Wie puzzelt mee
„De Knokkei*sbut
ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1954
DE LEIDSE COURANT
DERDE BLAD PAGINA 2
Horizontaal: 1. degelijk, vast, 4.
tegenstelling van donker, 7. meisjes
naam, 8. platvis, 9. gesloten, 10.
dauw, 11. in de grond gegraven diep
te, 13. helder, 15. laag, gering, 17.
vrachtschip, 19. bekoorlijk gelegen,
22. graafwerktuig, 24. ontvangkamer,
26. vis, 27. biljartstok, 28. deel van
de voet, 30. voegwoord, 32. bewoner
van een zekere provincie van Ne
derland, 35. jaargetijde, 37. telwoord,
39. geurigheid, 40. deel van het ske
let, 42. duw, 43. papegaai, 44. scheeps-
vloer, 45. telwoord, 46. tegenstelling
van vroeger, 47. duivel.
Verticaal: l. lidwoord, 2. snaarin
strument, 3. molentrechter, tremel,
4. gem. in Het Gooi, 5. gesneden
steen met een beeldje en relief, 6.
hoogste punt, 8. kan men uit drin
ken, 12. hoog bouwwerk, 14. gravin
Holl. Huis, 16. boom, 18. heks, 20.
Europeaan, 21. zijden stof, 22. groen
te, 23. bijl met lange steel, 24. dro
merig, 25. lied, 28. deel van een uur
werk, 29. water in Utrecht, 31. pret,
33. wereldtaal, 34. lange lat, 36.
roosvormig sieraad, 37. eenjarig kalf,
38. jongensnaam, 39. afzonderlijk, 41.
danspartij, 44. niet dik.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Horizontaal: 1. big, 4. sas, 6. sijs,
8. ego, 11. reëel, 13. ere, 14. akker,
16. loot, 18. noga, 20. zelden, 23. som
ber, 26. gnoe, 27. tiras, 30. Elia, 31.
end, 33. ara, 34. non, 36. ramenas,
40. uil, 43. Amstel, 45. clowns, 47.
enig, 49. Cham, 50. vaart, 52. adé,
53. dalen, 56. ets, 57. eed, 58. Lee,
59. ant.
Verticaal: 1. br., 2. Ieren, 3. ge, 4.
Sloe, 5. set, 6. sen, 7. sago, 8. E.K.,
9. gelei, 10. o.r., 12. Elden, 15. ka
mer, 17: ont, 19. Oss, 20. z.g., 21.
loens, 22. er, 24. blauw, 25. ra, 28.
[lm, 29. aan, 32. Drente, 33. aslade,
34. na, 35. omdat, 37. Ali, 38. el, 39.
ach, 41. innen, 42. L.S.. 44. ter. 46.
oma, 48. Gad, 49. cel, 50. V.E., 51.
as, 54. la, 55. N.T.
Oplossingen kunnen tot en met
Donderdag aan het bureau van ons
blad gestuurd worden. Prijzen: siga
rettenkoker, sieraad en boek.
De taart is deze week voor mevr.
H. M. v. d. Krogt-Deckers, Laat de
Kanterstr. 30, Leiden; het sieraad:
J. C. van Rooyen, Heerenweg 405,
Lisse en het boek is voor Th. van
Klink, Schenkelweg 30, Zoeterwou-
de. De heer F. C. Bakker, Noord-
heijst la, Voorschoten, krijgt, omdat
hij ons reeds Maandag de goede op
lossing met bijvoeging van het juiste
diagram stuurde, het prisma puzzle-
boekje toegezonden.
Aetherklanken
TELEVISIE-PROGRAMMA.
Gez. progr. AVRO, KRO, VARA en
VPRO.
9.48—11.30 en 14.58—16.45 Wereld
kampioenschappen wielrennen Duits
land.
HILVERSUM I. 402 M.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR.
12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30
VARA. 20.00—24.00 AVRO.
VARA: 8.00 Nws. en weerber.,
postduivenber. en gram. 8.20 Gram!
8.35 Voor het platteland. 8.45 Dub-
belkwart 9.05 Sportmeded. en post
duivenber. 9.10 Gram. 9.45 „Gees
telijk leven", caus. VPRO: 10.00
Voor de kinderen. IKOR: 10.30 Oud-
Katholieke mis. AVRO: 12.00 Sport-
spiegel. 12.05 Lichte muz. 12.35
„Even afrekenen, Heren!" 13.00
Nws. Meded. of gram. 13.10 Wereld
kampioenschappen wielrennen. 13.20
Verz. progr. v. d. mil. 14.00 Boek-
bespr. 14.20 Omr. ork. en solist. 15.20
./Helderziendheid en geestelijke
volksgezondheid", caus. 15.35 Koor
zang. 15.50 Dansmuz. 16.30 Sportre-
vue. VPRO: 17.00 „Tussen kerk en
wereld", caus. 17.20 „Van het ker-
kelijk erf", caus. VARA: 17.30 Voor
de kinderen. 17.50 Sportjourn. 18.15
Nws. en sportuitsl. 18.30 Gram. 19.30
Muzikale discussie. AVRO: 20.00
Nws. 20.05 „Der Zigeunerbaron",
operette. 21.35 Act. 21.50 Pianoreci
tal. 22.15 Gevar. progr. 23.00 Nws.
23.15 Tweede Assemblee van de We
reldraad van Kerken te Evanston.
23.25—24.00 Gram.
HILVERSUM n. 298 M.
8.00 NCRV. 9.30 KRO. 17.00 IKOR.
19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO.
NORV: 8.00 Ntos. en weerber. 8.15
Orgelconc. 8.30 Morgenwijding. 9.15
Vocaal kwartet. KRO: 9.30 Nws. 9.45
Gram. 11.30 „Wie is mijn Patroon".
11.45 Kamer-ork. en solist. 12.20
Apologie. 12.40 Musette-ork. 12.55
Kath. Thuisfront overal! 13.00 Nws.
en kath. nws. 13.10 Gram. 13.40
Boekbespr. 13.55 Gram. 14.00 Spel
„Herwonnen Paradijs". 15.15 Gram.
15.40 Pontificale Hoogmis. IKOR:
17.00 Hervormde Kerkdienst. 18.00
Zangdienst. 18.45 Pastorale rubr.
NORV: 19.00 Nws. uit de Kerken,
19.05 Gram. 19.15 Bas en piano. 19.30
„Weg en werk der Kerkhervormers",
caus. IKOR: 19.45 Nws. 20.00 Gram.
20.25 De gewone man. 20.30 Gram.
20.50 „Wjj waren Wimpo", hoorsp.
21.35 Symphonette-ork. en sol. 22.05
Act. Gram. 22.45 Avondgebed en lit.
kal. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram.
HILVERSUM l 402 m.
7.00—24.00 AVRO.
7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 8.00 Nieuws.
8.15 Gram. 9.00 Morgenwijding. 9.15
Orgelconc. 9.30 Voor de huisvrouw.
9.35 Waterst. 9.40 Gram. 11.00 Voor
dracht. 11.15 Kamerork. 12-00 We-
reldmüziekconcours te Kerkrade.
12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33
„In 't spionnetje". 12.38 Orgelspel.
13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram.
13.20 Metropole Ork. 14.00 „Wat
gaat er om in de wereld?" 14.20
Gram. 14.30 Voordr. 14.45 Spr. en
piano. 15.15 „De Schaapherder",
hoorsp. 16.15 Gram. 17.30 Voor de
padvinders. 17.45 Rep. of gram. 18.00
Nieuws. 18.15 Wereldkampioenschap
pen accordeon in Stuttgart. 18.45
Klankb. over de duivensport. 19.00
Gram. 19.151945 „De spelleiding
heeftKommer Kleijn", caus.
20.00 Nieuws. 20.05 Gevar. progr.
20.50 „Er loopt een weg van Sorong
naar Klamono", hoorsp. 22.00 Omr.
ork. en pianoduo. 22.40 Gram. 22.50
Wereldkampioenschappen wielren
nen. 23.00 Nieuws. 23.15 Lichte muz.
23.45—24.00 Gram.
HILVERSUM II. 298 m.
7.00—24.00 NCRV.
7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym.
7.33 Gewijde muz. 7.45 'n Woord voor
de dag. 8.00 Nieuws en weerber, 8.15
Gram. 8.30 Tot Uw dienst. 8.35 Gram.
9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de
vrouw. 9.35 Gram. 10.30 Morgen
dienst. 11.00 Gram. 11.45 Gevar.
muz. 12.25 Voor boer en tuinder.
12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33
Gram. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws.
13.15 Amus. muz. 13.45 Gram, 14.05
Voor de jeugd. 14.30 Gram. 14.45
Voor de vrouw. 15.15 Amus. muz.
15.40 Gram. 16.00 Bijbellezing. 16.30
Pianorecital. 17.00 Voor de kleuters.
17.15 Amus. muz. 17.45 Regeringsuit-
zend.: Nederland en de wereld: „De
monetaire ontwikkeling in Indone
sië", door drs. B. van Eldik. 18.00
Koorconc. 18.20 Gram. 18.30 Orgel
conc. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10
Vocaal dubbelkwartet. 19.40 Gram.
20.00 Radiokrant. 20.20 Promenade-
ork. en solist. 21.00 „Nederland van
de waterkant", klankb. 21.30 Viool
en piano. 21.50 Gram. 22.45 Avond-
overdenking. 23.00 Nieuws en S.O.S.-
ber. 23.15 Tweede assemblée v. d.
Wereldraad van Kerken te Evan
ston. 23.25—24.00 Gram.
Wilt U iets weten?
Vraag: Wat zegt de Enkhuizer Al
manak over het wer van 23 tot 28
Augustus?
Antwoord: Veranderlijk weer, la
ter helder. Aan het eind van de week
kans op warmer weer.
Moeilijke dochter Vader: „Tinie,
sta toch niet ieder ogenblik in de
spiegel te kijken! Dat zie je mij toch
ook niet doen?
Tinie (verontwaardigd): „Maar U
behoeft ook niet in de spiegel te
kijken om mij te zien."
Half „Je wist toch, dat ik gek
ben op buitenlandse postzegels?"
„Half kerel, half! Dat je gek bent,
wist ik wel, maar van die buiten
landse postzegels.... nee, eerlijk ge
zegd".
De weg. Dokter: „Ik zit met een
probleem. Een van mijn patiënten,
een corpulente dame, moet hoog no
dig gaan wandelen, maar ze vertikt
het eenvoudig!"
Collega: „Oh, daar weet ik wel iets
op. Vertel haar bij iedere visite een
paar geheimen, dan loopt ze des
avonds al haar kennissen af".
Goed begin Rechter: „Waarom
hebt U dat geld weggenomen?"
Verdachte: „Ik wilde kassier wor
den en daarvoor moest ik een waar
borgsom storten!"
Verzoening Een alcohist vroeg
kort voor zijn dood een glas water.
„Waarom persé water?", vroeg de
dokter verbaasd.
„Ik wil me met mijn vijanden ver
zoenen", luidde het antwoord.
Geen schuld. Vrouw: „Je bent
dronken!"
iHij: „Heus vrouwtje, ik kan
er...', niks aan doen. Ik zat.... in
een autobusen die kreeg een
aanrijding meteen bierwagen".
Reden Officier: „Waarom neem
jy je sigaret niet uit je mond als je
salueert?"
Soldaat: „Het peukje was te klein;
ik kan m'n hand toch niet verbran
den".
i :fevf^
Aangenaam „Weet je, hoe een
beest heet, dat een groen lijf heeft,
rode poten en een gele kop?"
,-,Oh jasses, wat een griezel. Nee,
ik weet het niet. Wat is het?"
„Ik weet het ook niet, maar er zit
er een in je hals".
Probleem Dokter: „Na het in
nemen van dit medicijn kunt U een
glas water drinken, om de onaange
name imiaak kwijt te raken."
Patiënt: „Maar hoe raak ik de nare
smaak van het water dan weer
kwijt?"
„Ik heb gisteren de deur open ge
daan. Nu is het jouw beurt!"
Hoe lang Brammetje
probeerde geld te
verdienen
(Vervolgverhaal door Trudl).
„Blijf af, hebben jullie niet mee te
maken", blafte Peter. Maar hij was later
toch blij dat ze een handje mee hielpen,
want 't was een heel werk om de boot
zonder te kantelen, in 't water te laten
glijden. Ze gloeiden er van. Eindelijk
was 't dan zo ver. De mooie zeilboot lag
glimmend van nieuwheid in 't water.
Brammetje sprong er 't eerst in, daarna
Peter en Wim. De agent stapte het aller
laatste in. Hans stond nog aan de kant
die moest de pin uit de grond halen.
„Je mag zeker niet mee Hans", plaag
den de jongens, die aan de kant stonden.
„Veronderstel dat de boot zinkt", riep
weer een ander.
't Kon Hans allemaal niets schelen wat
ze zeiden. Hij trok de pin uit de grond,
nam een aanloopje en.... plons, plons.
Daar was Hans naast de boot gespron
gen. De jongens aan de kant konden niet
meer van het lachen. Het was ook zo'n
gek gezicht. Die Hans had ook altijd
wat.
Drijfnat werd hij nu in de boot ge
hesen.
.,'t Geeft niets hoor Hans, er volgen er
straks wel meer, let maar eens op",
monterde de agent hem op.
Maar Hans kon er helemaal niet om
lachen. Hij schaamde zich een beetje
voor 't publiek aan de kant. Wat had hij
toch weer een modderfiguur geslagen.
Gelukkig dat ze gauw weg vaarden.
Het ging best zo, vóór de wind. Het
zeil stond prachtig. Peter was bij 't roer
gaan zitten. Hij zat zó triomfantelijk te
kijken dat hij nog niet eens in de gaten
had dat ze de kant in gingen. De agent
moest bijspringen. Hij legde precies uit
hoe je het roer moest houden om recht
te blijven en hoe je 't houden moest als
je een bocht wilde maken en ook wat
je moest doen als het ging stormen of
als er een plotselinge windvlaag kwam.
De jongens letten natuurlijk allemaal
goed op. Om de beurt mochten ze eens
aan het roer zitten en voor het zeil zor
gen. Ze wisten al heel wat van zeilen
toen ze om vijf uur weer bij Olsthoorn
terugkwamen. De boot werd weer met
verende krachten netjes in da schuur
gezet.
Hans, die inmiddels zelf al helemaal
droog was, pakte nu een doek om de
boot droog te wrijven zodat hij er 10
minuten later weer even blinkend en
mooi uit zag als tevoren. Bram legde
er toen het zeil over.
„Nou bootje, tot Zaterdag, dan komen
yre weer bij je", zuchtte Hans. Hij had
Uever wat eerder gewild, maar na
schooltijd is er te weinig tijd over om
helemaal hierheen te komen en dan nog
te gaan zeilen. Nee, 't zou Zaterdag pas
op z'n vroegst kunnen. Hans zuchtte nog
eens, 't was ook zo'n fijne middag ge
weest.
Brammetje sloot de de deur, draaide
de sleutel om en stak hem in zijn zak.
De andere jongens vonden 't al lang best
dat Bram de sleutel bewaarde. Olst
hoorn zelf had ook nog een sleutel van
de schuur.
Bram keek nog eens om naar de
schuur, voelde nog eens peinzend naar
de sleutel en zei toen zachtjes in zich
zelf: „Tot vanavond boot, ik kom dan
terug en ga het eens alleen proberen".
Hij had die middag goed opgelet toen
de agent alles uitlegde. Veel en nauw
keurig had hij alles gevraagd en nu was
er bij hem de gedachte opgekomen om
't eens helemaal alleen te proberen, liefst
vannacht. Onderweg was Brammetje stil.
De agent merkte het wel. maar dacht dat
hij moe was. 't was ook zo'n tenger
manneke. De hele middag op 't water
maakt een mens slaperig en moe. De
anderen echter hadden echter praatjes
voor twee.
„Ik zou het best alleen kunnen, phoe.
niks aan", schepte Peter op.
„Jó, je weet nog niet eens hoe je het
roer moet houden".
„Ja, dat was in 't begin, maar nou
weet ik het wel".
„Zeg jij maar niets Hans, jij kon niet
eens van de kant af springen", grinnikte
Peter. Hans kreeg een kleur, hij was 't
warempel alweer vergeten.
„Nou, maar de boot was al een heel
eind van de kant", verdedigde hij zich.
„Och, niet waar Hans. een klein
stukje maar, één stap maar".
„Dat is niet waar, hij was wel een eind
van de kant af".
„Jongens, nou niet gaan ruzie maken",
kwam de agent tussenbeiden.
Een poos liepen ze stil verder. Bram
met de agent voorop, de andere drie er
achter aan.
„Agent gaat
„Laat dat „agent" er nu maar af. Zeg
maar „oom Jan" of iets dergelijks".
„Nou, oom Jan, gaat u Zaterdag nog
een keer mee?"
„Nee, Zaterdag heb ik geen tijd. Jullie
moeten 't maar eens met z'n vieren pro
beren. Het zal best gaan. En gebeurt er
een ongelukje, dan kunnen jullie toch
zeker zwemmen hè?"
Ze knikten alle vier van ja. Maar Hans
wist eigenlijk niet of hij de waarheid
zei; een paar slagen dat ging wel, maar
een heel eind, nee, daar had hij zich
nooit aan gewaagd. De agent bedoelde
natuurlijk als hij uit de boot viel, nou
en dan kon je gauw de boot beet pakken.
„Nou jongens, geen gevaarlijke dingen
doen hoor. En dan komen jullie mij
maar vertellen hoe 't is geweest. Ik ga
nu rechtsaf gauw naar huis".
„Bedankt, hoor agent.... ik bedoel
„oom Jan" en Bram gaf hem netjes een
hand. De andere jongens mompelden ook
zo iets en kwamen toen gauw by Bram
lopen.
..Een fijne vent hè", gaf Peter te
kennen.
„Geloven Jullie dat hy Zaterdag echt
niet kan. Hy wilde ons alleen laten
gaan. Maar we gaan hem wel alles ver
tellen en dan vragen we hem tegelyk
of hij nog eens met ons mee gaat. Dan
gaat we eens een keer de hele Zondag".
„Ja, maar dan zit z'n vrouw de hele
dag alleen, dan moeten we haar ook
vragen om mee te gaan".
„Nee hoor, geen vrouwen in onze boot.
Ze gaat maar ergens op visite by de
buren".
Daar waren ze 't allemaal mee eens.
„Nou jongens tot morgens". Bram liep
nu alleen. Het laatste stukje liep hy
meestal alleen. Daar zag hij, een paard
en wagen aankomen. Hij ging alvast op
de weg lopen. Onder 't voorby rijden
pakte hy de achterplank vast, zette zijn
voet op een stang en daar reed hij mee.
lekker hard.
,Van mijn wagen af. kwéjongen. an
ders kom ik met de zweep", dreigde de
koetsier, toen hij merkte dat er een jon
gen aan zijn wagen hing. Brammetje
lachte maar even, hij was toch zo thuis.
laar de man wachtte niet lang. Toen
hij zag dat de jongen geen aanstalte
maakte om weg te gaan, sloeg hy met
de zweep naar achteren. Bram was ech
ter vlugger dan de zweep, hij was al
weer weg. Gelukkig kwam er geen auto
of andere kar achter hem aan, anders
was hy misschien nog lelyk te pas ge
komen. Tijd om achterom te kyken had
hy niet gehad. Nog een paar stappen dan
was hij al weer thuis. Vlug deed hy het
hekje open. Oma was nog niet thuis. Hy
ging dus naar de schuur om weer te gaan
oefenen. Het touw was nu al tamelijk
hoog gespannen.
Wordt vervolgd.
NOG IETS OVER ONS EIGEN CIRCUS.
De vorige week is er in de beschrijving
een lelijke fout geslopen. Er stond: „doe
een vloeipapier om een kom", en dat
moest natuurlijk zyn: „doe een vloei
papier om een kam", en dan maar er
tegen blazen met je lippen. Je zult zien.
wat aardige muziek er uit komt. Hele
wysjes kun je er op blazen, na 'n beetje
oefenen.
Nu nog een paar goochelkunstjes voor
het circus, namelijk het laten verdwynen
van centen in je mouw. Je gooit het
geldstuk naar achteren in je mouw,
houdt de arm op en gooit men weer voor
uit. Het geldstukje vliegt dan weer in je
hand en als je het een beetje handig
aanlegt, lijkt het net of je het uit de
lucht gegrepen hebt.
Nog een ander kunstje. Je legt te
voren een geldstukje onder een vaasje
of kopje en je houdt een zelfde geldstuk
je mouw glijden. Verbaasd laat je n
lege hand zien. Met veel grimassen loop
je nu plotseling naar het vaasje of kopje
en tilt dat op. Jawel hoor, daar ligt het
geldstuk.
Nu nog een laatste toer. Neem een
gladde kaart b.v. een speelkaart en leg
die precies in het midden op de top
van je middelvinger. Leg daarop een
cent. weer precies in het midden. Nu
kun je met duim en wijsvinger van je
andere hand, met een korte tik de kaart
van je vinger schieten, zó dat de cent
op je vinger blyft liggen. Eerst goed
oefenen dan lukt het wel.
Correspondentie
Th? Wilteman, Dorpsstraat 40. Oegst-
geest. Eindelyk een antwoordje op je
briefje. Het heeft wel lang geduurd hè?
Je hebt vergeten om je voornaam er bij
te schrijven, zodat ik niet weet of je een
jongen of een meisje bent. Je verhaaltje
komt hier achter.
DE VLOEK.
Fransje kwam de kamer in rennen en
riep: „Moeder Jan heeft een vloek
gezegd".
„Wat voor een vloek?" vroeg moeder
lachend.
„Dat weet ik niet meer, mar het ging
over domme".
Een poosje later kwam Jan binnen en
dadeiyk zei Fransje: „Jy hebt een vloek
gezegd".
„Nee hoor moeder, dat is niet waar.
Ik zei: er komt een drommedaris in het
circus".
„Moeder, daar zegt hy weer die
vloek", hield Fransje vol.
Moeder lachte er weer om, maar
Fransje vond dat moeder daar niet om
mocht lachen.
„Och Frans, dat is geen vloek".
„Wel waar".
Die Frans toch!
Fia v. d. Star. TVytenbachweg 101,
Oegstgeest. Je kleine broertje is zeker
al weer beter Fia. want dit briefje is
al verscheidene weken oud. Je Meiliedje
bewaar ik wel tot het weer Meimaand
is. Heb je het zelf gemaakt? Dag Fia.
Corrie Caspers, Rijndijk 12. Hazers-
woude. Die Corrie toch. Een groot vel
papier en alleen maar de oplossing er op.
Juist dacht ik: „ha, een lange brief van
Corrie'Maar 't was mis poes.
Greetje Steenbergen. Sleboldstraat 33.
Leiden. Zeg Greetje, lees jy het briefje
van hierboven ook maar eens goed.
Schryf je me eens gauw over de va-
cantie?
Ludy v. d. Meer, KapteUnstr. Lelden.
Wat een geweldige prestatie Ludy. om
de eerste prijs te winnen met de EHBO-
wedstrijden. Is dat reisje nog prettig ge
weest en waar zijn jullie heen geweest?
Dat hoor ik zeker nog wel. Ook de
groetjes aan allemaal.
Magreta en Marletje van Steyn, Wa
tertje 8, Zoeterwoude. Eerst moet ik
Margreta vragen of ze geslaagd is voor
het kookexamen. Daar ben ik reuze be
nieuwd naar. Je kunt nu zeker wel lek
ker koken. Fyn voor je moeder, dan kun
je haar af en toe eens helpen. Het ver
haaltje van Marietje komt vandaag ook
aan de beurt.
LUIE JAN.
De juffrouw van de kleuterschool was
met de kinderen aan het plakken.
„Kom kinders, we gaan iets maken,
een mooi schilderytje van prachtig
groen papier. En op dat schilderytje
plakken we heel mooi. drie mooie gou
den sterren. In het midden plakken we
een leuk beestje, dat jullie zelf mogen
uitzoeken".
Een kleuter op de derde bank. deed
net alsof hij niets hoorde, hy zat maar
uit het venster te turen.
„Kom Jan, vooruit, ga werken en zoek
ook een beestje uit", zei Juf al enige
malen.
Daar luidde de bel en alle kleuters
gingen blij naar huis om hun moeder het
mooie schilderytje te laten zien. Nee.
allemaal, want Jan kwam thuis zonder
prentje.
Moeder was bedroefd omdat Jantje
weer zo lui geweest was.
Thea van Leeuwen. Geerweg 5. Zoe
terwoude en Corrie Mentink, Zoeter-
woudseweg,, Leiden, hebben beiden de
Mary Geerllngs, 's Gravendamseweg 26.
Voorhout. Jy bent vandaag de laatste
Mary. Jammer dat ik geen gezellige
brief van je kreeg. Zo'n oplossing alleen
vind ik maar kaal. Toch was alles dik
in orde Mary.
De brieven met de oplossingen van de
laatste raadsels zijn nog niet in mijn
bezit. De volgende week hoop ik de uit
slag te kunnen plaatsen.
En dan zyn de vacanties zo wat om,
voor de meesten van jullie tenminste. Er
zyn heel wat regendagen geweest, maar
ik hoop dat jullie de spelletjes, die ik
zo af en toe eens plaatste, thuis met je
vriendjes of zusjes gespeeld hebben.
Kennen jullie nog het spelletje:
Graantje pik.
We vragen aan moeder een zakje
tum-tum of kleine boontjes. Nu gaat er
één kind op de gang en we leggen dan
10 snoepjes in een kringetje op de tafel.
We wijzen er één aan en dan mag het
kind binnenkomen. Nu mag het de
snoepjes één voor één oppakken. Maar
als ze het aangewezen snoepje oppakt,
dan roepen \\e heel hard: pik. Dat
snoepje wordt dan weer neergelegd. We
maken het kringetje weer vol tot er
weer 10 liggen en een volgend kind gaat
op de gang staan. Zo gaan we door. Nog
veel plezier en tot de volgende week.
TANTE JO EN OOM TOON.
(49)
Er een paar tecjen hun schenen schopp en
ligt meer in mün karakter, j