Üefmaqeteti
HERHAUN
OEFEN
Het accoord Koninkrijk met de West
Regeling credietfaciliteiten voor de
middenstanders
Bij aankoop en inrichting van bedrijfspanden
V(£f dxatió, één ziCucc Gij, Zaa&etg-
VRIJDAG 16 JULI 1954
DE LEIDSE COURANT
VIERDE BLAD PAGINA 1
TWEEDE KAMER
„Verwerping zou niet veel minder dan
een ramp zijn
Aan de orde is het wetsontwerp
aanvaarding van een statuut voor het
Koninkrijk der Nederlanden.
De heer DE KADT (Pv.d.A.) be
toogt, in verband met de bezwaren,
dat het statuut ongrondwettig zou
zijn, omdat het strijdig is met hoofd
stuk 13 van de Grondwet, dat het
hier geen voorstel tot wijziging van
de Grondwet betreft, maar een tot
aanvaarding van een statuut. Dat zal
eerst aangenomen moeten worden,
alvorens men de Grondwet zal heb
ben te wijzigen. Bovendien heeft nie
mand tot de delegaties van de West
gezegd, dat dit voorstel in strijd was
met hoofdstuk 13 van de Grondwet.
Dat is volgens sprekers fractie ook
niet het geval. Een afwijking van het
statuut zou in de West worden gezien
als een daad van kwade trouw.
De heer OUD (V.V.D.) zegt, de re
gering wel te willen gelukwensen,
maar dat betekent niet, dat hij vol
bewondering is. Het, statuut is niet
feilloos; er zitten een paar wonder
lijke dingen in. Artikel 55 wil nu de
tweederde meerderheid prijsgeven.
Persoonlijk heeft hij daartegen geen
bezwaar: wel kan hij begrijpen, dat
dit zwaar weegt voor degenen, die de
tweederde meerderheid niet wensen
prijs te geven. Hij is ten volle bereid,
het statuut te aanvaarden, maar hij
kan het alleen aanvaarden langs de
weg, dei de regering wil bewandelen.
Deze weg is volgens de heer Oud in
volstrekte strijd met hoofdstuk 14
van de Grondwet.
In artikel 5 van het statuut zit de
angel. Daarin staat: het Koningschap
met de troonopvolging worden, voor
zover het statuut daarin niet voor
ziet, geregeld in de grondwet. Als
we het statuut dus aanvaarden, dan
worden koningschap en troonopvol
ging ondergeschikt aan het statuut.
Hij zal de regering willen volgen
als die nu, gezien het belang van de
kwestie van de troonopvolging, di
rect een grondwetsherziening tof
stand zou willen brengen. Het is be
grijpelijk dat daartegen bij de rege
ring en de Kamer bezwaren bestaan.
Daarom stelt hij een tijdelijke rege
ling voor. Men zou opnieuw in over
leg met de West moeten treden over
een wijziging van het statuut. Daar
bij zou men er op moeten wijzen, dat
de bezwaren liggen in artikel 55,
waarvan een deel moet worden ver
wijderd, maar dat we spoedig een
grondwetsherziening tot stand zullen
brengen en daarna het statuut weer
in de oorspronkelijke vorm zullen
herstellen.
Spr. wil daarom als Oplossing enige
suggesties voor een motie doen,
waarin men bij voorbeeld eerst zou
uitspreken, dat Nederland het statuut
behoort te aanvaarden, maar dat het
aanvaarden echter niet mogelijk is
dan na voorafgaande herziening van
de grondwet en waarin het vertrou
wen wordt uitgesproken, dat de wet
gever bereid zal blijken, om de nood
zakelijke wijzigingen aan te bren
gen. Zijn doel is, om het statuut voor
een zo groot mogelijke meerderheid
in de Kamer aanvaardbaar te maken.
De heer LEMAIRE (K.N.P.) zegt.
dat zijn fractiegenoot en hij erg blij
zijn, dat overeenstemming is bereikt,
daarbij zoveel moeilijkheden
moesten worden overwonnen. Zijn
standpunt wordt bepaald door het te
bezien in het licht van de grondwet.
De constitutie van het koninkrijk be
vat meer dan de verhouding van de
drie landen. Nieuw-Guinea kan daar
bij niet onbesproken blijven. Hij
noemt het document een vernuftig
stuk. De lichte opzet van het Konink
rijk heeft het voordeel, dat de lijn
van de jongste historie wordt voort
gezet. In het bijzonder heeft hij be
zwaar tegen artikel 55 derde lid van
het statuut, waarbij de vraag is, of
aanvaarding van het wetsontwerp
en dus ook van het statuut niet in
strijd is met artikel 218 en 217 van
de grondwet.
De heer ROMME (K.V.P.) zegt, dat
we in een wrange situatie verkeren.
Nu tegelijk gesproken wordt over het
doorsnijden van de laatste band met
Indonesië. Hij betreurt dit van elkaar
verwijderen van landen, omdat het
belang van de wereld een toenade
ring tussen de volken eist. Hij wenst
de regering en speciaal de minister
van Overzeese Rijksdelen geluk met
de bereikte, en in uitzicht zijnde re
sultaten, al verwacht hij dat de op
gebouwde constructie in de praktijk
van het leven nog moeilijkheden zal
opleveren. Er zijn materiële en
grondwettige bezwaren aangevoerd
tegen artikel 5 en artikel 55 van het
statuut. Ook de fractieleider van de
K.V.P. acht de materiële bezwaren
zeer gewichtig. Liever had hij dit ar
tikel 55 ook anders gezien. Het gaat
er echter nu om of het gewichtige
tweede binnen te halen. Hij zal zich
niet begeven in de ondankbare taak,
om te pogen in de vaststaande over
tuiging van de heer Oud wijziging te
brengen. Moeten we, in het licht van
dit aanvaardbare statuut, de grond
wet nog verder gaan openbreken dan
in 1948 al is geschied? De artikelen
217 en 218 van de grondwet bevatten
bepaalde restricties ten aanzien van
afwijkingen van de grondwet. Deze
restricties gelden echter alleen,
krachtens de grondwet, voor de pe
riode van overgang naar de nieuwe
rechtsorde en de totstandkoming
daarvan. Zij gelden niet voor de perio
de van werking van de nieuwe
rechtsorde, als dus het statuut een
maal zal zijn aanvaard. Het statuut en
de wet bevatten geen afwijkingen van
de grondwet gedurende de perioden
van overgang naar en tot totstand-
ming van de nieuwe rechtsorde.
Over de suggesties voor een motie
van de heer Oud, waarbij over her
opening van de onderhandelingen
met de West wordt gesproken zegt
de heer Romme, dat dit moeilijk an
ders te kwalificeren is dan het op
richten van een hele muur op de weg
naar samenwerking. Alleen de sugges
ties zijn al schadelijk, omdat zij in
de West een dergelijke beroering zul
len wekken, dat de samenwerking in
het allerernstigste gevaar wordt ge
bracht. Hij heeft geen behoefte om
verder op deze suggesties in te gaan.
De heer TILANUS (C.H.U.) zegt,
dat dit wetsontwerp er uiterlijk zeer
eenvoudig uitziet. De aanvulling, die
de heer De Kadt voorstelde om aan
te geven, dat na aanvaarding zo spoe
dig mogelijk grondwetsherziening zal
geschieden, is overbodig, omdat het
toch wel gebeurt. Hij meent, dat ar
tikel 55 niet in strijd is met de grond
wet en geen gemakkelijke procedure
bezwaar van prijsgeven van eenbevat maar juist zelf al een remming
tweederde meerderheid voor dit sta- inhoudt. Een eventuele verwerping
tuut te slikken, of het statuut niet te van dit wetsontwerp zou in de West
aanvaarden. Spr. meent dan, dat men een schok geven, waarvan de gevol-
het eerste zal moeten nemen om het i gen voor het Koninkrijk niet te over
zien zouden zijn- De Christelijk-His-
torische woordvoerder is bereid het
wetsontwerp te aanvaarden.
De heer SCHOUTEN (A.R.) zegt,
dat hij al op de openbare slotvergade
ring van de R.T.C. heeft laten blijken,
overwegende bezwaren te hebben te
gen artikel 55, derde lid. Daarin
wordt het mogelijk gemaakt, tot wij
ziging van het statuut te geraken on
der afwijking van de grondwet, met j
een gewone meerderheid van stem- i
men, inplaats van met tweederde
meerderheid. Op zichzelf acht hy het
onjuist, om een verandering van de
grondwet mogelijk te maken op an
dere wijze, dan in de grondwet wordt
aangegeven, aanvaarding van deze
mogelijkheid is geen bagatel, maar
uitermate belangrijk, want zij kan op
een breed vlak worden gebruikt. Hij
wacht het antwoord van de regering
af alvorens definitief te beslissen. De
anti-revolutionnaire fractieleider zegt
dat als de heer Romme gelijk had met
zijn betoog, dan zou het derde lid
van artikel 55 van het statuut niet
nodig geweest zijn, want clan zou de
baan vrij zijn voor wijzigingen in de
toekomst. Als de heer Oud de bedoe
ling heeft gehad, om moties te
creëren, die voor spreker niet aan
vaardbaar zijn, dan is hij daarin bui
tengewoon geslaagd. Het zou de heer
Schouten leed doen, als na deze ge-
dachtenwisseling zijn overwegende
bezwaren zouden blijven bestaan.
De heer ZANDT (S.G.P.) zegt ern
stig bezwaar te hebben tegen artikel
55 derde lid, van het statuut. De con
cept-moties van de heer Oud ontmoe
ten by hem ook bezwaren.
De heer BURGER (P.v.d.A.) zegt,
dat bij deze kwestie de betrouwbaar
heid van Nederland als regerings
partner is gemoeid. De indruk niet al
leen over zee, maar ook elders in het
buitenland zou niet minder dan een
ramp betekenen, als hier dit wets
ontwerp niet aanvaard zou worden.
Om aan een verschil van juridisch
inzicht het statuut op te offeren, zou
wel eens in strijd kunnen zijn met de
eed op de grondwet.
Het bezwaar, dat artikel 55 strijdig
zou zijn met de grondwet, is om meer
redenen niet houdbaar.
De minister van Overzeese Rijks
delen, de heer KERNKAMP zal he
den op de gemaakte opmerkingen in
gaan.
Antwoord bij Middenstandsnota
Toekomst voor de
middenstand
„niet somber"
De regering ziet de toekomstige
positie van de middenstand niet som
ber in, mits de productiviteit in de
middenstand in dezelfde mate toe
neemt als in de industrie. Minister
Zijlstra spreekt deze verwachting uit
in de memorie van Antwoord op de
middenstandsnota en hij baseert dit
op het effect van de vestigingswetge
ving enerzijds en de bevolkingstoe
neming en de stijging van het natio
nale inkomen anderzijds.
GEEN BELASTINGVERLICHTING.
De minister begrijpt niet waarop
het oordeel rust, dat de regering een
fiscaal beleid zou voeren, waardoor
de middenstander ten onder zal gaan.
De belastingdruk is inderdaad zwaar,
maar dit is niet het overheersende
middenstandsprobleem.
Een afzonderlijke fiscale behande
ling van de middenstand is niet mo
gelijk en ongewenst. Eén van de
kernproblemen van de middenstand
is de omvangrijke groep, die niet of
ternauwernood aan een redelijk in
komen toekomt. Deze groep wordt
echter niet ernstig door de druk van
de tarieven van de inkomstenbelas
ting bezwaard.
Bij het belastingplan 1953 is niet
(Advertentie).
A LS er in één fabriek twaalf fees-
telingen tegelijk zijn. en boven
dien nog zes daarvan een medaille op
de borst gespeld krijgen, dan is dat
wel een klinkende viering waard.
Wethouder Van Schaik noemde dit
gisteravond in de Burchtzaal een ge
beurtenis, die ook het gemeentebe
stuur aangaat. Daarom vergaarde hij
in vriendelijke, weloverwogen woor
den alle wensen, die op een feeste
lijke gebeurtenis als deze van toe
passing zijn en zorgde bovendien nog
voor een hoogtepunt in zijn officiële
toespraak door het bericht van de on
derscheiding, die zes getrouwen van
de wollen dekenfabriek te beurt is
gevallen: vijf bronzen en één zilveren
medaille, verbonden aan de orde van
Oranje Nassau.
„Iedereen in het bedrijf, van 'hoog
tót laag, is belangrijk", zei de wet
houder en dit werd door de direc
teur van de fabriek nog eens bena
drukt, toen hij de feestelingen stuk
voor stuk in een persoonlijk gericht
woord feliciteerde. Van de zojuist on
derscheiden Boom (zilveren medail
le) vertelde hij bijv. dat deze als
portier in de oorlog de rol van over-
vallene heeft gespeeld, toen de onder
grondse een zending dekens uit han
den van de Duitse bezetter wilde
houden.
De heer H. Bokern, de personeels
chef, fungerde als toik van de on
derscheiden personeelsleden in een
dankwoord. Waarna de heer J. Ba-
velaar namens de ondernemingsraad
zes draagmedailles van de orde
door het personeel aangeboden
overhandigde.
Tegen de historische achtergrond
van de Burcht werd een plaatje ge
maakt, waarop allen, die een onder
scheiding kregen een, plaats hebben
gekregen.
Van rechts naar links ziet men:
J. Boom (zilveren medaille) 47
dienstjaren, assl9tent-bedrijfsleider;
Jac. Begooy (bronzen medaille)
(Foto: „De Leidse Courant"),
directeur Zaalberg; wethouder J. C.
van Schaik, H. J. J. Schrandt, pro
curatiehuoder; N. den Os (bronzen
medaille) 48 dienstjaren, molenboe-
ner; W. II. Philippo (bronzen me-
P. de Bolster (bronzen medaille) 45
dienstjaren, werkzaam aan de droog-
machine; A. den Os Sr. (bronzen me
daille) 40 dienstjaren, schrobbelaar.
Voor nog zes andere werknemers
van de fa. Zaalberg was deze dag,
omdat een afgerond aantal jaren in
het bedrijf was volgemaakt, een ge
denkwaardige.'
Na een korte pauze kregen ook
deze zes ieder op zyn beurt het volle
pond van uitingen van geestelijke en
stoffelijke waardering.
Het waren de heren: B. Werk, 35
dienstjaren, schrobbelaar en portier.
W. Werk, 35 dienstjaren, schrobbe
laar en spoeler. A. Boom, 35 dienstja
ren, getouwsteller. A. v. Meteren, 35
dienstjaren, expeditieknecht. C. Vijl-
brief Sr., 30 dienstjaren, droger. Th.
dienstj., schrobbelaar; W. Schrandt, Duivesteyn, 25 dienstjaren, wever.
gestreefd naar bijzondere verlichtin
gen voor de middenstand, maar. naar
algemene verlichtingen voor het be
drijfsleven in zijn geheel. De fiscale
verlangens van de middenstand ra
ken veelal vraagstukken, die niet spe
ciaal het middenstandsbedrijf betref
fen. Dit neemt overigens niet weg
dat een aantal belangrijke voorzie
ningen wel degelijk aan bijzondere
verlangens van de middenstand op
fiscaal gebied tegemoet komt, zo
meent de minister.
De actuele punten in deze memorie
van Antwoord, sinds het uitbrengen
van de Middenstandsnota, kunnen als
volgt worden samengevat.
TELLING MIDDENTAND.
1. Er zal een eenmalige telling
van de gehele middenstand worden
uitgevoerd. De ambachtstelling,
waarvan de eerste resultaten binnen
kort kunnen worden tegemoet gezien,
zal hiertoe worden uitgebreid.
Ten einde tevens tot een doelma
tige middenstandsstatistiek met een
permanent karakter te geraken,
wordt een coördinatie van gegevens
voorbereid, die de grondslag kunnen
vormen voor een door het C.B.. sa
men te stellen statistiek.
Overwogen wordt een commis-
van deskundigen In te stellen,
waarin ook vertegenwoordigers uit
het bedrijfsleven zitting hebben, die
de problemen betreffende het rand-
bedrijf zullen bestuderen. De mid
denstander in het randbedrijf, die
tracht zijn onderneming levensvat
baar te maken moet kunnen rekenen
op de helpende hand van de over
heid.
Overigens onderstreept de minister
de eis tot zelfwerkzaamheid van de
middenstanders en de samenwerking
op commercieel terrein. De invoering
van het behoefte-element wordt af
gewezen.
3. De commissie, die advies zal
uitbrengen over de vestigingsrege
lingen, is onlangs door de S.E.R. sa
mengesteld. Wat het drogistenbedrijf
betreft zal de vestiging in meer dan
één opzicht aan banden worden ge
legd. De commissie bedrijfsregelin
gen zal hierover binnenkort haar be
vindingen kenbaar maken.
SANERING MELKHANDEL.
Eveneens zal een definitief oordeel
over de wet en niet aanvaardbare sa
neringen in de melkhandel worden
voorbehouden tot deze commissie ad
vies heeft uitgebracht. Het is intus
sen niet uitgesloten, dat het gesloten
karakter van de melkdetailhande!
een te hoog prijspeil in de hand
werkt. De minister is voorts van me
ning dat in de vervoersector wel
overgegaan moest worden tot een
toepassing van het behoefte-element
De factoren, die bij de coördinatie
van hot vervoer een rol spelen, ver
schillen zodanig met die van andere
bedrijven, dat het niet juist zou zijn
vergelijkingen te maken.
Overigens is hantering van het be
hoefte-element alleen geoorloofd, in
dien in een bepaalde branche of
streek een noodtoestand is ingetreden.
4. De commissie, die het vraag
stuk van de plaats van het midden-
standsonderwijs in het onderwijsstel.
sel en het toezicht op opleiding en
examens moet bestuderen, is reeds
met haar werk begonnen. De commis
sie zal ook aandacht moeten schen
ken aan de toelatingseisen tot de
vakexamens. De examens in 1954
werden grotendeels zonder eisen van
praktijkjaren e.d. afgenomen. De er
varing zal nu spoedig uitwijzen, of
de door bepaalde exameninstellingen
voorspelde gevolgen juist waren en
men min of meer in het algemeen
zonder praktijkervaring aan de exa
mens zal gaan deelnemen.
5. Behoudens de reeds in de nota
aangekondigde uitbreiding van de be
staande credietvormen zijn twee
nieuwe financieringsregelingen
een voor de bouw ofg de eerste aan
koop van nieuwe bedrijfspanden en
een voor de bouw of de eerste aan
richting, inclusief een gedeelte van
de voorraad van nieuwe ondernemin
gen ontworpen, die binnenkort van
kracht zullen worden.
De voorlichting van de midden
stand zal door uitbreiding van de
bestaande voorlichtingsinstituten en
door aanstelling van middenstands
consulenten op grotere schaal plaats
vinden dan tot nu toe het geval was.
De opzet van de middenstandsvoor
lichtingsdienst wordt voorbereid.
P.B.O. VORDERT.
7. In de middenstandssector wordt
wat de P.B.O. betreft goede vordering
gemaakt. Het bedrijfschap voor het
slagersbedrijf is reeds ingesteld.
De afkondiging van bedryfsschap-
pen voor het schildersbedrijf, het
stucadoors-, het terrazzo- en het
steengaasstellersbedrijf, het steen-
houwersbedrijf, het schoenmakersbe
drijf en voor het Horecabedrijf en
aanverwante bedrijven kan binnen
kort tegemoet worden gezien. Een
advies van de S.E.R. in zake een
voorstel tot instelling van een hoofd
bedrijfsgroep voor de detailhandel
kan spoedig tegemoet worden gezien.
Een voorstel tot instelling van een
hoofdbedrijfsschap voor het ambacht
en aanvragen tot instelling van be
drijfschappen voor diverse detailhan
dels- en ambachtsondernemingen zijn
bij de S.E.R. in studie.
Hogere pensioenen
voor Kamerleden
De pensioenen van leden van de
Tweede Kamer zullen met ingang
van de dag, volgende op de afkondi
ging van een door minister prof. dr.
L. J. M. Beel bij onze volksvertegen
woordiging ingediend wetsontwerp,
verhoogd worden van f 218 voor elk
jaar Kamerlidmaatschap, met een
maximum van 3938 tot resp. 240
en 4800.
Dit laatste maximum-bedrag zal
echter niet langer in 18 jaar, maar
na 20 jaar Kamerlidmaatschap be
reikt worden.
De kosten van een en ander raamt
de bewindsman op 35.000.
Met een verhoging der pensioenen
voor weduwen en wezen van tijdens
hun lidmaatschap der Tweede Ka
mer overledenen wil de regering
wachten, totdat een 'algemene herzie
ning der z.g.n. politieke pensioenen
aan de orde komt. Binnen afzienbare
tijd zal de staatscommissie voor de
pensioenwetgeving hieromtrent voor
stellen indienen.
Géén lessen van
drie kwartier?
KAMERLID VAN SLEEN
OVER GYMNASIA
Het Tweede Kamerlid de heer Van
Sleen heeft minister Cals schriftelijk
gevraagd of het hem bekend is dat
de inspecteur van het gymnasiaal en
middelbaar onderwijs in de 5e in
spectie aan enkele rectoren een rond
schrijven gericht heeft, waarin wordt
meegedeeld dat voor de toepassing
van de volledige betrekking, geen
vergunning zal worden verleend voor
lesuren van 45 minuten. De heer Van
Sleen vraagt of de minister niet van
oordeel is, dat op vele middelbare
scholen het systeem van lesuren van
45 minuten reeds vele jaren met suc
ces toepassing'vindt en of de minister
de inhoud van bedoeld schrijven in
overeenstemming acht met de letter
en de geest van het besluit van 20
Mei 1953, inzake de mogelijkheid van
lesuren van 45 minuten. Is de minis
ter, zo vraagt de heer Van Sleen ten
slotte bereid te bevorderen dat het
schrijven, wordt ingetrokken, waar
mede tevens wordt voorkomen dat
een van de weinige mogelijkheden,
die de wet biedt om het starre klas
sikale systeem te doorbreken wordt
teniet gedaan? Voorts heeft de heer
Yan Sleen schriftelijk gevraagd of
het minister Cals bekend is dat door
inspeceurs bij het onderwijs met span
ning wordt uitgezien naar het resul
taat van het overleg over de herzie
ning van de salarissen, die eventueel
een terugwerkende kracht zouden
hebben tot 1 Januari 1953. Gevraagd
wordt of het overleg reeds resultaat
heeft gehad, zodat een nieuwe saiaris-
regeling spoedig tegemoet gezien kan
worden.
Export-moeilijkheden
naar België
De Nederlandse regering zal stap
pen ondernemen om de elk jaar te
rugkerende moeilijkheden bij de
export van fruit, groenten, zuivel
en snijbloemen naar België tot een
bevredigende oplossing te brengen.
Tijdens de agrarische minister
conferentie van de Benelux landen,
die binnenkort zal worden gehou
den zullen deze moeilijkheden ter
sprake worden gebracht.
Hoewel de minimumprijs voor to
maten buitengewoon hoog was ge
steld, nl. f 2.66 per kg zette de Bel
gische regering per 14 Juni j.l. de
invoer van tomaten uit ons land
stop. De sla uitvoer naar onze Zui
derburen moest zoals bekend per 1
Juli worden stopgezet.
Eenzelfde lot onderging de uit
voer van zuivelproducten, zoals on
gesuikerde melk, en snijbloemen.
De preferentie, welke ons land op
de botermarkt In België genoot, is
verdwenen. België importeert thans
veel boter uit Denemarken. Ander
zijds kan België importeren in ons
land zonder dat van Nederlandse
zijde soortgelijke maatregelen wor
den genomen.
In zuivel- en tuinbouwkringen
hecht men daarom vooralsnog wei
nig waarde aan eventuele Benelux-
overeenkomsten. Als de situatie
blijft, zoals ze de laatste jaren is
geweest, zou men beter af zijn met
handelsverdragen, zo meent men.
ELECTRISCHE STOEL VOOR
KERKGANGERS.
De diensten van de Gereformeer
de Kerk van Haarlem-Zuid worden
gehouden in de aula van het christe
lijk lyceum. De kerkgangers, die deze
diensten bijwonen, moeten drie trap-
gen bestijgen om in de aula te ko
men. Dit is voor verscheidene ouden
van dagen een bezwaar. De kerke-
raad heeft derhalve een soort electrl-
sche stoel in Denemarken aange
kocht, die op wielen is geplaatst en
op eigen kracht de trappen op en af
„rijdt". Hierdoor kunnen vijftig kerk
gangers per dienst van de hoofdin
gang van het lyceum naar de aula
worden gebracht.
DE BRUG
We hadden de oorlog eerder kun
nen winnen, als de brug er maar
niet geweest was!
De hele nacht was iedereen in dc
weer geweest, om precies te vertel
len, wat er allemaal met die brug
moest gebeuren. Een gehavende or
der verdiepte zich in allerlei nioge-
lijkheden. alleen met een zenuw
achtige commandant was geen re
kening gehouden en uitgerekend
deze mogelijkheid deed zich voor.
Toen per telefoon gemeld werd,
dat de brug de lucht in was, dachten
we eerst, dat de brug werkelijk was
opgeblazen, zo ging de ongelukkige
commandant te keer. Gelukkig was
de brug slechts op papier gespron
gen, maar dit bleek al ernstig ge
noeg. De oorlog werd even gestaakt
om uit te zoeken, wie opdracht tot
het laten springen had gegeven. De
zenuwaohtige commandant liet een
bevel van de averste zien, maar toen
kwam deze in moeilijkheden, want
volgens het bevel, had hij precies 21
minuten eerder het bevel doorgege
ven, dat hij het zelf van de divisie
ontvangen had.
De kleine wijzer.
Reeds na een paar uurtjes zoeken
bleek, dat het kleine horlogewijzer-
tje van een luitenant was blijven
steken, waardoor op het bericht een
verkeerde tijd was komen te staan.
Toen dit uitgezocht was, werd de
oorlog vrolijk voortgezet, alhoewel
de vijand de toestand gemeenlijk
had uitgebuit, ging hij roemloos en
administratief ten gronde.
Terugtocht.
's Morgens om 6 uur was de oor
log afgelopen, rapporten werden in
gepakt, kletsnatte tentjes afgebro
ken en de genoegens van slaap, zeep,
handdoek en scheerapparaat aan uit
gebreide bespiegelingen onderwor
pen. Enkele uurtjes later waren we
weer op de terugtocht; wij vol ver
wachting om de dank van de benar
de burgerij in ontvangst te nemen,
en de luitenant om zijn horloge te
laten repareren.
KRONUS