel, biecht stoel en doopvont, waarbij steeds met toepasselijke woorden zijn volmach ten werden erkend. Na de installatie plaatste de deken zich op de preekstoel om de pastoor en parochianen toe te spreken. Financiële toestand niet rooskleurig. Na 32 jaar van het pastoraat van pastoor Beukers, aldus de deken, is dit de eerste maal dat in deze kerk een installatieplechtigheid geschiedt. Vóór hij een blik in de toekomst wierp, verwijlde de deken in gedach ten nog even in het tijdperk, dat nu afgesloten is. Men spreekt van een tijd, die achter ons ligt zo graag van „de goede, oude tijd". Inderdaad is het met pastoor Beukers een goede tijd geweest. Hij wees op het monument, dat hij I heeft achtergelaten, het kerkgebouw, dat het karakter van de bouwer, pastoor Beukers, weerspiegelt. Hij haalde de woorden van pastoor Vol laerts aan, toen deze het kerkgebouw uit- en inwendig bekeken had: „Dit is nu een kerk, waarin niets lelijk is" Deze kerk, aldus de deken, heeft een sfeer van rust en evenwichtig heid, een sfeer van gebed. Dit kan I ook allemaal gezegd worden van uw j vorige herder, die een gave, harmo nieuze priester was. Ook in zijn ka- rakter was niets lelijk. Daarom was j hij veler raadgever. Daarom was hij zo attent voor zijn parochianen, heeft hij het leven van allen geleid en zijn eigen leven vergeten. Het was een voorrecht zulk een herder te bezit ten. Laat het een blijde herinnering zijn, aldus de deken. Vergeet pastoor Beukers nooit: Blijf bij hem met uw gedachten, met uw gebed, met stof felijke gaven. Vervolgens wendde hij zich met de woorden „de tijd gaat voort, thans De sleutels van „St. Petrus" worden de nieuwe pastoor in handen gelegd. Dezer dagen zijn de talrijke inzendingen er bleek voor deze wedstrijd grote belangstelling te bestaan door de jury beoordeeld. De uitslag luidt: le prijs: De heer J. Brusche, zilveren medaille van de stad Leiden en waar debon; 2e prijs: De heer W. P. C. Vermey, V.V.V.-medaille; Eervolle ver melding: dr. W. Winsemius; H. Renia; mevr. CohenCoppel en ir. P. de Gruyter, allen waardebonnen. De jury heeft voorts verscheidene troostprijzen beschikbaar gesteld. Waar de beide hoogstbekroonde inzendingen zich niet lenen voor kranten reproductie, geven wij hierboven een plaatje van de inzending van dr. Win semius, welke de derde prijs verwierf. Veelzijdig man stierf 350 jaar geleden EEN GEDENKTEKEN in de Hervormde Kerk te Noordwijk getuigt van 1 Jan van der Does, dat „zijn wederga ons vaderland zeldzaam gezien heeft". Als men zijn levensgeschiedenis heeft gelezen bevindt men, dat in deze woorden géén overdrijving schuilt. Gisteren hebben wij nog eens in zijn geschiedenis gegrasduind", omdat het 350 jaar geleden was, dat deze grote geleerde, die in de lotgevallen van Nederland en van de stad leiden een belangrijke rol heeft gespeeld, overleed. Jan van der Does, ook Janus Dousa geheten, Heer van Noordwijk en Kat- tendijke, werd in 1545 te Noordwijk geboren. Op vijfjarige leeftijd was hij al wees. Hij kwam onder voogdij te staan van Frans van Nijenrode. De jonge Johannes bleek een leergierig knaapje. Op jeugdig? leeftijd reeds was hij zéér bedreven ini het stellen van Latijn en Grieks. Aan zijn enorme kennis van de klassieke talen is het te danken, dat hij beroemd werd om zijn latijnse Annales in dichtvorm en om zijn notities bij klassieke schrijvers. |N DE TIJD, dat zijn leeftijdgenoten met hoepel en priktol op de weg speelden, maakte hij al eigen oden en epigrammen in het latijn. In 1561 liet hij zich inschrijven als student in de letteren te Leuven. Daarna studeerde hij nog drie jaar in Parijs. In zijn latere leven heeft Jan van der Does echter bewezen méér brui send bloed in de aderen te hebben dan men van een kamergeleerde zou verwachten. Meer nog dan om zijn letterkundige geschriften, zijn geschiedschrijving, heeft Janus Dousa zijn beroemdheid te danken aan zijn heldhaftige tegen stand bij het beleg van Leiden in 1574 en aan zijn diplomatieke ver diensten. In 1570 werd hij hoogheemraad van Rijnland en lid van het Hollandse Ridderschap in de Staten. TTJDENS het eerste beleg van Lei- den was hij in de stad in verband met de landingen van de Watergeu zen. Ook het tweede beleg maakte hij mee. Ditmaal was hij opperbevelheb ber van de kleine troep vrijbuiters, die de stad tegen een overval van de steeds loerende vijand moest verdedi gen. Hij deed dit met „wandelende geraamten", zo lezen wij in het bio grafisch woorenboek van Van der Aa, „terwijl de muitzucht van van alle kanten toegrijnsde". Hij spoorde aan tot de grootste tegenstand tegen de vijand, hecht samenwerkend met Van Hout, Van der Werff en de stadsgou- verneur Van der Does, eén verre neef van hem. Bataafse Varro. 1 7AN grote betekenis Van der Does v ook geweest voor de Leidse uni versiteit. Hij hielp de academie mede oprichten en hij werd haar eerste curator. Hij heeft tal van besprekingen ge voerd met geleerden uit binen- en buitenland voor de bezetting van de hoogleraarszetels. Bijzonder veel moeite heeft hij zich ook getroost voor de samenstelling van de universiteitsbibliotheek. Samen met zijn zoon vestigde hij eerst de bibliotheek in een kleine „boekkamer" in het academiege bouw, daarna in de kerk op het be gijnhof. Zijn zoon volgde hem later als bi- bliotehcaris op. Van der Does bewoog zich op staatkundig terrein even gemakke lijk als tussen de planken met boe ken. IN 1584 GING HIJ in het geheim naar Engeland om koningin Elisa beth over de toestand in zijn land in te lichten. Hij stond aan het hoofd van het gezelschap, dat in 1585 Eli sabeth de souvereiniteit kwam aan bieden. Eind 1591 werd hij benoemd tot lid van de Hoge Raad van Hol land en Zeeland en vestigde hij zich te Den Haag. Hij, die door geleerde vrienden genoemd werd Bataafse Varro, Orakel der Hoge School, le vendige bibliotheek of wandelend museum legde zijn hofd voor goed te museum, legde zijn hoofd voor goed te begraven in de St. Jacobskerk te Den Haag. JANUS DOUSA ACADE MI AL CURATOR ETC. Dr Rasker hoogleraar aan Leidse Universiteit Vrijdagmiddag heeft dr. A. J. Ras ker, tot voor kort predikant te Haar lem, het ambt van bijzonder hoog leraar aan de Leidse Universiteit van wege de Nederlands Hervormde Kerk in de gechiedenis dier kerk en haar leerstellingen, de bijbelse en de prac- tische godgeleerdheid aanvaard met het uitspreken van een inaugurele oratie over het gezag van de Heilige Schrift. De ambtsaanvaarding geschiedde in een stampvol Groot-Auditorium, waarin zich behalve hoqgleraren, cu ratoren, docenten en alumni van deze academie onder meer verzameld had den vertegenwoordigers van de Her vormde Synode, het Hervormd Semi narium te Driebergen, de Zendings hogeschool te Oegstgeest, de theolo gische faculteiten van andere univer siteiten en instellingen op het ge bied van hoger onderwijs. Prof. Rasker is de opvolger van prof. dr. G. Sevenster, die enige tijd geleden zijn ambt van hogleraar neerlegde met het oog op het berei ken van de pensioengerechtigd leef tijd. LEIDSE VARIA De heer P. G. Redegeld, schrij ver ter inspectie der invoerrechten en accijnzen te Leiden is met ingang van 1 October j.l. benoemd tot ad junct-commies titulair. Voor het examen van adjunct commies titulair van 's Rijks Belas tingen zijn geslaagd mej. L. J. Piers- ma en de heren C. Koenen, P. B. Be verwijk, H. F. Roman," H. J. Straat hof, J. Hoitink, J. van Nimwegen en J J. van Zonneveld. Voor de sociale Zondagmorgen, die met een H. Mis in de kapel van de zusters Carmelitessen om 9 uur begint, blijkt grote belangstelling te bestaan. Alleen door rechtstreeks overleg met de penningmeester van de „Raad van maatschappelijk en cultureel overleg", die gezien de naam van de raad, waarin hij zitting heeft, hiertoe wel bereid lijkt (tel. 24224), kunt u misschien nog een plaatsje bemachtigen. Leidse Universiteit Geslaagd voor het doctoraal exa men Indonesisch recht de heer M. Lapré te Den Haag; voor het candi- aaatsexamen Geneeskunde mej. C. M. Th. van Ingen te Den Haag en de heren W. Fastenberg (U.S.A.), M. J. Haverlcorn v. Rijswijk te Leiden, H. Janse te Den Haag, J. M. F. Kroft te Noordwijkerhout, R. J. Meijer te Leiden en J. C. Streng te Den Haag; voor het doctoraal examen Genees kunde mej. M. F. Meurs te Alkmaar en de heren T. Ahrens te Vught, F. F. van Haeften te Wassenaar, C. H. van La vier en te Voorschoten, A. S. Muller te Leiden en Y. Sloterdijk te Voorburg; voor het artsexamen le gedeelte mevr. B. Hogerzeilvan Paa^sen te Haarlem en de heren W. Algie te Voorburg en J. v. d. Waal te Ridderkerk; voor het artsexamen 2e gedeelte de heren W. J. Balvert te ''oetermeer, L. J. de Heer te Den Haag en W. H. V. Peutz te Heerlen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 12