Wie puzzelt mee
m
M
De Knokkersburcht"<ra>
ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1954
DE LEIDSE COURANT
DERDE 6LAD - PAGINA 2
1
r~
3
4
S
7
3
9
ÏO
11
12
13
14
15
16
17
18
19
Zo
21
22
23
24
25
26
n
26
29
ip
31
52
34
36
36
43
39
4o
41
42
45
46'
4X
SO
51
-
55
56
57
56
59
6©
61
62
64
65
66
67
63
69
70
71
72
73
76
75
76
77
ra
79
80
61
62
33
64
&S
86
*7
38
69
Horizontaal: 1. sluiswachter, 6.
korte kous, 8. vlug, bedreven, 13. be
scheiden, 14. op alle plaatsen, 15. deel
v. d. böbel, 17. donkergrijs en dun-
bladig gesteente, 18. zwaardvis, 20.
punt, uiteinde, 21. voornaamwoord,
22. speelgoed, 24. vette zelfstandig
heid, 26. slaapt men op, 27. aanloop,
28. blijven steken, 30. een der IÖ.
Soenda-eilanden, 31.onderricht, 32.
Nederl. schilder uit de 17de eeuw,
leerling van Rembrandt, 33. viskaar,
35. zelfkant, 36. Rom. keizer, be-
ïoemd om zijn rechtvaardigheid, 38.
verhindering, 40. door gas, benzine
of electriciteit gedreven machine, 42.
muziekinstrument, 44. gang, snelheid,
47. god der liefde, 48. biljartstok, 49.
teken dat in de psalmen voorkomt,
50. vernuftig persoon, 52. soort, 54.
opening in een deur of raam, 56.
omstandig, breedvoerig, 58. gem. In
Limb, ten N. van Meersen, 60. groen
te, 62. traag van begrip, 64. ver
ouderd woord voor kwaad, 65. uit
roep, 67. biersoort, 68. overdekte
winkelstraat, 71. beroemd Nederl.
leerdichter, 72. gem. in Gelderl., 74.
sterke drank, 76. spitse bek van een
vogel, 77. cum suis (afk.), 78. klein
paard, 80. vlaktemaat, 81. vierhandig
dier, 83. muzieknoot, 84. republiek
in Midd. Amerika, 85. bekend En
gels admiraal, 87. fakkel, 88. smalle
weg, 89. zeeëngte.
Verticaal: 1. uitgebrande steenkool,
2. stapelmeter (afk.), 3. muzieknoot,
4. nobel, 5. koor van zangers, 6. vuist-
stoot, 7. etui, 8. lidwoord, 9. zang
wijs, 10. houten bakje, 11. inhouds
maat (afk.), 12. welwillend, goed
hartig, 16. stad in Spanje a. d. Taag,
19. smalle strook, 21. voorheen, 23.
tussenzetsel, 24. ereschot, 25. muiter,
26. bezweringsformule, 28. raam-
scherm, 29. niets, 32. vermaard, 34.
mistig, 36. deel van een baggermo
len, 37. gem. in Z.H. bij Gorinchem,
38. geldbuidel, 39. strook papier aan
couponbladen van effecten, 40. in
sect, 41. voorzetsel, 43. het eerste
boek van Mozes (afk.), 45. vaartuig,
46. voorzetsel, 51. verduistering, voor
al van zon of maan, 52. rust, kalmte,
53. uitstalling, 55. evenwel, 57. gul
den (studententaal), 59. eer, 60. be
kende boskiimvogel, 61. biersoort,
63. zijtak Donau, 65. voorzetsel, 66.
onbrandbaar steenvlas, 69. zijde van
het voorhoofd, 70. roofvogel, 73.
dwarsbalk (bouwk.), 75. boomschors,
78. scharnier van een hengsel, 79.
stapel, 81. voegwoord, 82. duw, 84.
rivier in Italië, 86. voorzetsel.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Horizontaal: 1. sasser, 6. sok, 8.
handig, 13. modest, 14. overal, 15. N.
T.. 17. lei, 18. ork, 20. tip, 21. we, 22.
tol, 24. smeer, 26. bed, 27. elan, 28.
haperen, 30. Bali, 31. les, 32. Bol, 33.
bun, 35. neg, 36. Nerva, 38. belet, 40.
motor, 42. orgel, 44. vaart, 47. Eros,
48. keu, 49. sela, 50. genie, 52. genre,
54. loket, 56. ampel, 58. Stein, 60. sla,
62. dom, 64. arg, 65. aha, 67. pils, 68.
passage, 71. Cats, 72. Epe, 74. klare,
76. neb, 77. c.s., 78. hit, 80. are, 81.
aap, 83. re, 84. Panama, 85. Nelson,
87. toorts, 88. pad, 89. straat.
Verticaal; 1. sintel, 2. Sm, 3. sol,
4. edel, 5. rei, 6. stomp, 7. koker, 8.
het, 0. aria, 10. nap, 11. dl., 12. goe
dig, 16. Todelo, 19. reep, 21. weleer,
23. las, 24. salvo, 25. rebel, 26, ban,
28. hor, 29. nul, 32. beroemd, 34. ne
velig, 36. noria, 37. Arkel, 38. beurs,
39. talon, 40. mug, 41. ten, 43. Gen.,
45. aak, 46. tot, 51. eclips, 52. gemak,
53. etage, 55. echter, 57. pop, 59. ere,
60. specht, 61. ale, 63. Isar, .65. aan,
66. asbest, 69. slaap, 70. arend, 73.
bint, 75. bast, 78. har, 79. tas, 81. als,
82. por, 84. Po, 86. na.
Oplossingen aan het bureau van
ons blad tot en met Donderdag 30
Sept.. Taart, sieraad en boek zijn be
schikbaar gesteld.
Winnaars van deze week zijn: mej.
Meijer, Rijndijk 172, Voorschoten; de
sigarettenkoker: J. A. v. d. Meijden,
Brederostraat 4. Leiden het sieraad
en D. Jansen, Meerhof 19, Leiden
het boek.
Aetherklanken
ZONDAG.
HILVERSUM I, 402 M.
8.00 VARA, 12.00 AVRO, 17.00 VARA,
18.30 VPRO, 19.00 IKOR, 20.00—24.00
AVRO.
VARA: 8.00 Nws., weerber. post-
duivenber. en gram. 8.20 Gram. 8.45
„Langs ongebaande wegen", caus. 9.00
Sportmeded. en postduivenber. 9.03
Gram, met comm. 9.45 „Geestelijk
leven", toespraak. 10.00 Gram. 10.30
Met en zonder omslag. 11.00 Omr.
ork. AVRO: 12.00 Sportspiegel. 12.05
Strijkork. 12.35 „Even afrekenen, He
ren!" 12.45 Gevar. muz. 13.00 Nws.
13.05 Meded. of gram. 13.10 Verz.
progr. v. d. mil. 14.00 Boekbespr.
14.20, Disco-caus. 15.00 Hammond
orgelspel. 15.15 Toneelschouwing.
15.30 Radio Philharm. Ork. en solist.
16.30 Sportrevue. VARA: 17.00 v. d.
kinderen. 17.50 Sportjourn. 18.15 Nws
en sportuitsl. VPRO: 18.30 Korte
Verv. Kerkd. IKOR. 19.00 v. d. kin-
deren. 19.35 Voordr. AVRO: 20.00
Nws. 20.05 Lichte muz. 20.35 Cabaret.
21.10 Henriëtte Davids neemt af
scheid. 21.50 Gram. 22.00 Act. 22.15
Mandoline-ork. 22.35 Viool en piano.
23.00 Nws. 23.15 Dansmuz. 23.45—24.00
Gram.
HILVERSUM II, 298 M.
8.00 KRO, 9.30 NCRV, 10.00 IKOR,
12.00 NCRV, 12,15 KRO, 17.00 NCRV,
19.45—24.00 WRO.
KRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.25
Hoogmis. NCRV: 9.30 Nws. en wa-
terst. 9.45 Orgelconc. IKdk: 10.00
„Tien Verkeersregels", caus. 10.30
N,derl. Evangelische kerkdienst. NC
RV: 12.00 Vocaal ens. KRO: 12.15
Gram. 12.20 Apologie. 12.40 Instr.
ens. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nws. en
kath. nws. 13.10 Amus. muz. 13.40
Boekbespr. 13.55 v d. jeugd. 14.25
Omr. ork. en solist. 15.15 „Onze tijd
en onze taak", caus. 15.25 Gram. 16.10
Kath. Thuisfront overal! 16.15 Sport.
16.30 Vespers. NCRV: 17.00 Geref.
Kerkdienst. 18.30 Gewijde muz. 19.00
Nws. uit de Kerken. 19.05 Gewijde
muz. 19.30 „Weg en werk der Kerk
hervormers", caus. KRO: 19.45 Nws.
20,00 Gram. 20.15 Gevar. progr. 21.00
Act. 21.15 De gewone man. 21.20
Gram. 21.30 „En deze weg mag geen
einde kennen", klankb. 22.15 Prome-
nade-ork. en soliste. 22.40 „Het getui
genis over Christus", caus. Hierna:
Avondgebed en lit. kal. 23.00 Nws.
23.15 Maastrichts Sted. ork. en so
list. 23.50—24.00 Gram.
MAANDAG.
HILVERSUM I. 402 M.
7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20—24.00
VARA.
VARA: 7.00 Nws. 7.13 Gram. 8.00
Nws. 8.18 Gram. 8.35 Lichte muz.
9.00 Gym. v. d. vrouw. 9.10 Gram.
9.35 Waterst. 9.40 Gram. VPRO: 10.00
„Voor de oude dag", caus. 10.05 Mor
genwijding. VARA: 10.20 Gitaarspel.
10.40 Voor de zieken. 11.25 Gram.
11.40 Voordr. 12.00 Gram. 12.30 Land
en tuinb. meded. 12.38 Zang en orgel.
13.00 Nws. 13.15 Voor de middenstand
13.20 Metropole-ork. 14.00 Voor de
vrouw. 14.15 Sopr. en 'piano. 14.45
Gram. 15.05 „Zolang jij by me bent",
hoorspel. 16.20 Koor en orgel. 16.45
Voor de jeugd. 17.15 Gram. 17.50
Idem. 18.00 Nws. en comm. 18.20
Pianospel. 18.30 Pari. overz. 18.45
Ook 'n schandaal. Zij: „Van
morgen is de kleermaker hier ge
weest met zijn rekening. Hij zei het
geld nu eindelijk eens te willen ont
vangen, vooral ook, omdat hij mor
gen een wissel moet betalen".
Hij: „Dat is gewoon een schandaal.
Schulden maken en dan bij mij ko
men zaniken om geld".
Geven en nemen. Jonggehuwde:
„Het huwelijk ia een kwestie van ge
ven en nemen. De een moet koken
en de ander moet het eten".
Koorzang. 19.05 „De eerste Interna
tionale 90 jaar geleden gesticht", le-
J. A. Dechering en Ir F. H. B. Ver
meulen. 20.00 Nws. 20.05 Act. 20.10
De familie Doorsnee. 20.40 Aether-
forum. 21.20 Dansen. 21.55 „De weg
omhoog", caus. 22.10 Gram. 22.30
Pianorecital. 23.00 Nws. 23.15—24.00
Gram.
HILVERSUM II. 298 M.
7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15
Gym. 7.30 Gewijde muz. 7.45 'n Woord
voor de dag. 8.00 Nws. en weerber.
8.15 Sportuitsl. 8.20 Gram. 8.30 Tot
Uw dienst! 8.35 Gram. 9.00 Voor de
zieken. 9.30 Voor de vrouw.
Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00
Gram. 11.20 Radio Philharm. ork.
12.25 Voor boer en tuinder. 12.30
Land- en tuinb. meded. 12.33 Gram.
12.59 Klokgelui. 13.00 Nws. 13.15
Mandoline ork. 13.45 Gram. 14.05
Schoolradio. 14.30 Gram. 14.45 Voor
de vrouw. 15.15 Instr. trio. 15.42
Gram. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Fluit,
cello en Mozartvleugel, 17.00 Voor
de kleuters. 17.15 Kamermuz. 17.45
Regeringsuitz.: Rijksdelen Overzee:
„Zuid Nieuw Guinea en zijn bevol
king", door dr S. Kooyman. 18.00
Gemengd koor. 18.20 Sportpraatjo.
18.30 Orgelconc. 19.00 Nws. en weer
bericht. 19.10 Strijkkwart. 19.30
„Volk en Staat", caus. 19.45 Accor-
deonork. 20.00 Radiokrant. 20.20
Amus. muz. 20.50 „Een stations
wachtkamer tussen Keulen en Pa
rijs", hoorsp. 21.25 Gram. 21.35 Scan
dinavische indrukken. 21.55 Strijk
kwart. 22.15 Gram. 22.30 Vocaal ens.
22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws.
en SOS-ber. 23.15—24.00 Gram.
„En als ik alles nog eens over kon
doen, zou ik toch met je trouwen.
Jij bent de enige, die me gevraagd
heeft".
(S.E.P.)
Het grote idee. Dienstmeisje:
„Mevrouw, er staan beneden zes man
nen, die allemaal beweren, dat zü
zijn uitgenodigd om een stofzuiger
demonstratie te geven".
Mevrouw: „Dat klopt! Wijs ze alle
maal een verschillende kamer en zeg
maar, dat ze met de demonstratie
kunnen beginnen. Dat is de enige
manier, om vandaag nog klaar te ko.
men met de grote schoonmaak!"
Het grote nadeel. Officier: ,.En
hoe denken jullie nu over radar?"
Recruut: „Niet best! Je verveelt Je
dood of je schrikt je dood".
Onderzoek. Het kruithuisje was
de lucht ingevlogen en de kapitein
stelde direct een onderzoek in.
„Hoe denkt jij, dat het gebeurd
is?", vroeg hij aan een korporaal.
„Ja", antwoordde de korporaal, „ik
zag, dat de sergeant een lucifer aan
streek en toen..,."
„Lieve deugd", riep de kapitein
verschrikt uit, „een lucifer aanstrij
ken in een kruithuisje. Dat is toch
wel het laatste, wat men doet!"
„Het was ook het laatste, wat de
sergeant deed", ontwoordde de kor
poraal.
Bitter. Redenaar: „De vrouw.
wat zal ik u nog meer van de vrouw
zeggen? De vrouw is het zout der
aarde!"
Stem uit de zaal: „Oh, raken er
daarom zoveel getrouwde mannen
aan de drank".
Hoe lang Brammetje
probeerde geld te
verdienen
„Dat is m\jn hoed", zei de burgemees
ter ineens tegen zijn vrouw, toen hij
Brammetje en zijn hoed eens goed had
aangekeken. Maar zijn vrouw luisterde
niet eens. Zij was een en al oor voor 't
spel van de jongens. Ze deden 't ook
kostelijk en 't gelach van de kinderen
om de leuke opmerkingen van Hans, was
niet van de lucht. Toen 't stuk afgelopen
was klonk er wederom een enthousiast
handgeklap. De spelers bogen en ver
dwenen achter 't toneel. Ze waren nu
toch blij dat het weer voorbij was en
dat alles zo best was afgelopen.
Terwijl de jongens zich weer aan het
verkleden waren kwamen de burgemees
ter, mijnheer Kanters en nog een vreem
de meneer eens achter 't toneel kijken.
De burgemeester kwam ze alle vier een
hand geven en zei dat hij nog nooit zo'n
fijne middag gehad had. En toen met
een knipoogje naar Brammetje: „Zou ik
mijn hoed mogen hebben, ik kan er niet
buiten". -
„O, was die van u, mijnheer de bur
gemeester?" vroeg Bram verschrikt.
„Neem me niet kwalijk, maar ik zag
hem op die stoel liggen en ik had er
juist een nodig".
..O. jongens, dat geeft immers niets.
Hij ziet er nog keurig uit en ik ben blij
dat jullie er mee geholpen waren. Maar
ik ga eens kijken of m'n vrouw al uit
gepraat is. Het beste jongens".
„Dag meneer de burgemeester!"
Mijnheer Kanters en de vreemde me
neer bleven even wachten tot de burge
meester was uitgepraat. De jongens
kenden die vreemde heer niet. Hij was
heel deftig gekleed en Wim had daarnet
beweerd dat hij met een knots van een
auto was gekomen.
..En nu komt deze meneer jullie eens
iets vragen", begon mijnheer Kanters.
„Ja jongens, ik kwam jullie een voor
stel doen. Zouden jullie misschien zin
hebben om aan een toneelvereniging te
komen?"
De jongens stonden stom van verba
zing. Die vreemde heer kwam hun vra
gen om aan een toneelvereniging te ko
men. Zouden ze dan echt zo goed ge
speeld hebben? Ze stonden er paf van.
„Ja, jongens, ik vond dat jullie zó goed
speelden, dat ik dacht, ik ga 't eens vra
gen. In onze grote toneelstukken hebben
we dikwijls kinderen nodig, die ook een
belangrijke rol moeten spelen en ik
meen gezien te hebben, dat jullie de
capaciteiten daar voor hebben en dat is
veel waard. Jullie zullen natuurlijk hard
moeten leren."
De ogen van Brammetje vlamden op
en meteen vroeg hij: „Zouden we daar
dan geld mee verdienen?"
„Natuurlijk jongens, maar dat spreken
we dan later wel af'.
Tjonge dat was weer een manier om
aan geld te komen voor oma.
De meester was intussen ook achter 't
toneel komen kijken om te komen zeg
gen, dat ze het er zo best hadden afge
bracht. Het laatste stuk van het gesprek
met die vreemde meneer had hij juist l
opgevangen en wilde er nu 't zijne van
weten. „Hoorde ik dat goed mijnheer?
Zou u deze jongens aan uw toneelvere
niging willen hebben?"
„Juist meneer. Wat ik vanmiddag van
hen gezien heb, vond ik buitengewoon
goed. Me dunkt dat ze wel aanleg heb
ben".
„Maar u vergeet mijnheer", begon de
meester nu ernstig, „de jongens zijn nog
op schooL Ze zitten in mijn klas. En nu
mogen ze wel eens in een stukje als dit
een aardige rol spelen, dit moet toch niet
te dikwijls voorkomen. Het schoolwerk
gaat voor. Ze zouden nooit goede toneel
spelers kunnen worden als ze niet eerst
op school heel goed geleerd hadden".
Ja, daar had de meester gelijk in. Het
was toch nog altijd zó: eerst de school
en dan plezier. Misschien later, wie
weet?
Toch gloeiden de jongens van trots,
omdat een vreemde meneer hen daar
voor uitgekozen had.
„Nou, tot ziens jongelui! Als jullie
later nog eens zin hebben om te komen
praten, dan kunnen jullie altijd bij me
komen". En na ze ieder een hand gege
ven te hebben ging hij weg.
„Zeg jongens, hoeveel geld hebben
we nu eigenlijk? Waar staan de busjes?
Ieder een busje tellen".
Even later waren de busjes op een
grote krant geleegd en ze waren druk
aan 't tellen. Er bestond nu niets anders
meer op de wereld dan geld.
„Tel nou zachtjes. Ik raak in de war".
„Ga dan een eindje van me af zitten".
„Je kunt best wat zachter tellen".
„Stil toch jongens, nog even en dan
ben ik er".
„Ik, drie gulden veertig".
„Gö, ik drie gulden vijf en zestig".
„Dat is samen zeven gulden vijf".
„En ik heb vijf gulden tachtig".
„Ja maar bij jou gooide de burge
meester er een gulden in en oom Jan
drie kwartjes".
„Hoeveel heb jij Wim?"
„Ik maar drie gulden en vijf centen".
„Jongens, dat is samen vijftien gulden
negentig".
„Wat doen we er mee?"
„Laten we 't eerlijk delen'.
„Neen jongens. Brammetje mag zeker
de helft hebben. Hij heeft alles verzon
nen en hij heeft het meeste gedaan."
Daar waren ze het allemaal mee eens.
„Maar we moeten nog hout kopen
voor mooie leuningen aan onze boot".
Ja daar hadden ze nog niet aan gedacht.
„Nou, die geeft mijn vader wel", zei
Hans.
Bram had weer zitten denken terwijl
de anderen zo kakelden. „Jongens, ik
denk er ineens aan dat we daarnet wel
aan de burgemeester wel toestemming
hadden kunnen vragen om met onze
boot kinderen te vervoeren, want dat
mag zo maar niet."
Ja. dat was jammer, dat ze dat ver
geten waren. Ze moesten ook nog aan
plakbiljetten maken en dan die leunin
gen timmeren. Ze hadden het deze week
nog druk. Maar met dat al was 't geld
nog niet verdeeld.
„We moeten mevrouw Kanters de
koekjes ook nog betalen", zei Bram.
„Doet m'n moeder allemaal voor niets,
daar wil ze niets voor hebben".
I Na een poosje heen en weer praten
waren ze het er eindelijk over eens dat
Brammetje ƒ7,en de anderen ieder
drie gulden zouden krijgen. Bram wilde
het eerst niet hebben, maar toen de jon
gens bleven aandringen, nam hij 't toch
maar aan. Het was immers niet voor hem
zelf, maar voor zijn oma.
's Avonds legde hij 't geld voor haar
neer. „Hier oma, dit is voor u".
„Maar jongen, wat een boel geld. Heb
ben jullie dat vanmiddag allemaal op
gehaald".
„Nog veel meer oma. De andere jon
gens hebben ieder drie gulden".
„Stop maar in een spaarpotje Bram".
„Nee oma, dat moet u allemaal op
maken. U krijgt over een poosje nog
veel meer geld oma. Wacht maar eens,
als we weer gaan verdienen. Dan hoeft
u fijn niet meer te gaan werken".
Oma kreeg tranen in d'r ogen en zoen-
de haar kleinkind op alle twee zijn wan
gen.
De hele week waren ze bezig geweest
met de leuningen en met de aanplakbil
jetten. Daar stond het op schuren en
hekken:
„Bekendmaking: Voortaan rondvaarten
op het meer. Iedere Woensdag- en
Zaterdagmiddag.
Een modern ingerichte boot.
Afvaart bij Olsthoorn.
Eerste tocht gratis.
Wordt vervolgd.
PETER VERTELT WAT HIJ VERLEDEN
WEEK HEEFT MEEGEMAAKT.
We hebben de vorige week voor het
eerst met inkt, heus echte inkt geschre
ven en niet zo maar op een blaadje maar
in een schriftje. Een grote jongen uit de
zesde klas had alle inktpotjes mogen
vullen, juist half vol. We hadden eerst
nergens erg in want de schuifjes waren
dicht. Tot er opeens een jongen achter
me zei: „Peter kijk eens in je inktpotje".
Ik schoof natuurlijk dadelijk het schuifje
weg en ja hoor, als een grote glazen
zwarte knikker, lag de inkt te glimmen.
Gos, wat was mijn potje vol, bijna tot
't randje. Dat van Duimelaar was netjes
half vol. Even proberen met mijn pink,
hoe diep z'n plas wel is. O, hemeltje, de
inkt liep er al over heen. Gelukkig keek
Duimelaar de andere kant op, dus gauw
het schuifje dicht en met mijn zakdoek
de natte plekken drooggemaakt. Geluk
kig, niets meer van te zien. Nu m'n ar
men netjes over elkaar en tegelijk een
grote zwarte smeer op de mouw van
mijn schone blousje. Met spuug probeer
de ik de vlek er uit te krijgen, maar 't
werd eerder nog erger. Daar hoor ik de
juffrouw zeggen: „Allemaal de lees-
plankjes op de bank". Zo zachtjes mo
gelijk, want dat moet zo. pakte ik mijn
plankje. Maar wat zag ik daar? De hele
bovenkant droop van de inkt en 't liep
nu in een straaltje op mijn knie en
broek. Nauwelijks had Duimelaar 't in de
gaten of hij stak zijn vinger op en tege
lijk riep hij zo maar hardop: „Juffrouw,
Peter heeft inkt op zijn leesplankje". Nou
jullie snappen, dat de juffrouw met drie
grote passen naast me stond, 't plankje
dadelijk afpakte en mij achter het bord
zette, 't Was alles in een ommezientje
gebeurd en nu stond ik te kijken naar
een zwart straaltje dat langzaam in
mijn kous droop. Even later moest ik
naar de kraan op de gang om me schoon
te poetsen, maar dat ging niet zo mak
kelijk. De juffrouw keek echte boos en
mijn moeder keek nog veel bozer.
PETER.
OPLOSSING VAN HET VORIGE
RAADSEL.
Op de hoek van de straat speelden vier
kinderen met gekleurde glazen knikkers.
Deze keer was Jan v. d. Meer, Teyloo*-
■traat 37, Sassenheim de gelukkige, die
het boek gewonnen heeft. Het wordt je
deze week toegestuurd Jan.
NIEUWE RAADSELS.
I. Een boer kwam in zijn stal, die vier
hoeken had. In iedere hoek zag hij op
een bundel hooi vier oude en twee jonge
kippen zitten. Hoeveel voeten waren er
in die stal?
II. Het eerste deel is de naam van een
roofdier;
het tweede deel is de naam van een
vervoermiddel;
het derde deel is de naam van 'n boom.
Het geheel is een hoofdstad in Neder
land.
III. Ik ben altijd nat, maar verwissel
je mijn eerste en laatste letter dan ben
ik de naam van een donkere man. Wie
ben ik?
De oplossingen kunnen ingestuurd
worden tot 2 October aan het bekende
adres: Tante Jo en Oom Toon, Kranten-
tuin, Leidse Courant, Papengracht 32,
Leiden.
Correspondentie
Wim Meeuwissen, 3e Poellaan 41.
Llsse. Je vond het vorige raadsel zeker
niet moeilijk. Ik ben benieuwd of je de
nieuwe raadsels ook kunt oplossen Wim.
Ze zijn heus niet zo moeilijk.
Bepple v. d. Berg, Kerkstr. 91, Noord-
wijkerhout. Wat hebben jullie met de
klas een leuk uitstapje gemaakt. Ja in
Blydorp is 't ook mooi. Die kleine
aapjes zijn aardig hè, maar wist je dat
ze heel teer zijn. Ze hebben dadelijk een
kou te pakken en zijn dan binnen een
paar uur dood. Je versje komt hier ook
achter:
STOUT HONDJE.
Poedeltje, jij bent ondeugend.
Poedeltje, jij stoute beest!
Wie. wie maakte al die rommel?
Poedel, dat ben jij geweest.
Heel de prullemand omgetrokken.
En het stoeltje ook al om.
Gauw maak alles vlug weer netjes.
Kun je 't niet? Wat is dat dom.
Jonnie Klink en Willie Verhagen,
Schenkelweg, Zoeterwoude. Zulke dikke
vriendinnen krijgen samen een briefje.
Leuk Willie dat jij voortaan ook met ons
mee wil doen. Hebben jullie samen dat
verhaaltje gemaakt?
NAAR DE SPEELTUIN.
Dinsdagmiddag zijn wij met ons drieën
naar de speeltuin geweest. Jonnie, Willie
en Agnes. We gingen maar lopen want
Willie had geen fiets. Toen we er aan
kwamen gingen we eerst op de glijbaan.
Er waren daar zoveel kinderen dat we
in een rij op onze beurt moesten wach
ten. Daarna gingen we naar de draai
molen, dat ging fijn, maar om de beurt
moesten we duwen. Ock was er een
groot hobbelpaard, waarin een heleboel
kinderen konden zitten. Soms ging het
zo hoog, dat je van de bank afgleed. Het
fijnste was nog de glijbaan. Toen het
half vier was zijn we weggegaan, want
we moesten nog boodschappen doen in
de stad, maar de winkels waren gesloten,
zodat we maar naar huis zijn gegaan.
Gerard Hoogenboom, R'veen. Dat
werk zag er netjes uit Gerard.
Henny v. d. Burg, Boshulzerkade 75,
Lelden komt ons ook iets vertellen over
haar vacantie.
VACANTIE.
De grote vacantie was begonnen en
we zouden een week naar Katwijk gaan.
We hebben juist in die week heerlijk
weer gehad. De eerste dag dat we er
waren gingen we natuurlijk eerst naar
de zee, maar toen we daar aankwamen
stonden er een heleboel mensen op het
strand. Wat was er nu eigenlijk aan de
hand? We gingen kijken en toen zagen
we dat er drenkelingen in zee werden
geworpen en even later zagen we dat ze
met een Helicopter er werden uitge
haald. Dat was een aardig gezicht.
De tweede dag zijn we naar de duinen
geweest. Daar hebben we heerlijk ge
speeld met de ballen en later wegkrui
pertje gespeeld achter de duintoppen.
De andere dagen hebben we gezwommen
en veel schelpen gezocht, 't Was een
heerlijke vacantie, maar thuis is het toch
altijd maar fijner.
Bennie Lemmers. Raadhuislaan 14,
Lelmuiden. Die Bennie heeft niet alleen
het raadsel opgelost, maar de oplossing
ook nog getekend. Aardig bedacht Ben
nie. Heeft niemand je geholpen?
Thea en Joke Lelieveld, Zoeterwoude.
Prettig dat jullie het gewonnen boek zo
mooi vinden, 't Was juist fijn voor de
vacantie. Dag hinders.
Bert v. d. Akker en Jan Ploeg, Schen
kelweg, Zoeterwoude. Van Bert een aar
dig briefje en van Jan twee tekeningen.
Zo heeft ieder dus wat gedaan. Dag
jongens.
Ludy v. d. Meer. Kapteynstraat. Lel
den. Dat noem ik nou nog eens een lange
brief, daar moest ik gewoon tien minuten
voor gaan zitten. Wat hebben jullie ge
noten dat week-end en veel gezien ook.
Die rondvaart door de grachten van Am
sterdam is heel interessant en dan door
de havens niet te vergeten. Toen ik er
was, lag er juist een walvisvaarder klaar
om te vertrekken. Over dat sprookjes
bos „de Efteling" bij Kaatsheuvel heb ik
al veel horen vertellen, maar ik ben er
nooit geweest. De Sint Jan in Den Bosch
vond je zeker ook wel prachtig. Heb je
ook 't beeld van de Zoete Lieve Vrouwe
gezien? Dag Ludy tot de volgende brief
weer.
Jacques Zandbergen, Morsweg 25, Lel
den. Jij bent vandaag de laatste jongen
en lang niet de minste. Wat heb jij keu
rig geschreven, oom Toon vond het ook
prachtig. Maak zelf eens een versje
Jacques.
De andere kinderen moeten niet onge
duldig worden. We gaan de volgende
week verder. Dag allemaal.
TANTE JO en OOM TOON.
IV
ELUTDLOOS SLUIPEN
de thee Jeroens met
HUN GELRDEN KRNON
jNDEDuiSTERN/S
ROND.nu EN DRN lr-
ten zoeven DE STRR-
IENVRN HUN KOP-
UCHTOGEN FLITSEN,
om HUN TEGENSTRN-
DER TE ZOEKEN. IÜER
BÖ ECHTER VLUG..
QROEN tEN VUURT TERSTOND OP DEPRRKEERLÏCHTJES, MRRR DE LOS BR RN-
DING VERRRRDT ZON PLRRTS FN JEROEN THEE KNHLT DRDEL 'JK TERUG.
7'A Vol schoten!'Eén ven hen
heeff <?een munitie meer
y Ve ené ere heeft nog één
~ji koqel'.Maar wie?