Zestig jaren staarde de wereld zich blind
op het geheim in lege doos van Pandora
Einde van een prins, die zichzelf
en de mensheid teveel was
SECRETARESSE
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1954
DE LEIDSE COURANT
DERDE BLAD PAGINA 2
Drama van Mayerling zonder oplossing
Baronesse Mary Vetsera op
zestien-jarige leeftijd.
fN DE ZOMER van 1950 toen de zonnewarmte alle nieuwsbronnen had op
gedroogd, wierpen de kranten zich eendrachtig op een geheim, dat
eindelijk na zestig jaar zijn oplossing tegemoet ging; het drama van Mayer-
ling. De door de komkommertijd hongerig geworden verslaggevers sloe
gen de geschiedenisboeken open en rakelden uit het zand der tijden een
sensatieverhaal op, dat ieder die het las met oprechte kommer moest slaan.
Al dit welkome geschrijf diende als ouverture van een gebeurtenis, die
een einde aan veel ongezonde sensaties en een vorstelijk drama tot goJ
rchiedenis moest maken. Na twee en zestig jaar zou een in de kelders van
het gerechtshof Brunn gedeponeerd kistje geopend worden, dat de tragi
sche held van Mayerling, kroonprins Rudolf van Oostenrijk, vlak voor zijn
dood aan de hofintrigante gravin Larisch had toevertrouwd. Rond het
kistje was in de loop der tijden een mythe ontstaan. Het verbod om het
openen voordat de twintigste eeuw aan haar zwanenzang zou zijn begon
nen, had de'fantasie van velen, die in deze zakelijke tijd een romantische
uitlaatklep zochten, in werking gezet. De inhoud van het kistje zou ee't
breed uitgespannen geschiedenis tot twee armzalige regeltjes in de geschie
denisboekjes kunnen herleiden; of de damesbladen kunnen vergasten op
een nieuwe zienswijze in deze ingewikkelde affaire.
Op vijf Maart kwam de kroon
prins in de Belgische hoofdstad aan,
en op zes Maart had de zeer jeugdige
Stephanie hem het Ja-woord reeds
gegeven. Het volgend jaar voerde
Rudolf zijn zestienjarige bruid tus
sen rijen met staatsiegewaden over
trokken hoogwaardigheidsbekleders
door naar het altaar. Het Wenen van
Johann Strauss kolkte van feestelijk
heid toen de schitterende stoet haar
straten doorkruiste.
ling afgelast moest worden omdat
het schip, waarschijnlijk door republi
keinen. zo lek als een mandje ge
boord was en het buitengaats waar
schijnlijk met de hoop van vele vor
stenhuizen aan boord, met man en
muis vergaan zou zijn. Kort daarop
bracht de prins een bezoek aan de
tentoonstelling in Antwerpen. Bij de
rondleiding door de Russische stand
veelde Rudlof plotseling letterlijk en
figuurlijk de grond onder de voeten
wegzakken. Dit keer berustte deze
actie niet op een enigszins voorbarige
communistische ingreep, maar op een
constructiefout van de aannemer.
Weerzinwekkende grap.
DUDOLF TRACHTTE DE BUNA
ziekelijke angst die hem soms aan
greep de baas te worden in mateloze
eet- en drinkpartijen. Het gebeurde
niet zelden dat hij volkomen groggy
van tafel gedragen moest worden.
Tijdens deze orgieën haalde hij de
meest weerzinwekkende grappen uit.
Een vriend die van vermoeidheid bij
de maaltijd insliep, liet hij op tafel
tussen kaarsen opbaren, om bij het
ontwaken van de man van diens ge
zichtuitdrukking te kunnen genieten.
Rudolf was een man, die dagelijks
een gevecht met zijn gevoelens moest
leveren en er langzaam aan ten on
der ging. De bewapeningswedloop,
waarin Bismarck de toon aangaf en
waaraan ook Oostenrijk moest mee
doen, greep hem sterk aan. De Prui
sische geest, die de sfeer in Europa
langzamerhand verstikte benauwde
hem. Het liefst verbleef Rudolf in
Hongarije en liet zich omgeven door
goede vrienden en dromerige poesta-
klanken, waarin hij kon vluchten
voor de harde werkelijkheid.
Want naarmate de jaren verstreken
werd het duidelijk dat zyn huwelijk
met Stephanie een volslagen misluk
king was. Hun karakters waren totaal
Habsburgers lieten hun
bekende lip hangen
Op de dag van de opening gonsde
het paleis van justitie te Brunn van
de persmuskieten, gerechtsdienaars
en nazaten van de inmiddels van
hun troon gewipte Habsburgers.
Vooral deze laatsten hadden belang
om te weten, hoe een van hun laat
ste naamgenoten met vooruitzichten,
aan zijn einde gekomen was. Onder
ademloze spanning werden tenslotte
de zegels van het kistje doorbroken
en het deksel gelicht. De inhoud lag
braak voor de gretige ogen van door
vormen gebonden Habsburgers en de
flitsende lampen van brutale persfo
tografen.
Toen de documenten eindelijk van
hand tot hand konden gaan, bleken
het niet veel meer te zijn dan klad
papieren en waardeloze brieven. De
Habsburgers lieten teleurgesteld hun
bekende onderlip hangen en zonnen
heimelijk reeds op nieuwe middelen
om hun familie te zuiveren. De jour
nalisten echter bliezen nog eenmaal
de stof van deze vergeelde geschie
denis en legde haar toen weer in de
mottenballen tot een nieuwe kom
kommertijd.
Vijftienjarige bruid.
LIET OOSTENRIJK van keizer
**Franz-Joseph onder wiens bewind
zich de trageddie afspeelde lijkt net
zoveel op het tegenwoordige Oosten
rijk als een vlinder op een rups. Wie
een atlas van de „gelukkige" jaren
openslaat en bekomen is van de
niespartij die deze stoffige tijd bij
hem wakker roept, ziet dat het kei
zerrijk van toen broederlijk op een
bladzij verenigd, nu over minstens
zes verschillende landkaarten uitge-
vlekt is. Het Habsburgse rijk omvat
te Hongarije, Oostenrijk, gedeelten
van het tegenwoordige Italië, Tsje-
cho-Slowakije, Joegö-Slavië en Po
len en telde vijftig millioen „Heil
dir in Siegerkranz" zingers.
Om nu dit rijk van een zegenbren-
gende bewindvoering te verzekeren
besloot keizer Franz-Joseph in 1879
zijn 22-jarige zoon Rudolf in aanra
king te brengen met zijn toekomstige
gemalin. De keuze was niet moeilijk
geweest, want prinsessen, die èn een
passende partij voor een kroonprins
èn katholiek waren, bleken in de vor-
steihuizen van Europa slechts met
een lantarentje te vinden. Daarom
werd de jonge Rudolf voor een korte
vacantie naar Brussel gestuurd, waar
de vijftienjarige dochter van Leopold
I waardig was bevonden, om in de
toekomst onder een Oostenrijkse
kroon een plaats te vinden.
Droom en werkelijkheid.
De huwelijksplechtigheid
was voor de Donaustad slechts het
startschot geweest voor de vrolijkheid
en terwijl in „Prater" en „Grinzeln"
de gemütlichkeit hoog oplaaide, ver
kwijnden de wittebroodsweken van
het kroonprinselijk paar achter de
koude kale muren van him kamers
in het plaatsje Laxemburg. Terwijl
in Wenen de lente de bomen van de
lustoorden in bloei zette, sloeg in
Laxemberg een harde Oostenwind
de sneeuw tegen de ruiten. De prin
ses, die in het vaderlijk paleis in
Brussel letterlijk en figuurlijk in de
watten gelegd was, verkommerde in
de kale vertrekken al gauw van
heimwee. Toch schijnt de verhou
ding tussen de twee jonge mensen
in het begin niet veel te wensen over
gelaten te hebben.
Rudolf schreef zeer waarderend
over haar aan zijn vrienden en toen
zijn in 1883 een dochter kreeg, was
er geen gelukkiger vader dan Ru-
dolf.
Langzaam maar zeker dreven
machten, die zij zelf opgeroepen had
den, de koningskinderen uit elkaar.
Stephanie was het genoeg de kroon
te dragen en het volk op een veilige
afstand te houden, terwijl Rudolfs
persoonlijkheid meer democratisch in
gesteld was. Zij begreep dan ook niet
zijn inspanningen om achter de ge
dachten van het volk te komen en
was zeer jaloers op zijn werk, Het
duurde echter niet lang of Stephanie
moest ook vrouwen in haar jaloezie
betrekken.
Grond onder de voeten.
IN TEGENSTELLING tot zijn vader
was Rudolf een enigszins wankel
moedige persoonlijkheid, die door
drongen was van de betrekkelijkheid
van alle dingen. Hij was verder wei
nig opgewassen tegen de zware plich
ten, die hem het hofleven oplegde
en meer dan eens kwam het voor dat
in moeilijke situaties de mens door
het voorgeschreven keizerlijke mas
ker kwam heen kijken. Zo was het
huilen hem nader dan het lachen,
toen een ter ere van hem gegeven
bal aan boord van een jacht plotse-
verschillend en beiden waren te kop
pig om voor de ander het hoofd te
buigen.
„De Vlaamse boerin", zoals Ste
phanie aan het hof genoemd werd
maakte Rudolf scène op scène. Zij
vergalden elkaar het leven met ver
wijten en vlagen van bodemloze ja
loezie.
De laatste herfst.
DE SEPTEMBERMAAND van het
jaar 1888 had een prachtig ver
loop. Een nazomer, die haar weerga
niet had, zette het kloppende Weense
leven in volle gloed. De zon scheen
de herfst terug te drijven tot in het
winterkwartier, want toen de Octobpr-
maand reeds bijna verstreken was,
dansten in de Prater de Wiener
Madeln op de onsterfelijke melodie
van Johann Strauss' Kaiserwaltz,
voor het komende regeringsjubileum
van Franz-Joseph gecomponeerd.
Wenen scheen volmaakt gelukkig,
maar in de arbeiderswijken en in de
geannexeerde gebieden werd het mes
geslepen dat Oostenrijk in vele
stuken zou verdelen. Er waren slechts
enkelen, die de komende misère
voorzagen en een van hen was Ru-
dolf. Het besef een kroon te moeten
dragen, waaronder slechts een arro
gante operettekeizer zijn gemoedsrust
zou kunnen bewaren, benauwde
hem. De domme onverkwikkelijke
houd'ng van de pruis Wilhelm ii en
de Czaar van Rusland bezorgde hem
vele slapeloze nachten.
Op het ogenblik dat de eenzaam
heid hem dreigde te wurgen ontmoet
te Rudolf de zeventienjarige barones
se Mary Veisera.
De hoofdschuldige in de fatale ge
schiedenis, die hierop volgde, is on
getwijfeld gravin Larisch, een nicht
van Rudolf, die de jongemensen in
een onmogelijke situatie bracht. Zij
arrangeerde tegen de wil van de
ouders van het dweperig meisje
in, verschillende ontmoetingen, die
uiteraard slechts verkeerd konden af-
Rudolf en Stephanie enkele jaren na hun huwelijk.
gehele historie, die slechts enkele
maanden geduurd heeft, dat Stepha
nie, volledig met het geval op de
hoogte, het toch nooit serieus heeft
genomen.
Donderslag bij heldere hemel.
•"POEN ONTVING KEIZER FRANZ-
JOSEPH plotseling een schrijven
vtn Paus Leo XIII, waarbij een ver
zoek van Rudolf aan de Paus was
ingesloten om zijn huwelijk met Ste
phanie te willen ontbinden. De. brief
kwam voor de keizer als een don
derslag bij heldere hemel. Evenals
zovele vorsten uit die tijd werd hij
opzettelijk dom gehouden met wat er
werkelijk in zijn rijk omging. De op
geschrikte vorst liet Rudolf onmid
dellijk bij zich roepen. Het onder
houd duurde een hele nacht, waarna
Rudolf zich per eerste gelegenheid
naar 't jachtslot Mayerling liet bren
gen. De keizer bleef achter en zij
die de grote man de volgehdë mor
gen in de diepste ellende aantroffen
namen terstond maatregelen om deze
menselijke keizer voor het oog van
zijn volk te verbergen. Wat er die
nacht besproken is weet niemand.
lopen. Zo onschuldig leek echter de Drie dagen later trof men echter de
i
Het slot Mayerling ten tijde van de tragedie.
lyken van Rudolf en de zeventienja
rige Mary Mayerling aan. Beiden
waren door schotwonden om het le
ven gekomen.
Verdraaiing van feiten.
I^EIZER FRANZ-JOSEPH ontving
de mededeling van de dood van
zijn zoon lachend. Hij had tevoren
nog goede berichten over het verblijf
van zijn zoon te Mayerling ontvan
gen en meende dat men hem een on
gepaste grap vertelde. De lach stierf
echter wreed op zijn gezicht toen de
waarheid tot hem doordrong. Vooral
de gedachte dat zijn zoon, een Habs-
burger, zichzelf het leven ontnomen
zou hebben was hem ondragelijk.
Onmiddelijk werden maatregelen ge
nomen om de waarheid te verdoeze
len. De stoffelijke overschotten van
de twee ongelukkigen werden in stil
te op het kerkhof van het plaatsje
Heiligenkreuz begraven. Oplagen van
kranten die tot aan de rand van de
waarheid genaderd waren, werden
in de kiosken van Wenen in beslag
genomen en vernietigd. Per bulletin
werd vervolgens bekend gemaakt dat
de kroonprins door Mary Vetsera ver
giftigd was, waarna het meisje zelf
moord gepleegd had.
In Leiden bewaard.
/"YM HAAR DOOHTER van deze
blaam te bevrijden, schreef de ba
ronesse Vetsera een brochure, waarin
zij aantoonde dat haar dochter op
slinkse wijze naar Mayerling gelokt
was en daar door Rudolf vermoord
moest zijn. De kleine oplage van deze
brochure werd bij de uitgever in be
slag genomen.
Eén exemplaar overleefde de
brandstapel en bevindt zich thans
in de bibliotheek van de Rijksuni
versiteit van Leiden. Het is voor
zien van verklarende aantekeningen
van de baronesse en stamt uit het
bezit van haar schoonzoon, de graaf
van Bijlandt.
Vele andere lezingen over deze tra
gedie werden in de volgende jaren
door fantasievolle hoofden uitge
broeid. Rudolf en Mary zouden ver
moord zijn door een jaloerse minnaar;
politieke hartstochten zouden een rol
gespeeld hebben en zo ontstonden
meer van deze theorieën, die eerst
door de opening van het mysterieuze
kistje, dat Rudolf enkele uren voor
zijn dood aan gravin Larisch over
handigde, opgelost zouden worden.
De inhoud van het kistje bleek waar
deloos en het geheim van Mayerling
ligt nog steeds bewaard in twee an
dere kisten, begraven op het stillel
verwaarloosde kerkhof van Heiligen
kreuz.
Uit het leven van een niets
nut en andere verhalen, door
von Eichendorff e.a. Uitg.
Het Spectrum, Utrecht. Prijs
1.25.
De romantiek heeft een enorm
aantal schrijvers afgeleverd, die de
meesten van ons nog slechts van
naam kennen. Ongetwijfeld ten on
rechte, want de verhalen, die ons ir.
dit boekje voorgezet worden, zijn
stuk voor stuk meesterwerken.
Daar is 't, in zijn romantische licht
zinnigheid, hartveroverende „Uit het
leven van een nietsnut", een schui
mende oprisping van de overigens
zeer stijlvolle Pruisische ambtenaar
Von Eichendorff.
Van Heinrich von Kleist is eigen
lijk buiten het fel-nationalistische
Michaël Kohlhaas bijzonder weinig
overgebleven. De vele prachtige ver
halen en toneelstukken van zijn hand
zijn ondergegaan in stoffige Versam-
melte Werke, die niemand meer be
gerenswaardig genoeg vindt om ter
hand te nemen en die slechts dode
sierbandjes vormen in de boeken
kast. In dit handige Prismaboekje
vindt men hem echter terug ontdaan
van al het spinrag en nog steeds le
zenswaardig. Het zelfde geldt voor
de verhalen van Grillpalzer, von Ar-
nim, Möricke en Tieck, die onder
houdend genoeg blijken te zijn, om
zelfs hun vergeten Werke toch nog
eens uit het stof te halen. De min
der verguisde Hoffmann is vertegen
woordigd door twee verhalen, die de
lezer alle gelegenheid geven, de
kennismaking met zijn fantastisch en
bizar talent te vernieuwen.
Een bijzonder welkome uitgave,
die misschien de stoot zal geven meer
van de prachtige hoogtepunten der
romantiek in aantrekkelijke uitgaven
te verzamelen.
Haai in zicht, door P. Fitzge
rald O'Connor. Uitg. Zuid-
Hollandse Uitg. Mij. Den
Haag. Prijs 9.90.
Ons kikkerlandje is rijk gezegend
met het visrijk nat, dat de fantasie
van menig visser reeds geprikkeld
heeft tot verhalen, die men door al
lerlei verzachtende omstandigheden
van leugens tot visserslatijn gepro
moveerd heeft. Meestal zijn deze ver
balen echter niet opgetekend, wat de
belever natuurlijk de mogelijkheid
biedt zijn relaas aanmerkelijk te
versterken, maar toch de uiteindelij
ke geloofwaardigheid enigszins on
zeker maakt. Ons sterkste vissersla
tijn wordt echter tot een stuntelig
gebrabbel bij de avonturen, die de
jeugdige P. Fitzgerald O'Connor in
zijn eersteling „Haai in zicht" op
spannende wijze opdist. Kunnen on
ze vissers bij de waardering van hun
vangsten, het gewicht ternauwernood
in ponden uitdrukken, de schrijver
hanteert de tonnen of het veren zijn.
Fris en onderhoudend verhaalt hy
van een expeditie in de Schotse wa
teren. Gewapend met harpoen, mes
en traanketel trekken vier man er
in een klein bootje op uit om de veel
vraat der zeeën een nuttige bestem
ming te geven. Zonder literaire pre
tenties, maar met een zeer uitge
breide overrompelende woordkeuze
beschrijft O'Connor ons de gevaren,
die het viertal trotseert, voordat zij
genoeg traan hebben om de expeditie
lonend te maken. Een zeer knap ge
schreven reisverhaal, dat door vele
illustraties verlucht en geverifieerd
wordt.
„Het laatste huis van de
wereld", door Beb Vuyk.
Uitgave van Nijgh en Van
Ditmar, Den Haag. Prijs
2.50.
Thans is reeds de vijfde druk ver
schenen van deze boeiende roman,
die in 1946 de Van der Hoogt-prijs
verwierf. Op meesterlijke wijze
schetst Beb Vuyck het leven van twee
blanken, die door de wereldcrisis uit
de „Westerse wereld" van Java ver
dreven worden en hun geluk gaan
beproeven op een eilandje van de
Molukken. Twee blanken, verloren
tussen de inheemsen, die een verla
ten plantage weer tot bloei trachten
te brengen en door de luiheid van de
bevolking, de bureaucratie van het
gouvernement en tenslotte ook door
gebrek aan kapitaal de hele onder
neming in duigen zien vallen. De
sfeer van deze roman is prachtig en
men blijft geboeid tot de laatste re
gel.
„Biggels en Co", door cap
tain W. E. Johns. Uitgave
van N.V. Born, Amsterdam.
Prijs 3.90.
Majoor Biggies blijft maar van het
ene avontuur in het andere vallen ten
gerieve van zijn jeugdige vereerders.
Gelukkig komt hij er ook deze keer
weer goed af, zodat we nog niet aan
zijn laatste avontuur toe zijn. Biggies
moet deze keer een handje helpen,
om klaarheid te brengen in een
steeds toenemend aantal gouddief
stallen. Het is allemaal erg geheim-
(Ingez. Med.-adv.)
Compl. 10 mnd. opleiding:
TFPEN, STENO (4 talen), BOEKH.,
CORRESP.: Nederl., Engels, Spaans,
Frans, Duits.
Kon. Erk. PITMANSCHOOL
PLANTSOEN 65 TELEF. 26558
zinnig, maar uiteindelijk dringt hij
toch door in het hol van de leeuw en
wat niemand verwacht behalve
de trouwe Biggles-lezer natuurlijk
de zaak komt weer helemaal in orde.
Een spannend jongensboek in het
bekende genre.
„De Indringster" door Erik
West. Uitgave van Het
Thijmfonds, Den Haag. Prijs
6.25 (voor leden 2.80).
Deze roman speelt zich af in Zee
land, waar het geslacht van de Van
Outrives het keren van het getij heeft
overleefd en nog schatrijk is, als de
andere oesterhandelaars reeds lang
op zwart zaad zitten. Vrekkerigheid
en meedogenloosheid gaan in deze
familie hand in hand. Zij kopen
grond en worden op den duur de
heersers over een streek van vissers
en pachters.
Maar ook dit geslacht komt aan
een keerpunt. Als de mooie Aleida
Vane een Van Outrive weet te strik
ken, is het pleit beslecht. Deze in
dringster leidt de aftakeling in en
volvoert haar ook. Wat geslachten
lang onaantastbaar was, valt ten
prooi aan haar grillen.
Erik West heeft dit stuk leven op
onderhoudende wijze gestalte gege
ven. Hij weet de lezer te boeien en
vaak te ontroeren. Een roman, die
voldoening schenkt.