„De vroolycke Arke" dobbert als
toevluchtsoord op Leidse baren
S F R en sociaal charitatief-centrum
Jubileum S.F.R. bracht veler pen in beweging
De voorzitter dankt voor alle
hulp en steun aan S.F.R.
Er is reden om feest te vieren
Van armetierige baby tot
'n aanminnige jonkvrouw
ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1954
a———
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
goed werk verricht, teveel om alle
maal te vertellen; daarom slechts een
greep uit het vele.
In de hongerwinter hebben de
leidsters geregelde tochten georga
niseerd naar de boeren in de om
trek, tot zelfs in Stompwijk toe.
Ik vergeet nooit ,hoe leidsters en
kinderen zich in de kelder van het
ziekenhuis bij de kachel stonden, om
zich nog even te verwarmen, voor
dat de tocht door de sneeuw begon.
Dan werden door de leidsters nog
warme kledingstukken te voorschijn
getoverd, om de kinderen zo goed
mogelijk te beschermen tegen de
koude.
De leidsters zullen zich ook nog wel
berinneren, hoe teleurgesteld wij wa
ren met Kerstmis 1944, toen wij
erwtensoep met worst bij elkander
gebedeld hadden en een groot ge
deelte van de worst gestolen bleek
te zijn.
In het laatste jaar voor de bevrij
ding kregen wij ook hulp van een
sociale werkster, te zamen met Sint
Francisucs Liefdewerk.
Het werk groeide en wij kregen
behoefte aan een eigen huis.
Op de hoek van de Breestraat en
EEN BLIK
in de historie
de Steenschuur, kregen deze gedach
ten vaste vorm in een gesprek met
de heren A. van der Horst en J. de
Rijk. Zij wisten mij over de vrees
heen te helpen, de vrees namelijk om
schulden te maken, waaronder mijn
verre opvolgers nog zouden zuchten.
Vrolycke Arke: vrolijke keuken.
PEN OOMITé uit de Leidse katho-
*-4 lieken heeft toen een aanzienlijke
som bijeen gebracht, waardoor het
ons mogelijk werd enkele dagen na
de bevrijding het huis aan de Pieters-
kerkkoorsteeg te kopen, dat wij la
ter noemden „In de Vrolijcke Arke".
Het had toen echter nog meer van
een vrolijke keuken op de ochtend
na een kermis.
Toen ik bij een rechercheur
klaagde over de afbraak in het huis.
die nog altijd voortging, keek h'j mij
heel verbaasd aan e;. vroeg, wat wij
dan met het huis van plan waren,
toch zeker afbreken?
In de zomer van 1945 hielden wij
ons eerste zomerkamp op de Ve-
luwe, dat wij herstellingskamp noem
den. Alleen hierover zouden boeken
te schrijven zijn. Het leeft nog altijd
voort in de gedachte van de leidsters
en de meisjes.
De baby was opgegroeid tot een
aanminnige jonkvrouw of zonder
beelden te spreken: ijverig, dilettan
tenwerk was uitgegroeid tot vol
waardig sociaal werk.
En het resultaat? De leidsters her
inneren zich misschien nog wel, dat
De moeders op naaailes laten de machines snorren.
T^OEN IN 1946 pogingen werden
ondernomen, om het Katholiek
Sociaal-charitatief leven te Leiden
nauwer te bundelen, pogingen, die
niet lang daarna geleid hebben tot
de oprichting van het sociaal chari
tatief centrum (Sociaal Bureau),
werd als een van de vele waardevol
le componenten aangetroffen het
S.F.R. Het is verheugend te consta
teren, en wij doen dit dan ook met
grote dankbaarheid, dat bij de leiding
van het S.F.R. van meet af groot be
grip heeft bestaan voor de noodza
kelijkheid van een veel nauwere sa
menwerking tussen de verschillende
sociaal-charitatieve organisaties dan
in het verleden het geval is geweest.
En niet alleen een groot begrip doch,
wat veel waardervoller is, een daad
werkelijke medewerking. Een mede
werking, ook dit controleren wij met
dankbaarheid, die tot op den dag van
vandaag nimmer is verflauwd.
HET ZOU TE VER VOEREN hier
alle vormen van medewerking,
die het Sociaal Charitatief Centrum
van het S.F.R. ondervonden heeft, in
den brede op te sommen. Wij denken
aan het afstaan van lokaliteit voor
het houden van contactavonden; aan
de deelneming aan de scholingscur
sus; aan het meedoen aan de team
besprekingen en -samenkomsten,
die nu parochieel georganiseerd zijn
of worden. En nog aan zoveel meer.
Doch vóór alles aan het zegenrijke
werk der sociale zorg onder de vrou
welijke jeugd zelf, dat naar onze
overtuiging een der belangrijkste
elementen van do totale gezinszorg
is. De erkenning enerzijds door het
S.F.R., dat gezinszorg een taak voor
meerderen, in nauwe samenwerking,
bevat, de erkenning anderzijds- door
het Sociaal Charitatief Centrum, dat
in tal van gevallen de sociale zorg
voor de gezinsjeugd een der belang
rijkste elementen van de gezinszorg
uitmaakt, heeft de samenwerking
tussen S.F.R. en Sociaal Charitief
Centrum steeds hartelijk en vrucht
dragend doen zyn.
INDIEN WIJ BIJ de vele anderen
onze gelukwensen aan het S.F.R.
aanbieden, dan gevoelen wij ons te
vens verplicht hieraan onze dank
toe te voeren voor de medewerking
die wij gedurende ons bestaan steeds
van het S.F.R. ondervonden hebben.
En wij voegen hieraan de wens toe,
dat deze medewerking steeds be
stendigd moge blijven. Ten bate van
de zorg voor het gezien die wij na
streven, bij welk streven de sociael
zorg voor de jeugd onmisbaar is.
Wij hopen innig dat het S.F.R.
moge groeien en bloeien.
Mr. H. F. A. DONDERS,
Voorz. Soc. Charitatief Centrum
Een geregeld contact
Mater Amabilis-school-
Francisca Romana-werk
Mater Amabilisschool en Francis-
ca Romanawerk; deze twee namen
zijn twee begrippen geworden in de
stad Leiden.
Zoals u weet organiseert de Mater
Amabilis-school cursussen voor alle
werkende meisjes.
Of deze meisjes nu op een fabriek,
atelier, winkel, huishouding of kan
toor werkzaam zyn, maakt geen ver
schil.
Zij krijgen ieder in hun eigen
groep een vorming voor het latere
leven.
Tussen de leidster van de M. A.-
school en de hoofdleidster van de
S.F.R heeft stevig wortel geschoten j
Bij het 12y,-jarig 'bestaan van het S. F. R -werk in Leiden wil ik
hierbij graag mijn oprechte gelukwensen aan deze jubilerende Ver-
eniging aanbieden De „Vrolijke Arke" in de Lange Pieterskerk- s
koorsteeg is langzamerhand een begrip geworden in onze stad en dit is
wel een duidelijk teken, dat S. F. R. stevig wortel heeft geschoten. Dit
kon alleen bereikt worden, omdat S. F. R. de tekenen van de tijd ver- t
staat en zich weet aan te passen aan wat er vandaag leeft in de har-
ten en geesten van haar, voor wie S. F. R. arbeidt. Het is nog maar
kort geleden, dat S. F. R. van deze aanpassing een nieuw bewijs
leverde, toen het met een complete Modeshow voor de dag kwam.
Naturlijk gaf deze show slechts een uiterlijk beeld te zien: het toon-
de .kleding" en niet de mens, die dikwijls met veel moeite en in- j
spanning, maar toch ook met veel liefde deze kleding vervaardigd
had. Om dit laatste was het eigenlijk te doen: om de vorming en de
leiding, die daarachter schuil ging en die blijkbaar veel succes heb-
ben gehad.
Zo gaat het met veel activiteiten, die S. F. R. ontwikkelde: er zit
een uiterlijke zijde aan, die het eerst opvalt, maar wie dieper en ver-
der ziet, weet, waarom het bij deze vorm van vrouwelijk jeugdwerk
enz. gaat. Velen zullen dankbaar kunnen zijn voor wat S. F. R in j
haar heeft ontwikkeld. Velen zouden heel wat minder echte en ge-
zonde levensvreugde gekend hebben, velen ook zouden, op zoek naar
de weg van het geluk, het spoor zijn bijster geworden. Velen heb-
ben daar God gevonden, die ook haar jeugd heeft verblijd, want uit-
eindelijk is alleen bij O. L. Heer de ware levensvreugde te vinden,
zowel in dit als in het andere leven.
Met deze gelukwens verbind ik ook gaarne mijn dank jegens allen, j
die in de aflopen jaren hun beste krachten aan S. F. R. gegeven t
hebben en het hebben gediend; en ten slotte mijn stellige verwach-
ting, dat onze dierbare stad Leiden dit kostbaar bezit behouden mag,
ook al zal de uiterlijke vorm van S. F. R. (de tijd staat immers nooit
stil!) misschien grote wijzigingen ondergaan.
M. A. JANSEN, Deken.
Opgewekt toneeltje als deze in de
tuin achter het gebouw karakterise
ren de blijheid van het werk
van S.FJt.
(Foto's: „De Leidse Courant").
ik altijd gezegd heb: dat weten wij
pas bij het laatste oordeel.
I TITERAARD ontmoet ik wel eens
meisjes, dikwijls nu getrouwde
vrouwen, die in de loop der jaren
lid waren van onze Ark, hun Ark!
En ik meen dan .neestal te merken,
dat zij het prettig gevonden hebben,
ook al hebben zij en ik in die tijd
wel eens gemopperd.
Een woord van hartelijke dank aan
de leidsters, die haar tijd geheel of
gedeeltelijk (haar vrije tijd) gege
ven hebben aan de kinderen. God
moge het haar lonen.
Met geen enkel bestuur heb ik ooit
zó prettig mogen werken, als met 'het
bestuur van de Ark en er waren
geen gezelliger vergaderingen dan
met het kermiscomité.
En de reden hiervan was, geloof ik
wel dat niemand ooit bekommerd
was om eigen eer.
Nog vele jaren en nog rijke vruch
ten, onder de directie van de eer
waarde Kruisheren, wens ik u toe.
F. BERNEVELD,
oud-directeur.
Een felicitatie van het S. F.L.
T WAS een armzalig begin, daar in de school aan de van der Werff-
straat: een klein clubje leidsters, een handjevol kinderen en twee
verwaarloosde zoldervertrekken.
Maar het blijkt nu na 12 jaar toch wel een goed begin geweest te zijn.
Waarschijnlijk wel door de-sympathieke medewerking van zovelen.
Een goede buur bleek ook hier beter te zijn, dan een verre vriend. Mijn
buren, de Vrouwen v&n Nazareth, die toen een huis hadden op de Hooi
gracht 31, waarin nu de polikliniek van het ziekenhuis gevestigd is, zoch
ten leidsters op en gaven haar de eerste vorming.
De Zusters van Liefde boden gastvrijheid in haar goed verzorgde kapel
(ook als het leelijk weer was!)
Het schoolbestuur zorgde voor localen.
Toen de behoefte bleek aan een dependance in de St. Petrus parochie
mochten wij gebruik maken van de kapel der zusters aan de Hogewoerd
en van enkele localiteiten.
De Kruisheren stonden priesters af om des Zondags de H Mis te lezen
voor de kinderen en om het eerste contact met haar te leggen.
Met dankbaarheid denk ik nog aan het werk van o.a. de eersten ondev
hen: Mgr. P. Arntz, sinds enkele jaren Apostolisch Vicaris te Bandoen;
en Dr. IJ. Schnabel, thans Prior te Zoeterwoude.
De zusters van het St. Elisabeth ziekenhuis stonden enige localen af in
een bijgebouw en waren nooit karig met boterhammen en thee. Maar het
was een moeizaam begin.
LIET IS ONGETWIJFELD juist ge-
weest, om hier in Leiden het
Sint Francisca Romanawerk te be
ginnen. De moeilijkheden van de
eerste aanpak zullen talrijk zijn ge
weest. De oorlogsomstandigheden
zullen hier niet gunstig op ingewerkt
hebben. Maar het pleit voor de ini
tiatiefnemers, toch doorgezet te heb
ben.
Twaalf en een half jaar dobbert nu
de Vroolijcke Arke als een veilig
toevluchtsoord voor heel veel meis
jes van klein tot groot in haar leven.
Zij heeft dermate aan haar doel be
antwoord, dat het Bestuur en de Staf
nu allen reden hebben om feest te
gaan vieren. Het wil heel wat zeg
gen, twaalf en een half jaar zijn zor
gen gewijd te hebben aan jonge kin
deren, welke hunkeren naar levens
blijheid en stevige leiding. Het is
onmogelijk om in cijfers of hoe dan
ook weer te geven, wat de Vroo
lijcke Arke in al die jaren voor al
die meisjes betekend heeft en nog
betekent. Jeugdwerk en gezinswerk
zoals het door de moderne katholie
ke sociale instellingen wordt gedaan,
zijn vormen van christelijke naasten
liefde, onmisbaar voor deze tijd.
Als Directeur van het Sint Fran-
ciscus Liefdewerk feliciteer ik het
Bestuur en de Staf met het koperen
jubileum.
17R zal de Vroolijcke Arke deze da-
gen veel goeds worden toege
wenst. Wy weten uit eigen ervaring
maar al te goed, hoeveel mooie en
schone en nuttige verlangens en wen
sen een Bestuur en Staf van een
Clubhuis hebben. Het een is nog
noodzakelijker dan het ander. Wij
hopen, dat zij in de gelegenheid ge
steld zullen worden om vele mis
schien wel alle in vervulling te
doen gaan. Dit zal heel zeker in het
belang zijn van onze Leidse katho
lieke gezinnen en jeugd.
Moge de heilzame inwerking op de
gezinnen en de jeugd van Leiden
vanuit de Vroolijcke Arke steeds
groter en intenser worden. Met het
bereikte in het verleden feliciteren
wij U en voor de toekomst wensen
wij U met Gods Zegen en onder de
bescherming van de H. Maria, de
Hulp der christenen, veel succes.
P. VTCT. MOONS, o.f.m.
Directeur Kath. Soc. Jeugdzorg.
Hongertochten.
U/AT HEERSTE DAAR op die zol-
der dikwijls een overigens niet
geheel ongezellige wanorde.
Ik zie de meisjes nog uit het raam
klimmen van de gymnastiekzaal. Wij
moesten nog veel leren, voordat wij
het konden brengen tot een ordelijke
gezeligheid.
Toch is er van toen af tot nu toe
Wethouder Menken:
Sociaal
noodzakelijk werk
VAN OUDSHER is Leiden een in
dustriestad geweest. Dit drukt
een stempel op de sociale structuur
van de bevolking. In vele gezinnen
heersen dan ook nog opvattingen,
over arbeid en arbeidsverhoudingen,
over gezin en gezinsverhoudingen,
over de kerkelijke en de burger
lijke samenleving, die niet meer
stroken met de werkelijkheid van de
hedendaagse samenleving.
Vormingswerk moet volop ver
richt worden aan de jonge mensen
zelf, maar ook aan de gezinnen,
waaruit zij voortkomen.
Dit vormingswerk verricht mede
het Francisca Romanawerk aan de
meisjes en de jonge vrouwen in onze
stad. En zij doet dit werk met succes.
WIJ, katholieke Leidenaars,
er wel voldoende van doordron
gen hoe belangrijk dit is? Al zijn de
directe resultaten niet altijd even
bemoedigend, wij moeten er rekening
mee houden dat er gevormd moet
worden in geslacht na geslacht, dat
dit werk een lange looptijd moet
hebben. Ik ben er vast van overtuigd
dat op de duur resultaten geboekt
worden.
Gaarne breng ik openlijk dank
aan de vele zwoegers in dit werk.
Voor onze Leidse samenleving is
hun werk van grote betekenis. Moge
het geschraagd blijven door veler
medewerking.
De Wethouder v. Soc. Zaken,
S. MENKEN.
De grotere meisjes krijgen handwerk
les, de kleintjes zien toe.
DE MIJLPAAL die wij heden in
ons werk hebben bereikt geeft
noch aan het bestuur, noch aan alle
medewerkenden het recht zich fier op
de borst te kloppen. Wij allen zijn
ons wel terdege bewust, dat zonder
Gods zegen, door ons gezamenlijk
werken niet had kunnen bereikt wor
den, datgene wat wij door eendrach
telijke samenwerking hebben mogen
volbrengen.
Het S.F.R.-werk is een tak van het
Sociale Werk in onze stad, waarvan,
als bij zoveel andere vormen van so
ciaal werk, de resultaten niet met
mathematische zekerheid zijn vast te
stellen. Dat dit werk zegenrijk is, mag
en kan niet worden ontkend. Vaak
zullen de resultaten eerst na jaren
kunnen worden onderkend en daar
om mag dit werk terecht genoemd
en gerekend worden tot de zo belang
rijke praeventieve zorg.
Over de groei van het S.F.R.-werk
in de loop van de achter ons liggende
12y, jaar, zal elders in dit blad,
rechtstreeks of zijdelings geschreven
worden en door mij zal deze kant
van ons werk niet worden belicht.
Gezamenlijke inspanning.
ALS VOORZITTER, welke functie
■'•eerst circa ruim een jaar door mij
wordt waargenomen, wil ik gaarne
over een ander aspect enkele woor
den schrijven. Ik bedoel hier de aan
dacht te willen vestigen op de wijze
waarop bepaalde resultaten, misschien
mag met een weinig ijdelheid ook ge
zegd worden „bepaalde successen"
zijn bereikt.
Het is aan ieder die aan het orga
nisatieleven in welke vorm ook deel
neemt, maar al te bekend, dat
slechts gezamenlijke en toegewijde
inspanning het -mogelijk maken om
iets in de goede en gewenste richting
te bereiken.
Nu heb ik mogen ervaren, dat elk
lid van ons bestuur, stuk voor stuk,
doelbewust en enthousiast, ons werk
heeft gesteund, gestuwd en bevrucht.
Het moge misschien een weinig
vreemd lijken, dat over dit punt door
mij, ter gelegenheid van dit jubileum
gesproken wordt, ik meen echter dit
Vrolijcke Arke bestaat een geregeld
contact.
Dit contact zal dit jaar nog ver
stevigd worden, daar onze school
voor de meisjes die in de Leidse be
drijven werkzaam zijn een instuif-
avond gaat organiseren in samen
werking met de Vrolijcke Arke.
In ons zomerprogramma kunnen
wij altyd gebruik maken van hun
lokalen, wij hebben nog nooit een
vergeefs beroep gedaan op de Vro
lijcke Arke!
Voor deze gastvrijheid onze har
telijke dank.
Leidster M. A.- school.
niet te mogen nalaten, omdat dit een
deel van het werk is, dat van zeer
groot belang is voor het welslagen
daarvan.
Vanzelfsprekend is het duidelijk,
dat het meest enthousiaste bestuur
van een jeugdwerk, practisch niets
kan bereiken, indien het niet zal
kunnen rekenen op een staf van me
dewerkers. Gelukkig kunnen wij
thans weer hierop steunen. Het
schijnt in de loop der jaren wel eens
minder gunstig geweest te zijn wat
het aantal leidsters betrof. Op dit
ogenblik zijn wij op dit punt met ge
matigd optimisme vervuld.
Deze gelegenheid moge ik dan ook
aangrijpen een beroep te doen op de
jongedames, die geschikt zijn voor
leiding van een groep of zich hier
voor willen laten opleiden. Dit is een
prachtig werk voor de jonge op
groeiende vrouw. Helpt u ons mede
dat wij ons werk steeds normaal zul
len kunnen voortzetten.
Het „aardse slijk".
DUITEN ONZE LEIDSTERS mag
ik niet nalaten, ook met lof te
spreken over de overige leiding in
het dagelijkse werk in de „Vrolycke
Arke". Moge het bereikte resultaat
een spoorslag zijn op de ingeslagen
weg voort te gaan.
Tot slot een enkel woord tot de
Katholieke Bevolking van Leiden.
Ik heb hierboven het een en ander
over het werk en de wijze waarop
dit geschiedt, mogen schrijven. Dat
al dit werk niet kan worden verricht
en worden voortgezet zonder het zo
onmisbare „aardse slijk" is zo be
kend, dat ik hiermede niets nieuws
lanceer. Buiten de subsidie die wij
van de Overheid genieten en waar
voor wij ten zeerste dankbaar zijn,
moeten wy echter ook op de Leidse
Bevolking kunnen rekenen. Gij hebt
evenzeer belang bij het werk het
welk door het S.F.R. wordt verricht
Welnu, toont dit en blijft dit tonen,
door ons Uw onmisbare financiële
steun niet te onthouden. Wij zijn
zeer dankbaar voor al hetgeen wij
regelmatig mogen ontvangen, van
donateurs en donatrices.
Gelooft U mij; de lijst van deze
laatste stille medewerkers kan nog
gemakkelijk enige uitbreiding velen!
Als U kon zien de gelukkige dagen
die wij b.v. aan onze meisjes in de
vacantiekampen kunnen bereiden,
dan, ik weet het zeker, zag U per
soonlijk de goede en vruchtdragende
resultaten waartoe U ons o.m. in
staat hebt gesteld.
Wij hopen, ten stelligste op Uw
voortdurende hulp te mogen reke
nen en kunnen niet nalaten U allen
hartelijk te danken voor alles wat
wij aan hulp in welke vorm ook in
de afgelopen jaren hebben mogen
ontvangen.
E. A. M. PLEY,
Voorzitter S.F.R.
Naar het zomerkamp in een vracht- wagen.