'n Zeer matineuze ontmoeting met Komijntje aan de Koppoel HET WOORD IS AAN RIJP WETERING Om drie uur loopt de wekker af!! Vrouw met makke vissen ZATERDAG 26 JUNI 1954 DE LElt)SE CUURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 Molen van Lijkerpolder door ANK SCHOO (12 jaar). DEEDS NA ééN DAG kan de kaas uit het vat! Het vereiste model heeft dit beroemde product van de Leidse kaasmarkt dan nog niet, maar om dat te bewerkstelligen is een kleine moeite. Men zet de kaas on der de pers, bevestigt een gewicht aan een hefboompje en meteen ziet men de Leidse kaas, die de vorm had van een oude hoedendoos, lager en breder worden. Stukjes hout tussen de twee drukvlakken zorgen er voor, dat alle kazen hetzelfde model krij gen. Tien dagen pekel'bad is de laatste phase en dan kan alleen de tijd nog iets doen. Op heldere planken in de kelder bestaat ruimschoots gelegen heid om „belegen te worden". Ongeveer zes weken na de dag, waarop de witte melkstraaltjes hun melodietje speelden tegen de emmer- wand, rijdt de boer met de kazen naar de markt. En geen koe, die de wagen ziet gaan, zal denken: „Hé, daar gaat mijn melk van anderhalve maand geleden!'* Het is ook een moeilijke geschie- Na het karnen verzamelt de boerin flinke kluiten boerenboter. te wachten tot de mannen klaar zijn met melken. Want die melk gaat toch naar de kelder tot de andere och tend. Om dik drie uur staat de boerin op, om de melk af te romen. Het re sultaat van dit werkje gaat naar de karnmolen, die op betrekkelijk korte termijn een serie flinke kluiten boe renboter kan afleveren. De afgeroomde melk gaat in de grote kuip, om gescheiden te worden in wrongel en wei. ZWAAR WERK. Eerlijkheidshalve moeten we wel vermelden, dat de boerin na dit eerste karweitje nog even een uiltje gaat knappen, maar tegen half vijf is ze in elk geval in de kaasma kerij. De melk het was in dit ge val zeker 550 liter moet eerst op de goede temperatuur, ongeveer 25 graden, worden gebracht. Als dat ge beurd is, wordt er stremsel toege voegd, waarna het kostelijke vocht drie kwartier gelegenheid krijgt, om wat stijver te worden. Indien deze voorwaarden vervuld zijn, begint het roeren. Er zijn te genwoordig roermachines, maar op heel veel boerderijen wordt het nog met de hand gedaan. Zo op het oog is het een zwaar karwei, maar als men er geroutineerd in is, schijnt het Bij de foto's links: De melk wordt na het melken in de Deense kelder opge slagen, waar zij in bakken koel blijft. Rechts: De wrongel wordt in de kaasvaten gestort. roeren opnieuw, twintig minuten lang. De boer is tegen die tijd wel „onder de koe uit" en kan het werk van zijn vrouw overnemen, die dan haar aandacht kan wijden aan de karnmolen en de bouwsels, met welk woord de boterkluiten worden aan geduid. IN HET VAT. EINDELIJK KOMT ER aan 't roe- ren een einde. De bodem van de enorme kuip is bedekt met een dikke laag wrongel en de stukjes, die nog in de wei rond drijven worden ge vangen in een zeef, waar doorheen dit vocht gegoten wordt, alvorens het wordt aangewend voor de uitbreiding van de speklagen der varkens. Hon derden liters wei worden wegge- sjouwd, voordat men komt tot de bodembedekking, waarop alle moeite gericht was. In de kaasvaten wordt een laag wrongel gedaan en daarna verdwij nen de komijntjes en wat zout in de kuip. Met de hand wordt alles door- eengekneed. Het is een slag, om een evenredige vertegenwoordiging van komijntjes te krijgen. Opeenhopin gen zijn uit den boze. De boer heeft er een vaste hand van en vermoede- (Foto's: De Leidse Courant) HET DORP RIJPWETERING is gelegen aan de Wetering, die uitmondt in de Koppoel. 's Zomer is het er altijd druk. In Rijpwetering heeft zich de Eerste Nederlandse Zeilschool gevestigd. Zo zie je, dat Rijpwetering langzaam maar zeker opkomt. De Rip is omgeven door polderland. Bekende polders zijn: De Blauwpol- öer, de Lijkerpolder, de Akkerslootpolder en de Waterloospolder. Dit bete kent, dat er op Rijpwetering veel boeren zijn, want het land is best. Ook zijn er veel ambachtsheren. Er zijn wel drie café's: de Vergulde Vos is wel het bekendst. Dit was vroeger de aanleg van de boot, die op Leiden voer. Het is al zeer oud. Op Rijpwetering zelf wordt de sport heel weinig beoefend, op de voetbal na. De vereniging van Rijpwetering is pas naar le klasse A gepromoveerd. Tussen de Akkerslootpolder en de Waterloospolder ligt de Zomersloot. Hier komen 's winters de Merentocht en de Molentocht door. Als je dit water volgt kom je vanzelf op het Vennemeer. Een kruidenier zit zeer gunstig, vooral voor de sport. Ook de Jachtwerf Viking wordt druk bezocht. Ook woont er op Rijpwetering een vrouw, die makke vissen heeft. Ze komen zo uit haar hand eten. Op Rijpwetering zijn twee ordebewaarder» n.l. Willamsen en Van Geveren. Willemsen is opgeklommen van postcom- mandant tot opperwachtmeester. Op Rijpwetering is een mooie kerk, de O. L. Vrouwe kerk, waarvan Th. Kwakman pastoor is. Hij is al 79 jaar oud. Rijpwetering is zeer uitgebreid, het loopt van de Ringvaart tot Hoogmade. Je ziet dat Rijpwetering zder uitgestrekt is.. Maar toch is er nog land te kort. Vandaar dat ook uit Rijpwetering nog veel boerenzonen gaan emi greren. En zo heb ik Rijpwetering gehad. HERMAN STRAATHOF (12 jaar) \7ANDAAG IS HET WOORD AAN RIJPWETERING. De schooljeugd heeft weer naar de pen en tekenstift gegrepen en voor de zoveelste keer hebben wij begrepen, dat het niet meevalt, om onderwijzer te zijn. Gebogen over de pennevruchten van de jeugdige Rippers, zijn we tot aller lei conclusies gekomen in plaats van tot één. Juist denken we „dit opstel is keurig opgebouwd" of de „maar" komt de hersenen binnenhuppelen, waar de beslissing moet vallen. „Maar dit is erg origineel" of „Maar dat is toch reuze grappig". Er zijn zoveel maatstavenUiteindelijk is de beslissing zoals U elders op deze pagina kunt zien toch gevallen. De prijswin naars zijn genoteerd, maar toch willen wij hier even getuigen, dat de jon gens en meisjes, die „naamloos" gebleven zijn, heel wat in hun Ripse mars hebben. Ook in dit kleine dorpje aan de Koppoel wonen „pennevoerders in opkomst" en „tekenaars met talent". Voor het overige hebben wij ons be paald tot een wandeling, die niet zonder resultaat is gebleven, hoewel we er aanvankelijk een hard hoofd een bijzonder hard hoofd mogen we wel zeggen in hebben gehad. Vier Leidse kazen WANT OP JE STADSE ETAGE zien de dinger er dikwijls een voudiger uit, dan ze in werkelijkheid zijn. Je denkt: „Kom, een ochtend wandeling met hier en daar een praatje is weer eens iets anders. Dat kan leuk worden!" Maar in de practijk komt het hier op neer, dat je 's morgens rond zes uur Rijpwetering binnenfietst en daar direct komt te staan voor het pro bleem: „Wat nu?" Niet dat de Rippers langslapers zijn, verre van dat; het probleem schuilt meer in het feit, dat mensen, die voor dag en dauw uit hun bed stappen, over het algemeen niet erg spraakzaam zijn. Langs alle land weggetjes klinkt het „moj", de ge bruikelijke ochtendgroet op het ge moedelijke platteland en direct daar op vernee/nt men weer de eentonige maar wonderlijke melodie, die iedere dag opnieuw tienduizenden malen wordt gespeeld door dunne melk straaltjes, welke met kracht te gen de binnenkant van een emmer springen, om daarna tot bedaren te worden gebracht in de melkplas op de bodem. De boer, met de pet diep in de ogen en het hoofd in de koeien- flank gedrukt, zet na de groet zijn ochtendoverpeinzingen in de dauwi- ge weide voort en wie een beetje ge voel heeft voor de „genoeglijkheid des gerusten landmans" zal het niet in zijn hoofd halen, om een praatje aan te knopen. KOMIJNTJE. RflAAR ALS MEN KANS ziet tegen half zeven 'n boerderij binnen te komen, dan kan men getuige zijn van, een fikse bedrijvigheid. Wij hebben het voorrecht genoten, om vier grote Leidse kazen in -het vat te zien ver dwijnen. Het maken van Leidse kaas ver schilt nogal sterk van de werkwijze, die de volvette Goudse kaas het licht doet zien. Om te beginnen: Leidse kaas wordt maar éénmaal per dag gemaakt. Als 's avonds de koeien gemolken zijn, gaat de melk naar de kelder. Volgens de regels moet dat een „Deense kelder" zijn, welk begrip inhoudt de aanwezigheid van bak ken, waarin de melk gekoeld kan worden. De melk van de ochtend bevindt zich daar ook reeds. Een voordeel van de Leidse kaas makerij is, dat de boerin 's morgens direct kan beginnen en niet behoeft wel mee te vallen. In ieder geval moet men dat roeren een 'half uur volhouden. Intussen vormt zich de dikke witte wrongell, die naar de bodem zakt, terwijl de melk steeds meer een wa terig groen uiterlijk krijgt, dat be kend staat onder de naam wei. Deze wei, die nog heel wat vetbe- standdelen heeft, moet op een hogere temperatuur worden gebracht, onge veer 34 graden, en dan begint het Op de foto de boer en boerin: de lieer en mevr. Heemskerk van de boerderij „Zonder Geluk vaart nie mand wel". De afgeroomde melk wordt geroerd in een grote kuip om gescheiden te worden in wrongel en wei. lijk ook een harde hand, want de pit tige zaadjes, die op de boterham zo heerlijk smaken, hebben alle eigen schappen van ellendige houtsplin ters. Het laagje wrongel in het kaasvat heeft alleen tot doel te voorkomen, dat de komijntjes door de kaas zul len steken. Ook bij het afdekken wordt eenzelfde voorzorgsmaatregel genomen. Dat de wrongel er voor voelt om tot smakelijke kaas verwerkt te wor den, blijkt o.m. uit het tempo, waar in het een homogene massa gaat vor men. Als zij vijf minuten in het vat heeft gezeten, gaat de boer haar draaien en er een doek om doen. In dat stadium heeft ze geen nei ging meer, om als de bekende pud ding in elkaar te zakken. denis. Als mens kan je alles wel zo'n beetje volgen, maar je vraagt je toch wel eens af, hoe komt het nu, dat er een rode korst om die kaas zit. Dat blosje is kunstmatig. Nog voor de dames rouge gebruikten, maakte de boer zijn Leidse kaas al rood. Dat gebeurt met een mengsel van verf en biest. Het is maar een weet. KLEINE BALANS. DIJ HET OPMAKEN van de balans bleek, dat 550 litér melk onge veer tachtig pond kaas had opgele verd; vier van twintig pond. Maar dan moet men even scherp het ver schil met Goudse kaas in het oog hou den. Daarvoor wordt volle merk ge bruikt. In de Leidse kaasmakerij ge bruikt men afgeroomde melk, zodat men echte roomboter (geen weiboter zoals bij het maken van Goudse) en karnemelk als „bijproducten" heeft. Wij meenden, dat de Leidse daar door wel heel ver onder de 40 plus zou blijven. Maar zo is het toch niet. Het vetgehalte varieert meestal tus sen de 35 en 39 plus. Op het eerste gezicht lijkt de Leid se kaasmakerij dus wel aantrekkelijk. Niettemin blijkt er steeds meer be langstelling te bestaan voor het ma ken van Goudse. Voor deze kaas soort is geen speciale kelder nodig, maar wel moet men iedere keer direct na het melken aan de slag. Het schijnt echter, dat de intense arbeid, die de Leidse kaas vraagt ook al is het alleen maar in de ochtenduren de Goudse aan sympathie doet winnen. Gelukkig zijn er in Leidens omge ving echter nog steeds boeren, die de eer van de Leidse kaas blijven hoog houden en daaraan levert ook Rijp wetering, dat hebben we op onze ochtendwandeling ontdekt, zijn bij drage. Prijswinnaars De prijswinnaars zijn; Ank Schoo (12 jaar). Rina Jansen (13 jaar). Herman Straathof (12 jaar). Ode aan de Rip Als men in ons dorpje komt Staat men misschien wel verstomd Van de prachtige natuur Vooral in 't late avonduur Bij de boerderijen staan veel bomen Waaronder je heerlijk kunt liggen [dromen Ook is er nog een voetbalveld Waar menig goaltje is geteld Maar toch is de Rip nu kampioen Ik hoop dat ze dat nog eens doen Er wonen hier twee manufacturieren De kruideniers zijn met z'n vieren Ook heeft een slager hier zijn bestaan Er komt menig heerlijk worstje [vandaan Ons dorpje ligt ten Oosten van [Oud-Ade Het maakt deel uit van Alkemade Er is 'n pastoor en 'n kapelaan Met de huishoudsters Coba en Sjaan Dus is er ook een mooie kerk Daar doet de koster goed zijn werk 's Zomers komt er een heleboel Watersport op de Poel Daar staan de molens vijf in getal En in de café's is het dikwijls bal Nu zijn we ons dorpje wel door En ik eindig maar hoor. rina jansen (13 jaar).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 5