Zijn erfdeel lijdt nu aan scheuring en 'n stijgende vloed van ongeloof De Knokkepsbupcht Hij was als een pelgrim, wien de aarde geen vast woon biedt Twee vrouwen waagden hun leven om 'n 2-jarig meisje te redden BICMPANiÉvl Afscheid bij De Blauwe N*V* Oceaan- liefde MAANDAG 28 JUNI 1954 DE LE1DSE COURAH'i 1WEEUE BLAD EAÜINA 3 Nederlandse Bisschoppen over St. Bonifatius De Aartsbisschop-Coadjutor van Utrecht en de Bisschoppen van Ne derland hebben gisteren de volgende brief doen voorlezen: In deze dagen herdenken allen in West-Europa, die de Naam van Christus belijden de heilige dood van Bonifatius, die twaalf eeuwen gele den om wille van het geloof in Chris tus werd gedood, en die door onze H. Vader de Paus onlangs in zijn encycliek zo treffend werd herdacht. Wij Katholieken vereren in hem de heilige Bisschop en martelaar, die het geloof in Jezus Christus heeft gepre dikt aan onze vaderen, die hun de hoop op de eeuwige goederen heeft geschonken, die hun harten heeft ont sloten voor de liefde, waardoor wij in Christus God als onze Vader liefheb ben en aanbidden. Onweerstaanbare roeping. Als de eigenlijke Stichters van de Kerk in Nederland vereren wij de H. Servatius en de H. Willibrordus. St. Bonifatius koos zijn arbeidsveld voornamelijk buiten de grenzen van ons vaderland, maar ook hij strekte zijn zorg uit over deze gewesten, stond St. Willibrord ter zijde, had na de dood van St. Willibrord een tijd lang de zorg en het bestuur van het PAARDENSPORT DRAVERIJEN TE DUINDIGT. De uitslagen van de gehouden rennen te Duindigt (renmeeting) luiden: MarjolettaprU". Afstand: 1350 m. Han dicap B voor Nederlandse paarden van 3 jaar en ouder. 1. Sunrise (H. J. v. d. Kraats) tijd: 126; 2. Mephistopheles (H. Leenheer); 3. Samson (S. Ossendrijver). Toto: w. ƒ1,80; pl. ƒ1,30, 2,10, 1.70; gek. ƒ4,90; cov. ƒ8.40. Prestoprijs. Afstand: 950 m. voor Ne derlandse maidens van 2 jaar. 1. Aijuila (H. Pije) tfjd: 1.03.2; 2. Colnika (F. Del- brassinne); 3. Young Nicky CA. W. van Dijk). Toto: w. ƒ2,90; pl. 1,30, 1,50; gek. ƒ5,70; cov. 2,80. Cavalierprijs. Afstand: 1900 m. Han dicap voor paarden van 4 jaar en ouder. Voor amateurs. 1. Pepito (A. E. Selens) tijd: 2.07.6; 2. Koridon (H. H. A. M. Eys- vogel); 3. Invicta (H. G. Dekkers). Toto: w. ƒ7,20; pl. ƒ3,90, ƒ2,10; gek. ƒ7,70; cov. ƒ4,40. Ormeaprijs. Afstand: 1700 m. Handicap A voor paarden van 4 jaar en ouder. 1. Truus (H. J. v. d. Kraats) tijd: 1.52; 2. Britoly (J. Desmet); 3. Silver Slipper (S. Malatinszky). Toto: w. ƒ2,10; pl. ƒ1,30, 1,40; gek. ƒ3,30; cov. ƒ2,30. Nuit Blancheprijs. Afstand: 2800 m. Hordenren voor paarden van 4 jaar en ouder. 1. Tsatli <H. Pije) tijd: 3.24; 2. Chiberta (A. Montane); 3. Benjamin (G. W. Groos). Toto: w. ƒ1.90; pl. ƒ1,30, 1,70; gek. ƒ4,—; cov. ƒ4,30. Totale omzet: 18.511, POSTDUIVEN Kring Leiden en Omstreken. Uit slag van de wedvlucht met oude duiven gehouden 19 Juni 1954 vanaf St. Denis. In concours waren ditmaal 216 duiven gezet en zijn gelost te 9.15 uur met Z.O. wind. Ditmaal was het verloop beter dan de vorige week en v/erden dan ook tamelijk hoge snelheden gemaakt. J. Moolenaar te Lisse wist ditmaal de eer ste te pakken te 14.45 uur, snelheid 1246 m. p. m. E. v. d. Hooff te Katwijk sloot de rij te 15.42 uur, snelheid 1015 m. p. m. De uitslag is verder: J. Mooler.aar, Lisse, 1; W. v. Rhijn, Katwijk, 2; W. Nagte- gaal, Leiden, 3, 15, 42; E. v. d. Hooff, Katwijk, 4, 20, 44; J. Boekkooi, Leiden. 5. 13. 34, 37, 40; B. Paauw, Katwijk. 6, 33; L. Drost, Sassenheim, 7; N. de Kuy- per, Lisse, 8, 14; J. de Weerd, Leiden, 9, 17, 22; P. Varkevisser, Katwijk, 10. Het Oosten. .Wedvlucht vanaf Or leans op Zaterdag 26 Juni 1954. In con cours 149 duiven, welke om 7 uur met Z.W. wind werden gelost. De eerste duif bereikte zijn hok om 13.Ó.16 uur en maakte 'n snelheid van 1410.17 m. p. m.; de laatste prijswinnaar om 15.08.12 uur met een snelheid van 1041.50 m. p. m. De uitslag luidt: R. Lolkes de Beer 1, 6, 8, 29; F. Breedijk 2, 9; J. R. Smits 3; J. v. Leeuwen 4. 14, 34; J. C. van der Weele 5; L. Burgers 7, 22; W. Harteveld 10, 11; W. Nagtegaal 12; B. Singeling 13, 31; W. Alting 15, 16, 17. 't Centrum (Alphen a. d. RUn). Döor de Postduivenvereniging 't Cen trum werd deel genomen aan de wed vlucht van Pt. St. Maxcence over een afstand van 345 km. De uitslag was als volgt: T. Domburg 1, 5; J. Tuinenburg 2, 3; H. C. Woerde 4, 7; A. Vemes 6. bisdom Utrecht en zijn laatste reis als missionaris was naar het Noor den van ons land, naar Friesland. Daar stierf hij als martelaar met ve len van zijn gezellen, in het jaar des Heren 754, op Woensdag onder het Octaaf van Pinksteren in de nabij heid van Dokkum. Het Christendom was daar nauwe lijks gepredikt. De heidense eredienst was er in volle bloei. Juist daarom verlangde Bonifatius naar deze mis siereis, ofschoon hij zich van de ge varen bewust was. Voor zijn vertrek uit Mainz zeide hij tot zijn opvolger: „Ik kan van deze lang gehoopte reis niet afzien. Mijn laatste dag nadert. Weldra zal ik uit de gevangenis van dit lichaam bevrijd, de eeuwige be loning plukken Aan Uw wijs be leid laat ik het over te voorzien in alles, wat ik voor deze reis nodig heb. Leg in mijn boekenkist ook het linnen om mijn versleten lichaam in te hullen". (Willibaldus, Vita Boni- fatii, c. 8. Vgr. dr. W. Lampen, Wil librord en Bonifatius, A'dam, 1939). De zending. Dierbare Gelovigen, in deze woor den spreekt de geest en het hart van de Heilige, die mede heeft gearbeid aan de stichting van de Kerk in Ne derland. Evenals St. Willibrord vroeg St. Bonifatius zyn zending aan de H. Stoel te Rome. Toen Bonifatius zijn prediking in Europa begon, schreef Paus Gergorius II aan de hei denen in Thüringen: „Wij hebben hem niet naar U gezonden om tijde lijk voordeel te behalen, maar om Uw zielen te winnen. Bemint dus God en ontvangt in Zijn Naam het Doopsel, want de Heer, onze God heeft voor die Hem liefhebben bereid wat noch mensenoog ooit heeft aan schouwd, noch ooit in het hart van een mens is opgekomen. Verzaakt dus aan alle slechte werken en doet goed; aanbidt geen afgodsbeelden en offert geen vlees, want God aanvaardt dat niet, maar doet alles, wat onze broe der Bonifatius U zal leren". (Epistola 25. Epistola^ selectae.... S. Boni- fatii, ed. M. Tangl, Berlin 1916). Zietdaar de zending van bisschop Bonifatius door de Kerk tot de hei denen. Op de achtergrond zien wij voor ons oprijzen het tafereel, dat beschreven wordt aan het einde van het Mattheus-Evangelie: „Jezus trad op hen toe en sprak: „Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. Gaat dan heen, maakt alle vol keren tot leerlingen, en doopt hen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, en leert hen onderhouden al wat ik U heb geboden. En ziet, Ik ben met U, alle dagen tot aan het einde der wereld. (Mt. 28, 18-29). „Hier zien wij de twaalf, die uitgezonden wor den over de ganse wereld, en wier zending en taak eerst zijn afsluiting vindt bij het einde van de wereld. De Kerk rijst op in woord en sacra ment, in een levend geloof, dat de ge boden liefheeft, geheel en al betrok ken op haar Heer. Het is de Kerk Gods, die vast staat op de steenrots en door de poorten der hel nooit kan worden overweldigd, een vaste hoop en toevlucht voor allen, die in haar wonen. Want achter deze twaalf staat de Heer Jezus Christus, die met al len verblijft, aan wie de sleutels van het hemelrijk worden toevertrouwd, en met Hem de Vader en de Heilige Geest, de driewerf heilige God, wiens glorie de tempel des Heren vervult. Alle arbeid in de Kerk geschiedt uit 's Heren Naam ,in Zijn kracht en op Zijn gezag. Alle arbeid geschiedt ook met het uitzicht op Hem, die eens op het einde zal wederkomen in heerlijkheid, om pas dan ten volle de heerschappij van Zijn Vader te vestigen in Gods Rijk. Deze toekom stige, alle begrip te boven gaande heerschappij van God is als de hori zon, waarnaar de hoop der Kerk steeds uitziet. Waarheid, die niet faalt. Zo zijn de Apostelen vervuld van Christus' Geest na het Pinksterwon- der met vrijmoedigheid de wereld in getrokken. Zij wisten, dat hun hoop niet ijdel zou kunnen zijn, zij leefden van het visioen, dat de H. Stephanus voor zich zag: „de heerlijkheid Gods en Jezus staande aan de rechter hand Gods". (Hand. 7,55). Een Servatius, een Willibrord en een Bonifatius werden in hun onver moeide arbeid om de Kerk in onze streken te vestigen, voortgestuwd door het zelfde ideaal: alles hier op aarde te verlaten en voor Christus te worden als pelgrims, aan wie de aar de geen vaste woonplaats biedt, die smachten naar het hemels vaderland. In nauwe verbondenheid met de Moederkerk van Rome gaven zij zich met heilige moed aan de dienst van alle volkeren, de dienst der Kerk. Ze wisten, zoals de H. Bonifatius zeide, dat de Waarheid, waarvoor zij werkten, vermoeid kon raken, nooit echter kon falen of worden overwon nen". De marteldood. Het getuigenis van de H. Bonifatius groeide uit tot de kracht en de lief de van het martelaarschap. Is de martelaar niet de getuige van de heldhaftige trouw, de heldhaftige liefde? Er is geen sterven, dat ons meer gelijk maakt aan Christus, meer verbonden met Christus, dan het ge tuigenis des bloeds voor de Waarheid, die wij geloven, voor het Heil, waarop wij hopen, voor Jezus Christus, die wij beminnen. De martelaar legt door de kracht van de H. Geest met zijn leven getuigenis af van de waarheid des geloofs. Toen hij werd aangevallen, hief Bo nifatius het Evangelieboek op boven zijn hoofd en ving daarin de slag van bet zwaard. Zo vat hij in zijn sterven geheel zijn leven samen: Hij houdt ons vóór het Evangelie van Jezus Christus, hij legt getuigenis af van de hoop op de wederopstanding. „Het geloof is een vaste grond voor wat men hoopt, een overtuiging over din gen, die men niet ziet (Hebr. 11, 1). Aan de volkeren van West-Euro pa heeft Bonifatius het geloof ge bracht; hij heeft in hen een nieuwe en waarachtige hoop doen leven. Het bloed van deze martelaar is het zaad der Kerk geworden. Op St. Bonifa tius mogen wij toepassen het woord van de H. Paulus aan de Korinthiërs: „Tijdens ons leven worden wij voort durend ten dode overgeleverd, om Je zus' wil, opdat ook het leven van Je zus door ons sterfelijk vlees wordt geopenbaard. Zo werkt de dood in ons, het leven in U". (II Kor. 4, 11-12). Aan ons de vrucht. Dierbare Gelovigen; wij hebben dit erfdeel van St. Bonifatius mogen ont vangen. Het kan ons echter niet ont gaan, dat de Kerk door St. Bonifatius in deze landen geplant, heeft geleden en nog dagelijks lijdt, door de scheu ringen, die over haar gekomen zijn. In onze dagen wordt zij bedreigd door een stijgende vloed van ongeloof, Na het verlies of de verzwakking van het geloof zijn velen aangegre pen door twijfel aan de zin van hun bestaan, door een geest van doffe wanhoop. Wij kunnen deze wereld slechts hel pen, door een sterk geloof, dat ons leven richt op de goederen, die niet van deze wereld zijn. Laat ons dan, gesteund door zulk een getuige, „iedere belemmering en hinder van zonde wegwerpen van ons, en met volharding de wedloop begin nen, die voor ons ligt, het oog ge- i vestigd op Jezus, aanvang en eiDde van het geloof", (vgl. Hebr. 12, 1). i Voor de onzekerheid en wanhoop van deze wereld is geen andere red- j ding dan in de Naam van Jezus Chris. tus. „Want onder de hemel is geen an- dere Naam aan de mensen gegeven waardoor we zalig moeten worden". (Hand. 4, 12). Het lijden, dat gekomen is over de Kerk en over ieder van haar kinderen tengevolge van de scheuring kunnen wij slechts over winnen door de liefde Gods in Christus Jezus onze Heer, waarvan dood noch leven ons kunnen schei- 1 den. (vgl. Rom. 8, 39). Heldenmoed op onbewaakte overweg De 2-jarige Henriette van Berkel uit Hengelo is Vrijdagmiddag oorzaak geweest van veel spanning en heldenmoed rondom de onbewaakte overweg op de Venderinksweg. In blanke onschuld liep het meisje daar op de spoorbaan, juist op het moment, dat de trein uit Deiden naderde. De 56-jarige mevrouw Hamer, die het kindje de dood tegemoet zag lopen, rende de spoorbaan op. teneinde het kindje voor de trein weg to trekken. Zij dreigde hier echter tijd te kort voor te zullen hebben en dit bracht weer de 18-jarige Tineke Wessels in actie. Zij rende op haar beurt de spoorbaan op, greep de dame en het kindje en smeet hen langs de spoorbaan, terwijl ze zichzelf met een sprong; in veiligheid würt te brengen voor de trein, die hen tot op enkele meters genaderd was. De dame en het kindje kwamen in de sloot langs de spoorweg terecht en rillend van schrik bracht de machinist zijn trein tot stilstand. De twee drenkelingen werden uit de sloot gehaald; er werd gehuild en ge lachen, en met enkele minuten vertraging kon de trein het strijdperk achter zich laten. Steeds maagpijn? ÏMat U niet kwellen. (Advertentie) Bijzondere viering. Christus heeft tot Zijn Apostelen gezegd, dat Hij met hen zou zijn tot aan het einde der tijden; Hij kwam tot ons in de persoon van Bisschop Bonifatius. Hij blijft onder ons in de persoon van Zijn Bisschoppen. Onze trouw aan Christus belichaamt zich 90 99 2 'f&RTCR.op HETSTmia^Ieq.lemn.kuity Heps! [ueidrr voert een sneltrein ons vier- tri nrrr hoEK-vrn- Hollrnd,v/rhr zii op de rrde de mru boot cr rn opwroe ten, wrrrueeIrne bier moet rrn- rouen. Hou zeg, nu stssn pèlk/zhebben het er mor hier si een M uur'.lover, hoor Hntelambiek fj. (tel immers we! 'cadeauim. izr 1 I'I ■'"■■"■iia,I*- Mn zats ieder normal mens jf geen kdpstok... daarom in onze trouw aan de Bis schoppen. Laat ons hierin „vasthou den aan het erfdeel onzer vaderen" (I Mach. 15, 34), en op deze wijze waardig vieren ter ere Gods St. Bo nifatius, martelaar, een der grootste getuigen voor de heerschappij van Christus in ons vaderland. Nu geheel christelijk Nederland zich opmaakt om te gaan herdenken, wat ons vaderland aan het werk en aan de zalige marteldood van St. Bo nifatius te danken heeft, bepalen Wy dat op Zondag 4 Juli a.s. in alle kerken en kapellen een plechtige vo- tiefmis van de H. Bonifatius zal wor den gecelebreerd en sporen Wij de ge lovigen aan om deze H. Mis by te wonen om aldus God te danken voor de genade van het geloof en God te bidden voor de instandhouding van het levende christelijke geloof in ons vaderland. Tevens schijnt het Ons billijk toe dat Nederland zyn dankbaarheid je gens de H. Bonifatius voor het H. Geloof dat hij ons heeft gepredikt en met zijn bloed bezegeld heeft, tot uiting brengt in een daad van ge- ioofsverbreiding en geloofsverdedi- ging ten gunste van West-Europa, dat aan de werkzaamheid van St. Bonifa tius zoveel dank verschuldigd is. Daarom bepalen Wij dat op Zondag 4 Juli a.s. in alle kerken en kapel len een collecte zal worden gehouden, waarvan de opbrengst bestemd zal worden om in het kader van de Oost- priesterhulp door de bouw van een kerk of klooster het christelijk ge loof in West-Europa te versterken. Aetherklanken DINSDAG HILVERSUM I 402 M 7.00 KRO 20.0024.00 Nationaal pr. KRO: 7.00 Nieuws; 7.10 Gram.; 7.45 Morgengebed en lit. kal. 8.00 Nieuws en weerber.; 8.15 Plechtige Hoogmis; 9.30 Gram; 9.35 Waterst.; 9.40 „Licht baken"; 10.00 V. d. kleuters; 10.15 Gram. 10.45 Lichte muz.; 11.00 V. d. vrouw; 11.30 Schoolradio; 12.00 Angelus; 12.03 Gram.; 12.30 Land- en tuinb.meded.; 12.33 Gram. 12.55 Zon newijzer; 13.00 Nieuws en kath. nws; 13.20 Groot Amus. ork. en soliste; 14.00 Franse chansons; 14.20 Gram.; 14.55 Omr. ork.; 15.25 Gram. 15.30 Ben je zestig?; 16.00 V. d. zieken; 16.30 Ziekenlof; 17.00 V. d. jeugd; 17.45 Regeringsuitz: Nederland eri de we reld: Uitwisselingsprogr. over India; 18.00 V. d. jeugd; 18.15 Gram.; 18.20 Sportpraatje; 18.30 RVU: „Vogelleven op de Eng. rotskust" (Farne-Isiands) door dr G. van Beusekom; 19.00 Nws 19.10 Act; 19.15 „Uit het Boek der Boeken"; 19.30 Gram. Nationaal pro gramma: 20.00 Nieuws; 20.05 „Geeft acht", wedstrijd tussen Zeemacht, Landmacht en Luchtmacht; 21.30 „Echt of onecht?", prijsvraag ten bate v. h. Prins Bernhard Fonds; 21.50 Openluchtconc.; 22.35 „De Burger luchtvaart schiep een „Derde Weg"; toespraak; 22.45 Gram.; 23.00 Nieuws 23.15 Dansmuz.; 23.45 Gram.; 23.50 Dagsluiting; 23.5824.00 Wilhelmus en sluiting. HILVERSUM II 298 M. 7.00 AVRO 7.50 VPRO 8.00 AVRO 20.0024.00 Nationaal progr. AVRO: 7.00 Nieuws; 7.10 Gram.; Op de jaarvergadering van de Ned. Ver. tot afsch. v. alc. dranken afd. Leiden werd afscheid genomen van twee veteranen, die tientallen jaren hun aandeel hebben gegeven aan de drankbestrijding op velerlei terrein. Alvorens hiertoe werd overgegaan volgde de bestuursverkiezing, waar bij bleek, dat de voorzitter H. Zun- derman Sr. en de penningmeester M. L. Mussert Sr. zich niet meer her kiesbaar stelden. Zij meenden, dat zo langzamerhand de tijd voor hen gekomen was om het werk aan jon geren over te dragen. Het bestuur is thans als volgt samengesteld: J. L. Tooren, voorzitter; H. A. Wijrdeman, Evertsenstraat 62, secretaris; mej. A. Oostveen, penningmeesteresse; H. Wolting, H. Zunderman Jr., mevr. P. BurgerjonBloemendaal en mevr. M. Soydaatv. d. Vegt, bestuurs leden. Bij het afscheid van de twee aftre denden herinnerde de heer Zunder man Jr. aan het vele werk, dat de heer Mussert en Zunderman voor de drankbestrijding Rebben gedaan. De heer Mussert is vele jaren secretaris geweest van de Reclasseringsdag, daarnaast correspondent van de afd. Reclassering uitgaande van de Ned. Vereniging. Dat de collecten voor de Reclasseringsdag een behoorlijk re sultaat gaven te zien, is voor een niet gering gedeelte te danken aan de ernst en toewijding, waarmede dit werk werd aangepakt. In het bestuur van de afdeling heeft hij de functies van secretaris en penningmeester waargenomen en dit werk altijd op een voortreffelijke wijze gedaan. De heer Zunderman is vele jaren bestuurslid geweest van de afd. Lei den, aanvankelijk als secretaris en daarna als voorzitter; daarnaast be stuurslid van het Leidse Drankweer Comité en lid van de Zuid-Hollandse Propaganda Commissie van de N.V. Hij is nog penningmeester van de V.A.S.-commissie te Leiden. Als blijk van waardering voor het vele werk, dat de scheidenden heb ben verricht, werd hen een boeken- bon aangeboden. Zondagmiddag is een negenjarige jongen uit Amsterdam, die op het dak van een timmerfabriek aan de Brouwersgracht te Amsterdam was i geklommen, door een daklicht, dat l niet met glas, maar met papier be- l dekt was, gevallen. De jongen viel van een hoogte van ongeveer zeven meter op een beton nen vloer en overleed ter plaatse aan de gevolgen van de val. 7.15 Gym.; 7.30 Gram.; VPRO: 7.50 •Dagopening; AVRO; 8.00 Nieuws; 8.44 Gram.; 9.00 Morgenwijding; 9.15 (Gram.; 9.30 V. d. vrouw; 9.35 Gram.; 10.50 V. d. kleuters; 11.00 V. d. zic- ken; 11.30 Pianorecital; 12.00 Muset- i te ork.; 12.30 Land- en tuinb. meded.; I 12.33 V. h. platteland; 12.40 Gram. 13.00 Nieuws; 13.15 Meded. of gram.; 13.20 Amus. muz. 13.50 Gram.; 14.00 „Wij ontdekken Amerika"; 14.30 Gram.; 14.40 Schoolradio; 15.00 Gram. 15.15 V. d. vrouw; 15.45 Gram.; 16.30 V. d. jeugd; 17.30 Amus. muz.; 17.45 Rep. of gram.; 18.00 Nieuws; 18.15 Pianospel; 18.30 Mil. caus.; 18.40 In tern. tenniskampioenschappen te Wimbledon; 18.50 Gram; 19.00 „Paris voius parle"; 19.05 Fanfare ork.; 19.30 Pianotrio; 20.00 Nationaal program ma: zie Hilversum I 33) „Waar denk je aan, Gordon?" vroeg Lucia. „Begrijp jij er iets van?" De stuurman knikte. Hij keek het meisje ernstig aan. „Dit is zeer ern stig, Lucia," merkte hij op. „Weet je wat dit is?" Het meisje keek hem angstig aan. „Zeg me, Gordon, wat is dit? Wat is er zo ernstig?" „Deze dingen zyn vanmorgen uit de hut van mrs. O' Connell gesto len." Lucia sloeg een hand voor haar mond, als om een gil te smoren. Ze zocht steun tegen de muur en hijg de: „Gordon, je denkt toch niet, dat ikZe maakte haar zin niet af, doch het was duidelijk genoeg voor Gordon, wat zij had willen zeggen. „Ik moet eerlijk bekennen, dat"me dat onwaarschijnlijk voorkomt. Dan zou je dat toch niet aangeven. Er was bovendien wel 'n andere plaats voor je te vinden, dan deze. Ik moet dit rapporteren. Maak je verder niet ongerust. Als je onschuldig bent, zal dit blyken." Spontaan greep de filmster zijn hand. „Dank je, Gordon, je doet erg veel voor me." „Ik doe alleen mijn plicht. Deze zonderlinge en hoogst ingewikkelde zaak zal uitgezocht worden en de moordenaar van Pete O'Connell zal op de electrische stoel komen. Dat verzeker ik je." Het was Gordon bloedige ernst. Meer dan ooit was hij besloten om alles te doen om deze moordzaak op te lossen. „Ik zie je nog wel," zie hij. „Ik denk, dat de kapitein je ook nog even spreken wilt." Met zijn nieuw verworven buit be gaf hij zich op weg naar de hut van mrs Tequita O' Connell. Rustig en beheerst, met een gezicht alsof het haar eigenlijk helemaal niet aanging bekeek de vrouw hetgeen Gordon haar toonde. „Dit zijn mijn sieraden en de pak jes brieven behoren aan wijlen mijn echtgenoot." „Bent u er zeker van?" vroeg Gor don. „Mist u iets en kunt u zien of er aan de zegels geknoeid is?" Nog maals beschouwde mrs. O'Connell de voorwerpen. „Ik geloof niet, dat er iets ont breekt," zei ze. „En zover ik daar over kan oordelen, is er niets aan de zegels veranderd. Ik verklaar verder nogmaals, dat deze goederen mijn ei gendom zijn." „Ik kan ze u nog niet afstaan, daar ik ze eerst aan de kapitein moet to nen. Wellicht zullen ze verder als bewijsmateriaal moeten dienen." Mrs O' Connell stemde daar in toe. Gordon wandelde verder en bezocht voor de zoveelste maal die dag de hut van de kapitein. Met nauw ver holen genoegen zag hij de verbaasde blik, waarmee Michael Jones naar de voor hem op het bureau uitgestalde artikelen keek. „Waar heb je die nu weer gevon den?" ^roeg hij. „Ik neo ze niet gevonden. Miss Marino heeft ze in haar hut in haar kast ontdekt." Ongelovig schudde de kapitein het hoofd. „Wist zij, dat je voor die sieraden en de brieven kwam?" „Ik ontmoette haar, toen ik juist naar haar toe wilde gaan. Voordat ik nog iets kon zeggen, voor ik zelfs maar tegen haar kon zeggen, dat ik naar haar op weg was, vertelde ze mij al, dat ze naar me gezocht had. Ze had in haar hut een vreemde ont dekking gedaan en die wilde ze me tonen. Het waren de voorwerpen, die hier voor u liggen en die door mrs O' Connell als haar eigendom herkend zijn." „Dat is vreemd, zeer vreemd zelfs," mompelde de kapitein voor zich uit en hij voegde er op ongedul dige toon aan toe: „Zoals alles in de ze zaak even vreemd en onverklaar baar is." Hij tikte ongeduldig met zijn vin ger op de leuning van zijn stoel en vroeg dan: „Heb jij hier soms ook al een verklaring voor gevonden?" Gordon schudde het hoofd. „Het is voor mij een even groot raadsel, als het voor u is," verklaarde hy. „Als miss Marino de dievegge is, waarom gaf zij dan uit vrije wil die diefstal aan? Ze heeft die brieven niet on derzocht. U kunt zelf zien, dat de ze gels niet geschonden zijn. Mrs. O' Connell verklaart dat ook. Ziet u hier licht? Ik niet." Dan keek de kapitein Gordon plot seling aan. „Vind jij niet, dat alles steeds maar in de richting van miss Marino wijst? Ik geloof, dat we haar het scherpst in de gaten moeten hou den. Er is iets bijzonders met haar". Gordon liep met zijn handen in zijn zakken het vertrek op en neer. „Het is waar, wat u zegt, maar toch.Ik zal eens met Rodriguez over die nieuwe ontdekking spreken. Wilt u miss. Marino eerst nog aan een verhoor onderwerpen?" „Ik heb eigenlijk weinig tyd," aarzelde de kapitein. „'Die vervloekte geschiedenis kost toch al zoveel tijd. Ik moet de eerste helpen. Doordat jij buiten dienst staat heeft hij dub bel werk. Maar ik wil toch die jonge dame nog eens aan de tand voelen." „Ik zal haar even halen," zei Gor don. Hij vond de filmster nog in haar hut. Hij deelde haar het ver zoek van de kapitein mee. „Wat wil hij?" vroeg het meisje, hem ongerust aanziend. „Hij wil je alleen wat vragen stel len. Geef daar maar eerlijk ant woord op. Dat is het beste." Miss Marino stond op en volgde hem zwijgend. Kapitein Jones nodigde haar vriendelijk uit om te gaan zitten. „Het is een eigenaardig geval, miss Marino", begon hij. „Hebt u enig idee, hoe die goederen in uw hut ge komen zijn?" „Neen, ik begrijp er niets van," verklaarde het meisje. „Iemand moet ze in mijn kast verborgen hebben, toen ik niet aanwezig was. Wie dat gedaan heeft, weet ik niet. Ik ont dekte het vanmiddag, toen ik naar een japon zocht. Ik ben toen naar uw tweede stuurman opzoek gegaan maar kon hem niet onmiddellijk vin den. Later ontmoette ik hem en ver telde hem mijn ontdekking. De rest zal hij u wel verteld hebben." „Dat heeft hij, maar ik wilde u nog wat anders vragen. Kunt u opgeven, waar u vanmorgen geweest bent?" „Zeker, kan ik dat. Ik ben lange tijd in de rooksalon geweest, waar ik heb zitten lezen. Verschillende pas sagiers hebben mij daar gezien." „Waar was u tijdens het ontbijt?" „In myn hut. Ik heb lang gesla pen, want ik ging laat naar bed." Het gezicht van de kapitein betrok even, toen hij naar de reden van dat lange opblijven giste. „U hebt na tuurlijk geen getuigen, die dit kun nen bevestigen?" „Hoe zou ik dat kunnen? Ik ben niet eerder dan ca. 9.30 opgestaan. Voordien heb ik niemand gezien." Kapitein Jones knikte. Hij dacht even na en knikte toen tevreden. „Kunt u verder nog iets verklaren, dat een eventueel licht werpt op de ze diefstal?" (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 7