Zijn erfdeel lijdt nu aan scheuring
en 'n stijgende vloed van ongeloof
De Knokkepsbupcht
Hij was als een pelgrim, wien
de aarde geen vast woon biedt
Twee vrouwen waagden hun leven
om 'n 2-jarig meisje te redden
BICMPANiÉvl
Afscheid bij De
Blauwe N*V*
Oceaan-
liefde
MAANDAG 28 JUNI 1954
DE LE1DSE COURAH'i
1WEEUE BLAD EAÜINA 3
Nederlandse Bisschoppen over St. Bonifatius
De Aartsbisschop-Coadjutor van
Utrecht en de Bisschoppen van Ne
derland hebben gisteren de volgende
brief doen voorlezen:
In deze dagen herdenken allen in
West-Europa, die de Naam van
Christus belijden de heilige dood van
Bonifatius, die twaalf eeuwen gele
den om wille van het geloof in Chris
tus werd gedood, en die door onze
H. Vader de Paus onlangs in zijn
encycliek zo treffend werd herdacht.
Wij Katholieken vereren in hem de
heilige Bisschop en martelaar, die het
geloof in Jezus Christus heeft gepre
dikt aan onze vaderen, die hun de
hoop op de eeuwige goederen heeft
geschonken, die hun harten heeft ont
sloten voor de liefde, waardoor wij in
Christus God als onze Vader liefheb
ben en aanbidden.
Onweerstaanbare roeping.
Als de eigenlijke Stichters van de
Kerk in Nederland vereren wij de
H. Servatius en de H. Willibrordus.
St. Bonifatius koos zijn arbeidsveld
voornamelijk buiten de grenzen van
ons vaderland, maar ook hij strekte
zijn zorg uit over deze gewesten,
stond St. Willibrord ter zijde, had na
de dood van St. Willibrord een tijd
lang de zorg en het bestuur van het
PAARDENSPORT
DRAVERIJEN TE DUINDIGT.
De uitslagen van de gehouden rennen
te Duindigt (renmeeting) luiden:
MarjolettaprU". Afstand: 1350 m. Han
dicap B voor Nederlandse paarden van
3 jaar en ouder. 1. Sunrise (H. J. v. d.
Kraats) tijd: 126; 2. Mephistopheles (H.
Leenheer); 3. Samson (S. Ossendrijver).
Toto: w. ƒ1,80; pl. ƒ1,30, 2,10, 1.70; gek.
ƒ4,90; cov. ƒ8.40.
Prestoprijs. Afstand: 950 m. voor Ne
derlandse maidens van 2 jaar. 1. Aijuila
(H. Pije) tfjd: 1.03.2; 2. Colnika (F. Del-
brassinne); 3. Young Nicky CA. W. van
Dijk). Toto: w. ƒ2,90; pl. 1,30, 1,50;
gek. ƒ5,70; cov. 2,80.
Cavalierprijs. Afstand: 1900 m. Han
dicap voor paarden van 4 jaar en ouder.
Voor amateurs. 1. Pepito (A. E. Selens)
tijd: 2.07.6; 2. Koridon (H. H. A. M. Eys-
vogel); 3. Invicta (H. G. Dekkers). Toto:
w. ƒ7,20; pl. ƒ3,90, ƒ2,10; gek. ƒ7,70;
cov. ƒ4,40.
Ormeaprijs. Afstand: 1700 m. Handicap
A voor paarden van 4 jaar en ouder. 1.
Truus (H. J. v. d. Kraats) tijd: 1.52; 2.
Britoly (J. Desmet); 3. Silver Slipper
(S. Malatinszky). Toto: w. ƒ2,10; pl.
ƒ1,30, 1,40; gek. ƒ3,30; cov. ƒ2,30.
Nuit Blancheprijs. Afstand: 2800 m.
Hordenren voor paarden van 4 jaar en
ouder. 1. Tsatli <H. Pije) tijd: 3.24; 2.
Chiberta (A. Montane); 3. Benjamin
(G. W. Groos). Toto: w. ƒ1.90; pl. ƒ1,30,
1,70; gek. ƒ4,—; cov. ƒ4,30.
Totale omzet: 18.511,
POSTDUIVEN
Kring Leiden en Omstreken. Uit
slag van de wedvlucht met oude duiven
gehouden 19 Juni 1954 vanaf St. Denis.
In concours waren ditmaal 216 duiven
gezet en zijn gelost te 9.15 uur met Z.O.
wind. Ditmaal was het verloop beter
dan de vorige week en v/erden dan ook
tamelijk hoge snelheden gemaakt. J.
Moolenaar te Lisse wist ditmaal de eer
ste te pakken te 14.45 uur, snelheid 1246
m. p. m. E. v. d. Hooff te Katwijk sloot
de rij te 15.42 uur, snelheid 1015 m. p. m.
De uitslag is verder: J. Mooler.aar, Lisse,
1; W. v. Rhijn, Katwijk, 2; W. Nagte-
gaal, Leiden, 3, 15, 42; E. v. d. Hooff,
Katwijk, 4, 20, 44; J. Boekkooi, Leiden.
5. 13. 34, 37, 40; B. Paauw, Katwijk. 6,
33; L. Drost, Sassenheim, 7; N. de Kuy-
per, Lisse, 8, 14; J. de Weerd, Leiden, 9,
17, 22; P. Varkevisser, Katwijk, 10.
Het Oosten. .Wedvlucht vanaf Or
leans op Zaterdag 26 Juni 1954. In con
cours 149 duiven, welke om 7 uur met
Z.W. wind werden gelost. De eerste duif
bereikte zijn hok om 13.Ó.16 uur en
maakte 'n snelheid van 1410.17 m. p. m.;
de laatste prijswinnaar om 15.08.12 uur
met een snelheid van 1041.50 m. p. m.
De uitslag luidt: R. Lolkes de Beer 1, 6,
8, 29; F. Breedijk 2, 9; J. R. Smits 3; J.
v. Leeuwen 4. 14, 34; J. C. van der
Weele 5; L. Burgers 7, 22; W. Harteveld
10, 11; W. Nagtegaal 12; B. Singeling
13, 31; W. Alting 15, 16, 17.
't Centrum (Alphen a. d. RUn).
Döor de Postduivenvereniging 't Cen
trum werd deel genomen aan de wed
vlucht van Pt. St. Maxcence over een
afstand van 345 km. De uitslag was als
volgt: T. Domburg 1, 5; J. Tuinenburg
2, 3; H. C. Woerde 4, 7; A. Vemes 6.
bisdom Utrecht en zijn laatste reis
als missionaris was naar het Noor
den van ons land, naar Friesland.
Daar stierf hij als martelaar met ve
len van zijn gezellen, in het jaar des
Heren 754, op Woensdag onder het
Octaaf van Pinksteren in de nabij
heid van Dokkum.
Het Christendom was daar nauwe
lijks gepredikt. De heidense eredienst
was er in volle bloei. Juist daarom
verlangde Bonifatius naar deze mis
siereis, ofschoon hij zich van de ge
varen bewust was. Voor zijn vertrek
uit Mainz zeide hij tot zijn opvolger:
„Ik kan van deze lang gehoopte reis
niet afzien. Mijn laatste dag nadert.
Weldra zal ik uit de gevangenis van
dit lichaam bevrijd, de eeuwige be
loning plukken Aan Uw wijs be
leid laat ik het over te voorzien in
alles, wat ik voor deze reis nodig
heb. Leg in mijn boekenkist ook het
linnen om mijn versleten lichaam in
te hullen". (Willibaldus, Vita Boni-
fatii, c. 8. Vgr. dr. W. Lampen, Wil
librord en Bonifatius, A'dam, 1939).
De zending.
Dierbare Gelovigen, in deze woor
den spreekt de geest en het hart van
de Heilige, die mede heeft gearbeid
aan de stichting van de Kerk in Ne
derland. Evenals St. Willibrord vroeg
St. Bonifatius zyn zending aan de
H. Stoel te Rome. Toen Bonifatius
zijn prediking in Europa begon,
schreef Paus Gergorius II aan de hei
denen in Thüringen: „Wij hebben
hem niet naar U gezonden om tijde
lijk voordeel te behalen, maar om
Uw zielen te winnen. Bemint dus
God en ontvangt in Zijn Naam het
Doopsel, want de Heer, onze God
heeft voor die Hem liefhebben bereid
wat noch mensenoog ooit heeft aan
schouwd, noch ooit in het hart van
een mens is opgekomen. Verzaakt dus
aan alle slechte werken en doet goed;
aanbidt geen afgodsbeelden en offert
geen vlees, want God aanvaardt dat
niet, maar doet alles, wat onze broe
der Bonifatius U zal leren". (Epistola
25. Epistola^ selectae.... S. Boni-
fatii, ed. M. Tangl, Berlin 1916).
Zietdaar de zending van bisschop
Bonifatius door de Kerk tot de hei
denen. Op de achtergrond zien wij
voor ons oprijzen het tafereel, dat
beschreven wordt aan het einde van
het Mattheus-Evangelie: „Jezus trad
op hen toe en sprak: „Mij is gegeven
alle macht in de hemel en op de
aarde. Gaat dan heen, maakt alle vol
keren tot leerlingen, en doopt hen
in de naam van de Vader en van de
Zoon en van de Heilige Geest, en
leert hen onderhouden al wat ik U
heb geboden. En ziet, Ik ben met
U, alle dagen tot aan het einde der
wereld. (Mt. 28, 18-29). „Hier zien
wij de twaalf, die uitgezonden wor
den over de ganse wereld, en wier
zending en taak eerst zijn afsluiting
vindt bij het einde van de wereld. De
Kerk rijst op in woord en sacra
ment, in een levend geloof, dat de ge
boden liefheeft, geheel en al betrok
ken op haar Heer. Het is de Kerk
Gods, die vast staat op de steenrots
en door de poorten der hel nooit kan
worden overweldigd, een vaste hoop
en toevlucht voor allen, die in haar
wonen. Want achter deze twaalf staat
de Heer Jezus Christus, die met al
len verblijft, aan wie de sleutels van
het hemelrijk worden toevertrouwd,
en met Hem de Vader en de Heilige
Geest, de driewerf heilige God, wiens
glorie de tempel des Heren vervult.
Alle arbeid in de Kerk geschiedt uit
's Heren Naam ,in Zijn kracht en op
Zijn gezag. Alle arbeid geschiedt ook
met het uitzicht op Hem, die eens
op het einde zal wederkomen in
heerlijkheid, om pas dan ten volle
de heerschappij van Zijn Vader te
vestigen in Gods Rijk. Deze toekom
stige, alle begrip te boven gaande
heerschappij van God is als de hori
zon, waarnaar de hoop der Kerk
steeds uitziet.
Waarheid, die niet faalt.
Zo zijn de Apostelen vervuld van
Christus' Geest na het Pinksterwon-
der met vrijmoedigheid de wereld in
getrokken. Zij wisten, dat hun hoop
niet ijdel zou kunnen zijn, zij leefden
van het visioen, dat de H. Stephanus
voor zich zag: „de heerlijkheid Gods
en Jezus staande aan de rechter
hand Gods". (Hand. 7,55).
Een Servatius, een Willibrord en
een Bonifatius werden in hun onver
moeide arbeid om de Kerk in onze
streken te vestigen, voortgestuwd
door het zelfde ideaal: alles hier op
aarde te verlaten en voor Christus te
worden als pelgrims, aan wie de aar
de geen vaste woonplaats biedt, die
smachten naar het hemels vaderland.
In nauwe verbondenheid met de
Moederkerk van Rome gaven zij zich
met heilige moed aan de dienst van
alle volkeren, de dienst der Kerk.
Ze wisten, zoals de H. Bonifatius
zeide, dat de Waarheid, waarvoor zij
werkten, vermoeid kon raken, nooit
echter kon falen of worden overwon
nen".
De marteldood.
Het getuigenis van de H. Bonifatius
groeide uit tot de kracht en de lief
de van het martelaarschap. Is de
martelaar niet de getuige van de
heldhaftige trouw, de heldhaftige
liefde? Er is geen sterven, dat ons
meer gelijk maakt aan Christus, meer
verbonden met Christus, dan het ge
tuigenis des bloeds voor de Waarheid,
die wij geloven, voor het Heil, waarop
wij hopen, voor Jezus Christus, die
wij beminnen. De martelaar legt door
de kracht van de H. Geest met zijn
leven getuigenis af van de waarheid
des geloofs.
Toen hij werd aangevallen, hief Bo
nifatius het Evangelieboek op boven
zijn hoofd en ving daarin de slag van
bet zwaard. Zo vat hij in zijn sterven
geheel zijn leven samen: Hij houdt
ons vóór het Evangelie van Jezus
Christus, hij legt getuigenis af van de
hoop op de wederopstanding. „Het
geloof is een vaste grond voor wat
men hoopt, een overtuiging over din
gen, die men niet ziet (Hebr. 11,
1). Aan de volkeren van West-Euro
pa heeft Bonifatius het geloof ge
bracht; hij heeft in hen een nieuwe
en waarachtige hoop doen leven. Het
bloed van deze martelaar is het zaad
der Kerk geworden. Op St. Bonifa
tius mogen wij toepassen het woord
van de H. Paulus aan de Korinthiërs:
„Tijdens ons leven worden wij voort
durend ten dode overgeleverd, om Je
zus' wil, opdat ook het leven van Je
zus door ons sterfelijk vlees wordt
geopenbaard. Zo werkt de dood in
ons, het leven in U". (II Kor. 4,
11-12).
Aan ons de vrucht.
Dierbare Gelovigen; wij hebben dit
erfdeel van St. Bonifatius mogen ont
vangen. Het kan ons echter niet ont
gaan, dat de Kerk door St. Bonifatius
in deze landen geplant, heeft geleden
en nog dagelijks lijdt, door de scheu
ringen, die over haar gekomen zijn.
In onze dagen wordt zij bedreigd
door een stijgende vloed van ongeloof,
Na het verlies of de verzwakking
van het geloof zijn velen aangegre
pen door twijfel aan de zin van hun
bestaan, door een geest van doffe
wanhoop.
Wij kunnen deze wereld slechts hel
pen, door een sterk geloof, dat ons
leven richt op de goederen, die niet
van deze wereld zijn.
Laat ons dan, gesteund door zulk
een getuige, „iedere belemmering en
hinder van zonde wegwerpen van ons,
en met volharding de wedloop begin
nen, die voor ons ligt, het oog ge- i
vestigd op Jezus, aanvang en eiDde
van het geloof", (vgl. Hebr. 12, 1). i
Voor de onzekerheid en wanhoop
van deze wereld is geen andere red- j
ding dan in de Naam van Jezus Chris.
tus. „Want onder de hemel is geen an-
dere Naam aan de mensen gegeven
waardoor we zalig moeten worden".
(Hand. 4, 12). Het lijden, dat gekomen
is over de Kerk en over ieder van
haar kinderen tengevolge van de
scheuring kunnen wij slechts over
winnen door de liefde Gods in
Christus Jezus onze Heer, waarvan
dood noch leven ons kunnen schei- 1
den. (vgl. Rom. 8, 39).
Heldenmoed op onbewaakte overweg
De 2-jarige Henriette van Berkel uit Hengelo is Vrijdagmiddag oorzaak
geweest van veel spanning en heldenmoed rondom de onbewaakte overweg
op de Venderinksweg.
In blanke onschuld liep het meisje daar op de spoorbaan, juist op het
moment, dat de trein uit Deiden naderde.
De 56-jarige mevrouw Hamer, die het kindje de dood tegemoet zag lopen,
rende de spoorbaan op. teneinde het kindje voor de trein weg to trekken.
Zij dreigde hier echter tijd te kort voor te zullen hebben en dit bracht weer
de 18-jarige Tineke Wessels in actie. Zij rende op haar beurt de spoorbaan
op, greep de dame en het kindje en smeet hen langs de spoorbaan,
terwijl ze zichzelf met een sprong; in veiligheid würt te brengen voor de
trein, die hen tot op enkele meters genaderd was.
De dame en het kindje kwamen in de sloot langs de spoorweg terecht en
rillend van schrik bracht de machinist zijn trein tot stilstand.
De twee drenkelingen werden uit de sloot gehaald; er werd gehuild en ge
lachen, en met enkele minuten vertraging kon de trein het strijdperk achter
zich laten.
Steeds maagpijn?
ÏMat U niet kwellen.
(Advertentie)
Bijzondere viering.
Christus heeft tot Zijn Apostelen
gezegd, dat Hij met hen zou zijn tot
aan het einde der tijden; Hij kwam
tot ons in de persoon van Bisschop
Bonifatius. Hij blijft onder ons in de
persoon van Zijn Bisschoppen. Onze
trouw aan Christus belichaamt zich
90
99
2
'f&RTCR.op HETSTmia^Ieq.lemn.kuity Heps!
[ueidrr voert een
sneltrein ons vier-
tri nrrr hoEK-vrn-
Hollrnd,v/rhr zii
op de rrde de mru
boot cr rn opwroe
ten, wrrrueeIrne
bier moet rrn-
rouen.
Hou zeg, nu stssn pèlk/zhebben het er mor
hier si een M uur'.lover, hoor Hntelambiek
fj. (tel immers we! 'cadeauim. izr
1 I'I ■'"■■"■iia,I*-
Mn zats ieder normal mens jf geen kdpstok...
daarom in onze trouw aan de Bis
schoppen. Laat ons hierin „vasthou
den aan het erfdeel onzer vaderen"
(I Mach. 15, 34), en op deze wijze
waardig vieren ter ere Gods St. Bo
nifatius, martelaar, een der grootste
getuigen voor de heerschappij van
Christus in ons vaderland.
Nu geheel christelijk Nederland
zich opmaakt om te gaan herdenken,
wat ons vaderland aan het werk en
aan de zalige marteldood van St. Bo
nifatius te danken heeft, bepalen Wy
dat op Zondag 4 Juli a.s. in alle
kerken en kapellen een plechtige vo-
tiefmis van de H. Bonifatius zal wor
den gecelebreerd en sporen Wij de ge
lovigen aan om deze H. Mis by te
wonen om aldus God te danken voor
de genade van het geloof en God te
bidden voor de instandhouding van
het levende christelijke geloof in ons
vaderland.
Tevens schijnt het Ons billijk toe
dat Nederland zyn dankbaarheid je
gens de H. Bonifatius voor het H.
Geloof dat hij ons heeft gepredikt
en met zijn bloed bezegeld heeft, tot
uiting brengt in een daad van ge-
ioofsverbreiding en geloofsverdedi-
ging ten gunste van West-Europa, dat
aan de werkzaamheid van St. Bonifa
tius zoveel dank verschuldigd is.
Daarom bepalen Wij dat op Zondag
4 Juli a.s. in alle kerken en kapel
len een collecte zal worden gehouden,
waarvan de opbrengst bestemd zal
worden om in het kader van de Oost-
priesterhulp door de bouw van een
kerk of klooster het christelijk ge
loof in West-Europa te versterken.
Aetherklanken
DINSDAG
HILVERSUM I 402 M
7.00 KRO 20.0024.00 Nationaal pr.
KRO: 7.00 Nieuws; 7.10 Gram.; 7.45
Morgengebed en lit. kal. 8.00 Nieuws
en weerber.; 8.15 Plechtige Hoogmis;
9.30 Gram; 9.35 Waterst.; 9.40 „Licht
baken"; 10.00 V. d. kleuters; 10.15
Gram. 10.45 Lichte muz.; 11.00 V. d.
vrouw; 11.30 Schoolradio; 12.00
Angelus; 12.03 Gram.; 12.30 Land- en
tuinb.meded.; 12.33 Gram. 12.55 Zon
newijzer; 13.00 Nieuws en kath. nws;
13.20 Groot Amus. ork. en soliste;
14.00 Franse chansons; 14.20 Gram.;
14.55 Omr. ork.; 15.25 Gram. 15.30 Ben
je zestig?; 16.00 V. d. zieken; 16.30
Ziekenlof; 17.00 V. d. jeugd; 17.45
Regeringsuitz: Nederland eri de we
reld: Uitwisselingsprogr. over India;
18.00 V. d. jeugd; 18.15 Gram.; 18.20
Sportpraatje; 18.30 RVU: „Vogelleven
op de Eng. rotskust" (Farne-Isiands)
door dr G. van Beusekom; 19.00 Nws
19.10 Act; 19.15 „Uit het Boek der
Boeken"; 19.30 Gram. Nationaal pro
gramma: 20.00 Nieuws; 20.05 „Geeft
acht", wedstrijd tussen Zeemacht,
Landmacht en Luchtmacht; 21.30
„Echt of onecht?", prijsvraag ten bate
v. h. Prins Bernhard Fonds; 21.50
Openluchtconc.; 22.35 „De Burger
luchtvaart schiep een „Derde Weg";
toespraak; 22.45 Gram.; 23.00 Nieuws
23.15 Dansmuz.; 23.45 Gram.; 23.50
Dagsluiting; 23.5824.00 Wilhelmus
en sluiting.
HILVERSUM II 298 M.
7.00 AVRO 7.50 VPRO 8.00 AVRO
20.0024.00 Nationaal progr.
AVRO: 7.00 Nieuws; 7.10 Gram.;
Op de jaarvergadering van de Ned.
Ver. tot afsch. v. alc. dranken afd.
Leiden werd afscheid genomen van
twee veteranen, die tientallen jaren
hun aandeel hebben gegeven aan de
drankbestrijding op velerlei terrein.
Alvorens hiertoe werd overgegaan
volgde de bestuursverkiezing, waar
bij bleek, dat de voorzitter H. Zun-
derman Sr. en de penningmeester M.
L. Mussert Sr. zich niet meer her
kiesbaar stelden. Zij meenden, dat
zo langzamerhand de tijd voor hen
gekomen was om het werk aan jon
geren over te dragen. Het bestuur is
thans als volgt samengesteld: J. L.
Tooren, voorzitter; H. A. Wijrdeman,
Evertsenstraat 62, secretaris; mej. A.
Oostveen, penningmeesteresse; H.
Wolting, H. Zunderman Jr., mevr. P.
BurgerjonBloemendaal en mevr.
M. Soydaatv. d. Vegt, bestuurs
leden.
Bij het afscheid van de twee aftre
denden herinnerde de heer Zunder
man Jr. aan het vele werk, dat de
heer Mussert en Zunderman voor de
drankbestrijding Rebben gedaan. De
heer Mussert is vele jaren secretaris
geweest van de Reclasseringsdag,
daarnaast correspondent van de afd.
Reclassering uitgaande van de Ned.
Vereniging. Dat de collecten voor de
Reclasseringsdag een behoorlijk re
sultaat gaven te zien, is voor een niet
gering gedeelte te danken aan de
ernst en toewijding, waarmede dit
werk werd aangepakt. In het bestuur
van de afdeling heeft hij de functies
van secretaris en penningmeester
waargenomen en dit werk altijd op
een voortreffelijke wijze gedaan.
De heer Zunderman is vele jaren
bestuurslid geweest van de afd. Lei
den, aanvankelijk als secretaris en
daarna als voorzitter; daarnaast be
stuurslid van het Leidse Drankweer
Comité en lid van de Zuid-Hollandse
Propaganda Commissie van de N.V.
Hij is nog penningmeester van de
V.A.S.-commissie te Leiden.
Als blijk van waardering voor het
vele werk, dat de scheidenden heb
ben verricht, werd hen een boeken-
bon aangeboden.
Zondagmiddag is een negenjarige
jongen uit Amsterdam, die op het
dak van een timmerfabriek aan de
Brouwersgracht te Amsterdam was
i geklommen, door een daklicht, dat
l niet met glas, maar met papier be-
l dekt was, gevallen.
De jongen viel van een hoogte van
ongeveer zeven meter op een beton
nen vloer en overleed ter plaatse
aan de gevolgen van de val.
7.15 Gym.; 7.30 Gram.; VPRO: 7.50
•Dagopening; AVRO; 8.00 Nieuws;
8.44 Gram.; 9.00 Morgenwijding; 9.15
(Gram.; 9.30 V. d. vrouw; 9.35 Gram.;
10.50 V. d. kleuters; 11.00 V. d. zic-
ken; 11.30 Pianorecital; 12.00 Muset-
i te ork.; 12.30 Land- en tuinb. meded.;
I 12.33 V. h. platteland; 12.40 Gram.
13.00 Nieuws; 13.15 Meded. of gram.;
13.20 Amus. muz. 13.50 Gram.; 14.00
„Wij ontdekken Amerika"; 14.30
Gram.; 14.40 Schoolradio; 15.00 Gram.
15.15 V. d. vrouw; 15.45 Gram.; 16.30
V. d. jeugd; 17.30 Amus. muz.; 17.45
Rep. of gram.; 18.00 Nieuws; 18.15
Pianospel; 18.30 Mil. caus.; 18.40 In
tern. tenniskampioenschappen te
Wimbledon; 18.50 Gram; 19.00 „Paris
voius parle"; 19.05 Fanfare ork.; 19.30
Pianotrio; 20.00 Nationaal program
ma: zie Hilversum I
33)
„Waar denk je aan, Gordon?"
vroeg Lucia. „Begrijp jij er iets
van?"
De stuurman knikte. Hij keek het
meisje ernstig aan. „Dit is zeer ern
stig, Lucia," merkte hij op. „Weet je
wat dit is?"
Het meisje keek hem angstig aan.
„Zeg me, Gordon, wat is dit? Wat is
er zo ernstig?"
„Deze dingen zyn vanmorgen uit
de hut van mrs. O' Connell gesto
len."
Lucia sloeg een hand voor haar
mond, als om een gil te smoren. Ze
zocht steun tegen de muur en hijg
de: „Gordon, je denkt toch niet, dat
ikZe maakte haar zin niet af,
doch het was duidelijk genoeg voor
Gordon, wat zij had willen zeggen.
„Ik moet eerlijk bekennen, dat"me
dat onwaarschijnlijk voorkomt. Dan
zou je dat toch niet aangeven. Er
was bovendien wel 'n andere plaats
voor je te vinden, dan deze. Ik moet
dit rapporteren. Maak je verder niet
ongerust. Als je onschuldig bent, zal
dit blyken."
Spontaan greep de filmster zijn
hand. „Dank je, Gordon, je doet erg
veel voor me."
„Ik doe alleen mijn plicht. Deze
zonderlinge en hoogst ingewikkelde
zaak zal uitgezocht worden en de
moordenaar van Pete O'Connell zal
op de electrische stoel komen. Dat
verzeker ik je."
Het was Gordon bloedige ernst.
Meer dan ooit was hij besloten om
alles te doen om deze moordzaak op
te lossen. „Ik zie je nog wel," zie hij.
„Ik denk, dat de kapitein je ook nog
even spreken wilt."
Met zijn nieuw verworven buit be
gaf hij zich op weg naar de hut van
mrs Tequita O' Connell. Rustig en
beheerst, met een gezicht alsof het
haar eigenlijk helemaal niet aanging
bekeek de vrouw hetgeen Gordon
haar toonde.
„Dit zijn mijn sieraden en de pak
jes brieven behoren aan wijlen mijn
echtgenoot."
„Bent u er zeker van?" vroeg Gor
don. „Mist u iets en kunt u zien of
er aan de zegels geknoeid is?" Nog
maals beschouwde mrs. O'Connell de
voorwerpen.
„Ik geloof niet, dat er iets ont
breekt," zei ze. „En zover ik daar
over kan oordelen, is er niets aan de
zegels veranderd. Ik verklaar verder
nogmaals, dat deze goederen mijn ei
gendom zijn."
„Ik kan ze u nog niet afstaan, daar
ik ze eerst aan de kapitein moet to
nen. Wellicht zullen ze verder als
bewijsmateriaal moeten dienen."
Mrs O' Connell stemde daar in toe.
Gordon wandelde verder en bezocht
voor de zoveelste maal die dag de
hut van de kapitein. Met nauw ver
holen genoegen zag hij de verbaasde
blik, waarmee Michael Jones naar de
voor hem op het bureau uitgestalde
artikelen keek.
„Waar heb je die nu weer gevon
den?" ^roeg hij.
„Ik neo ze niet gevonden. Miss
Marino heeft ze in haar hut in haar
kast ontdekt."
Ongelovig schudde de kapitein het
hoofd.
„Wist zij, dat je voor die sieraden
en de brieven kwam?"
„Ik ontmoette haar, toen ik juist
naar haar toe wilde gaan. Voordat ik
nog iets kon zeggen, voor ik zelfs
maar tegen haar kon zeggen, dat ik
naar haar op weg was, vertelde ze
mij al, dat ze naar me gezocht had.
Ze had in haar hut een vreemde ont
dekking gedaan en die wilde ze me
tonen. Het waren de voorwerpen,
die hier voor u liggen en die door
mrs O' Connell als haar eigendom
herkend zijn."
„Dat is vreemd, zeer vreemd
zelfs," mompelde de kapitein voor
zich uit en hij voegde er op ongedul
dige toon aan toe: „Zoals alles in de
ze zaak even vreemd en onverklaar
baar is."
Hij tikte ongeduldig met zijn vin
ger op de leuning van zijn stoel en
vroeg dan: „Heb jij hier soms ook al
een verklaring voor gevonden?"
Gordon schudde het hoofd. „Het is
voor mij een even groot raadsel, als
het voor u is," verklaarde hy. „Als
miss Marino de dievegge is, waarom
gaf zij dan uit vrije wil die diefstal
aan? Ze heeft die brieven niet on
derzocht. U kunt zelf zien, dat de ze
gels niet geschonden zijn. Mrs. O'
Connell verklaart dat ook. Ziet u
hier licht? Ik niet."
Dan keek de kapitein Gordon plot
seling aan. „Vind jij niet, dat alles
steeds maar in de richting van miss
Marino wijst? Ik geloof, dat we haar
het scherpst in de gaten moeten hou
den. Er is iets bijzonders met haar".
Gordon liep met zijn handen in
zijn zakken het vertrek op en neer.
„Het is waar, wat u zegt, maar
toch.Ik zal eens met Rodriguez
over die nieuwe ontdekking spreken.
Wilt u miss. Marino eerst nog aan
een verhoor onderwerpen?"
„Ik heb eigenlijk weinig tyd,"
aarzelde de kapitein. „'Die vervloekte
geschiedenis kost toch al zoveel tijd.
Ik moet de eerste helpen. Doordat
jij buiten dienst staat heeft hij dub
bel werk. Maar ik wil toch die jonge
dame nog eens aan de tand voelen."
„Ik zal haar even halen," zei Gor
don. Hij vond de filmster nog in
haar hut. Hij deelde haar het ver
zoek van de kapitein mee.
„Wat wil hij?" vroeg het meisje,
hem ongerust aanziend.
„Hij wil je alleen wat vragen stel
len. Geef daar maar eerlijk ant
woord op. Dat is het beste."
Miss Marino stond op en volgde hem
zwijgend.
Kapitein Jones nodigde haar
vriendelijk uit om te gaan zitten.
„Het is een eigenaardig geval, miss
Marino", begon hij. „Hebt u enig
idee, hoe die goederen in uw hut ge
komen zijn?"
„Neen, ik begrijp er niets van,"
verklaarde het meisje. „Iemand moet
ze in mijn kast verborgen hebben,
toen ik niet aanwezig was. Wie dat
gedaan heeft, weet ik niet. Ik ont
dekte het vanmiddag, toen ik naar
een japon zocht. Ik ben toen naar
uw tweede stuurman opzoek gegaan
maar kon hem niet onmiddellijk vin
den. Later ontmoette ik hem en ver
telde hem mijn ontdekking. De rest
zal hij u wel verteld hebben."
„Dat heeft hij, maar ik wilde u nog
wat anders vragen. Kunt u opgeven,
waar u vanmorgen geweest bent?"
„Zeker, kan ik dat. Ik ben lange
tijd in de rooksalon geweest, waar ik
heb zitten lezen. Verschillende pas
sagiers hebben mij daar gezien."
„Waar was u tijdens het ontbijt?"
„In myn hut. Ik heb lang gesla
pen, want ik ging laat naar bed."
Het gezicht van de kapitein betrok
even, toen hij naar de reden van dat
lange opblijven giste. „U hebt na
tuurlijk geen getuigen, die dit kun
nen bevestigen?"
„Hoe zou ik dat kunnen? Ik ben
niet eerder dan ca. 9.30 opgestaan.
Voordien heb ik niemand gezien."
Kapitein Jones knikte. Hij dacht
even na en knikte toen tevreden.
„Kunt u verder nog iets verklaren,
dat een eventueel licht werpt op de
ze diefstal?"
(Wordt vervolgd)