Üefmaqeteti HERHAUN OEFEN Het accoord Koninkrijk met de West Regeling credietfaciliteiten voor de middenstanders Bij aankoop en inrichting van bedrijfspanden V(£f dxatió, één ziCucc Gij, Zaa&etg- VRIJDAG 16 JULI 1954 DE LEIDSE COURANT VIERDE BLAD PAGINA 1 TWEEDE KAMER „Verwerping zou niet veel minder dan een ramp zijn Aan de orde is het wetsontwerp aanvaarding van een statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. De heer DE KADT (Pv.d.A.) be toogt, in verband met de bezwaren, dat het statuut ongrondwettig zou zijn, omdat het strijdig is met hoofd stuk 13 van de Grondwet, dat het hier geen voorstel tot wijziging van de Grondwet betreft, maar een tot aanvaarding van een statuut. Dat zal eerst aangenomen moeten worden, alvorens men de Grondwet zal heb ben te wijzigen. Bovendien heeft nie mand tot de delegaties van de West gezegd, dat dit voorstel in strijd was met hoofdstuk 13 van de Grondwet. Dat is volgens sprekers fractie ook niet het geval. Een afwijking van het statuut zou in de West worden gezien als een daad van kwade trouw. De heer OUD (V.V.D.) zegt, de re gering wel te willen gelukwensen, maar dat betekent niet, dat hij vol bewondering is. Het, statuut is niet feilloos; er zitten een paar wonder lijke dingen in. Artikel 55 wil nu de tweederde meerderheid prijsgeven. Persoonlijk heeft hij daartegen geen bezwaar: wel kan hij begrijpen, dat dit zwaar weegt voor degenen, die de tweederde meerderheid niet wensen prijs te geven. Hij is ten volle bereid, het statuut te aanvaarden, maar hij kan het alleen aanvaarden langs de weg, dei de regering wil bewandelen. Deze weg is volgens de heer Oud in volstrekte strijd met hoofdstuk 14 van de Grondwet. In artikel 5 van het statuut zit de angel. Daarin staat: het Koningschap met de troonopvolging worden, voor zover het statuut daarin niet voor ziet, geregeld in de grondwet. Als we het statuut dus aanvaarden, dan worden koningschap en troonopvol ging ondergeschikt aan het statuut. Hij zal de regering willen volgen als die nu, gezien het belang van de kwestie van de troonopvolging, di rect een grondwetsherziening tof stand zou willen brengen. Het is be grijpelijk dat daartegen bij de rege ring en de Kamer bezwaren bestaan. Daarom stelt hij een tijdelijke rege ling voor. Men zou opnieuw in over leg met de West moeten treden over een wijziging van het statuut. Daar bij zou men er op moeten wijzen, dat de bezwaren liggen in artikel 55, waarvan een deel moet worden ver wijderd, maar dat we spoedig een grondwetsherziening tot stand zullen brengen en daarna het statuut weer in de oorspronkelijke vorm zullen herstellen. Spr. wil daarom als Oplossing enige suggesties voor een motie doen, waarin men bij voorbeeld eerst zou uitspreken, dat Nederland het statuut behoort te aanvaarden, maar dat het aanvaarden echter niet mogelijk is dan na voorafgaande herziening van de grondwet en waarin het vertrou wen wordt uitgesproken, dat de wet gever bereid zal blijken, om de nood zakelijke wijzigingen aan te bren gen. Zijn doel is, om het statuut voor een zo groot mogelijke meerderheid in de Kamer aanvaardbaar te maken. De heer LEMAIRE (K.N.P.) zegt. dat zijn fractiegenoot en hij erg blij zijn, dat overeenstemming is bereikt, daarbij zoveel moeilijkheden moesten worden overwonnen. Zijn standpunt wordt bepaald door het te bezien in het licht van de grondwet. De constitutie van het koninkrijk be vat meer dan de verhouding van de drie landen. Nieuw-Guinea kan daar bij niet onbesproken blijven. Hij noemt het document een vernuftig stuk. De lichte opzet van het Konink rijk heeft het voordeel, dat de lijn van de jongste historie wordt voort gezet. In het bijzonder heeft hij be zwaar tegen artikel 55 derde lid van het statuut, waarbij de vraag is, of aanvaarding van het wetsontwerp en dus ook van het statuut niet in strijd is met artikel 218 en 217 van de grondwet. De heer ROMME (K.V.P.) zegt, dat we in een wrange situatie verkeren. Nu tegelijk gesproken wordt over het doorsnijden van de laatste band met Indonesië. Hij betreurt dit van elkaar verwijderen van landen, omdat het belang van de wereld een toenade ring tussen de volken eist. Hij wenst de regering en speciaal de minister van Overzeese Rijksdelen geluk met de bereikte, en in uitzicht zijnde re sultaten, al verwacht hij dat de op gebouwde constructie in de praktijk van het leven nog moeilijkheden zal opleveren. Er zijn materiële en grondwettige bezwaren aangevoerd tegen artikel 5 en artikel 55 van het statuut. Ook de fractieleider van de K.V.P. acht de materiële bezwaren zeer gewichtig. Liever had hij dit ar tikel 55 ook anders gezien. Het gaat er echter nu om of het gewichtige tweede binnen te halen. Hij zal zich niet begeven in de ondankbare taak, om te pogen in de vaststaande over tuiging van de heer Oud wijziging te brengen. Moeten we, in het licht van dit aanvaardbare statuut, de grond wet nog verder gaan openbreken dan in 1948 al is geschied? De artikelen 217 en 218 van de grondwet bevatten bepaalde restricties ten aanzien van afwijkingen van de grondwet. Deze restricties gelden echter alleen, krachtens de grondwet, voor de pe riode van overgang naar de nieuwe rechtsorde en de totstandkoming daarvan. Zij gelden niet voor de perio de van werking van de nieuwe rechtsorde, als dus het statuut een maal zal zijn aanvaard. Het statuut en de wet bevatten geen afwijkingen van de grondwet gedurende de perioden van overgang naar en tot totstand- ming van de nieuwe rechtsorde. Over de suggesties voor een motie van de heer Oud, waarbij over her opening van de onderhandelingen met de West wordt gesproken zegt de heer Romme, dat dit moeilijk an ders te kwalificeren is dan het op richten van een hele muur op de weg naar samenwerking. Alleen de sugges ties zijn al schadelijk, omdat zij in de West een dergelijke beroering zul len wekken, dat de samenwerking in het allerernstigste gevaar wordt ge bracht. Hij heeft geen behoefte om verder op deze suggesties in te gaan. De heer TILANUS (C.H.U.) zegt, dat dit wetsontwerp er uiterlijk zeer eenvoudig uitziet. De aanvulling, die de heer De Kadt voorstelde om aan te geven, dat na aanvaarding zo spoe dig mogelijk grondwetsherziening zal geschieden, is overbodig, omdat het toch wel gebeurt. Hij meent, dat ar tikel 55 niet in strijd is met de grond wet en geen gemakkelijke procedure bezwaar van prijsgeven van eenbevat maar juist zelf al een remming tweederde meerderheid voor dit sta- inhoudt. Een eventuele verwerping tuut te slikken, of het statuut niet te van dit wetsontwerp zou in de West aanvaarden. Spr. meent dan, dat men een schok geven, waarvan de gevol- het eerste zal moeten nemen om het i gen voor het Koninkrijk niet te over zien zouden zijn- De Christelijk-His- torische woordvoerder is bereid het wetsontwerp te aanvaarden. De heer SCHOUTEN (A.R.) zegt, dat hij al op de openbare slotvergade ring van de R.T.C. heeft laten blijken, overwegende bezwaren te hebben te gen artikel 55, derde lid. Daarin wordt het mogelijk gemaakt, tot wij ziging van het statuut te geraken on der afwijking van de grondwet, met j een gewone meerderheid van stem- i men, inplaats van met tweederde meerderheid. Op zichzelf acht hy het onjuist, om een verandering van de grondwet mogelijk te maken op an dere wijze, dan in de grondwet wordt aangegeven, aanvaarding van deze mogelijkheid is geen bagatel, maar uitermate belangrijk, want zij kan op een breed vlak worden gebruikt. Hij wacht het antwoord van de regering af alvorens definitief te beslissen. De anti-revolutionnaire fractieleider zegt dat als de heer Romme gelijk had met zijn betoog, dan zou het derde lid van artikel 55 van het statuut niet nodig geweest zijn, want clan zou de baan vrij zijn voor wijzigingen in de toekomst. Als de heer Oud de bedoe ling heeft gehad, om moties te creëren, die voor spreker niet aan vaardbaar zijn, dan is hij daarin bui tengewoon geslaagd. Het zou de heer Schouten leed doen, als na deze ge- dachtenwisseling zijn overwegende bezwaren zouden blijven bestaan. De heer ZANDT (S.G.P.) zegt ern stig bezwaar te hebben tegen artikel 55 derde lid, van het statuut. De con cept-moties van de heer Oud ontmoe ten by hem ook bezwaren. De heer BURGER (P.v.d.A.) zegt, dat bij deze kwestie de betrouwbaar heid van Nederland als regerings partner is gemoeid. De indruk niet al leen over zee, maar ook elders in het buitenland zou niet minder dan een ramp betekenen, als hier dit wets ontwerp niet aanvaard zou worden. Om aan een verschil van juridisch inzicht het statuut op te offeren, zou wel eens in strijd kunnen zijn met de eed op de grondwet. Het bezwaar, dat artikel 55 strijdig zou zijn met de grondwet, is om meer redenen niet houdbaar. De minister van Overzeese Rijks delen, de heer KERNKAMP zal he den op de gemaakte opmerkingen in gaan. Antwoord bij Middenstandsnota Toekomst voor de middenstand „niet somber" De regering ziet de toekomstige positie van de middenstand niet som ber in, mits de productiviteit in de middenstand in dezelfde mate toe neemt als in de industrie. Minister Zijlstra spreekt deze verwachting uit in de memorie van Antwoord op de middenstandsnota en hij baseert dit op het effect van de vestigingswetge ving enerzijds en de bevolkingstoe neming en de stijging van het natio nale inkomen anderzijds. GEEN BELASTINGVERLICHTING. De minister begrijpt niet waarop het oordeel rust, dat de regering een fiscaal beleid zou voeren, waardoor de middenstander ten onder zal gaan. De belastingdruk is inderdaad zwaar, maar dit is niet het overheersende middenstandsprobleem. Een afzonderlijke fiscale behande ling van de middenstand is niet mo gelijk en ongewenst. Eén van de kernproblemen van de middenstand is de omvangrijke groep, die niet of ternauwernood aan een redelijk in komen toekomt. Deze groep wordt echter niet ernstig door de druk van de tarieven van de inkomstenbelas ting bezwaard. Bij het belastingplan 1953 is niet (Advertentie). A LS er in één fabriek twaalf fees- telingen tegelijk zijn. en boven dien nog zes daarvan een medaille op de borst gespeld krijgen, dan is dat wel een klinkende viering waard. Wethouder Van Schaik noemde dit gisteravond in de Burchtzaal een ge beurtenis, die ook het gemeentebe stuur aangaat. Daarom vergaarde hij in vriendelijke, weloverwogen woor den alle wensen, die op een feeste lijke gebeurtenis als deze van toe passing zijn en zorgde bovendien nog voor een hoogtepunt in zijn officiële toespraak door het bericht van de on derscheiding, die zes getrouwen van de wollen dekenfabriek te beurt is gevallen: vijf bronzen en één zilveren medaille, verbonden aan de orde van Oranje Nassau. „Iedereen in het bedrijf, van 'hoog tót laag, is belangrijk", zei de wet houder en dit werd door de direc teur van de fabriek nog eens bena drukt, toen hij de feestelingen stuk voor stuk in een persoonlijk gericht woord feliciteerde. Van de zojuist on derscheiden Boom (zilveren medail le) vertelde hij bijv. dat deze als portier in de oorlog de rol van over- vallene heeft gespeeld, toen de onder grondse een zending dekens uit han den van de Duitse bezetter wilde houden. De heer H. Bokern, de personeels chef, fungerde als toik van de on derscheiden personeelsleden in een dankwoord. Waarna de heer J. Ba- velaar namens de ondernemingsraad zes draagmedailles van de orde door het personeel aangeboden overhandigde. Tegen de historische achtergrond van de Burcht werd een plaatje ge maakt, waarop allen, die een onder scheiding kregen een, plaats hebben gekregen. Van rechts naar links ziet men: J. Boom (zilveren medaille) 47 dienstjaren, assl9tent-bedrijfsleider; Jac. Begooy (bronzen medaille) (Foto: „De Leidse Courant"), directeur Zaalberg; wethouder J. C. van Schaik, H. J. J. Schrandt, pro curatiehuoder; N. den Os (bronzen medaille) 48 dienstjaren, molenboe- ner; W. II. Philippo (bronzen me- P. de Bolster (bronzen medaille) 45 dienstjaren, werkzaam aan de droog- machine; A. den Os Sr. (bronzen me daille) 40 dienstjaren, schrobbelaar. Voor nog zes andere werknemers van de fa. Zaalberg was deze dag, omdat een afgerond aantal jaren in het bedrijf was volgemaakt, een ge denkwaardige.' Na een korte pauze kregen ook deze zes ieder op zyn beurt het volle pond van uitingen van geestelijke en stoffelijke waardering. Het waren de heren: B. Werk, 35 dienstjaren, schrobbelaar en portier. W. Werk, 35 dienstjaren, schrobbe laar en spoeler. A. Boom, 35 dienstja ren, getouwsteller. A. v. Meteren, 35 dienstjaren, expeditieknecht. C. Vijl- brief Sr., 30 dienstjaren, droger. Th. dienstj., schrobbelaar; W. Schrandt, Duivesteyn, 25 dienstjaren, wever. gestreefd naar bijzondere verlichtin gen voor de middenstand, maar. naar algemene verlichtingen voor het be drijfsleven in zijn geheel. De fiscale verlangens van de middenstand ra ken veelal vraagstukken, die niet spe ciaal het middenstandsbedrijf betref fen. Dit neemt overigens niet weg dat een aantal belangrijke voorzie ningen wel degelijk aan bijzondere verlangens van de middenstand op fiscaal gebied tegemoet komt, zo meent de minister. De actuele punten in deze memorie van Antwoord, sinds het uitbrengen van de Middenstandsnota, kunnen als volgt worden samengevat. TELLING MIDDENTAND. 1. Er zal een eenmalige telling van de gehele middenstand worden uitgevoerd. De ambachtstelling, waarvan de eerste resultaten binnen kort kunnen worden tegemoet gezien, zal hiertoe worden uitgebreid. Ten einde tevens tot een doelma tige middenstandsstatistiek met een permanent karakter te geraken, wordt een coördinatie van gegevens voorbereid, die de grondslag kunnen vormen voor een door het C.B.. sa men te stellen statistiek. Overwogen wordt een commis- van deskundigen In te stellen, waarin ook vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven zitting hebben, die de problemen betreffende het rand- bedrijf zullen bestuderen. De mid denstander in het randbedrijf, die tracht zijn onderneming levensvat baar te maken moet kunnen rekenen op de helpende hand van de over heid. Overigens onderstreept de minister de eis tot zelfwerkzaamheid van de middenstanders en de samenwerking op commercieel terrein. De invoering van het behoefte-element wordt af gewezen. 3. De commissie, die advies zal uitbrengen over de vestigingsrege lingen, is onlangs door de S.E.R. sa mengesteld. Wat het drogistenbedrijf betreft zal de vestiging in meer dan één opzicht aan banden worden ge legd. De commissie bedrijfsregelin gen zal hierover binnenkort haar be vindingen kenbaar maken. SANERING MELKHANDEL. Eveneens zal een definitief oordeel over de wet en niet aanvaardbare sa neringen in de melkhandel worden voorbehouden tot deze commissie ad vies heeft uitgebracht. Het is intus sen niet uitgesloten, dat het gesloten karakter van de melkdetailhande! een te hoog prijspeil in de hand werkt. De minister is voorts van me ning dat in de vervoersector wel overgegaan moest worden tot een toepassing van het behoefte-element De factoren, die bij de coördinatie van hot vervoer een rol spelen, ver schillen zodanig met die van andere bedrijven, dat het niet juist zou zijn vergelijkingen te maken. Overigens is hantering van het be hoefte-element alleen geoorloofd, in dien in een bepaalde branche of streek een noodtoestand is ingetreden. 4. De commissie, die het vraag stuk van de plaats van het midden- standsonderwijs in het onderwijsstel. sel en het toezicht op opleiding en examens moet bestuderen, is reeds met haar werk begonnen. De commis sie zal ook aandacht moeten schen ken aan de toelatingseisen tot de vakexamens. De examens in 1954 werden grotendeels zonder eisen van praktijkjaren e.d. afgenomen. De er varing zal nu spoedig uitwijzen, of de door bepaalde exameninstellingen voorspelde gevolgen juist waren en men min of meer in het algemeen zonder praktijkervaring aan de exa mens zal gaan deelnemen. 5. Behoudens de reeds in de nota aangekondigde uitbreiding van de be staande credietvormen zijn twee nieuwe financieringsregelingen een voor de bouw ofg de eerste aan koop van nieuwe bedrijfspanden en een voor de bouw of de eerste aan richting, inclusief een gedeelte van de voorraad van nieuwe ondernemin gen ontworpen, die binnenkort van kracht zullen worden. De voorlichting van de midden stand zal door uitbreiding van de bestaande voorlichtingsinstituten en door aanstelling van middenstands consulenten op grotere schaal plaats vinden dan tot nu toe het geval was. De opzet van de middenstandsvoor lichtingsdienst wordt voorbereid. P.B.O. VORDERT. 7. In de middenstandssector wordt wat de P.B.O. betreft goede vordering gemaakt. Het bedrijfschap voor het slagersbedrijf is reeds ingesteld. De afkondiging van bedryfsschap- pen voor het schildersbedrijf, het stucadoors-, het terrazzo- en het steengaasstellersbedrijf, het steen- houwersbedrijf, het schoenmakersbe drijf en voor het Horecabedrijf en aanverwante bedrijven kan binnen kort tegemoet worden gezien. Een advies van de S.E.R. in zake een voorstel tot instelling van een hoofd bedrijfsgroep voor de detailhandel kan spoedig tegemoet worden gezien. Een voorstel tot instelling van een hoofdbedrijfsschap voor het ambacht en aanvragen tot instelling van be drijfschappen voor diverse detailhan dels- en ambachtsondernemingen zijn bij de S.E.R. in studie. Hogere pensioenen voor Kamerleden De pensioenen van leden van de Tweede Kamer zullen met ingang van de dag, volgende op de afkondi ging van een door minister prof. dr. L. J. M. Beel bij onze volksvertegen woordiging ingediend wetsontwerp, verhoogd worden van f 218 voor elk jaar Kamerlidmaatschap, met een maximum van 3938 tot resp. 240 en 4800. Dit laatste maximum-bedrag zal echter niet langer in 18 jaar, maar na 20 jaar Kamerlidmaatschap be reikt worden. De kosten van een en ander raamt de bewindsman op 35.000. Met een verhoging der pensioenen voor weduwen en wezen van tijdens hun lidmaatschap der Tweede Ka mer overledenen wil de regering wachten, totdat een 'algemene herzie ning der z.g.n. politieke pensioenen aan de orde komt. Binnen afzienbare tijd zal de staatscommissie voor de pensioenwetgeving hieromtrent voor stellen indienen. Géén lessen van drie kwartier? KAMERLID VAN SLEEN OVER GYMNASIA Het Tweede Kamerlid de heer Van Sleen heeft minister Cals schriftelijk gevraagd of het hem bekend is dat de inspecteur van het gymnasiaal en middelbaar onderwijs in de 5e in spectie aan enkele rectoren een rond schrijven gericht heeft, waarin wordt meegedeeld dat voor de toepassing van de volledige betrekking, geen vergunning zal worden verleend voor lesuren van 45 minuten. De heer Van Sleen vraagt of de minister niet van oordeel is, dat op vele middelbare scholen het systeem van lesuren van 45 minuten reeds vele jaren met suc ces toepassing'vindt en of de minister de inhoud van bedoeld schrijven in overeenstemming acht met de letter en de geest van het besluit van 20 Mei 1953, inzake de mogelijkheid van lesuren van 45 minuten. Is de minis ter, zo vraagt de heer Van Sleen ten slotte bereid te bevorderen dat het schrijven, wordt ingetrokken, waar mede tevens wordt voorkomen dat een van de weinige mogelijkheden, die de wet biedt om het starre klas sikale systeem te doorbreken wordt teniet gedaan? Voorts heeft de heer Yan Sleen schriftelijk gevraagd of het minister Cals bekend is dat door inspeceurs bij het onderwijs met span ning wordt uitgezien naar het resul taat van het overleg over de herzie ning van de salarissen, die eventueel een terugwerkende kracht zouden hebben tot 1 Januari 1953. Gevraagd wordt of het overleg reeds resultaat heeft gehad, zodat een nieuwe saiaris- regeling spoedig tegemoet gezien kan worden. Export-moeilijkheden naar België De Nederlandse regering zal stap pen ondernemen om de elk jaar te rugkerende moeilijkheden bij de export van fruit, groenten, zuivel en snijbloemen naar België tot een bevredigende oplossing te brengen. Tijdens de agrarische minister conferentie van de Benelux landen, die binnenkort zal worden gehou den zullen deze moeilijkheden ter sprake worden gebracht. Hoewel de minimumprijs voor to maten buitengewoon hoog was ge steld, nl. f 2.66 per kg zette de Bel gische regering per 14 Juni j.l. de invoer van tomaten uit ons land stop. De sla uitvoer naar onze Zui derburen moest zoals bekend per 1 Juli worden stopgezet. Eenzelfde lot onderging de uit voer van zuivelproducten, zoals on gesuikerde melk, en snijbloemen. De preferentie, welke ons land op de botermarkt In België genoot, is verdwenen. België importeert thans veel boter uit Denemarken. Ander zijds kan België importeren in ons land zonder dat van Nederlandse zijde soortgelijke maatregelen wor den genomen. In zuivel- en tuinbouwkringen hecht men daarom vooralsnog wei nig waarde aan eventuele Benelux- overeenkomsten. Als de situatie blijft, zoals ze de laatste jaren is geweest, zou men beter af zijn met handelsverdragen, zo meent men. ELECTRISCHE STOEL VOOR KERKGANGERS. De diensten van de Gereformeer de Kerk van Haarlem-Zuid worden gehouden in de aula van het christe lijk lyceum. De kerkgangers, die deze diensten bijwonen, moeten drie trap- gen bestijgen om in de aula te ko men. Dit is voor verscheidene ouden van dagen een bezwaar. De kerke- raad heeft derhalve een soort electrl- sche stoel in Denemarken aange kocht, die op wielen is geplaatst en op eigen kracht de trappen op en af „rijdt". Hierdoor kunnen vijftig kerk gangers per dienst van de hoofdin gang van het lyceum naar de aula worden gebracht. DE BRUG We hadden de oorlog eerder kun nen winnen, als de brug er maar niet geweest was! De hele nacht was iedereen in dc weer geweest, om precies te vertel len, wat er allemaal met die brug moest gebeuren. Een gehavende or der verdiepte zich in allerlei nioge- lijkheden. alleen met een zenuw achtige commandant was geen re kening gehouden en uitgerekend deze mogelijkheid deed zich voor. Toen per telefoon gemeld werd, dat de brug de lucht in was, dachten we eerst, dat de brug werkelijk was opgeblazen, zo ging de ongelukkige commandant te keer. Gelukkig was de brug slechts op papier gespron gen, maar dit bleek al ernstig ge noeg. De oorlog werd even gestaakt om uit te zoeken, wie opdracht tot het laten springen had gegeven. De zenuwaohtige commandant liet een bevel van de averste zien, maar toen kwam deze in moeilijkheden, want volgens het bevel, had hij precies 21 minuten eerder het bevel doorgege ven, dat hij het zelf van de divisie ontvangen had. De kleine wijzer. Reeds na een paar uurtjes zoeken bleek, dat het kleine horlogewijzer- tje van een luitenant was blijven steken, waardoor op het bericht een verkeerde tijd was komen te staan. Toen dit uitgezocht was, werd de oorlog vrolijk voortgezet, alhoewel de vijand de toestand gemeenlijk had uitgebuit, ging hij roemloos en administratief ten gronde. Terugtocht. 's Morgens om 6 uur was de oor log afgelopen, rapporten werden in gepakt, kletsnatte tentjes afgebro ken en de genoegens van slaap, zeep, handdoek en scheerapparaat aan uit gebreide bespiegelingen onderwor pen. Enkele uurtjes later waren we weer op de terugtocht; wij vol ver wachting om de dank van de benar de burgerij in ontvangst te nemen, en de luitenant om zijn horloge te laten repareren. KRONUS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 11