Wie puzzelt mee „De Knokkei*sbut ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1954 DE LEIDSE COURANT DERDE BLAD PAGINA 2 Horizontaal: 1. degelijk, vast, 4. tegenstelling van donker, 7. meisjes naam, 8. platvis, 9. gesloten, 10. dauw, 11. in de grond gegraven diep te, 13. helder, 15. laag, gering, 17. vrachtschip, 19. bekoorlijk gelegen, 22. graafwerktuig, 24. ontvangkamer, 26. vis, 27. biljartstok, 28. deel van de voet, 30. voegwoord, 32. bewoner van een zekere provincie van Ne derland, 35. jaargetijde, 37. telwoord, 39. geurigheid, 40. deel van het ske let, 42. duw, 43. papegaai, 44. scheeps- vloer, 45. telwoord, 46. tegenstelling van vroeger, 47. duivel. Verticaal: l. lidwoord, 2. snaarin strument, 3. molentrechter, tremel, 4. gem. in Het Gooi, 5. gesneden steen met een beeldje en relief, 6. hoogste punt, 8. kan men uit drin ken, 12. hoog bouwwerk, 14. gravin Holl. Huis, 16. boom, 18. heks, 20. Europeaan, 21. zijden stof, 22. groen te, 23. bijl met lange steel, 24. dro merig, 25. lied, 28. deel van een uur werk, 29. water in Utrecht, 31. pret, 33. wereldtaal, 34. lange lat, 36. roosvormig sieraad, 37. eenjarig kalf, 38. jongensnaam, 39. afzonderlijk, 41. danspartij, 44. niet dik. OPLOSSING VORIGE WEEK. Horizontaal: 1. big, 4. sas, 6. sijs, 8. ego, 11. reëel, 13. ere, 14. akker, 16. loot, 18. noga, 20. zelden, 23. som ber, 26. gnoe, 27. tiras, 30. Elia, 31. end, 33. ara, 34. non, 36. ramenas, 40. uil, 43. Amstel, 45. clowns, 47. enig, 49. Cham, 50. vaart, 52. adé, 53. dalen, 56. ets, 57. eed, 58. Lee, 59. ant. Verticaal: 1. br., 2. Ieren, 3. ge, 4. Sloe, 5. set, 6. sen, 7. sago, 8. E.K., 9. gelei, 10. o.r., 12. Elden, 15. ka mer, 17: ont, 19. Oss, 20. z.g., 21. loens, 22. er, 24. blauw, 25. ra, 28. [lm, 29. aan, 32. Drente, 33. aslade, 34. na, 35. omdat, 37. Ali, 38. el, 39. ach, 41. innen, 42. L.S.. 44. ter. 46. oma, 48. Gad, 49. cel, 50. V.E., 51. as, 54. la, 55. N.T. Oplossingen kunnen tot en met Donderdag aan het bureau van ons blad gestuurd worden. Prijzen: siga rettenkoker, sieraad en boek. De taart is deze week voor mevr. H. M. v. d. Krogt-Deckers, Laat de Kanterstr. 30, Leiden; het sieraad: J. C. van Rooyen, Heerenweg 405, Lisse en het boek is voor Th. van Klink, Schenkelweg 30, Zoeterwou- de. De heer F. C. Bakker, Noord- heijst la, Voorschoten, krijgt, omdat hij ons reeds Maandag de goede op lossing met bijvoeging van het juiste diagram stuurde, het prisma puzzle- boekje toegezonden. Aetherklanken TELEVISIE-PROGRAMMA. Gez. progr. AVRO, KRO, VARA en VPRO. 9.48—11.30 en 14.58—16.45 Wereld kampioenschappen wielrennen Duits land. HILVERSUM I. 402 M. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR. 12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA. 20.00—24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nws. en weerber., postduivenber. en gram. 8.20 Gram! 8.35 Voor het platteland. 8.45 Dub- belkwart 9.05 Sportmeded. en post duivenber. 9.10 Gram. 9.45 „Gees telijk leven", caus. VPRO: 10.00 Voor de kinderen. IKOR: 10.30 Oud- Katholieke mis. AVRO: 12.00 Sport- spiegel. 12.05 Lichte muz. 12.35 „Even afrekenen, Heren!" 13.00 Nws. Meded. of gram. 13.10 Wereld kampioenschappen wielrennen. 13.20 Verz. progr. v. d. mil. 14.00 Boek- bespr. 14.20 Omr. ork. en solist. 15.20 ./Helderziendheid en geestelijke volksgezondheid", caus. 15.35 Koor zang. 15.50 Dansmuz. 16.30 Sportre- vue. VPRO: 17.00 „Tussen kerk en wereld", caus. 17.20 „Van het ker- kelijk erf", caus. VARA: 17.30 Voor de kinderen. 17.50 Sportjourn. 18.15 Nws. en sportuitsl. 18.30 Gram. 19.30 Muzikale discussie. AVRO: 20.00 Nws. 20.05 „Der Zigeunerbaron", operette. 21.35 Act. 21.50 Pianoreci tal. 22.15 Gevar. progr. 23.00 Nws. 23.15 Tweede Assemblee van de We reldraad van Kerken te Evanston. 23.25—24.00 Gram. HILVERSUM n. 298 M. 8.00 NCRV. 9.30 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. NORV: 8.00 Ntos. en weerber. 8.15 Orgelconc. 8.30 Morgenwijding. 9.15 Vocaal kwartet. KRO: 9.30 Nws. 9.45 Gram. 11.30 „Wie is mijn Patroon". 11.45 Kamer-ork. en solist. 12.20 Apologie. 12.40 Musette-ork. 12.55 Kath. Thuisfront overal! 13.00 Nws. en kath. nws. 13.10 Gram. 13.40 Boekbespr. 13.55 Gram. 14.00 Spel „Herwonnen Paradijs". 15.15 Gram. 15.40 Pontificale Hoogmis. IKOR: 17.00 Hervormde Kerkdienst. 18.00 Zangdienst. 18.45 Pastorale rubr. NORV: 19.00 Nws. uit de Kerken, 19.05 Gram. 19.15 Bas en piano. 19.30 „Weg en werk der Kerkhervormers", caus. IKOR: 19.45 Nws. 20.00 Gram. 20.25 De gewone man. 20.30 Gram. 20.50 „Wjj waren Wimpo", hoorsp. 21.35 Symphonette-ork. en sol. 22.05 Act. Gram. 22.45 Avondgebed en lit. kal. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram. HILVERSUM l 402 m. 7.00—24.00 AVRO. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Morgenwijding. 9.15 Orgelconc. 9.30 Voor de huisvrouw. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. 11.00 Voor dracht. 11.15 Kamerork. 12-00 We- reldmüziekconcours te Kerkrade. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 „In 't spionnetje". 12.38 Orgelspel. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Metropole Ork. 14.00 „Wat gaat er om in de wereld?" 14.20 Gram. 14.30 Voordr. 14.45 Spr. en piano. 15.15 „De Schaapherder", hoorsp. 16.15 Gram. 17.30 Voor de padvinders. 17.45 Rep. of gram. 18.00 Nieuws. 18.15 Wereldkampioenschap pen accordeon in Stuttgart. 18.45 Klankb. over de duivensport. 19.00 Gram. 19.151945 „De spelleiding heeftKommer Kleijn", caus. 20.00 Nieuws. 20.05 Gevar. progr. 20.50 „Er loopt een weg van Sorong naar Klamono", hoorsp. 22.00 Omr. ork. en pianoduo. 22.40 Gram. 22.50 Wereldkampioenschappen wielren nen. 23.00 Nieuws. 23.15 Lichte muz. 23.45—24.00 Gram. HILVERSUM II. 298 m. 7.00—24.00 NCRV. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.33 Gewijde muz. 7.45 'n Woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerber, 8.15 Gram. 8.30 Tot Uw dienst. 8.35 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Gram. 10.30 Morgen dienst. 11.00 Gram. 11.45 Gevar. muz. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Gram. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws. 13.15 Amus. muz. 13.45 Gram, 14.05 Voor de jeugd. 14.30 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Amus. muz. 15.40 Gram. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Pianorecital. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Amus. muz. 17.45 Regeringsuit- zend.: Nederland en de wereld: „De monetaire ontwikkeling in Indone sië", door drs. B. van Eldik. 18.00 Koorconc. 18.20 Gram. 18.30 Orgel conc. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Vocaal dubbelkwartet. 19.40 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Promenade- ork. en solist. 21.00 „Nederland van de waterkant", klankb. 21.30 Viool en piano. 21.50 Gram. 22.45 Avond- overdenking. 23.00 Nieuws en S.O.S.- ber. 23.15 Tweede assemblée v. d. Wereldraad van Kerken te Evan ston. 23.25—24.00 Gram. Wilt U iets weten? Vraag: Wat zegt de Enkhuizer Al manak over het wer van 23 tot 28 Augustus? Antwoord: Veranderlijk weer, la ter helder. Aan het eind van de week kans op warmer weer. Moeilijke dochter Vader: „Tinie, sta toch niet ieder ogenblik in de spiegel te kijken! Dat zie je mij toch ook niet doen? Tinie (verontwaardigd): „Maar U behoeft ook niet in de spiegel te kijken om mij te zien." Half „Je wist toch, dat ik gek ben op buitenlandse postzegels?" „Half kerel, half! Dat je gek bent, wist ik wel, maar van die buiten landse postzegels.... nee, eerlijk ge zegd". De weg. Dokter: „Ik zit met een probleem. Een van mijn patiënten, een corpulente dame, moet hoog no dig gaan wandelen, maar ze vertikt het eenvoudig!" Collega: „Oh, daar weet ik wel iets op. Vertel haar bij iedere visite een paar geheimen, dan loopt ze des avonds al haar kennissen af". Goed begin Rechter: „Waarom hebt U dat geld weggenomen?" Verdachte: „Ik wilde kassier wor den en daarvoor moest ik een waar borgsom storten!" Verzoening Een alcohist vroeg kort voor zijn dood een glas water. „Waarom persé water?", vroeg de dokter verbaasd. „Ik wil me met mijn vijanden ver zoenen", luidde het antwoord. Geen schuld. Vrouw: „Je bent dronken!" iHij: „Heus vrouwtje, ik kan er...', niks aan doen. Ik zat.... in een autobusen die kreeg een aanrijding meteen bierwagen". Reden Officier: „Waarom neem jy je sigaret niet uit je mond als je salueert?" Soldaat: „Het peukje was te klein; ik kan m'n hand toch niet verbran den". i :fevf^ Aangenaam „Weet je, hoe een beest heet, dat een groen lijf heeft, rode poten en een gele kop?" ,-,Oh jasses, wat een griezel. Nee, ik weet het niet. Wat is het?" „Ik weet het ook niet, maar er zit er een in je hals". Probleem Dokter: „Na het in nemen van dit medicijn kunt U een glas water drinken, om de onaange name imiaak kwijt te raken." Patiënt: „Maar hoe raak ik de nare smaak van het water dan weer kwijt?" „Ik heb gisteren de deur open ge daan. Nu is het jouw beurt!" Hoe lang Brammetje probeerde geld te verdienen (Vervolgverhaal door Trudl). „Blijf af, hebben jullie niet mee te maken", blafte Peter. Maar hij was later toch blij dat ze een handje mee hielpen, want 't was een heel werk om de boot zonder te kantelen, in 't water te laten glijden. Ze gloeiden er van. Eindelijk was 't dan zo ver. De mooie zeilboot lag glimmend van nieuwheid in 't water. Brammetje sprong er 't eerst in, daarna Peter en Wim. De agent stapte het aller laatste in. Hans stond nog aan de kant die moest de pin uit de grond halen. „Je mag zeker niet mee Hans", plaag den de jongens, die aan de kant stonden. „Veronderstel dat de boot zinkt", riep weer een ander. 't Kon Hans allemaal niets schelen wat ze zeiden. Hij trok de pin uit de grond, nam een aanloopje en.... plons, plons. Daar was Hans naast de boot gespron gen. De jongens aan de kant konden niet meer van het lachen. Het was ook zo'n gek gezicht. Die Hans had ook altijd wat. Drijfnat werd hij nu in de boot ge hesen. .,'t Geeft niets hoor Hans, er volgen er straks wel meer, let maar eens op", monterde de agent hem op. Maar Hans kon er helemaal niet om lachen. Hij schaamde zich een beetje voor 't publiek aan de kant. Wat had hij toch weer een modderfiguur geslagen. Gelukkig dat ze gauw weg vaarden. Het ging best zo, vóór de wind. Het zeil stond prachtig. Peter was bij 't roer gaan zitten. Hij zat zó triomfantelijk te kijken dat hij nog niet eens in de gaten had dat ze de kant in gingen. De agent moest bijspringen. Hij legde precies uit hoe je het roer moest houden om recht te blijven en hoe je 't houden moest als je een bocht wilde maken en ook wat je moest doen als het ging stormen of als er een plotselinge windvlaag kwam. De jongens letten natuurlijk allemaal goed op. Om de beurt mochten ze eens aan het roer zitten en voor het zeil zor gen. Ze wisten al heel wat van zeilen toen ze om vijf uur weer bij Olsthoorn terugkwamen. De boot werd weer met verende krachten netjes in da schuur gezet. Hans, die inmiddels zelf al helemaal droog was, pakte nu een doek om de boot droog te wrijven zodat hij er 10 minuten later weer even blinkend en mooi uit zag als tevoren. Bram legde er toen het zeil over. „Nou bootje, tot Zaterdag, dan komen yre weer bij je", zuchtte Hans. Hij had Uever wat eerder gewild, maar na schooltijd is er te weinig tijd over om helemaal hierheen te komen en dan nog te gaan zeilen. Nee, 't zou Zaterdag pas op z'n vroegst kunnen. Hans zuchtte nog eens, 't was ook zo'n fijne middag ge weest. Brammetje sloot de de deur, draaide de sleutel om en stak hem in zijn zak. De andere jongens vonden 't al lang best dat Bram de sleutel bewaarde. Olst hoorn zelf had ook nog een sleutel van de schuur. Bram keek nog eens om naar de schuur, voelde nog eens peinzend naar de sleutel en zei toen zachtjes in zich zelf: „Tot vanavond boot, ik kom dan terug en ga het eens alleen proberen". Hij had die middag goed opgelet toen de agent alles uitlegde. Veel en nauw keurig had hij alles gevraagd en nu was er bij hem de gedachte opgekomen om 't eens helemaal alleen te proberen, liefst vannacht. Onderweg was Brammetje stil. De agent merkte het wel. maar dacht dat hij moe was. 't was ook zo'n tenger manneke. De hele middag op 't water maakt een mens slaperig en moe. De anderen echter hadden echter praatjes voor twee. „Ik zou het best alleen kunnen, phoe. niks aan", schepte Peter op. „Jó, je weet nog niet eens hoe je het roer moet houden". „Ja, dat was in 't begin, maar nou weet ik het wel". „Zeg jij maar niets Hans, jij kon niet eens van de kant af springen", grinnikte Peter. Hans kreeg een kleur, hij was 't warempel alweer vergeten. „Nou, maar de boot was al een heel eind van de kant", verdedigde hij zich. „Och, niet waar Hans. een klein stukje maar, één stap maar". „Dat is niet waar, hij was wel een eind van de kant af". „Jongens, nou niet gaan ruzie maken", kwam de agent tussenbeiden. Een poos liepen ze stil verder. Bram met de agent voorop, de andere drie er achter aan. „Agent gaat „Laat dat „agent" er nu maar af. Zeg maar „oom Jan" of iets dergelijks". „Nou, oom Jan, gaat u Zaterdag nog een keer mee?" „Nee, Zaterdag heb ik geen tijd. Jullie moeten 't maar eens met z'n vieren pro beren. Het zal best gaan. En gebeurt er een ongelukje, dan kunnen jullie toch zeker zwemmen hè?" Ze knikten alle vier van ja. Maar Hans wist eigenlijk niet of hij de waarheid zei; een paar slagen dat ging wel, maar een heel eind, nee, daar had hij zich nooit aan gewaagd. De agent bedoelde natuurlijk als hij uit de boot viel, nou en dan kon je gauw de boot beet pakken. „Nou jongens, geen gevaarlijke dingen doen hoor. En dan komen jullie mij maar vertellen hoe 't is geweest. Ik ga nu rechtsaf gauw naar huis". „Bedankt, hoor agent.... ik bedoel „oom Jan" en Bram gaf hem netjes een hand. De andere jongens mompelden ook zo iets en kwamen toen gauw by Bram lopen. ..Een fijne vent hè", gaf Peter te kennen. „Geloven Jullie dat hy Zaterdag echt niet kan. Hy wilde ons alleen laten gaan. Maar we gaan hem wel alles ver tellen en dan vragen we hem tegelyk of hij nog eens met ons mee gaat. Dan gaat we eens een keer de hele Zondag". „Ja, maar dan zit z'n vrouw de hele dag alleen, dan moeten we haar ook vragen om mee te gaan". „Nee hoor, geen vrouwen in onze boot. Ze gaat maar ergens op visite by de buren". Daar waren ze 't allemaal mee eens. „Nou jongens tot morgens". Bram liep nu alleen. Het laatste stukje liep hy meestal alleen. Daar zag hij, een paard en wagen aankomen. Hij ging alvast op de weg lopen. Onder 't voorby rijden pakte hy de achterplank vast, zette zijn voet op een stang en daar reed hij mee. lekker hard. ,Van mijn wagen af. kwéjongen. an ders kom ik met de zweep", dreigde de koetsier, toen hij merkte dat er een jon gen aan zijn wagen hing. Brammetje lachte maar even, hij was toch zo thuis. laar de man wachtte niet lang. Toen hij zag dat de jongen geen aanstalte maakte om weg te gaan, sloeg hy met de zweep naar achteren. Bram was ech ter vlugger dan de zweep, hij was al weer weg. Gelukkig kwam er geen auto of andere kar achter hem aan, anders was hy misschien nog lelyk te pas ge komen. Tijd om achterom te kyken had hy niet gehad. Nog een paar stappen dan was hij al weer thuis. Vlug deed hy het hekje open. Oma was nog niet thuis. Hy ging dus naar de schuur om weer te gaan oefenen. Het touw was nu al tamelijk hoog gespannen. Wordt vervolgd. NOG IETS OVER ONS EIGEN CIRCUS. De vorige week is er in de beschrijving een lelijke fout geslopen. Er stond: „doe een vloeipapier om een kom", en dat moest natuurlijk zyn: „doe een vloei papier om een kam", en dan maar er tegen blazen met je lippen. Je zult zien. wat aardige muziek er uit komt. Hele wysjes kun je er op blazen, na 'n beetje oefenen. Nu nog een paar goochelkunstjes voor het circus, namelijk het laten verdwynen van centen in je mouw. Je gooit het geldstuk naar achteren in je mouw, houdt de arm op en gooit men weer voor uit. Het geldstukje vliegt dan weer in je hand en als je het een beetje handig aanlegt, lijkt het net of je het uit de lucht gegrepen hebt. Nog een ander kunstje. Je legt te voren een geldstukje onder een vaasje of kopje en je houdt een zelfde geldstuk je mouw glijden. Verbaasd laat je n lege hand zien. Met veel grimassen loop je nu plotseling naar het vaasje of kopje en tilt dat op. Jawel hoor, daar ligt het geldstuk. Nu nog een laatste toer. Neem een gladde kaart b.v. een speelkaart en leg die precies in het midden op de top van je middelvinger. Leg daarop een cent. weer precies in het midden. Nu kun je met duim en wijsvinger van je andere hand, met een korte tik de kaart van je vinger schieten, zó dat de cent op je vinger blyft liggen. Eerst goed oefenen dan lukt het wel. Correspondentie Th? Wilteman, Dorpsstraat 40. Oegst- geest. Eindelyk een antwoordje op je briefje. Het heeft wel lang geduurd hè? Je hebt vergeten om je voornaam er bij te schrijven, zodat ik niet weet of je een jongen of een meisje bent. Je verhaaltje komt hier achter. DE VLOEK. Fransje kwam de kamer in rennen en riep: „Moeder Jan heeft een vloek gezegd". „Wat voor een vloek?" vroeg moeder lachend. „Dat weet ik niet meer, mar het ging over domme". Een poosje later kwam Jan binnen en dadeiyk zei Fransje: „Jy hebt een vloek gezegd". „Nee hoor moeder, dat is niet waar. Ik zei: er komt een drommedaris in het circus". „Moeder, daar zegt hy weer die vloek", hield Fransje vol. Moeder lachte er weer om, maar Fransje vond dat moeder daar niet om mocht lachen. „Och Frans, dat is geen vloek". „Wel waar". Die Frans toch! Fia v. d. Star. TVytenbachweg 101, Oegstgeest. Je kleine broertje is zeker al weer beter Fia. want dit briefje is al verscheidene weken oud. Je Meiliedje bewaar ik wel tot het weer Meimaand is. Heb je het zelf gemaakt? Dag Fia. Corrie Caspers, Rijndijk 12. Hazers- woude. Die Corrie toch. Een groot vel papier en alleen maar de oplossing er op. Juist dacht ik: „ha, een lange brief van Corrie'Maar 't was mis poes. Greetje Steenbergen. Sleboldstraat 33. Leiden. Zeg Greetje, lees jy het briefje van hierboven ook maar eens goed. Schryf je me eens gauw over de va- cantie? Ludy v. d. Meer, KapteUnstr. Lelden. Wat een geweldige prestatie Ludy. om de eerste prijs te winnen met de EHBO- wedstrijden. Is dat reisje nog prettig ge weest en waar zijn jullie heen geweest? Dat hoor ik zeker nog wel. Ook de groetjes aan allemaal. Magreta en Marletje van Steyn, Wa tertje 8, Zoeterwoude. Eerst moet ik Margreta vragen of ze geslaagd is voor het kookexamen. Daar ben ik reuze be nieuwd naar. Je kunt nu zeker wel lek ker koken. Fyn voor je moeder, dan kun je haar af en toe eens helpen. Het ver haaltje van Marietje komt vandaag ook aan de beurt. LUIE JAN. De juffrouw van de kleuterschool was met de kinderen aan het plakken. „Kom kinders, we gaan iets maken, een mooi schilderytje van prachtig groen papier. En op dat schilderytje plakken we heel mooi. drie mooie gou den sterren. In het midden plakken we een leuk beestje, dat jullie zelf mogen uitzoeken". Een kleuter op de derde bank. deed net alsof hij niets hoorde, hy zat maar uit het venster te turen. „Kom Jan, vooruit, ga werken en zoek ook een beestje uit", zei Juf al enige malen. Daar luidde de bel en alle kleuters gingen blij naar huis om hun moeder het mooie schilderytje te laten zien. Nee. allemaal, want Jan kwam thuis zonder prentje. Moeder was bedroefd omdat Jantje weer zo lui geweest was. Thea van Leeuwen. Geerweg 5. Zoe terwoude en Corrie Mentink, Zoeter- woudseweg,, Leiden, hebben beiden de Mary Geerllngs, 's Gravendamseweg 26. Voorhout. Jy bent vandaag de laatste Mary. Jammer dat ik geen gezellige brief van je kreeg. Zo'n oplossing alleen vind ik maar kaal. Toch was alles dik in orde Mary. De brieven met de oplossingen van de laatste raadsels zijn nog niet in mijn bezit. De volgende week hoop ik de uit slag te kunnen plaatsen. En dan zyn de vacanties zo wat om, voor de meesten van jullie tenminste. Er zyn heel wat regendagen geweest, maar ik hoop dat jullie de spelletjes, die ik zo af en toe eens plaatste, thuis met je vriendjes of zusjes gespeeld hebben. Kennen jullie nog het spelletje: Graantje pik. We vragen aan moeder een zakje tum-tum of kleine boontjes. Nu gaat er één kind op de gang en we leggen dan 10 snoepjes in een kringetje op de tafel. We wijzen er één aan en dan mag het kind binnenkomen. Nu mag het de snoepjes één voor één oppakken. Maar als ze het aangewezen snoepje oppakt, dan roepen \\e heel hard: pik. Dat snoepje wordt dan weer neergelegd. We maken het kringetje weer vol tot er weer 10 liggen en een volgend kind gaat op de gang staan. Zo gaan we door. Nog veel plezier en tot de volgende week. TANTE JO EN OOM TOON. (49) Er een paar tecjen hun schenen schopp en ligt meer in mün karakter, j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 6