Wie puzzelt mee m M De Knokkersburcht"<ra> ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1954 DE LEIDSE COURANT DERDE 6LAD - PAGINA 2 1 r~ 3 4 S 7 3 9 ÏO 11 12 13 14 15 16 17 18 19 Zo 21 22 23 24 25 26 n 26 29 ip 31 52 34 36 36 43 39 4o 41 42 45 46' 4X SO 51 - 55 56 57 56 59 6© 61 62 64 65 66 67 63 69 70 71 72 73 76 75 76 77 ra 79 80 61 62 33 64 &S 86 *7 38 69 Horizontaal: 1. sluiswachter, 6. korte kous, 8. vlug, bedreven, 13. be scheiden, 14. op alle plaatsen, 15. deel v. d. böbel, 17. donkergrijs en dun- bladig gesteente, 18. zwaardvis, 20. punt, uiteinde, 21. voornaamwoord, 22. speelgoed, 24. vette zelfstandig heid, 26. slaapt men op, 27. aanloop, 28. blijven steken, 30. een der IÖ. Soenda-eilanden, 31.onderricht, 32. Nederl. schilder uit de 17de eeuw, leerling van Rembrandt, 33. viskaar, 35. zelfkant, 36. Rom. keizer, be- ïoemd om zijn rechtvaardigheid, 38. verhindering, 40. door gas, benzine of electriciteit gedreven machine, 42. muziekinstrument, 44. gang, snelheid, 47. god der liefde, 48. biljartstok, 49. teken dat in de psalmen voorkomt, 50. vernuftig persoon, 52. soort, 54. opening in een deur of raam, 56. omstandig, breedvoerig, 58. gem. In Limb, ten N. van Meersen, 60. groen te, 62. traag van begrip, 64. ver ouderd woord voor kwaad, 65. uit roep, 67. biersoort, 68. overdekte winkelstraat, 71. beroemd Nederl. leerdichter, 72. gem. in Gelderl., 74. sterke drank, 76. spitse bek van een vogel, 77. cum suis (afk.), 78. klein paard, 80. vlaktemaat, 81. vierhandig dier, 83. muzieknoot, 84. republiek in Midd. Amerika, 85. bekend En gels admiraal, 87. fakkel, 88. smalle weg, 89. zeeëngte. Verticaal: 1. uitgebrande steenkool, 2. stapelmeter (afk.), 3. muzieknoot, 4. nobel, 5. koor van zangers, 6. vuist- stoot, 7. etui, 8. lidwoord, 9. zang wijs, 10. houten bakje, 11. inhouds maat (afk.), 12. welwillend, goed hartig, 16. stad in Spanje a. d. Taag, 19. smalle strook, 21. voorheen, 23. tussenzetsel, 24. ereschot, 25. muiter, 26. bezweringsformule, 28. raam- scherm, 29. niets, 32. vermaard, 34. mistig, 36. deel van een baggermo len, 37. gem. in Z.H. bij Gorinchem, 38. geldbuidel, 39. strook papier aan couponbladen van effecten, 40. in sect, 41. voorzetsel, 43. het eerste boek van Mozes (afk.), 45. vaartuig, 46. voorzetsel, 51. verduistering, voor al van zon of maan, 52. rust, kalmte, 53. uitstalling, 55. evenwel, 57. gul den (studententaal), 59. eer, 60. be kende boskiimvogel, 61. biersoort, 63. zijtak Donau, 65. voorzetsel, 66. onbrandbaar steenvlas, 69. zijde van het voorhoofd, 70. roofvogel, 73. dwarsbalk (bouwk.), 75. boomschors, 78. scharnier van een hengsel, 79. stapel, 81. voegwoord, 82. duw, 84. rivier in Italië, 86. voorzetsel. OPLOSSING VORIGE WEEK. Horizontaal: 1. sasser, 6. sok, 8. handig, 13. modest, 14. overal, 15. N. T.. 17. lei, 18. ork, 20. tip, 21. we, 22. tol, 24. smeer, 26. bed, 27. elan, 28. haperen, 30. Bali, 31. les, 32. Bol, 33. bun, 35. neg, 36. Nerva, 38. belet, 40. motor, 42. orgel, 44. vaart, 47. Eros, 48. keu, 49. sela, 50. genie, 52. genre, 54. loket, 56. ampel, 58. Stein, 60. sla, 62. dom, 64. arg, 65. aha, 67. pils, 68. passage, 71. Cats, 72. Epe, 74. klare, 76. neb, 77. c.s., 78. hit, 80. are, 81. aap, 83. re, 84. Panama, 85. Nelson, 87. toorts, 88. pad, 89. straat. Verticaal; 1. sintel, 2. Sm, 3. sol, 4. edel, 5. rei, 6. stomp, 7. koker, 8. het, 0. aria, 10. nap, 11. dl., 12. goe dig, 16. Todelo, 19. reep, 21. weleer, 23. las, 24. salvo, 25. rebel, 26, ban, 28. hor, 29. nul, 32. beroemd, 34. ne velig, 36. noria, 37. Arkel, 38. beurs, 39. talon, 40. mug, 41. ten, 43. Gen., 45. aak, 46. tot, 51. eclips, 52. gemak, 53. etage, 55. echter, 57. pop, 59. ere, 60. specht, 61. ale, 63. Isar, .65. aan, 66. asbest, 69. slaap, 70. arend, 73. bint, 75. bast, 78. har, 79. tas, 81. als, 82. por, 84. Po, 86. na. Oplossingen aan het bureau van ons blad tot en met Donderdag 30 Sept.. Taart, sieraad en boek zijn be schikbaar gesteld. Winnaars van deze week zijn: mej. Meijer, Rijndijk 172, Voorschoten; de sigarettenkoker: J. A. v. d. Meijden, Brederostraat 4. Leiden het sieraad en D. Jansen, Meerhof 19, Leiden het boek. Aetherklanken ZONDAG. HILVERSUM I, 402 M. 8.00 VARA, 12.00 AVRO, 17.00 VARA, 18.30 VPRO, 19.00 IKOR, 20.00—24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nws., weerber. post- duivenber. en gram. 8.20 Gram. 8.45 „Langs ongebaande wegen", caus. 9.00 Sportmeded. en postduivenber. 9.03 Gram, met comm. 9.45 „Geestelijk leven", toespraak. 10.00 Gram. 10.30 Met en zonder omslag. 11.00 Omr. ork. AVRO: 12.00 Sportspiegel. 12.05 Strijkork. 12.35 „Even afrekenen, He ren!" 12.45 Gevar. muz. 13.00 Nws. 13.05 Meded. of gram. 13.10 Verz. progr. v. d. mil. 14.00 Boekbespr. 14.20, Disco-caus. 15.00 Hammond orgelspel. 15.15 Toneelschouwing. 15.30 Radio Philharm. Ork. en solist. 16.30 Sportrevue. VARA: 17.00 v. d. kinderen. 17.50 Sportjourn. 18.15 Nws en sportuitsl. VPRO: 18.30 Korte Verv. Kerkd. IKOR. 19.00 v. d. kin- deren. 19.35 Voordr. AVRO: 20.00 Nws. 20.05 Lichte muz. 20.35 Cabaret. 21.10 Henriëtte Davids neemt af scheid. 21.50 Gram. 22.00 Act. 22.15 Mandoline-ork. 22.35 Viool en piano. 23.00 Nws. 23.15 Dansmuz. 23.45—24.00 Gram. HILVERSUM II, 298 M. 8.00 KRO, 9.30 NCRV, 10.00 IKOR, 12.00 NCRV, 12,15 KRO, 17.00 NCRV, 19.45—24.00 WRO. KRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.25 Hoogmis. NCRV: 9.30 Nws. en wa- terst. 9.45 Orgelconc. IKdk: 10.00 „Tien Verkeersregels", caus. 10.30 N,derl. Evangelische kerkdienst. NC RV: 12.00 Vocaal ens. KRO: 12.15 Gram. 12.20 Apologie. 12.40 Instr. ens. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nws. en kath. nws. 13.10 Amus. muz. 13.40 Boekbespr. 13.55 v d. jeugd. 14.25 Omr. ork. en solist. 15.15 „Onze tijd en onze taak", caus. 15.25 Gram. 16.10 Kath. Thuisfront overal! 16.15 Sport. 16.30 Vespers. NCRV: 17.00 Geref. Kerkdienst. 18.30 Gewijde muz. 19.00 Nws. uit de Kerken. 19.05 Gewijde muz. 19.30 „Weg en werk der Kerk hervormers", caus. KRO: 19.45 Nws. 20,00 Gram. 20.15 Gevar. progr. 21.00 Act. 21.15 De gewone man. 21.20 Gram. 21.30 „En deze weg mag geen einde kennen", klankb. 22.15 Prome- nade-ork. en soliste. 22.40 „Het getui genis over Christus", caus. Hierna: Avondgebed en lit. kal. 23.00 Nws. 23.15 Maastrichts Sted. ork. en so list. 23.50—24.00 Gram. MAANDAG. HILVERSUM I. 402 M. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20—24.00 VARA. VARA: 7.00 Nws. 7.13 Gram. 8.00 Nws. 8.18 Gram. 8.35 Lichte muz. 9.00 Gym. v. d. vrouw. 9.10 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. VPRO: 10.00 „Voor de oude dag", caus. 10.05 Mor genwijding. VARA: 10.20 Gitaarspel. 10.40 Voor de zieken. 11.25 Gram. 11.40 Voordr. 12.00 Gram. 12.30 Land en tuinb. meded. 12.38 Zang en orgel. 13.00 Nws. 13.15 Voor de middenstand 13.20 Metropole-ork. 14.00 Voor de vrouw. 14.15 Sopr. en 'piano. 14.45 Gram. 15.05 „Zolang jij by me bent", hoorspel. 16.20 Koor en orgel. 16.45 Voor de jeugd. 17.15 Gram. 17.50 Idem. 18.00 Nws. en comm. 18.20 Pianospel. 18.30 Pari. overz. 18.45 Ook 'n schandaal. Zij: „Van morgen is de kleermaker hier ge weest met zijn rekening. Hij zei het geld nu eindelijk eens te willen ont vangen, vooral ook, omdat hij mor gen een wissel moet betalen". Hij: „Dat is gewoon een schandaal. Schulden maken en dan bij mij ko men zaniken om geld". Geven en nemen. Jonggehuwde: „Het huwelijk ia een kwestie van ge ven en nemen. De een moet koken en de ander moet het eten". Koorzang. 19.05 „De eerste Interna tionale 90 jaar geleden gesticht", le- J. A. Dechering en Ir F. H. B. Ver meulen. 20.00 Nws. 20.05 Act. 20.10 De familie Doorsnee. 20.40 Aether- forum. 21.20 Dansen. 21.55 „De weg omhoog", caus. 22.10 Gram. 22.30 Pianorecital. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram. HILVERSUM II. 298 M. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gewijde muz. 7.45 'n Woord voor de dag. 8.00 Nws. en weerber. 8.15 Sportuitsl. 8.20 Gram. 8.30 Tot Uw dienst! 8.35 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.20 Radio Philharm. ork. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Gram. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nws. 13.15 Mandoline ork. 13.45 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.30 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Instr. trio. 15.42 Gram. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Fluit, cello en Mozartvleugel, 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Kamermuz. 17.45 Regeringsuitz.: Rijksdelen Overzee: „Zuid Nieuw Guinea en zijn bevol king", door dr S. Kooyman. 18.00 Gemengd koor. 18.20 Sportpraatjo. 18.30 Orgelconc. 19.00 Nws. en weer bericht. 19.10 Strijkkwart. 19.30 „Volk en Staat", caus. 19.45 Accor- deonork. 20.00 Radiokrant. 20.20 Amus. muz. 20.50 „Een stations wachtkamer tussen Keulen en Pa rijs", hoorsp. 21.25 Gram. 21.35 Scan dinavische indrukken. 21.55 Strijk kwart. 22.15 Gram. 22.30 Vocaal ens. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws. en SOS-ber. 23.15—24.00 Gram. „En als ik alles nog eens over kon doen, zou ik toch met je trouwen. Jij bent de enige, die me gevraagd heeft". (S.E.P.) Het grote idee. Dienstmeisje: „Mevrouw, er staan beneden zes man nen, die allemaal beweren, dat zü zijn uitgenodigd om een stofzuiger demonstratie te geven". Mevrouw: „Dat klopt! Wijs ze alle maal een verschillende kamer en zeg maar, dat ze met de demonstratie kunnen beginnen. Dat is de enige manier, om vandaag nog klaar te ko. men met de grote schoonmaak!" Het grote nadeel. Officier: ,.En hoe denken jullie nu over radar?" Recruut: „Niet best! Je verveelt Je dood of je schrikt je dood". Onderzoek. Het kruithuisje was de lucht ingevlogen en de kapitein stelde direct een onderzoek in. „Hoe denkt jij, dat het gebeurd is?", vroeg hij aan een korporaal. „Ja", antwoordde de korporaal, „ik zag, dat de sergeant een lucifer aan streek en toen..,." „Lieve deugd", riep de kapitein verschrikt uit, „een lucifer aanstrij ken in een kruithuisje. Dat is toch wel het laatste, wat men doet!" „Het was ook het laatste, wat de sergeant deed", ontwoordde de kor poraal. Bitter. Redenaar: „De vrouw. wat zal ik u nog meer van de vrouw zeggen? De vrouw is het zout der aarde!" Stem uit de zaal: „Oh, raken er daarom zoveel getrouwde mannen aan de drank". Hoe lang Brammetje probeerde geld te verdienen „Dat is m\jn hoed", zei de burgemees ter ineens tegen zijn vrouw, toen hij Brammetje en zijn hoed eens goed had aangekeken. Maar zijn vrouw luisterde niet eens. Zij was een en al oor voor 't spel van de jongens. Ze deden 't ook kostelijk en 't gelach van de kinderen om de leuke opmerkingen van Hans, was niet van de lucht. Toen 't stuk afgelopen was klonk er wederom een enthousiast handgeklap. De spelers bogen en ver dwenen achter 't toneel. Ze waren nu toch blij dat het weer voorbij was en dat alles zo best was afgelopen. Terwijl de jongens zich weer aan het verkleden waren kwamen de burgemees ter, mijnheer Kanters en nog een vreem de meneer eens achter 't toneel kijken. De burgemeester kwam ze alle vier een hand geven en zei dat hij nog nooit zo'n fijne middag gehad had. En toen met een knipoogje naar Brammetje: „Zou ik mijn hoed mogen hebben, ik kan er niet buiten". - „O, was die van u, mijnheer de bur gemeester?" vroeg Bram verschrikt. „Neem me niet kwalijk, maar ik zag hem op die stoel liggen en ik had er juist een nodig". ..O. jongens, dat geeft immers niets. Hij ziet er nog keurig uit en ik ben blij dat jullie er mee geholpen waren. Maar ik ga eens kijken of m'n vrouw al uit gepraat is. Het beste jongens". „Dag meneer de burgemeester!" Mijnheer Kanters en de vreemde me neer bleven even wachten tot de burge meester was uitgepraat. De jongens kenden die vreemde heer niet. Hij was heel deftig gekleed en Wim had daarnet beweerd dat hij met een knots van een auto was gekomen. ..En nu komt deze meneer jullie eens iets vragen", begon mijnheer Kanters. „Ja jongens, ik kwam jullie een voor stel doen. Zouden jullie misschien zin hebben om aan een toneelvereniging te komen?" De jongens stonden stom van verba zing. Die vreemde heer kwam hun vra gen om aan een toneelvereniging te ko men. Zouden ze dan echt zo goed ge speeld hebben? Ze stonden er paf van. „Ja, jongens, ik vond dat jullie zó goed speelden, dat ik dacht, ik ga 't eens vra gen. In onze grote toneelstukken hebben we dikwijls kinderen nodig, die ook een belangrijke rol moeten spelen en ik meen gezien te hebben, dat jullie de capaciteiten daar voor hebben en dat is veel waard. Jullie zullen natuurlijk hard moeten leren." De ogen van Brammetje vlamden op en meteen vroeg hij: „Zouden we daar dan geld mee verdienen?" „Natuurlijk jongens, maar dat spreken we dan later wel af'. Tjonge dat was weer een manier om aan geld te komen voor oma. De meester was intussen ook achter 't toneel komen kijken om te komen zeg gen, dat ze het er zo best hadden afge bracht. Het laatste stuk van het gesprek met die vreemde meneer had hij juist l opgevangen en wilde er nu 't zijne van weten. „Hoorde ik dat goed mijnheer? Zou u deze jongens aan uw toneelvere niging willen hebben?" „Juist meneer. Wat ik vanmiddag van hen gezien heb, vond ik buitengewoon goed. Me dunkt dat ze wel aanleg heb ben". „Maar u vergeet mijnheer", begon de meester nu ernstig, „de jongens zijn nog op schooL Ze zitten in mijn klas. En nu mogen ze wel eens in een stukje als dit een aardige rol spelen, dit moet toch niet te dikwijls voorkomen. Het schoolwerk gaat voor. Ze zouden nooit goede toneel spelers kunnen worden als ze niet eerst op school heel goed geleerd hadden". Ja, daar had de meester gelijk in. Het was toch nog altijd zó: eerst de school en dan plezier. Misschien later, wie weet? Toch gloeiden de jongens van trots, omdat een vreemde meneer hen daar voor uitgekozen had. „Nou, tot ziens jongelui! Als jullie later nog eens zin hebben om te komen praten, dan kunnen jullie altijd bij me komen". En na ze ieder een hand gege ven te hebben ging hij weg. „Zeg jongens, hoeveel geld hebben we nu eigenlijk? Waar staan de busjes? Ieder een busje tellen". Even later waren de busjes op een grote krant geleegd en ze waren druk aan 't tellen. Er bestond nu niets anders meer op de wereld dan geld. „Tel nou zachtjes. Ik raak in de war". „Ga dan een eindje van me af zitten". „Je kunt best wat zachter tellen". „Stil toch jongens, nog even en dan ben ik er". „Ik, drie gulden veertig". „Gö, ik drie gulden vijf en zestig". „Dat is samen zeven gulden vijf". „En ik heb vijf gulden tachtig". „Ja maar bij jou gooide de burge meester er een gulden in en oom Jan drie kwartjes". „Hoeveel heb jij Wim?" „Ik maar drie gulden en vijf centen". „Jongens, dat is samen vijftien gulden negentig". „Wat doen we er mee?" „Laten we 't eerlijk delen'. „Neen jongens. Brammetje mag zeker de helft hebben. Hij heeft alles verzon nen en hij heeft het meeste gedaan." Daar waren ze het allemaal mee eens. „Maar we moeten nog hout kopen voor mooie leuningen aan onze boot". Ja daar hadden ze nog niet aan gedacht. „Nou, die geeft mijn vader wel", zei Hans. Bram had weer zitten denken terwijl de anderen zo kakelden. „Jongens, ik denk er ineens aan dat we daarnet wel aan de burgemeester wel toestemming hadden kunnen vragen om met onze boot kinderen te vervoeren, want dat mag zo maar niet." Ja. dat was jammer, dat ze dat ver geten waren. Ze moesten ook nog aan plakbiljetten maken en dan die leunin gen timmeren. Ze hadden het deze week nog druk. Maar met dat al was 't geld nog niet verdeeld. „We moeten mevrouw Kanters de koekjes ook nog betalen", zei Bram. „Doet m'n moeder allemaal voor niets, daar wil ze niets voor hebben". I Na een poosje heen en weer praten waren ze het er eindelijk over eens dat Brammetje ƒ7,en de anderen ieder drie gulden zouden krijgen. Bram wilde het eerst niet hebben, maar toen de jon gens bleven aandringen, nam hij 't toch maar aan. Het was immers niet voor hem zelf, maar voor zijn oma. 's Avonds legde hij 't geld voor haar neer. „Hier oma, dit is voor u". „Maar jongen, wat een boel geld. Heb ben jullie dat vanmiddag allemaal op gehaald". „Nog veel meer oma. De andere jon gens hebben ieder drie gulden". „Stop maar in een spaarpotje Bram". „Nee oma, dat moet u allemaal op maken. U krijgt over een poosje nog veel meer geld oma. Wacht maar eens, als we weer gaan verdienen. Dan hoeft u fijn niet meer te gaan werken". Oma kreeg tranen in d'r ogen en zoen- de haar kleinkind op alle twee zijn wan gen. De hele week waren ze bezig geweest met de leuningen en met de aanplakbil jetten. Daar stond het op schuren en hekken: „Bekendmaking: Voortaan rondvaarten op het meer. Iedere Woensdag- en Zaterdagmiddag. Een modern ingerichte boot. Afvaart bij Olsthoorn. Eerste tocht gratis. Wordt vervolgd. PETER VERTELT WAT HIJ VERLEDEN WEEK HEEFT MEEGEMAAKT. We hebben de vorige week voor het eerst met inkt, heus echte inkt geschre ven en niet zo maar op een blaadje maar in een schriftje. Een grote jongen uit de zesde klas had alle inktpotjes mogen vullen, juist half vol. We hadden eerst nergens erg in want de schuifjes waren dicht. Tot er opeens een jongen achter me zei: „Peter kijk eens in je inktpotje". Ik schoof natuurlijk dadelijk het schuifje weg en ja hoor, als een grote glazen zwarte knikker, lag de inkt te glimmen. Gos, wat was mijn potje vol, bijna tot 't randje. Dat van Duimelaar was netjes half vol. Even proberen met mijn pink, hoe diep z'n plas wel is. O, hemeltje, de inkt liep er al over heen. Gelukkig keek Duimelaar de andere kant op, dus gauw het schuifje dicht en met mijn zakdoek de natte plekken drooggemaakt. Geluk kig, niets meer van te zien. Nu m'n ar men netjes over elkaar en tegelijk een grote zwarte smeer op de mouw van mijn schone blousje. Met spuug probeer de ik de vlek er uit te krijgen, maar 't werd eerder nog erger. Daar hoor ik de juffrouw zeggen: „Allemaal de lees- plankjes op de bank". Zo zachtjes mo gelijk, want dat moet zo. pakte ik mijn plankje. Maar wat zag ik daar? De hele bovenkant droop van de inkt en 't liep nu in een straaltje op mijn knie en broek. Nauwelijks had Duimelaar 't in de gaten of hij stak zijn vinger op en tege lijk riep hij zo maar hardop: „Juffrouw, Peter heeft inkt op zijn leesplankje". Nou jullie snappen, dat de juffrouw met drie grote passen naast me stond, 't plankje dadelijk afpakte en mij achter het bord zette, 't Was alles in een ommezientje gebeurd en nu stond ik te kijken naar een zwart straaltje dat langzaam in mijn kous droop. Even later moest ik naar de kraan op de gang om me schoon te poetsen, maar dat ging niet zo mak kelijk. De juffrouw keek echte boos en mijn moeder keek nog veel bozer. PETER. OPLOSSING VAN HET VORIGE RAADSEL. Op de hoek van de straat speelden vier kinderen met gekleurde glazen knikkers. Deze keer was Jan v. d. Meer, Teyloo*- ■traat 37, Sassenheim de gelukkige, die het boek gewonnen heeft. Het wordt je deze week toegestuurd Jan. NIEUWE RAADSELS. I. Een boer kwam in zijn stal, die vier hoeken had. In iedere hoek zag hij op een bundel hooi vier oude en twee jonge kippen zitten. Hoeveel voeten waren er in die stal? II. Het eerste deel is de naam van een roofdier; het tweede deel is de naam van een vervoermiddel; het derde deel is de naam van 'n boom. Het geheel is een hoofdstad in Neder land. III. Ik ben altijd nat, maar verwissel je mijn eerste en laatste letter dan ben ik de naam van een donkere man. Wie ben ik? De oplossingen kunnen ingestuurd worden tot 2 October aan het bekende adres: Tante Jo en Oom Toon, Kranten- tuin, Leidse Courant, Papengracht 32, Leiden. Correspondentie Wim Meeuwissen, 3e Poellaan 41. Llsse. Je vond het vorige raadsel zeker niet moeilijk. Ik ben benieuwd of je de nieuwe raadsels ook kunt oplossen Wim. Ze zijn heus niet zo moeilijk. Bepple v. d. Berg, Kerkstr. 91, Noord- wijkerhout. Wat hebben jullie met de klas een leuk uitstapje gemaakt. Ja in Blydorp is 't ook mooi. Die kleine aapjes zijn aardig hè, maar wist je dat ze heel teer zijn. Ze hebben dadelijk een kou te pakken en zijn dan binnen een paar uur dood. Je versje komt hier ook achter: STOUT HONDJE. Poedeltje, jij bent ondeugend. Poedeltje, jij stoute beest! Wie. wie maakte al die rommel? Poedel, dat ben jij geweest. Heel de prullemand omgetrokken. En het stoeltje ook al om. Gauw maak alles vlug weer netjes. Kun je 't niet? Wat is dat dom. Jonnie Klink en Willie Verhagen, Schenkelweg, Zoeterwoude. Zulke dikke vriendinnen krijgen samen een briefje. Leuk Willie dat jij voortaan ook met ons mee wil doen. Hebben jullie samen dat verhaaltje gemaakt? NAAR DE SPEELTUIN. Dinsdagmiddag zijn wij met ons drieën naar de speeltuin geweest. Jonnie, Willie en Agnes. We gingen maar lopen want Willie had geen fiets. Toen we er aan kwamen gingen we eerst op de glijbaan. Er waren daar zoveel kinderen dat we in een rij op onze beurt moesten wach ten. Daarna gingen we naar de draai molen, dat ging fijn, maar om de beurt moesten we duwen. Ock was er een groot hobbelpaard, waarin een heleboel kinderen konden zitten. Soms ging het zo hoog, dat je van de bank afgleed. Het fijnste was nog de glijbaan. Toen het half vier was zijn we weggegaan, want we moesten nog boodschappen doen in de stad, maar de winkels waren gesloten, zodat we maar naar huis zijn gegaan. Gerard Hoogenboom, R'veen. Dat werk zag er netjes uit Gerard. Henny v. d. Burg, Boshulzerkade 75, Lelden komt ons ook iets vertellen over haar vacantie. VACANTIE. De grote vacantie was begonnen en we zouden een week naar Katwijk gaan. We hebben juist in die week heerlijk weer gehad. De eerste dag dat we er waren gingen we natuurlijk eerst naar de zee, maar toen we daar aankwamen stonden er een heleboel mensen op het strand. Wat was er nu eigenlijk aan de hand? We gingen kijken en toen zagen we dat er drenkelingen in zee werden geworpen en even later zagen we dat ze met een Helicopter er werden uitge haald. Dat was een aardig gezicht. De tweede dag zijn we naar de duinen geweest. Daar hebben we heerlijk ge speeld met de ballen en later wegkrui pertje gespeeld achter de duintoppen. De andere dagen hebben we gezwommen en veel schelpen gezocht, 't Was een heerlijke vacantie, maar thuis is het toch altijd maar fijner. Bennie Lemmers. Raadhuislaan 14, Lelmuiden. Die Bennie heeft niet alleen het raadsel opgelost, maar de oplossing ook nog getekend. Aardig bedacht Ben nie. Heeft niemand je geholpen? Thea en Joke Lelieveld, Zoeterwoude. Prettig dat jullie het gewonnen boek zo mooi vinden, 't Was juist fijn voor de vacantie. Dag hinders. Bert v. d. Akker en Jan Ploeg, Schen kelweg, Zoeterwoude. Van Bert een aar dig briefje en van Jan twee tekeningen. Zo heeft ieder dus wat gedaan. Dag jongens. Ludy v. d. Meer. Kapteynstraat. Lel den. Dat noem ik nou nog eens een lange brief, daar moest ik gewoon tien minuten voor gaan zitten. Wat hebben jullie ge noten dat week-end en veel gezien ook. Die rondvaart door de grachten van Am sterdam is heel interessant en dan door de havens niet te vergeten. Toen ik er was, lag er juist een walvisvaarder klaar om te vertrekken. Over dat sprookjes bos „de Efteling" bij Kaatsheuvel heb ik al veel horen vertellen, maar ik ben er nooit geweest. De Sint Jan in Den Bosch vond je zeker ook wel prachtig. Heb je ook 't beeld van de Zoete Lieve Vrouwe gezien? Dag Ludy tot de volgende brief weer. Jacques Zandbergen, Morsweg 25, Lel den. Jij bent vandaag de laatste jongen en lang niet de minste. Wat heb jij keu rig geschreven, oom Toon vond het ook prachtig. Maak zelf eens een versje Jacques. De andere kinderen moeten niet onge duldig worden. We gaan de volgende week verder. Dag allemaal. TANTE JO en OOM TOON. IV ELUTDLOOS SLUIPEN de thee Jeroens met HUN GELRDEN KRNON jNDEDuiSTERN/S ROND.nu EN DRN lr- ten zoeven DE STRR- IENVRN HUN KOP- UCHTOGEN FLITSEN, om HUN TEGENSTRN- DER TE ZOEKEN. IÜER BÖ ECHTER VLUG.. QROEN tEN VUURT TERSTOND OP DEPRRKEERLÏCHTJES, MRRR DE LOS BR RN- DING VERRRRDT ZON PLRRTS FN JEROEN THEE KNHLT DRDEL 'JK TERUG. 7'A Vol schoten!'Eén ven hen heeff <?een munitie meer y Ve ené ere heeft nog één ~ji koqel'.Maar wie?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 6