Op 'n Meerburg se zolderkamer is het bijna iedere avond kermis "KJ GEDULD SPEELT EEN GROTE ROL Nooit op'een paar uurtjes kijken BIJ ONS aan de Rijn ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1954 DE LEIDSE COURANT DERDE BLAD PAGINA 1 Kwestie van doorzetten V'NÜTSELEN IS EEN BEZIGHEID, waarvoor heel in het bijzonder de zegswijze geldt: „Je weet vel, hoe het begint, maar niet hoe het ein digt!" We stellen ons zo voor, dat tienduizenden huismoeders over het begin een mooie boekje kunnen open doen. In ieder jongensleven komt im mers de dag voor, dat het genie ont waakt. De betreffende knaap trekt zich dan meestal met een figuurzaag en andere gereedschappen terug in een kamertje, waar hij rustig aan zijn schepping meent te kunnen be ginnen. De volgende fase is overbe kend. Na vijf minuten, na een paar uur of soms zelfs na enkele dagen vernemen de huisgenoten uit het ver trek, waar de kunstenaar bezig is, een stevige serie verwensingen, ge volgd door enig gegooi. Op dat mo ment is er een einde gekomen aan een mooie droom! De moeder, die het eerst op de plek van het onheil is, treft daar een snik kende zoon aan en in een hoekje een hoop verwrongen materiaal. Het ging niet! Hij had het zo mooi in zijn ge dachten, maar zijn handen schoten tekort, om de fantasie te verwerke lijken. Of misschien schoot alleen het geduld tekort? Daar ligt eigenlijk het zwaartepunt. De jongens willen op schieten. Het vlot niet gauw genoeg en ze raken geprikkeld. Met hoog ro de hoofden zitten, ze gebogen over draadjes en stukjes hout. Er behoeft maar één dingetje te breken en de reeds beschreven reactie is een feit. Het lijkt ons voor een jongen een gezonde reactie. Hij moet zijn teleur stelling echter kunnen overwinnen en na een poosje weer met nieuwe moed kunnen beginnen. Maar daar schort het meestal aan. De eerste te genslag is vaak het einde van het pogen. Geen smoesjes. Theo de Boer, die tegenover de kerk van Meerburg woont, zoekt er geen smoesjes voor. Hij is ook begon nen met de heleboel in de hoek te trappen, maar hij liet de moed niet zakken. Keulen en Aken.... enfin, dat weet U. Hij begon opnieuw, gooide nog wel eens, maar had zich al spoedig de stelregel eigen gemaakt: „Als je ze nuwachtig wordt, ga dan een straatje rond of rook een sigaretje, maar tracht in geen geval de zaak te force ren. Het begon metJa, waar begon het ook weer mee? Daar moet Theo even over peinzen, maar al spoedig herinnert hij zich, dat hij als kleine jongen een grote belangstelling had voor oude wekkers. Later vlak na de oorlog prutste hij wat met oude granaathulzen. Met een vriendje maakte hij er stoomturbines van. Het eerste grote werk is uit zijn handen gekomen, toen hij 15 jaar was. Een mooi zeiljacht. Het is leuk, om deze eersteling te bekijken. Men herkent er het werk in van een knut selaar met aanleg, die nog veel moet leren. Het fijne werk ontbreekt er aan. De draaimolen was weer een stap vooruit. Op de parochiële huisvlijt- tentoonstelling behaalde hij er een tweede prijs mee. Toen kreeg hij de smaak te pakken. Diep in zijn hart ontwaakte het plan, om ook eens aan De zaligheden van Zoeterwoude Ik loop langs de Meerburgerwetering, waar vele eeuwen geleden het kasteel Meerburg stond. Het slot droeg als wapen drie zwanen, die op het water zwemmen. Dit wapen staat nu nog op de pastorie. Als ik langs dit water kijk, zie ik de molen van Van Tol. Recht tegenover deze molen stond vroeger het kasteel Meerburg. Ik kijk nu in N. W. richting en zie het bos van Van Bylandt, waar vele eeuwen geleden de graaf Van Bylandt heeft gewoond. Als ik weer verder loop zie ik de pottenbakkerij van Zaalberg, waar H. M. Koningin Juliana een bezoek heeft gebracht. Er zijn nog meer potten bakkerijen, onder andere Vermeulen, Oosthoek. Ik loop verder en kom nu bij de Rjoomburgerbrug. Ook hier heeft vroeger een kasteel gestaan, ge naamd Roomburg. Hier heeft men omstreeks 1500 de fundamenten van dit kasteel gevonden en meerdere voorwerpen. RINUS BAKKEfR. 'n Loflied op Meerburg Ik woon graag in Zoeterwoude. De Hoge Rijndijk ligt onder de rook van Leiden, met veel gemak daarvan. Langs de Oude Rijn liggen veel steen- en pottenbakkerijen, waarvan er velen een zeer goede naam hebben. Bij het werkbezoek dat H. M. de Koningin aan de Rijnstreek bracht, heeft ze een dezer pottenbakkerijen met een bezoek vereerd. Al behoort Zoeterwoude tot het platteland, langs de Hoge Rijndijk wonen toch maar weinig boeren. De Besjeslaan is bekend genoeg door de mooie tuindersbedrijven, die men daar heeft, met vele grote en kleine broeikassen en warenhuizen. Op die bedrij ven teelt men veel groenten maar ook fruit: tomaten, druiven en perziken. Verder vindt men langs de Hoge Rijndijk ook nog een fabriek voor orgel bouw, een graan ma lef ij en een machinefabriek. Maar betrekkelijk weinig mensen van Zoeterwoude (H. R.) verdienen dus de kost in land- en tuin bouw. Velen werken in de pottenbakkerijen en in de andere fabrieken, en natuurlijk ook in Leiden. Wij wonen langs de Oude Rijn waarin veel scheep vaart is. Vooral 's zomers is het dan zeer druk door de zeilboten en motor jachten, die voorbij varen. Ja Zoeterwoude (H. R.) vind ik een fijne plaats om te wonen en ik zou niet graag willen verhuizen naar een andere gemeente. AAD DE VRIND. iets moois te beginnen. Al was er nog zoveel werk aan, dat hinderde niet. Op de tentoonstelling „Gouden Handen" te Ede werd Theo getroffen door een miniatuur-kermisterrein. Op weg naar huis moest hij er de hele Links: De zweefmolen, die menig zweetdruppeltje heeft gekost. Men behoeft nog niet eens nauwkeurig te kijken, om vast te stellen, dat er heel wat fijn werk „aan zit". Rechts. De radiografisch bestuurbare boot, die reeds eenmaal een proef vaart maakte op de Rijn. Via een versterker kan men het vo lume naar omstandigheden regelen. Zijn lievelingswerk. De zweefmolen is niet het laatste werk van Theo, maar wel zijn lieve lingswerk. Hij heeft er met hart en ziel aan gezwoegd. Hij had een jaar nodig, om alle onderdelen te maken en daarna nog een jaar voor het verf- werk. Kijk, zegt Theo, het was helemaal een idee van mezelf. Ik heb die molen toen opgemeten en daarna heb ik alleen van een foto afgewerkt. Je kan natuurlijk een heleboel dingen maken van tekeningen af. Je koopt zo'n te kening en je begint. Dat heb ik ook al eens gedaan. Maar in dit werk heb ik ook mijn eigen fantasie kunnen leggen. De landschapjes vond ik erg moeilijk. Ik ben huisschilder van mijn vak, maar aan dergelijk werk had ik me nog nooit gewaagd. Toen de mo len van Boesveld eens op de kermis was, ben ik er bij gaan zitten en heb zo ongeveer de landschapjes ge schetst, die erop stonden. Daarna ben ik gesteund door ansichtkaarten en blaadjes van de scheurkalender aan het werk gegaan. Het resultaat kunt U op de molen zien. De eerste landschapjes, die ik maakte, zijn er gemakkelijk uit te halen. Ik heb vijf uur nodig, om de molen in elkaar te zetten en anderhalf uur om hem te demonteren en op te ber- massa's kinderen om me heen staan. Dan is er een echte kermissfeer. Ja, het is een levendig ding. Om alles nog echter te maken heeft Theo er nog een Ford V 8 met aanhanger bijgemaakt. Daarin kan de molen in zijn geheel worden opge borgen. Dat is een werk op zich, want ieder onderdeel heeft een eigen plaatsje. Het past allemaal precies. De „Zwarte Zee". Van Juli '52 tot April '54 heeft Theo de Boer een ander karwei onder handen gehad. In die periode heeft hij de beroemde „Zwarte Zee", de zeesleper van Smit uit Rotterdam, welke bekendheid verwierf bij de strijd om het behoud van de Flying Enterprise, nagemaakt. Het is een prachtig exemplaar geworden, dat zich evenals de zweefmolen van al zijn andere werk onderscheidt door de nauwkeurigheid, waarmede vooral het fijne werk is uitgevoerd. Theo doet alles liefst zelf en zel den zal hij de hulp van anderen in roepen. Natuurlijk moet hij wel eens zijn licht bij een deskundige gaan opsteken. Want met de „Zwarte Zee" alleen nam hij geen genoegen. De boot moest varen en wel op een bij zondere manier. Ergens in de boeg zit nu een zelf gebouwd ontvangapparaatje verbor gen. Voorts heeft Theo een zender- DE PRI|SWINNAARS De R.K. Jongensschool ln Meerburg heeft ons een stapel tje tekeningen, opstelletjes en gedichtjes toegezonden. Voor zoveel ijver in de vacantie moes ten wij wel zwichten en daarom hebben wij er het een en ander van gepubliceerd. De prijswinnaars zijn: Jaap Vogelaar, Rinus Dekker, Aad de Vrind en Adri Pieterse. gen. En ik vind het zo leuk, als ik tje gemaakt De onderdelen recru- een tentoonstelling kom en er teert hij uit afgedankte radiotoestel- JCeth aan Meeifrutp doat de fataCena len en allerlei oude rommel. Maar ook dit werk is geslaagd. De „Zwart® Zee" is radiografisch bestuurbaar. Bij de eerste proefneming sloeg het schip lek, daarom wordt er momen teel aan de versteviging gewerkt. Men kan een gevoel van bewonde ring niet onderdrukken bij het bekij ken van het vernuftige binnenwerje. Een diesermotortje van 3.46 cc. dat loopt op een mengsel van aether, wonderolie en petroleum. In kleine buisjes zit de brandstof opgeborgen en door de schoorsteen komt de rook naar buiten. Het ontvangertje hangt in elastiek om de schokken te bre ken. En voor de toekomst heeft Theo nog heel wat plannen, maar hij laat er zich niet over uit. Eerst moet hy een paar diploma's halen en dan mag hij niet denken aan zijn hobby. Want als een idee hem te pakken krijgt, dan raakt hij het niet meer kwijt. „Je weet wel, waar het begint, maar niet, waar het eindigt", schre ven wij aan het begin van dit arti kel. Zelfs waar het bij Theo eindigt, weten we nog niet. Want dat staat als een paal boven water: Als je de gooi- en smyttijd te boven bent en je de slag te pakken hebt, dan ga je steeds verder. Altijd nieuwe dingen proberen tot.Over een paar jaar zullen we nog eens bij Theo de Boer gaan kijken. Bij ons aan de Rijn, Daar woon je zo fijn. Je bent er zo heerlijk buiten. En je hoort er de vogels zo fluiten. Bij ons aan de Rijn, Daar zit je 's zomers zo fijn. Naar de varende schepen te kijken. En denkt: „Dat zou mij ook lijken!" Bij ons aan de Rijn, Is het langs de weg óók fijn. Want alles zie je voorbij rijden, 't Is ook de weg van Utrecht naar Leiden!! ADRI PIETERSE tijd aan denken en plotseling zag hij in zijn fantasie de mooie zweefmolen van Thomas Boesveld, die elk jaar op de Meerbiirgse kermis kwam. Het eerste houvast was er. Daad bij het woord. Het is niet bij gedachten en woor den gebleven. Toen Boesveld op de Meerburgse kermis kwam, kreeg hij bezoek van een 18-jarige knaap, die vroeg, of hij op een stil uur de zweef molen mocht opmeten. Natuurlijk was er geen bezwaar tegen en het de- sultaat van die metingen ziet U op een van de nevenstaande foto's. De miniatuur-zweefmolen is op 1/10 van de ware grootte. Theo de Boer heeft er twee jaar aan gewerkt. Dat zijn 104 weken var» zo ongeveer 25 arbeidsuren. De zweef bestaat uit 360 losse stuk ken; het podium, waarop hij staat in begrepen. Om een indruk te geven volgen hier nog wat cijfers. De hoog te is 90 cm. en de diameter van het podium bedraagt 1.54 meter. Er zijn 27 stoeltjes, 90 beschilderde paneel tjes, waarvan 27 landschapjes, en 270 kleine spiegeltjes, die het licht weer kaatsen van de lampjes onder de kap. Het totale gewicht is 19 kg. Wij hebben ook een blik mogen werpen iri het inwendige van de sier lijke zweefmolen. Voor niet technisch aangelegde mensen is dat een over rompelende ervaring. Assen, stukken gasbuis, een drijf band yan ventiel slang en onderdelen van gesloopte wekkers. Want de molen kan draaien en muziek is er ook bij. Men krijgt het idee, het miniatuur-orgeltje zelf de klanken produceert, maar dat is toch niet waar. Theo heeft er een klein luidsprekertje ingebouwd, dat in verbinding staat met een pick üp, waarop orgelplaten worden gedraaid. .en daat het aap aan de jeapd pezim m5 - '.Ukr-i ;k I. '7 i jfcP» s7 L -IR ,a JAAP VOGELAAR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 9